archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Koken delen printen terug
Via Oethoezen naar Italië * Maeve van der Steen

1409BZ BonenToen ik voor het eerst met de trein van Amsterdam naar Uithuizen ging dacht ik dat ik van de wereld af zou vallen. Kon het werkelijk nog noordelijker?
Na station Groningen werd de trein steeds leger. Op ieder stationnetje stonden minder mensen te wachten en op het laatst stapte er nog maar een persoon in of uit.
Een bovenleiding had de trein ook niet meer, en hoewel ik me van school wist te herinneren dat er na Uithuizen nog een noordelijker plaats was, namelijk Roodeschool, voelde het alsof je bijna op de noordpool was.

Het was kerstmis en we waren aangekomen in Uithuizen (spreek uit: Oethoezen) waar de ouders en zusters van mijn toenmalige vriend woonden. De taal die werd gesproken, Gronings, vaak onterecht dialect genoemd, verstond ik toen nog nauwelijks. Dat bleek toen er een ruzie ontstond, ik dacht een echtelijke ruzie tussen een van de zussen en haar man. ‘Ik ga naar hoes!’ riep ze uit, dat verstond ik nog net wel, maar het bleek dat ze kwaad was op haar zus. Dat Groningers zo weinig praten is trouwens een hardnekkige fabel.

Gelukkig konden we gauw in pais en vree aan tafel om het diner te beginnen met de lekkerste garnaaltjes die er bestaan, rechtstreeks uit de Lauwerszee. Door ons zelf gepeld, dus verrukkelijk vers. Hoe oud zouden ze zijn als je ze in de winkel koopt, na een retourtje Marokko waar ze meestal gepeld worden? Verder werd er die avond helaas geen authentieke Groningse kost voorgezet, ook niet bij latere bezoeken. Ik vrees dat in de jaren negentig van de vorige eeuw het allesvervlakkende supermarkt-eten al tot in de verre uithoeken van Nederland was doorgedrongen.

Toch nieuwsgierig geworden naar een fijn, oud Gronings recept ging ik bij mijn ex-geliefde uit Uithuizen te rade. Hij moest ver in zijn geheugen graven en kon zich alleen nog de ‘Mollenbonen met spek’ van zijn oma herinneren. Hij was er dol op. ‘Een soort grote tuinbonen, en dan in de peul gesmoord met vet spek, het geheel werd dan een beetje bruingebakken, vlezig en vezelig. Ach ik ruik nog die heerlijke geur in het huis van mijn oma als de pan met molbonen op het vuur stond!’

Mooi verhaal maar niks te vinden op internet over bonen die met peul en al bereid worden. Ik vond wel de officiële naam van molbonen: Phaseolus Coccineus, een soort kakkineuze bonen dus. Pronkbonen heten ze ook wel en dat snap ik want de bloemen zijn beeldig, wit of rood. Vandaar waarschijnlijk dat ze ook wel Phaseolus Multiflorus heten.
Een minder charmante naam is Boerentenen, zo noemen de Belgen ze, maar dan zijn we er nog lang niet. Priesterbonen, Patersloffen, Roomsche Boonkes, Aardappelboontjes, kies maar een leuke naam uit. Als alle duizenden soorten bonen op de wereld ook nog eens ieder tien bijnamen hebben wordt het wel erg ingewikkeld allemaal. Oh ja, de meeste mensen kennen de pronkboon waarschijnlijk als Olifantsboon of Jumbo, althans die namen doen het meest denken aan hoe de Grieken hem noemen: Gigantes.
 
Ze komen zoals veel wat wij Hollanders eten uit Amerika, ze gingen van Mexico naar Peru en vandaar werden ze naar Spanje gebracht. In Italië heten ze Spaanse bonen.
Later kwamen ze naar Engeland en de lage landen en dat kwam goed uit want ze gedijen goed in koele vochtige gebieden.
Vanavond eten we dus Boerentenen… eh Pronkbonen. What’s in a name, ze zijn verdomd lekker. En bonen zijn ook nog eens heel goed voor je.

We doen iets makkelijks, de bonen gaan we niet zelf weken en koken, een andere keer misschien. We kopen gewoon een pot – ik kocht ze in een kruidentoko en daar heetten ze ‘witte bonen jumbo’ of blik (Bonduelle noemt ze reuzenbonen).

In een koekenpan met een drupje olie bak je zachtjes wat Merguez-worstjes. Prik er met een vork gaatjes in zodat het meeste vet eruit loopt. Dan kan je zelf beslissen hoeveel je eventueel van dat vet nog gebruikt.
De bonen goed afspoelen en zachtjes verwarmen in een pan.
Maak er een sla bij van kropsla, komkommer, tomaat, zwarte olijven en gesnipperde bosui en een dressing met witte-wijnazijn, olijfolie en oregano. Die bos-ui of lente-ui niet vergeten want rauwe ui smaakt heerlijk bij bonen. Druppel naar smaak wat rood vet uit de koekenpan op de bonen. Stuk knapperig stokbrood erbij, of Turks brood. Borden voorverwarmen. Eenvoudige fles rode Chileense wijn op tafel.
Niet erg Gronings, wel heel lekker!

Om het oog te strelen kan je de Italiaanse parelgrijze en wonderschone purperen varianten bekijken.

-----
Het plaatje is van Katharina Kouwenhoven


© 2017 Maeve van der Steen meer Maeve van der Steen - meer "Koken" -
Bezigheden > Koken
Via Oethoezen naar Italië * Maeve van der Steen
1409BZ BonenToen ik voor het eerst met de trein van Amsterdam naar Uithuizen ging dacht ik dat ik van de wereld af zou vallen. Kon het werkelijk nog noordelijker?
Na station Groningen werd de trein steeds leger. Op ieder stationnetje stonden minder mensen te wachten en op het laatst stapte er nog maar een persoon in of uit.
Een bovenleiding had de trein ook niet meer, en hoewel ik me van school wist te herinneren dat er na Uithuizen nog een noordelijker plaats was, namelijk Roodeschool, voelde het alsof je bijna op de noordpool was.

Het was kerstmis en we waren aangekomen in Uithuizen (spreek uit: Oethoezen) waar de ouders en zusters van mijn toenmalige vriend woonden. De taal die werd gesproken, Gronings, vaak onterecht dialect genoemd, verstond ik toen nog nauwelijks. Dat bleek toen er een ruzie ontstond, ik dacht een echtelijke ruzie tussen een van de zussen en haar man. ‘Ik ga naar hoes!’ riep ze uit, dat verstond ik nog net wel, maar het bleek dat ze kwaad was op haar zus. Dat Groningers zo weinig praten is trouwens een hardnekkige fabel.

Gelukkig konden we gauw in pais en vree aan tafel om het diner te beginnen met de lekkerste garnaaltjes die er bestaan, rechtstreeks uit de Lauwerszee. Door ons zelf gepeld, dus verrukkelijk vers. Hoe oud zouden ze zijn als je ze in de winkel koopt, na een retourtje Marokko waar ze meestal gepeld worden? Verder werd er die avond helaas geen authentieke Groningse kost voorgezet, ook niet bij latere bezoeken. Ik vrees dat in de jaren negentig van de vorige eeuw het allesvervlakkende supermarkt-eten al tot in de verre uithoeken van Nederland was doorgedrongen.

Toch nieuwsgierig geworden naar een fijn, oud Gronings recept ging ik bij mijn ex-geliefde uit Uithuizen te rade. Hij moest ver in zijn geheugen graven en kon zich alleen nog de ‘Mollenbonen met spek’ van zijn oma herinneren. Hij was er dol op. ‘Een soort grote tuinbonen, en dan in de peul gesmoord met vet spek, het geheel werd dan een beetje bruingebakken, vlezig en vezelig. Ach ik ruik nog die heerlijke geur in het huis van mijn oma als de pan met molbonen op het vuur stond!’

Mooi verhaal maar niks te vinden op internet over bonen die met peul en al bereid worden. Ik vond wel de officiële naam van molbonen: Phaseolus Coccineus, een soort kakkineuze bonen dus. Pronkbonen heten ze ook wel en dat snap ik want de bloemen zijn beeldig, wit of rood. Vandaar waarschijnlijk dat ze ook wel Phaseolus Multiflorus heten.
Een minder charmante naam is Boerentenen, zo noemen de Belgen ze, maar dan zijn we er nog lang niet. Priesterbonen, Patersloffen, Roomsche Boonkes, Aardappelboontjes, kies maar een leuke naam uit. Als alle duizenden soorten bonen op de wereld ook nog eens ieder tien bijnamen hebben wordt het wel erg ingewikkeld allemaal. Oh ja, de meeste mensen kennen de pronkboon waarschijnlijk als Olifantsboon of Jumbo, althans die namen doen het meest denken aan hoe de Grieken hem noemen: Gigantes.
 
Ze komen zoals veel wat wij Hollanders eten uit Amerika, ze gingen van Mexico naar Peru en vandaar werden ze naar Spanje gebracht. In Italië heten ze Spaanse bonen.
Later kwamen ze naar Engeland en de lage landen en dat kwam goed uit want ze gedijen goed in koele vochtige gebieden.
Vanavond eten we dus Boerentenen… eh Pronkbonen. What’s in a name, ze zijn verdomd lekker. En bonen zijn ook nog eens heel goed voor je.

We doen iets makkelijks, de bonen gaan we niet zelf weken en koken, een andere keer misschien. We kopen gewoon een pot – ik kocht ze in een kruidentoko en daar heetten ze ‘witte bonen jumbo’ of blik (Bonduelle noemt ze reuzenbonen).

In een koekenpan met een drupje olie bak je zachtjes wat Merguez-worstjes. Prik er met een vork gaatjes in zodat het meeste vet eruit loopt. Dan kan je zelf beslissen hoeveel je eventueel van dat vet nog gebruikt.
De bonen goed afspoelen en zachtjes verwarmen in een pan.
Maak er een sla bij van kropsla, komkommer, tomaat, zwarte olijven en gesnipperde bosui en een dressing met witte-wijnazijn, olijfolie en oregano. Die bos-ui of lente-ui niet vergeten want rauwe ui smaakt heerlijk bij bonen. Druppel naar smaak wat rood vet uit de koekenpan op de bonen. Stuk knapperig stokbrood erbij, of Turks brood. Borden voorverwarmen. Eenvoudige fles rode Chileense wijn op tafel.
Niet erg Gronings, wel heel lekker!

Om het oog te strelen kan je de Italiaanse parelgrijze en wonderschone purperen varianten bekijken.

-----
Het plaatje is van Katharina Kouwenhoven
© 2017 Maeve van der Steen
powered by CJ2