archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Hoe kom je van snurken af? Arie de Jong

1902BS Snurken
Voor miljoenen Nederlanders is snurken een probleem. Een deel ervan slaapt slecht en dan word je voortdurend wakker terwijl je goed had moeten slapen. Overdag ben je dan bij vlagen duf of onverwacht val je in slaap. Valt er wat aan te doen? Er blijken ondernemers te zijn die wel een oplossing weten. Zo is er een apparaat van Philips, de anti-snurk band, dat voor de snurkers die op hun rug slapen een prikkel geeft om wakker te worden en op hun zij te draaien als ze beginnen te snurken. Dat is voor de lichte gevallen. Als het een graadje erger is, en apneu (het stokken van de ademhaling) aan de orde is, dan is er een masker met een regelstation dat moet helpen het snurken te beheersen. Die kosten veel meer, maar er was ook wat mee aan de hand zodat die apparaten teruggehaald moesten worden. Uiteraard zijn er ook snurktherapieën en paramedische mogelijkheden in de aanbieding. Laat ik wat vertellen over mijn eigen ervaringen en hoe de oplossing eigenlijk verrassend eenvoudig en effectief kan zijn.

Hoe het begon

Al vele jaren geleden begon ik te snurken. Vooral als ik sliep op mijn rug produceerde ik dat knorrende geluid. Langzamerhand werd dat luider en soms kon mijn partner er niet goed van slapen. Dan werd zij wakker, en ik niet. Ze gaf me dan wel een por, waar ik meestal niet wakker van werd, maar me omdraaide. Liggend op mijn zij nam het snurken af of stopte. Als je op je rug ligt, dan helpt de zwaartekracht immers om je tong te laten zakken.

Het werd zorglijker, toen ik bij het snurken apneu kreeg: dat mijn ademhaling ophield en met een knor weer op gang kwam. Daar werd mijn partner vaak van wakker en een por volstond niet.
Ik leerde me aan op mijn rechterzijde te slapen. Het snurken was daardoor minder. Maar na verloop van tijd was ook dat niet toereikend.

Dat de kwaliteit van mijn slapen minder werd, kon ik natuurlijk overdag merken. Mijn middagdip verdiepte zich, als ik het zo mag zeggen. Het was moeilijker om me te concentreren. Als ik met de auto een langere rit moest maken, dan moest ik meestal na een kilometer of dertig van de weg om even een hazenslaapje te doen. Daar knapte ik van op, maar op de terugrit was het weer raak. Bij een treinreis sliep ik onveranderlijk een deel van de reis. Jarenlang werkte ik in Utrecht en ging van Leiden met de trein. Na Alphen aan den Rijn sliep ik ongeveer elke dag tot Bodegraven en soms tot Woerden. Op de terugweg sloot ik mijn ogen weer vanaf Woerden en had weer een minuut of tien slaap.

Het werd tijd er wat aan te doen. Ik hoorde van mensen dat ze uit de voeten konden met een snurkbeugel. Een geval dat je in je mond brengt, tegen je verhemelte, en waarbij een soort klepje onder je tong moet voorkomen dat je tong wegzakt naar je keel. Zo’n constructie moet goed passen, dus ben ik naar een kliniek geweest waar de metingen werden verricht. Maar ga eens slapen met zo’n beugel in je mond! Dat gaat zo maar niet! Eerst heb je de gewenning om zo’n beugel in je mond te hebben. Daarna moet het je lukken om ermee te slapen. Nadat ik dat, een proces van weken, onder de knie had, lukte het me inderdaad minder te snurken en een betere nachtrust te hebben. Tot die nacht waarin ik een hoestbui kreeg, en dan is het hebben van een snurkbeugel geen pretje. Dan stik je er bijna in. Dat was toch ook niet de oplossing. Ik wilde dat ding niet meer in.

Geluk bij ongeluk

Een jaar of drie geleden ging ik onderuit op een fietstocht. Het was in januari, en ik had niet door dat onder een waterfilm op het fietspad de grond nog bevroren was. Ik verloor, terwijl ik een flinke vaart had, de macht over mijn stuur. Het was een pittige val, mijn broek was gescheurd en mijn knie lag open, met mijn arm had ik de val nog wat gebroken, maar erger: het stuur was tegen mijn ribben geklapt en hoe dan ook had ik ‘gekneusde ribben’. Ik kon nauwelijks meer overeind komen, onderdelen van mijn fiets waren kapot. Met grote moeite kwam ik toch nog thuis. Ik verging van de pijn.

Alles wat verteld wordt over gekneusde ribben bleek te kloppen. Ademhalen deed pijn, zware pijnstillers hielpen maar beperkt, hoesten of een lachje was uiterst pijnlijk. En dat duurde dan een week of twee. Daarna bleef je pijn houden en langzamerhand werd het beter, totdat na ongeveer een half jaar het ergste voorbij was. Die pijnlijke knie hield me nog zeker een jaar langer bezig en de beschadiging aan de zenuwbaan in mijn linkerarm speelt nog steeds af en toe op.

Terug naar de dag van de val. Van op bed liggen kon geen sprake zijn, dat deed helse pijn. Om toch te kunnen maffen, ging ik ’s avonds in een gemakkelijke stoel zitten, met de benen op een poef. Op die manier kon ik bijna niet bewegen, maar was de pijn te verdragen en zag ik zelfs kans wat te slapen. En zo ging dat elke nacht. Ik ontdekte dat ik op die manier, zittend slapen, niet meer snurkte! Toen de ergste pijn achter de rug was en ik daar niet meer van wakker werd, ontdekte ik dat ik slapend op die stoel een goede nachtrust kreeg. Omdat op bed liggen nog maandenlang veel pijn gaf, bleef ik op die manier slapen. Mijn partner miste me ’s nachts niet in bed: zij sliep nu ook stukken beter en hoefde niet meer te porren. Was zittend slapen eerst een oplossing tegen de pijn, het bleek de oplossing om niet meer te snurken.
Trouwens: ik hoef ’s nachts ook niet meer ‘uit bed’ om naar het toilet te gaan. Ook een interessante bijvangst.

Een slaaphouding is ook maar cultuur

Hoezo, moet je eigenlijk languit in bed liggen om te slapen? Dat deden mensen vroeger trouwens ook niet. In een bedstee kon je niet languit liggen. Men dacht zelfs dat de duivel bezit van je kon nemen. Daarom sliep men zittend, half zittend of ineengedoken. Nog langer geleden was het ook nog eens normaal dat mensen tegen elkaar aanhingen.
Kortom: zo vanzelfsprekend is het niet om languit te liggen.

Het is zoals vaker beter om andersom te denken: wat is eigenlijk de bedoeling? Een goede nachtrust toch? Dus raad ik mensen die snurken aan om eens te proberen om zittend te slapen. Goede kans dat je zonder hulpmiddelen veel beter gaat slapen.

------
Het plaatje is van Petra Busstra
Meer informatie: www.petrabusstra.com


© 2021 Arie de Jong meer Arie de Jong - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Hoe kom je van snurken af? Arie de Jong
1902BS Snurken
Voor miljoenen Nederlanders is snurken een probleem. Een deel ervan slaapt slecht en dan word je voortdurend wakker terwijl je goed had moeten slapen. Overdag ben je dan bij vlagen duf of onverwacht val je in slaap. Valt er wat aan te doen? Er blijken ondernemers te zijn die wel een oplossing weten. Zo is er een apparaat van Philips, de anti-snurk band, dat voor de snurkers die op hun rug slapen een prikkel geeft om wakker te worden en op hun zij te draaien als ze beginnen te snurken. Dat is voor de lichte gevallen. Als het een graadje erger is, en apneu (het stokken van de ademhaling) aan de orde is, dan is er een masker met een regelstation dat moet helpen het snurken te beheersen. Die kosten veel meer, maar er was ook wat mee aan de hand zodat die apparaten teruggehaald moesten worden. Uiteraard zijn er ook snurktherapieën en paramedische mogelijkheden in de aanbieding. Laat ik wat vertellen over mijn eigen ervaringen en hoe de oplossing eigenlijk verrassend eenvoudig en effectief kan zijn.

Hoe het begon

Al vele jaren geleden begon ik te snurken. Vooral als ik sliep op mijn rug produceerde ik dat knorrende geluid. Langzamerhand werd dat luider en soms kon mijn partner er niet goed van slapen. Dan werd zij wakker, en ik niet. Ze gaf me dan wel een por, waar ik meestal niet wakker van werd, maar me omdraaide. Liggend op mijn zij nam het snurken af of stopte. Als je op je rug ligt, dan helpt de zwaartekracht immers om je tong te laten zakken.

Het werd zorglijker, toen ik bij het snurken apneu kreeg: dat mijn ademhaling ophield en met een knor weer op gang kwam. Daar werd mijn partner vaak van wakker en een por volstond niet.
Ik leerde me aan op mijn rechterzijde te slapen. Het snurken was daardoor minder. Maar na verloop van tijd was ook dat niet toereikend.

Dat de kwaliteit van mijn slapen minder werd, kon ik natuurlijk overdag merken. Mijn middagdip verdiepte zich, als ik het zo mag zeggen. Het was moeilijker om me te concentreren. Als ik met de auto een langere rit moest maken, dan moest ik meestal na een kilometer of dertig van de weg om even een hazenslaapje te doen. Daar knapte ik van op, maar op de terugrit was het weer raak. Bij een treinreis sliep ik onveranderlijk een deel van de reis. Jarenlang werkte ik in Utrecht en ging van Leiden met de trein. Na Alphen aan den Rijn sliep ik ongeveer elke dag tot Bodegraven en soms tot Woerden. Op de terugweg sloot ik mijn ogen weer vanaf Woerden en had weer een minuut of tien slaap.

Het werd tijd er wat aan te doen. Ik hoorde van mensen dat ze uit de voeten konden met een snurkbeugel. Een geval dat je in je mond brengt, tegen je verhemelte, en waarbij een soort klepje onder je tong moet voorkomen dat je tong wegzakt naar je keel. Zo’n constructie moet goed passen, dus ben ik naar een kliniek geweest waar de metingen werden verricht. Maar ga eens slapen met zo’n beugel in je mond! Dat gaat zo maar niet! Eerst heb je de gewenning om zo’n beugel in je mond te hebben. Daarna moet het je lukken om ermee te slapen. Nadat ik dat, een proces van weken, onder de knie had, lukte het me inderdaad minder te snurken en een betere nachtrust te hebben. Tot die nacht waarin ik een hoestbui kreeg, en dan is het hebben van een snurkbeugel geen pretje. Dan stik je er bijna in. Dat was toch ook niet de oplossing. Ik wilde dat ding niet meer in.

Geluk bij ongeluk

Een jaar of drie geleden ging ik onderuit op een fietstocht. Het was in januari, en ik had niet door dat onder een waterfilm op het fietspad de grond nog bevroren was. Ik verloor, terwijl ik een flinke vaart had, de macht over mijn stuur. Het was een pittige val, mijn broek was gescheurd en mijn knie lag open, met mijn arm had ik de val nog wat gebroken, maar erger: het stuur was tegen mijn ribben geklapt en hoe dan ook had ik ‘gekneusde ribben’. Ik kon nauwelijks meer overeind komen, onderdelen van mijn fiets waren kapot. Met grote moeite kwam ik toch nog thuis. Ik verging van de pijn.

Alles wat verteld wordt over gekneusde ribben bleek te kloppen. Ademhalen deed pijn, zware pijnstillers hielpen maar beperkt, hoesten of een lachje was uiterst pijnlijk. En dat duurde dan een week of twee. Daarna bleef je pijn houden en langzamerhand werd het beter, totdat na ongeveer een half jaar het ergste voorbij was. Die pijnlijke knie hield me nog zeker een jaar langer bezig en de beschadiging aan de zenuwbaan in mijn linkerarm speelt nog steeds af en toe op.

Terug naar de dag van de val. Van op bed liggen kon geen sprake zijn, dat deed helse pijn. Om toch te kunnen maffen, ging ik ’s avonds in een gemakkelijke stoel zitten, met de benen op een poef. Op die manier kon ik bijna niet bewegen, maar was de pijn te verdragen en zag ik zelfs kans wat te slapen. En zo ging dat elke nacht. Ik ontdekte dat ik op die manier, zittend slapen, niet meer snurkte! Toen de ergste pijn achter de rug was en ik daar niet meer van wakker werd, ontdekte ik dat ik slapend op die stoel een goede nachtrust kreeg. Omdat op bed liggen nog maandenlang veel pijn gaf, bleef ik op die manier slapen. Mijn partner miste me ’s nachts niet in bed: zij sliep nu ook stukken beter en hoefde niet meer te porren. Was zittend slapen eerst een oplossing tegen de pijn, het bleek de oplossing om niet meer te snurken.
Trouwens: ik hoef ’s nachts ook niet meer ‘uit bed’ om naar het toilet te gaan. Ook een interessante bijvangst.

Een slaaphouding is ook maar cultuur

Hoezo, moet je eigenlijk languit in bed liggen om te slapen? Dat deden mensen vroeger trouwens ook niet. In een bedstee kon je niet languit liggen. Men dacht zelfs dat de duivel bezit van je kon nemen. Daarom sliep men zittend, half zittend of ineengedoken. Nog langer geleden was het ook nog eens normaal dat mensen tegen elkaar aanhingen.
Kortom: zo vanzelfsprekend is het niet om languit te liggen.

Het is zoals vaker beter om andersom te denken: wat is eigenlijk de bedoeling? Een goede nachtrust toch? Dus raad ik mensen die snurken aan om eens te proberen om zittend te slapen. Goede kans dat je zonder hulpmiddelen veel beter gaat slapen.

------
Het plaatje is van Petra Busstra
Meer informatie: www.petrabusstra.com
© 2021 Arie de Jong
powered by CJ2