archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Koken delen printen terug
Soep Maeve van der Steen

0310BZ Koken
Wie maakt er wel eens soep? Ik zelden. Waarom haast nooit? Omdat het tijd en moeite kost om een goede pan soep te maken. We zijn al blij als er iedere avond een maaltijd op tafel staat. Als we soep willen nemen we wel een pakje of blikje of kopen soep bij de slager of groenteboer of andere kleine middenstander die het hoofd door traiteursactiviteiten boven water probeert te houden.

Jammer! Als je een middagje de tijd hebt is het een heerlijke vorm van vrijetijdsbesteding, een grote pan soep maken. Ideaal is heldere groentesoep, lekker als kopje soep vooraf maar ook geschikt als maaltijdsoep, met kaas toe of, voor de kinderen, pannenkoeken toe. Wil je een dagje weinig calorieën tot je nemen en toch geen zielig, karig gevoel krijgen eet dan een paar koppen groentesoep. Voor extra magere soep neem je geen schenkel, maar alleen schenkelvlees. Maar ik vind oogjes op de soep er wel bijhoren.
De opwekkende geur van zelfgemaakte groentesoep die door het huis trekt, is op zich al de moeite waard!

Dus maken we komende zaterdag ouderwetse, heldere groentesoep met balletjes. Voor iedereen die het niet van zijn eigen grootmoeder heeft geleerd, hier het recept:

Groentesoep à la grandmère.
 
We beginnen met de bouillon:
Stuk runderschenkel met veel vlees eraan.
Liter water.
Laurierblaadje, een paar peperkorrels, takje tijm, een worteltje of stuk winterwortel, een ui, het donkergroene deel van een preitje, paar takjes peterselie, paar takjes selderij.
Zet een flinke pan met het vlees en het koude water op een zacht vuurtje. Als het aan de kook komt, de bovendrijvende deeltjes een beetje afschuimen. Dan de kruiden erbij doen (bij elkaar binden met een touwtje is handig met het oog op verwijderen straks). Minstens 4 uur laten trekken op een minimaal vuurtje. In de snelkookpan minstens een half uur. De bouillon zeven en licht zouten. Het vlees in stukken snijden, het merg uit het bot halen en apart houden.

Intussen maken we de balletjes:
Ongeveer twee ons gehakt (half om half) aanmaken zoals we altijd doen, met een eitje, wat brood of beschuit en zout, peper en kruiden naar smaak. Niet al te kleine balletjes draaien, ze krimpen nog.

Vervolgens de groenten:
In ieder geval een prei en een paar worteltjes wassen en grof snijden.
Verder groenten naar keuze en afhankelijk van het seizoen, bijvoorbeeld stukken bloemkool, spruitjes, stukjes koolrabi, kool, bleekselderij, sperziebonen, wat doperwtjes, veel verschillende dingen is leuk. Vooral niet te fijn snijden, het geheel ziet er veel aantrekkelijker uit als de groente grof gesneden is.
Voeg de balletjes en de groenten bij de bouillon en laat een klein kwartiertje zachtjes gaan. Ik hoef geen vermicelli, maar wie dat onontbeerlijk vindt kan ook een handje vermicelli laten meekoken.
Even proeven of de soep zout genoeg is.
Op het laatst wat fijngesneden peterselie en selderij toevoegen.

Het merg – als de hoeveelheid de moeite waard is, dat verschilt nogal – erbij serveren om op een stukje geroosterd brood te smeren, wel wat zout erop strooien.

In ieder geval warm stokbrood of volkorenbrood erbij. Of knoflookbrood, een lekkernij die in de jaren zeventig erg populair was.
Stokbrood insnijden tot de bodem, zodat het wel aan elkaar blijft zitten.
Teentje knoflook uit de knijper door een kopje boter roeren, dit mengsel tussen de schijfjes brood smeren, het brood omwikkelen met folie en tien minuten in een hete oven leggen.

Wat drinken we bij soep? Niets, of toch een glaasje wijn, in ieder geval ervoor en erna: een niet te jonge, niet al te goedkope Beaujolais dit keer.

© 2006 Maeve van der Steen meer Maeve van der Steen - meer "Koken" -
Bezigheden > Koken
Soep Maeve van der Steen
0310BZ Koken
Wie maakt er wel eens soep? Ik zelden. Waarom haast nooit? Omdat het tijd en moeite kost om een goede pan soep te maken. We zijn al blij als er iedere avond een maaltijd op tafel staat. Als we soep willen nemen we wel een pakje of blikje of kopen soep bij de slager of groenteboer of andere kleine middenstander die het hoofd door traiteursactiviteiten boven water probeert te houden.

Jammer! Als je een middagje de tijd hebt is het een heerlijke vorm van vrijetijdsbesteding, een grote pan soep maken. Ideaal is heldere groentesoep, lekker als kopje soep vooraf maar ook geschikt als maaltijdsoep, met kaas toe of, voor de kinderen, pannenkoeken toe. Wil je een dagje weinig calorieën tot je nemen en toch geen zielig, karig gevoel krijgen eet dan een paar koppen groentesoep. Voor extra magere soep neem je geen schenkel, maar alleen schenkelvlees. Maar ik vind oogjes op de soep er wel bijhoren.
De opwekkende geur van zelfgemaakte groentesoep die door het huis trekt, is op zich al de moeite waard!

Dus maken we komende zaterdag ouderwetse, heldere groentesoep met balletjes. Voor iedereen die het niet van zijn eigen grootmoeder heeft geleerd, hier het recept:

Groentesoep à la grandmère.
 
We beginnen met de bouillon:
Stuk runderschenkel met veel vlees eraan.
Liter water.
Laurierblaadje, een paar peperkorrels, takje tijm, een worteltje of stuk winterwortel, een ui, het donkergroene deel van een preitje, paar takjes peterselie, paar takjes selderij.
Zet een flinke pan met het vlees en het koude water op een zacht vuurtje. Als het aan de kook komt, de bovendrijvende deeltjes een beetje afschuimen. Dan de kruiden erbij doen (bij elkaar binden met een touwtje is handig met het oog op verwijderen straks). Minstens 4 uur laten trekken op een minimaal vuurtje. In de snelkookpan minstens een half uur. De bouillon zeven en licht zouten. Het vlees in stukken snijden, het merg uit het bot halen en apart houden.

Intussen maken we de balletjes:
Ongeveer twee ons gehakt (half om half) aanmaken zoals we altijd doen, met een eitje, wat brood of beschuit en zout, peper en kruiden naar smaak. Niet al te kleine balletjes draaien, ze krimpen nog.

Vervolgens de groenten:
In ieder geval een prei en een paar worteltjes wassen en grof snijden.
Verder groenten naar keuze en afhankelijk van het seizoen, bijvoorbeeld stukken bloemkool, spruitjes, stukjes koolrabi, kool, bleekselderij, sperziebonen, wat doperwtjes, veel verschillende dingen is leuk. Vooral niet te fijn snijden, het geheel ziet er veel aantrekkelijker uit als de groente grof gesneden is.
Voeg de balletjes en de groenten bij de bouillon en laat een klein kwartiertje zachtjes gaan. Ik hoef geen vermicelli, maar wie dat onontbeerlijk vindt kan ook een handje vermicelli laten meekoken.
Even proeven of de soep zout genoeg is.
Op het laatst wat fijngesneden peterselie en selderij toevoegen.

Het merg – als de hoeveelheid de moeite waard is, dat verschilt nogal – erbij serveren om op een stukje geroosterd brood te smeren, wel wat zout erop strooien.

In ieder geval warm stokbrood of volkorenbrood erbij. Of knoflookbrood, een lekkernij die in de jaren zeventig erg populair was.
Stokbrood insnijden tot de bodem, zodat het wel aan elkaar blijft zitten.
Teentje knoflook uit de knijper door een kopje boter roeren, dit mengsel tussen de schijfjes brood smeren, het brood omwikkelen met folie en tien minuten in een hete oven leggen.

Wat drinken we bij soep? Niets, of toch een glaasje wijn, in ieder geval ervoor en erna: een niet te jonge, niet al te goedkope Beaujolais dit keer.
© 2006 Maeve van der Steen
powered by CJ2