archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > In de tuin delen printen terug
Buiten is het koud Theo Capel

0606BZ Alles kan wachten
Op de tuin was het stil. Verlaten was eigenlijk een toepasselijker term. Het was koud en de vorst zat in de grond. Mijn grindpaadje was ook stijf bevroren en van de mol die er zijn eer in legt om het dwars te ondergraven was dit keer niets te merken. Hoe koud het was, bleek ook uit de regenton waarvan de inhoud was veranderd in een ijsblok van ongeveer 200 liter. Het was weer om bij de kachel te zitten, maar een groot deel van Nederland was op de been om te zien of er al kon worden geschaatst. Stilzitten is een nationale ondeugd die moet worden vermeden.

Bij de kachel zou ik 'Alles kan wachten' kunnen lezen. De nieuwe bundel tuinartikelen van Romke van der Kaa die ik voor de feestdagen had gekregen. Zo'n titel straalt natuurlijk niet die VOC-mentaliteit uit waarmee we ons land en om te beginnen onze tuin als vanouds groot kunnen maken. Maar het tegendraadse van de auteur heeft wel wat en bovendien weet hij zijn weetje.

Met de winterse kou is de tuin goed kaal geworden. Dat gaf de mogelijkheid om wat rillerig rond te kijken wat als eerste in het voorjaar moet worden aangepakt. Het wordt zo tijd om de smeerwortel die langs een deel van het pad staat, eens weg te steken. De planten vormen een overblijfsel uit het allereerste begin van de tuin toen er eigenlijk alleen maar onkruid groeide. Er naast staat een rijtje schoenlapperplanten (bergenia) met van die grote, stevige, glimmende bladeren die er in de winter met bruin geworden, gekartelde randen erger uitzien dan bevroren oren. De grote trossen bloemetjes aan een lange, stevige steel die al vroeg in het voorjaar verschijnen, maken een hoop goed. Vermoedelijk heb ik 'Morgenröte' staan, maar misschien wel 'Abendglut', allebei met rood tot roze bloemen. Het plan is om die aan te vullen met 'Silberlicht', een witte variant.

Die Duitse namen die iets kalmerends, melancholisch in zich hebben, zullen wel voortkomen uit het feit dat een Duitse vorser de plant uit de bergen in Siberië en Mongolië mee naar huis nam. Naar deze Karl von Bergen werd de plant ook genoemd, misschien wel door hemzelf, hoewel er ook een meisjesnaam Bergenia bestaat die betekent 'van de berg'. Komt de bergenia nu van de berg0606BZ Iris of van Von Bergen?
Zo'n vraag leidt maar tot nodeloos, maar niet nutteloos, speurwerk. En zo raakte ik verdwaald op de website van Florama, een Belgische tuinvereniging zonder winstoogmerk. De voorzitter heet Nestor van zijn voornaam. Uiteraard zou je bijna zeggen. Dat de meneer die snoeiles geeft Messiaan heet, dat verbaast me ook niet. De snoei-aanwijzingen zijn misschien voor een later tijdstip nog eens nuttig om te herlezen.

De koeieogen (buphthalmum) die ook in dit hoekje van de tuin staat, heb ik al een tijd niet meer gezien. Het is een margrietachtige plant met gele straalbloemen. Volgens de tuinboeken zouden de bloemen groot moeten zijn, maar bij mij waren ze eerder iel dan wel schriel. Ze hebben vermoedelijk nooit de ruimte gekregen van de margrieten die hun buren zijn en die hen nu definitief lijken te hebben verdrongen.
Op een andere plek hebben de margrieten juist zelf last van guldenroede en bovendien heeft zich daar ook riet weten te wortelen. Weer een taak voor op het voorjaarslijstje.

Margrieten en asters, hun soortgenoten, zijn in hun expansiedrift bijna niet tegen te houden. Ik kan geen kwaad woord over ze zeggen, maar was er niet iemand die riep: 'vol is vol'? Zo is het in de tuin ook. De margrieten zullen deels moeten wijken. Ik heb mijn zinnen gezet op irissen. Er schijnt, voordat het Christendom de hegemonie verwierf, een godin te zijn geweest die Iris heette. Ze gleed uit de hemel langs een regenboog naar de aarde. Natuurlijk geloof ik dat niet, maar zo is er wel meer dat ik niet geloof. Het beeld is echter fraai en een fraai beeld spreekt de tuinier aan. Aan het eind van de regenboog ligt een schitterende tuin. Met een beetje inspanning moet dat lukken. Maar eerst maar eens de thermostaat een graadje hoger zetten.
 
**************************************************************
Uitgave van De Leunstoel wordt mede mogelijk gemaakt door donaties van:
Barbara Muller, Katharina Kouwenhoven, Michiel Hoorweg, Hans Meijer,
J.W. Meijer, Willem Sloots, Noor van den Brand, Peter Schröder, Ruurd Kunnen,
Carlo van Praag, Ruud van Ruijven, Frits Hoorweg en anderen.


© 2009 Theo Capel meer Theo Capel - meer "In de tuin"
Bezigheden > In de tuin
Buiten is het koud Theo Capel
0606BZ Alles kan wachten
Op de tuin was het stil. Verlaten was eigenlijk een toepasselijker term. Het was koud en de vorst zat in de grond. Mijn grindpaadje was ook stijf bevroren en van de mol die er zijn eer in legt om het dwars te ondergraven was dit keer niets te merken. Hoe koud het was, bleek ook uit de regenton waarvan de inhoud was veranderd in een ijsblok van ongeveer 200 liter. Het was weer om bij de kachel te zitten, maar een groot deel van Nederland was op de been om te zien of er al kon worden geschaatst. Stilzitten is een nationale ondeugd die moet worden vermeden.

Bij de kachel zou ik 'Alles kan wachten' kunnen lezen. De nieuwe bundel tuinartikelen van Romke van der Kaa die ik voor de feestdagen had gekregen. Zo'n titel straalt natuurlijk niet die VOC-mentaliteit uit waarmee we ons land en om te beginnen onze tuin als vanouds groot kunnen maken. Maar het tegendraadse van de auteur heeft wel wat en bovendien weet hij zijn weetje.

Met de winterse kou is de tuin goed kaal geworden. Dat gaf de mogelijkheid om wat rillerig rond te kijken wat als eerste in het voorjaar moet worden aangepakt. Het wordt zo tijd om de smeerwortel die langs een deel van het pad staat, eens weg te steken. De planten vormen een overblijfsel uit het allereerste begin van de tuin toen er eigenlijk alleen maar onkruid groeide. Er naast staat een rijtje schoenlapperplanten (bergenia) met van die grote, stevige, glimmende bladeren die er in de winter met bruin geworden, gekartelde randen erger uitzien dan bevroren oren. De grote trossen bloemetjes aan een lange, stevige steel die al vroeg in het voorjaar verschijnen, maken een hoop goed. Vermoedelijk heb ik 'Morgenröte' staan, maar misschien wel 'Abendglut', allebei met rood tot roze bloemen. Het plan is om die aan te vullen met 'Silberlicht', een witte variant.

Die Duitse namen die iets kalmerends, melancholisch in zich hebben, zullen wel voortkomen uit het feit dat een Duitse vorser de plant uit de bergen in Siberië en Mongolië mee naar huis nam. Naar deze Karl von Bergen werd de plant ook genoemd, misschien wel door hemzelf, hoewel er ook een meisjesnaam Bergenia bestaat die betekent 'van de berg'. Komt de bergenia nu van de berg0606BZ Iris of van Von Bergen?
Zo'n vraag leidt maar tot nodeloos, maar niet nutteloos, speurwerk. En zo raakte ik verdwaald op de website van Florama, een Belgische tuinvereniging zonder winstoogmerk. De voorzitter heet Nestor van zijn voornaam. Uiteraard zou je bijna zeggen. Dat de meneer die snoeiles geeft Messiaan heet, dat verbaast me ook niet. De snoei-aanwijzingen zijn misschien voor een later tijdstip nog eens nuttig om te herlezen.

De koeieogen (buphthalmum) die ook in dit hoekje van de tuin staat, heb ik al een tijd niet meer gezien. Het is een margrietachtige plant met gele straalbloemen. Volgens de tuinboeken zouden de bloemen groot moeten zijn, maar bij mij waren ze eerder iel dan wel schriel. Ze hebben vermoedelijk nooit de ruimte gekregen van de margrieten die hun buren zijn en die hen nu definitief lijken te hebben verdrongen.
Op een andere plek hebben de margrieten juist zelf last van guldenroede en bovendien heeft zich daar ook riet weten te wortelen. Weer een taak voor op het voorjaarslijstje.

Margrieten en asters, hun soortgenoten, zijn in hun expansiedrift bijna niet tegen te houden. Ik kan geen kwaad woord over ze zeggen, maar was er niet iemand die riep: 'vol is vol'? Zo is het in de tuin ook. De margrieten zullen deels moeten wijken. Ik heb mijn zinnen gezet op irissen. Er schijnt, voordat het Christendom de hegemonie verwierf, een godin te zijn geweest die Iris heette. Ze gleed uit de hemel langs een regenboog naar de aarde. Natuurlijk geloof ik dat niet, maar zo is er wel meer dat ik niet geloof. Het beeld is echter fraai en een fraai beeld spreekt de tuinier aan. Aan het eind van de regenboog ligt een schitterende tuin. Met een beetje inspanning moet dat lukken. Maar eerst maar eens de thermostaat een graadje hoger zetten.
 
**************************************************************
Uitgave van De Leunstoel wordt mede mogelijk gemaakt door donaties van:
Barbara Muller, Katharina Kouwenhoven, Michiel Hoorweg, Hans Meijer,
J.W. Meijer, Willem Sloots, Noor van den Brand, Peter Schröder, Ruurd Kunnen,
Carlo van Praag, Ruud van Ruijven, Frits Hoorweg en anderen.
© 2009 Theo Capel
powered by CJ2