archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Koken delen printen terug
Gekookte selderij Maeve van der Steen

Een artiest is soms net een journalist, hij komt op de vreemdste plekken terecht. Althans plekken waar je uit jezelf nooit heen zou gaan: een vakantiepark nabij een pretpark bijvoorbeeld. Het was half acht in de avond en ik was nog even bang dat alles heel vroeg zou sluiten, maar naast het tropische zwembadje brandde er volop licht in een ruimte die waarschijnlijk een eetgelegenheid was. Het restaurant bleek niet in functie te zijn op deze doordeweekse dag, maar in hetzelfde pand was een soort eetcafé.

‘U kunt hier alles krijgen hoor,’ verzekerde de barman mij en hij overhandigde de kaart. De bar zag er uitnodigend uit en het bier smaakte best, we waren hier ten slotte in Brabant. De kaart zag er nog tamelijk pretentieus uit maar daar trap ik niet meer in. Ik was onlangs nog in een soortgelijke gelegenheid geweest en safe spelen is het devies in dit soort tenten. Dus ik koos de ‘mixed grill’, dat is van alles wat, daar zou zeker iets lekkers bij zitten. Wie schetst mijn verbazing toen er een bord voor mijn neus gezet werd met een berg vlees voldoende voor een gezin met twee kinderen? Was dat mixed grill? In mijn herinnering was het een elegant spiesje met een stukje lamsvlees, een stukje ossenhaas, een stukje lever en nog wat ui en paprika ertussen.
 
Ik loop dus dertig jaar achter, goed, goed. Eens kijken hoe het smaakt. Het worstje was heerlijk en het biefstukje sappig; ja, de sparerib ging er ook met smaak in. De kipfilet liet ik maar liggen, dit leek me wel genoeg dierlijke eiwitten voor vandaag. Naast mijn bord een puntzakje met patat in een metalen houdertje. Het puntzakje was bedrukt met zogenaamde krantenberichten. Wat ooit een paar jaar geleden wel grappig was: ‘kijk, een zakje patat bij je eten!’ is nu een sleetse gewoonte geworden. Helaas smaakten de frietjes nergens naar.
Links van mijn bord een bakje met drie schijven ananas uit blik, met een bergje geraspte kaas eroverheen gestort. Hoe verzin je het! Daaronder bleek nog wat veldsla te liggen met komkommer en tomaat, een wonderlijk geheel, ik werd er wat lacherig van. Jammer dat er onder de stukken vlees een verzameling halfrauwe, in onduidelijk vet gebakken, groenten lag die de pret uiteindelijk toch drukte: grote brokken courgette, bleekselderij, rode paprika – alles bedekt met zwarte spikkeltjes, verbrande kruiden waarschijnlijk. Niet alleen niet smakelijk, ongare courgette is volgens mij ook niet goed verteerbaar. Rauwe bleekselderij is fris en knapperig, gekookte is geurig en zacht, maar halfgare bleekselderij is niks.
Heb ik de laatste tijd in te goede restaurants gegeten dat ik vergeten was hoe erg het kan zijn? Toen het meisje vroeg of het had gesmaakt en ik had geantwoord: ‘het vlees was erg lekker maar die groenten eronder helemaal niet’ keek ze me aan met een totaal lege blik, ze zei er ook verder niets op en ik had meteen spijt dat ik serieus op de vraag was ingegaan. Meestal zeg ik gewoon ‘ja hoor’ als het niet te eten was, of ‘ja, heerlijk’ als het wel lekker was. Dat schijnt ook de bedoeling te zijn van die hele procedure.
Thuis maar weer eens bleekselderij koken. Een beetje een vergeten groente, bleekselderij. Voornamelijk gebruikt als rauwkost, voer voor mensen met goede voornemens. Dus als je zo’n hele struik gekocht hebt omdat je één stengel nodig had voor de sofrito of de soep of de sla, eet dan de volgende dag eens gestoofde bleekselderij als groente. Of een paar dagen erna – vooral niet te lang in de koelkast laten liggen.

Een struik bleekselderij wassen en van onderen een plakje, en van boven de lelijke stukken eraf snijden. Blad mag ook weg (of bewaard voor de soep). In stukken snijden en in een bodem water ongeveer een kwartier laten koken.
Maak van het kookvocht en wat melk een bechamelsaus – zie mijn stukje ‘Balsamella’ in Jrg2, Nr5’ – en roer daar een paar eetlepels geraspte kaas door.
Over de groente gieten en smullen maar, nog luxer kun je het maken door het geheel in een ovenschotel over te doen, er nog wat kaas over te strooien en te laten gratineren. Maar gewoon een klontje boter en een geprakt hardgekookt eitje over de bleekselderij is ook heel smakelijk bij een entrecootje.
Een fijne maaltijd thuis gewenst en vol goede moed de restaurantweek in!
 
****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php


© 2011 Maeve van der Steen meer Maeve van der Steen - meer "Koken" -
Bezigheden > Koken
Gekookte selderij Maeve van der Steen
Een artiest is soms net een journalist, hij komt op de vreemdste plekken terecht. Althans plekken waar je uit jezelf nooit heen zou gaan: een vakantiepark nabij een pretpark bijvoorbeeld. Het was half acht in de avond en ik was nog even bang dat alles heel vroeg zou sluiten, maar naast het tropische zwembadje brandde er volop licht in een ruimte die waarschijnlijk een eetgelegenheid was. Het restaurant bleek niet in functie te zijn op deze doordeweekse dag, maar in hetzelfde pand was een soort eetcafé.

‘U kunt hier alles krijgen hoor,’ verzekerde de barman mij en hij overhandigde de kaart. De bar zag er uitnodigend uit en het bier smaakte best, we waren hier ten slotte in Brabant. De kaart zag er nog tamelijk pretentieus uit maar daar trap ik niet meer in. Ik was onlangs nog in een soortgelijke gelegenheid geweest en safe spelen is het devies in dit soort tenten. Dus ik koos de ‘mixed grill’, dat is van alles wat, daar zou zeker iets lekkers bij zitten. Wie schetst mijn verbazing toen er een bord voor mijn neus gezet werd met een berg vlees voldoende voor een gezin met twee kinderen? Was dat mixed grill? In mijn herinnering was het een elegant spiesje met een stukje lamsvlees, een stukje ossenhaas, een stukje lever en nog wat ui en paprika ertussen.
 
Ik loop dus dertig jaar achter, goed, goed. Eens kijken hoe het smaakt. Het worstje was heerlijk en het biefstukje sappig; ja, de sparerib ging er ook met smaak in. De kipfilet liet ik maar liggen, dit leek me wel genoeg dierlijke eiwitten voor vandaag. Naast mijn bord een puntzakje met patat in een metalen houdertje. Het puntzakje was bedrukt met zogenaamde krantenberichten. Wat ooit een paar jaar geleden wel grappig was: ‘kijk, een zakje patat bij je eten!’ is nu een sleetse gewoonte geworden. Helaas smaakten de frietjes nergens naar.
Links van mijn bord een bakje met drie schijven ananas uit blik, met een bergje geraspte kaas eroverheen gestort. Hoe verzin je het! Daaronder bleek nog wat veldsla te liggen met komkommer en tomaat, een wonderlijk geheel, ik werd er wat lacherig van. Jammer dat er onder de stukken vlees een verzameling halfrauwe, in onduidelijk vet gebakken, groenten lag die de pret uiteindelijk toch drukte: grote brokken courgette, bleekselderij, rode paprika – alles bedekt met zwarte spikkeltjes, verbrande kruiden waarschijnlijk. Niet alleen niet smakelijk, ongare courgette is volgens mij ook niet goed verteerbaar. Rauwe bleekselderij is fris en knapperig, gekookte is geurig en zacht, maar halfgare bleekselderij is niks.
Heb ik de laatste tijd in te goede restaurants gegeten dat ik vergeten was hoe erg het kan zijn? Toen het meisje vroeg of het had gesmaakt en ik had geantwoord: ‘het vlees was erg lekker maar die groenten eronder helemaal niet’ keek ze me aan met een totaal lege blik, ze zei er ook verder niets op en ik had meteen spijt dat ik serieus op de vraag was ingegaan. Meestal zeg ik gewoon ‘ja hoor’ als het niet te eten was, of ‘ja, heerlijk’ als het wel lekker was. Dat schijnt ook de bedoeling te zijn van die hele procedure.
Thuis maar weer eens bleekselderij koken. Een beetje een vergeten groente, bleekselderij. Voornamelijk gebruikt als rauwkost, voer voor mensen met goede voornemens. Dus als je zo’n hele struik gekocht hebt omdat je één stengel nodig had voor de sofrito of de soep of de sla, eet dan de volgende dag eens gestoofde bleekselderij als groente. Of een paar dagen erna – vooral niet te lang in de koelkast laten liggen.

Een struik bleekselderij wassen en van onderen een plakje, en van boven de lelijke stukken eraf snijden. Blad mag ook weg (of bewaard voor de soep). In stukken snijden en in een bodem water ongeveer een kwartier laten koken.
Maak van het kookvocht en wat melk een bechamelsaus – zie mijn stukje ‘Balsamella’ in Jrg2, Nr5’ – en roer daar een paar eetlepels geraspte kaas door.
Over de groente gieten en smullen maar, nog luxer kun je het maken door het geheel in een ovenschotel over te doen, er nog wat kaas over te strooien en te laten gratineren. Maar gewoon een klontje boter en een geprakt hardgekookt eitje over de bleekselderij is ook heel smakelijk bij een entrecootje.
Een fijne maaltijd thuis gewenst en vol goede moed de restaurantweek in!
 
****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php
© 2011 Maeve van der Steen
powered by CJ2