archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Lopen delen printen terug
Pas op voor oude dametjes Frits Hoorweg

Het uitzicht vanaf de Posbank was eind augustus spectaculair. De heide op het glooiende Herikhuizerveld stond massaal in bloei. Zover het oog reikte was alles paars gekleurd, met uitzondering van wat solitaire boompjes. Een idyllische plek.
De meeste bezoekers waren er alleen voor het uitzicht. Ze staarden een poosje in de verte en gingen vervolgens een kop koffie drinken bij het Paviljoen, dat geheel op ‘goede’ energie draait. En dan de auto weer in.
Vlakbij het uitkijkpunt waren er nog wat die aarzelend een paar stappen waagden op de hei zelf. Verderop kwam je slechts erkende wandelaars tegen, herkenbaar aan hun kleding en een stoere tred. Daar was ik er een van, maar van mijn stoere tred was toen ik de Posbank had bereikt niet veel meer over.

De aanleiding om in deze buurt te gaan wandelen was een aardig, recent boekje van de hand van John Jansen van Galen. Het is tenminste vandaag mooi weer, heet het, met als subtitel: ‘Schrijversroute Rheden Roozendaal.’ Iedereen die iets met literatuur te maken had (of heeft) en enige tijd in deze buurt heeft doorgebracht (of dat nog doet) passeert de revue. Je komt niet alleen de bekende namen als Siebelink en Carmiggelt tegen, maar bijvoorbeeld ook (wat mij betreft verrassend) J.P.Thijsse, P.A.Daum en de pedagoog en kinderboekenschrijver Jan Ligthart. De laatste kwam in 1916 in het water van het Apeldoorns-Dierens kanaal terecht en verdronk. ‘Het woei hard, maar zo hard?’ vraagt JJvG zich af.
Een redactieteam* zorgde voor het verzamelen van de feiten, de plaatjes en de citaten. JJvG beperkte zich tot het aaneen rijgen van dat al. Hij koos de vorm van een enigszins denkbeeldige, maar niet helemaal onmogelijke wandeling die alle plaatsen aandoet die ertoe doen. En ziet kans om alle hem aangereikte weetjes in een zeer leesbare tekst te persen.

Het idee om te proberen zijn wandeling te volgen had ik in de trein al van me af gezet. Te ingewikkeld leek me dat en bovendien zou ik de hele dag noodgedwongen met m’n neus in dat boekje lopen en ook nog regelmatig de kaart moeten raadplegen. Dat is vragen om problemen, voor je het weet lig je languit op je snufferd.
Ik besloot in Dieren te starten en over de Carolinaberg in de richting van de Posbank te lopen. Nauwelijks buiten Dieren werd ik door een paar andere wandelaars attent gemaakt op twee wilde zwijnen en een reetje in een veld met hoog opgeschoten gras naast het onverharde pad. Even verder kwam ik opnieuw wandelaars tegen. Ik bleek, zonder het zo gepland te hebben, een populaire NS-route te lopen. En langzaamaan begon het me te dagen dat ik die route in een grijs verleden ook al eens gelopen had, samen met een stel vrienden, en hun vrouwen en de kinderen. Een wandeling waar nog steeds over nagepraat wordt en niet vanwege het natuurschoon, maar vanwege een incident.

In dat incident werd een hoofdrol gespeeld door een tienjarige jongen die ik ter bescherming van zijn privacy Joris zal noemen. Nadat we onderweg een pannenkoek hadden genuttigd, en ons buiten gereed maakten voor het vervolg van onze wandeling, gilde zijn moeder ineens: ‘Joris, waar is je beugel? Die heb0420BZ Lopen je zeker uitgedaan. Nou dan ligt hij nu in de vuilnisbak.’ Wat er daarna gebeurd is weet ik niet uit eigen waarneming. En elke keer als het verhaal weer verteld wordt verschilt het op onderdelen van wat ik de keer daarvoor te horen kreeg. Vast staat echter dat Joris een paar minuten later weer een beugel in zijn mond had. En in geen enkele versie van het verhaal is die beugel, na uit de vuilnisbak te zijn gevist, door een sopje gehaald, onder de kraan gehouden of zelfs maar met een lapje gereinigd. Joris is trouwens nog steeds kerngezond. Hoe kan het anders, hij moet vol met antistoffen zitten.

Voorbij de Carolinaberg sloeg het noodlot toe. Het ene moment liep ik nog zachtjes neuriënd te mijmeren over wat er toen was gebeurd en ineens stond ik oog in oog met twee oude dametjes, die een identieke wandeluitrusting droegen, tot en met de vaalgele houthakkersbloes die ze blijkbaar heel lang geleden tegelijk hadden aangeschaft. Ze lachten heel vriendelijk.
‘Loopt u ook de NS-wandeling?’ vroegen ze in koor.
‘Nee, ik ben er per ongeluk op terechtgekomen.’
‘Oh, dan weet u het natuurlijk niet.’
‘Wat bedoelt u?’
‘Nou wij hebben het idee dat er iets veranderd is.’ Een van hen hield het boekje omhoog.
‘Nee, dan kan ik u niet helpen.’ Ik draaide een kwartslag en maakte aanstalten verder te lopen.
‘Hebt u die zwijnen ook gezien?’ Ik draaide weer terug.
‘Ja, leuk he!?’ En weer dacht ik te kunnen gaan.
‘En dat reetje?’ Nu had ik er genoeg van. Ik deed een stap in de geplande looprichting, draaide mijn hoofd ten afscheid nog even in hun richting en zei:
‘Ja, ja,’ wat overging in ‘Jaaaaah.’ Mijn voet was namelijk achter een verraderlijk over het pad liggende tak blijven hangen. Het zou mij niet verbazen als die tak daar met opzet was neergelegd. Het volgende ogenblik lag ik languit.

Mijn bril vond ik terug terzijde van het pad, half verborgen onder rulle aarde. Hij bleek toen ik hem weer opzette in een merkwaardige hoek op mijn neus te staan. Ik probeerde hem weer recht te buigen, maar dat lukte slecht. Onderwijl slaakten de oude dames kreetjes van ontzetting en medeleven. Op zo’n moment wil je zo snel als mogelijk de plek des onheils verlaten. En dat deed ik, na de dames verzekerd te hebben dat met mij alles OK was. En het lukte me daarna nog een tijdje om ook mijzelf daarvan te overtuigen, maar bij de Posbank drong de werkelijkheid tot mij door. Pas op voor oude dametjes die u midden in het bos staande houden. Ze opereren in duo’s.

* De redactie bestond uit: Walter Jansen, Leon Mommersteeg, Kerst van der Veen en Stef de Wit. Het boekje is een uitgave van De Alliantie, kost 10,- en is alleen te krijgen bij Boekhandel Jansen&de Feijter in Velp. Via internet bestellen kan ook, dan komt er 1,76 verzendkosten bij. Ga naar www.eenpassievoorboeken.nl .
 
*********************************
Alles over wandelen op www.wandelpad.nl


© 2007 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
Pas op voor oude dametjes Frits Hoorweg
Het uitzicht vanaf de Posbank was eind augustus spectaculair. De heide op het glooiende Herikhuizerveld stond massaal in bloei. Zover het oog reikte was alles paars gekleurd, met uitzondering van wat solitaire boompjes. Een idyllische plek.
De meeste bezoekers waren er alleen voor het uitzicht. Ze staarden een poosje in de verte en gingen vervolgens een kop koffie drinken bij het Paviljoen, dat geheel op ‘goede’ energie draait. En dan de auto weer in.
Vlakbij het uitkijkpunt waren er nog wat die aarzelend een paar stappen waagden op de hei zelf. Verderop kwam je slechts erkende wandelaars tegen, herkenbaar aan hun kleding en een stoere tred. Daar was ik er een van, maar van mijn stoere tred was toen ik de Posbank had bereikt niet veel meer over.

De aanleiding om in deze buurt te gaan wandelen was een aardig, recent boekje van de hand van John Jansen van Galen. Het is tenminste vandaag mooi weer, heet het, met als subtitel: ‘Schrijversroute Rheden Roozendaal.’ Iedereen die iets met literatuur te maken had (of heeft) en enige tijd in deze buurt heeft doorgebracht (of dat nog doet) passeert de revue. Je komt niet alleen de bekende namen als Siebelink en Carmiggelt tegen, maar bijvoorbeeld ook (wat mij betreft verrassend) J.P.Thijsse, P.A.Daum en de pedagoog en kinderboekenschrijver Jan Ligthart. De laatste kwam in 1916 in het water van het Apeldoorns-Dierens kanaal terecht en verdronk. ‘Het woei hard, maar zo hard?’ vraagt JJvG zich af.
Een redactieteam* zorgde voor het verzamelen van de feiten, de plaatjes en de citaten. JJvG beperkte zich tot het aaneen rijgen van dat al. Hij koos de vorm van een enigszins denkbeeldige, maar niet helemaal onmogelijke wandeling die alle plaatsen aandoet die ertoe doen. En ziet kans om alle hem aangereikte weetjes in een zeer leesbare tekst te persen.

Het idee om te proberen zijn wandeling te volgen had ik in de trein al van me af gezet. Te ingewikkeld leek me dat en bovendien zou ik de hele dag noodgedwongen met m’n neus in dat boekje lopen en ook nog regelmatig de kaart moeten raadplegen. Dat is vragen om problemen, voor je het weet lig je languit op je snufferd.
Ik besloot in Dieren te starten en over de Carolinaberg in de richting van de Posbank te lopen. Nauwelijks buiten Dieren werd ik door een paar andere wandelaars attent gemaakt op twee wilde zwijnen en een reetje in een veld met hoog opgeschoten gras naast het onverharde pad. Even verder kwam ik opnieuw wandelaars tegen. Ik bleek, zonder het zo gepland te hebben, een populaire NS-route te lopen. En langzaamaan begon het me te dagen dat ik die route in een grijs verleden ook al eens gelopen had, samen met een stel vrienden, en hun vrouwen en de kinderen. Een wandeling waar nog steeds over nagepraat wordt en niet vanwege het natuurschoon, maar vanwege een incident.

In dat incident werd een hoofdrol gespeeld door een tienjarige jongen die ik ter bescherming van zijn privacy Joris zal noemen. Nadat we onderweg een pannenkoek hadden genuttigd, en ons buiten gereed maakten voor het vervolg van onze wandeling, gilde zijn moeder ineens: ‘Joris, waar is je beugel? Die heb0420BZ Lopen je zeker uitgedaan. Nou dan ligt hij nu in de vuilnisbak.’ Wat er daarna gebeurd is weet ik niet uit eigen waarneming. En elke keer als het verhaal weer verteld wordt verschilt het op onderdelen van wat ik de keer daarvoor te horen kreeg. Vast staat echter dat Joris een paar minuten later weer een beugel in zijn mond had. En in geen enkele versie van het verhaal is die beugel, na uit de vuilnisbak te zijn gevist, door een sopje gehaald, onder de kraan gehouden of zelfs maar met een lapje gereinigd. Joris is trouwens nog steeds kerngezond. Hoe kan het anders, hij moet vol met antistoffen zitten.

Voorbij de Carolinaberg sloeg het noodlot toe. Het ene moment liep ik nog zachtjes neuriënd te mijmeren over wat er toen was gebeurd en ineens stond ik oog in oog met twee oude dametjes, die een identieke wandeluitrusting droegen, tot en met de vaalgele houthakkersbloes die ze blijkbaar heel lang geleden tegelijk hadden aangeschaft. Ze lachten heel vriendelijk.
‘Loopt u ook de NS-wandeling?’ vroegen ze in koor.
‘Nee, ik ben er per ongeluk op terechtgekomen.’
‘Oh, dan weet u het natuurlijk niet.’
‘Wat bedoelt u?’
‘Nou wij hebben het idee dat er iets veranderd is.’ Een van hen hield het boekje omhoog.
‘Nee, dan kan ik u niet helpen.’ Ik draaide een kwartslag en maakte aanstalten verder te lopen.
‘Hebt u die zwijnen ook gezien?’ Ik draaide weer terug.
‘Ja, leuk he!?’ En weer dacht ik te kunnen gaan.
‘En dat reetje?’ Nu had ik er genoeg van. Ik deed een stap in de geplande looprichting, draaide mijn hoofd ten afscheid nog even in hun richting en zei:
‘Ja, ja,’ wat overging in ‘Jaaaaah.’ Mijn voet was namelijk achter een verraderlijk over het pad liggende tak blijven hangen. Het zou mij niet verbazen als die tak daar met opzet was neergelegd. Het volgende ogenblik lag ik languit.

Mijn bril vond ik terug terzijde van het pad, half verborgen onder rulle aarde. Hij bleek toen ik hem weer opzette in een merkwaardige hoek op mijn neus te staan. Ik probeerde hem weer recht te buigen, maar dat lukte slecht. Onderwijl slaakten de oude dames kreetjes van ontzetting en medeleven. Op zo’n moment wil je zo snel als mogelijk de plek des onheils verlaten. En dat deed ik, na de dames verzekerd te hebben dat met mij alles OK was. En het lukte me daarna nog een tijdje om ook mijzelf daarvan te overtuigen, maar bij de Posbank drong de werkelijkheid tot mij door. Pas op voor oude dametjes die u midden in het bos staande houden. Ze opereren in duo’s.

* De redactie bestond uit: Walter Jansen, Leon Mommersteeg, Kerst van der Veen en Stef de Wit. Het boekje is een uitgave van De Alliantie, kost 10,- en is alleen te krijgen bij Boekhandel Jansen&de Feijter in Velp. Via internet bestellen kan ook, dan komt er 1,76 verzendkosten bij. Ga naar www.eenpassievoorboeken.nl .
 
*********************************
Alles over wandelen op www.wandelpad.nl
© 2007 Frits Hoorweg
powered by CJ2