archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > In de tuin delen printen terug
Bouw zelf een tuinhuisje Theo Capel

0301 Capel
Het was duidelijk dat er ook een huisje moest komen op het lapje grond dat ik in het volkstuincomplex had toegewezen gekregen. De gemeente had al een betonnen plaat gestort en gezorgd voor een aansluiting voor water en voor riolering. De tijd van een septic tank schijnt als gevolg van toenemende regelzucht achter ons te liggen. Maar misschien is het ook de wens tot comfort van de moderne mens.

Ik had me eerst ingeschreven bij een oud complex met huisjes die door tuinders zelf waren bedacht en gebouwd en zo een charme uitstralen die je pas later doet beseffen dat de vloer rot is of dat een w.c. ontbreekt. Zo'n huisje was echter niet voor me weggelegd, in ieder geval niet snel. De secretaris van de vereniging vertelde me dat ik aspirant-lid nummer 100 was en dat er net iets meer dan 100 tuinen op het complex waren. Er zou een epidemie met de omvang van de Spaanse griep moeten heersen om me binnen enkele jaren aan een tuin te helpen.
Dan was het beter om een braakliggend stukje grond op een betrekkelijk nieuw complex te accepteren. Daar kon ik meteen aan de slag.

Omdat de buren die al op orde waren het niet prettig vonden mij in mijn ondergoed op hun terras aan te treffen, plaatste ik een tentje voor mijn schep, laarzen en tuingoed.
Je hebt mensen die in hun overall naar hun werk gaan en in hun vuile goed thuiskomen, maar zo ben ik niet opgevoed. Dat betekende omkleden op de tuin en onder de beschutting van de luifel van een van de huisje op de omringende tuinen ging dat zonder problemen, zo lang de buren niet arriveerden om een kopje koffie te drinken en te genieten van hun gazonnetje.
Reden dus voor de tent.

En dan is er het tuingereedschap. Eerst had ik alleen maar een steekschep, maar al snel vond dat ik ook een bats - een meer platte schep - nodig had en een hark en ook een schoffel. Langzamerhand raakte het tentje zo vol. En omkleden in een trekkerstent eist een lenigheid die je eigenlijk niet aan jezelf zou moeten opleggen. Hoogste tijd voor een huisje.

De gedachte om een oude schaftkeet te kopen en het onderstel eraf te slopen kreeg bij het technisch bestuurslid geen enthousiast onthaal. Het leek hem meer iets voor een woonwagenkamp dan voor een volkstuincomplex. Het bleek ook geen praktisch idee toen ik daadwerkelijk een aanbieding ging bekijken. Wielen en een schaftkeet horen onlosmakelijk bij elkaar. Die moet je niet van elkaar proberen te scheiden.
Handig was natuurlijk wel dat je zo'n keet aan je trekhaak kunt koppelen en naar je tuin kunt vervoeren.

Dat gaat anders bij de blokhut waarop nu de keuze is gevallen. Die arriveerde als bouwpakket. Er werd meteen gevraagd door medetuinders of de planken genummerd waren. Net zoals je zonder enig talent mooie schilderijen kunt maken door goed op de nummertjes te letten voor de kleur verf, kun je een blokhut opbouwen als je ziet dat je A2 op A1 moet plaatsen en je zo langzaam maar zeker de achterwand opbouwt.
Het pakket heeft echter meer weg van een ouderwetse blokkendoos of meccanodoos. Je kan er een blokhut van bouwen, maar eventueel ook iets heel anders, zoals een hijskraan of een hefschroefvliegtuig. Gelukkig zit er een bouwtekening bij en nog beter is dat ik de opbouw heb weten uit te besteden aan iemand die daarvan verstand heeft.

Het was al moeilijk genoeg om tot een keuze te komen. Nadat ik de schaftkeet had afgestreept, bleek dat het aanbod van tuinhuisjes en dan met name blokhutten bijna groter en verscheidener is dan wat tulpenkwekers op de markt brengen. Tussen alle huisje met een schuin dak viel de Deauville II op door zijn tondak. Hij leek zo een beetje op een schaftkeet en had op het plaatje ook het nostalgische van een oude speelgoedgarage van Schuco. Maar de raampjes waren te klein en de maten net te afwijkend voor waarnaar ik op zoek was. Zo werd het toch een klassiek type met een puntdak en een luifel waar eventueel medetuinders onder kunnen schuilen voor de regen, zo lang ze zelf nog niet over een huisje beschikken. Tuinders in hun ondergoed bied ik mijn tentje te koop aan. Voorlopig houd ik het nog aan. Je weet het nooit met bouwpakketten. Opeens blijkt bijvoorbeeld dat een balk die je voor het dak nodig hebt niet te zijn meegeleverd. Tenminste dat denk je dan, tot blijkt dat je hem voor de vloer hebt gebruikt. In je tentje kan je dan enigszins tot rust komen en uiteindelijk besluiten het half opgebouwde huisje maar weer af te laten breken en met frisse moed en beter lezen van de instructie opnieuw op te laten bouwen.
 
**********************************************************
Luister naar BNR Nieuwsradio. Ga voor informatie naar www.bn.nl .


© 2005 Theo Capel meer Theo Capel - meer "In de tuin"
Bezigheden > In de tuin
Bouw zelf een tuinhuisje Theo Capel
0301 Capel
Het was duidelijk dat er ook een huisje moest komen op het lapje grond dat ik in het volkstuincomplex had toegewezen gekregen. De gemeente had al een betonnen plaat gestort en gezorgd voor een aansluiting voor water en voor riolering. De tijd van een septic tank schijnt als gevolg van toenemende regelzucht achter ons te liggen. Maar misschien is het ook de wens tot comfort van de moderne mens.

Ik had me eerst ingeschreven bij een oud complex met huisjes die door tuinders zelf waren bedacht en gebouwd en zo een charme uitstralen die je pas later doet beseffen dat de vloer rot is of dat een w.c. ontbreekt. Zo'n huisje was echter niet voor me weggelegd, in ieder geval niet snel. De secretaris van de vereniging vertelde me dat ik aspirant-lid nummer 100 was en dat er net iets meer dan 100 tuinen op het complex waren. Er zou een epidemie met de omvang van de Spaanse griep moeten heersen om me binnen enkele jaren aan een tuin te helpen.
Dan was het beter om een braakliggend stukje grond op een betrekkelijk nieuw complex te accepteren. Daar kon ik meteen aan de slag.

Omdat de buren die al op orde waren het niet prettig vonden mij in mijn ondergoed op hun terras aan te treffen, plaatste ik een tentje voor mijn schep, laarzen en tuingoed.
Je hebt mensen die in hun overall naar hun werk gaan en in hun vuile goed thuiskomen, maar zo ben ik niet opgevoed. Dat betekende omkleden op de tuin en onder de beschutting van de luifel van een van de huisje op de omringende tuinen ging dat zonder problemen, zo lang de buren niet arriveerden om een kopje koffie te drinken en te genieten van hun gazonnetje.
Reden dus voor de tent.

En dan is er het tuingereedschap. Eerst had ik alleen maar een steekschep, maar al snel vond dat ik ook een bats - een meer platte schep - nodig had en een hark en ook een schoffel. Langzamerhand raakte het tentje zo vol. En omkleden in een trekkerstent eist een lenigheid die je eigenlijk niet aan jezelf zou moeten opleggen. Hoogste tijd voor een huisje.

De gedachte om een oude schaftkeet te kopen en het onderstel eraf te slopen kreeg bij het technisch bestuurslid geen enthousiast onthaal. Het leek hem meer iets voor een woonwagenkamp dan voor een volkstuincomplex. Het bleek ook geen praktisch idee toen ik daadwerkelijk een aanbieding ging bekijken. Wielen en een schaftkeet horen onlosmakelijk bij elkaar. Die moet je niet van elkaar proberen te scheiden.
Handig was natuurlijk wel dat je zo'n keet aan je trekhaak kunt koppelen en naar je tuin kunt vervoeren.

Dat gaat anders bij de blokhut waarop nu de keuze is gevallen. Die arriveerde als bouwpakket. Er werd meteen gevraagd door medetuinders of de planken genummerd waren. Net zoals je zonder enig talent mooie schilderijen kunt maken door goed op de nummertjes te letten voor de kleur verf, kun je een blokhut opbouwen als je ziet dat je A2 op A1 moet plaatsen en je zo langzaam maar zeker de achterwand opbouwt.
Het pakket heeft echter meer weg van een ouderwetse blokkendoos of meccanodoos. Je kan er een blokhut van bouwen, maar eventueel ook iets heel anders, zoals een hijskraan of een hefschroefvliegtuig. Gelukkig zit er een bouwtekening bij en nog beter is dat ik de opbouw heb weten uit te besteden aan iemand die daarvan verstand heeft.

Het was al moeilijk genoeg om tot een keuze te komen. Nadat ik de schaftkeet had afgestreept, bleek dat het aanbod van tuinhuisjes en dan met name blokhutten bijna groter en verscheidener is dan wat tulpenkwekers op de markt brengen. Tussen alle huisje met een schuin dak viel de Deauville II op door zijn tondak. Hij leek zo een beetje op een schaftkeet en had op het plaatje ook het nostalgische van een oude speelgoedgarage van Schuco. Maar de raampjes waren te klein en de maten net te afwijkend voor waarnaar ik op zoek was. Zo werd het toch een klassiek type met een puntdak en een luifel waar eventueel medetuinders onder kunnen schuilen voor de regen, zo lang ze zelf nog niet over een huisje beschikken. Tuinders in hun ondergoed bied ik mijn tentje te koop aan. Voorlopig houd ik het nog aan. Je weet het nooit met bouwpakketten. Opeens blijkt bijvoorbeeld dat een balk die je voor het dak nodig hebt niet te zijn meegeleverd. Tenminste dat denk je dan, tot blijkt dat je hem voor de vloer hebt gebruikt. In je tentje kan je dan enigszins tot rust komen en uiteindelijk besluiten het half opgebouwde huisje maar weer af te laten breken en met frisse moed en beter lezen van de instructie opnieuw op te laten bouwen.
 
**********************************************************
Luister naar BNR Nieuwsradio. Ga voor informatie naar www.bn.nl .
© 2005 Theo Capel
powered by CJ2