archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Koken delen printen terug
Een bokking als madeleinegebakje Fokke Zwaan

1101BZ Bokking
Ik had al jaren geen bokking meer gegeten. Eerder deze week werd op Twitter gesproken over gerookte haring. Die zie je niet veel meer, was mijn idee. Vroeger meer. Het was relatief goedkoop, en werd daarom vooral door de arbeidersklasse gegeten. Ik lees dat het ooit zelfs volksvoedsel nummer een was, voordat het vlees goedkoop werd. Ik vond het een lekkernij. Zou het nog bestaan? Ik kreeg als suggestie een vishandel op Scheveningen. Maar ja, daar kom ik niet zo heel vaak.
In de weekeinden bezoek ik vaak mijn moeder, om koffie te drinken, boodschappen te doen, de administratie bij te werken en om te praten. Ook wordt (vaste prik) de Rijswijkse markt bezocht, voor aardappelen, groente, fruit en bloemen. Ik vroeg aan mijn moeder hoe lang het geleden was dat zij een bokking had gegeten.

'Ach jongen dat is jaren terug, misschien wel veertig jaar niet.'

Net als ik dus. Maar, volgens mijn moeder waren ze nog steeds te koop, nota bene bij de viskraam op diezelfde Rijswijkse markt. Gewoon jarenlang niet goed opgelet, dus.
Zaterdag kochten we twee bokkingen. Er is een nadeeltje, je moet ze wel zelf schoonmaken, kop en staart er af, ontvellen, graten weg. Het overgebleven vlees in blokjes snijden en met een vorkje prikken. Smullen maar.

Ik had de smaak jaren niet meer geproefd, maar herkende meteen de typische rook-zout-viscombinatie.
'Weet je wanneer we dat altijd aten? Met verjaardagen.'

Ik zag het weer voor me. Zowel van vaders- als van moederskant hadden we een grote familie, die op verjaardagen allemaal bij elkaar op visite kwam. Spullen aan de kant, twintig, vijfentwintig gehuurde stoelen in de voor- en achterkamer langs de muur, in het midden de behangtafel (mijn vader en zijn broers hadden allemaal bij de behangerszaak van mijn opa gewerkt). Met koffie met koek, later op de avond bier, jenever, boerenjongens en advocaat. En een bord met een paar bokkingen. Later werd het wat luxer, met kaas en leverworst. Niet te vergeten: limonadeglazen met sigaretten en sigaren, de 'rokertjes, voor wie wil'. Bijna iedereen wilde, dus na korte tijd stonden de kamers blauw van de rook.

En vooral: praten, (meerstemmig) zingen, lachen. Tante Marie met haar gitaar! Mijn broer en ik moesten natuurlijk vroeg naar bed, maar van slapen was geen sprake. Vanuit de gang keken en luisterden we om een hoekje stiekem mee. Vooral de verhalen. Over vroeger thuis (ook toen was er al een 'vroeger thuis'), over de oorlog, over het werken in de behangerij van mijn grootouders. Een van de vaste nummers waarbij de ooms hard lachten en de tantes griezelden was van mijn vader. Hij moest een keer na sluitingstijd behangen en stofferen in de tearoom van Lensvelt Nicola, toen een bekende banketbakker in Den Haag. Op een gegeven moment kreeg mijn vader trek en ging hij op zoek ging naar wat eetbaars. Vanuit de tearoom liep hij door een gangetje naar achteren en kwam in de donkere keuken, waar op een klein gasstelletje nog een ketel op het vuur stond te pruttelen. Mijn vader deed het licht aan, tilde het deksel op, keek in de pan en zag toen een in bouillon rondhangend paardenbeen met hoef. Het hoefijzer zat er nog aan, benadrukte mijn vader, en nam nog een stuk bokking.

Zo, tijdens het eten van die bokkingen, gingen onze gedachten en herinneringen, waarschijnlijk geleid door de smaak- en geurherkenning, vanzelf naar die oude familieleden met hun verhalen op die verjaardagen 'vroeger thuis'. Ongeveer zoals bij het dopen van een madeleinegebakje in een kop bloesemthee, zoals beschreven in 'Op zoek naar de verloren tijd' van Marcel Proust.
 
*******************************
Het plaatje is gemaakt door Henk Klaren


© 2013 Fokke Zwaan meer Fokke Zwaan - meer "Koken" -
Bezigheden > Koken
Een bokking als madeleinegebakje Fokke Zwaan
1101BZ Bokking
Ik had al jaren geen bokking meer gegeten. Eerder deze week werd op Twitter gesproken over gerookte haring. Die zie je niet veel meer, was mijn idee. Vroeger meer. Het was relatief goedkoop, en werd daarom vooral door de arbeidersklasse gegeten. Ik lees dat het ooit zelfs volksvoedsel nummer een was, voordat het vlees goedkoop werd. Ik vond het een lekkernij. Zou het nog bestaan? Ik kreeg als suggestie een vishandel op Scheveningen. Maar ja, daar kom ik niet zo heel vaak.
In de weekeinden bezoek ik vaak mijn moeder, om koffie te drinken, boodschappen te doen, de administratie bij te werken en om te praten. Ook wordt (vaste prik) de Rijswijkse markt bezocht, voor aardappelen, groente, fruit en bloemen. Ik vroeg aan mijn moeder hoe lang het geleden was dat zij een bokking had gegeten.

'Ach jongen dat is jaren terug, misschien wel veertig jaar niet.'

Net als ik dus. Maar, volgens mijn moeder waren ze nog steeds te koop, nota bene bij de viskraam op diezelfde Rijswijkse markt. Gewoon jarenlang niet goed opgelet, dus.
Zaterdag kochten we twee bokkingen. Er is een nadeeltje, je moet ze wel zelf schoonmaken, kop en staart er af, ontvellen, graten weg. Het overgebleven vlees in blokjes snijden en met een vorkje prikken. Smullen maar.

Ik had de smaak jaren niet meer geproefd, maar herkende meteen de typische rook-zout-viscombinatie.
'Weet je wanneer we dat altijd aten? Met verjaardagen.'

Ik zag het weer voor me. Zowel van vaders- als van moederskant hadden we een grote familie, die op verjaardagen allemaal bij elkaar op visite kwam. Spullen aan de kant, twintig, vijfentwintig gehuurde stoelen in de voor- en achterkamer langs de muur, in het midden de behangtafel (mijn vader en zijn broers hadden allemaal bij de behangerszaak van mijn opa gewerkt). Met koffie met koek, later op de avond bier, jenever, boerenjongens en advocaat. En een bord met een paar bokkingen. Later werd het wat luxer, met kaas en leverworst. Niet te vergeten: limonadeglazen met sigaretten en sigaren, de 'rokertjes, voor wie wil'. Bijna iedereen wilde, dus na korte tijd stonden de kamers blauw van de rook.

En vooral: praten, (meerstemmig) zingen, lachen. Tante Marie met haar gitaar! Mijn broer en ik moesten natuurlijk vroeg naar bed, maar van slapen was geen sprake. Vanuit de gang keken en luisterden we om een hoekje stiekem mee. Vooral de verhalen. Over vroeger thuis (ook toen was er al een 'vroeger thuis'), over de oorlog, over het werken in de behangerij van mijn grootouders. Een van de vaste nummers waarbij de ooms hard lachten en de tantes griezelden was van mijn vader. Hij moest een keer na sluitingstijd behangen en stofferen in de tearoom van Lensvelt Nicola, toen een bekende banketbakker in Den Haag. Op een gegeven moment kreeg mijn vader trek en ging hij op zoek ging naar wat eetbaars. Vanuit de tearoom liep hij door een gangetje naar achteren en kwam in de donkere keuken, waar op een klein gasstelletje nog een ketel op het vuur stond te pruttelen. Mijn vader deed het licht aan, tilde het deksel op, keek in de pan en zag toen een in bouillon rondhangend paardenbeen met hoef. Het hoefijzer zat er nog aan, benadrukte mijn vader, en nam nog een stuk bokking.

Zo, tijdens het eten van die bokkingen, gingen onze gedachten en herinneringen, waarschijnlijk geleid door de smaak- en geurherkenning, vanzelf naar die oude familieleden met hun verhalen op die verjaardagen 'vroeger thuis'. Ongeveer zoals bij het dopen van een madeleinegebakje in een kop bloesemthee, zoals beschreven in 'Op zoek naar de verloren tijd' van Marcel Proust.
 
*******************************
Het plaatje is gemaakt door Henk Klaren
© 2013 Fokke Zwaan
powered by CJ2