archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Het aantal begrafenissen neemt toe Joop Quint

1314BS BegrafenisHet aantal begrafenissen dat ik bezoek neemt toe met mijn leeftijd. Ik ben nu 74 en ik heb zes begrafenissen achter de rug. Dat is in een periode van ongeveer acht maanden. Dus in het komende jaar kan ik er een stuk of acht verwachten. Tenzij mijn eigen begrafenis daarbij is, dan worden het er wat minder.

Het waren begrafenissen in Den Haag, Haarlem, Utrecht, Den Burg (Texel), Hoofddorp en Berlijn. De begrafenissen in Den Haag en Haarlem waren midden in de stad in mooie, oude kerken. Er waren veel mensen en de kleding was formeel; donkergrijs voor de heren. Dat was bij de andere begrafenissen ook zo, behalve die in Hoofddorp: een soort boerenzondags, en op Texel. Daar waren  de heren overwegend in een net geruit overhemd. Toen ik daar naar vroeg werd mij verteld: ‘We komen zoals we zijn.’

De bijeenkomst in Utrecht was in een zaaltje van een crematorium aan de rand van een nieuwbouwwijk. De treurigste omgeving was in Hoofddorp. Een vergezicht over kale velden grijze klei. Maar daar werd de dienst weer opgevrolijkt door het KLM-orkest en een uitstekende toespraak van een Jehovagetuige. De overledene was van beiden lid. De mooiste omgeving was in Berlijn. Een hele grote begraafplaats met veel bomen en planten aan de buitenkant van de stad. Maar dat was weer dicht bij de Wannsee.

Van de muziek is me, behalve het KLM-orkest, vooral de live piano-muziek van Chopin op Texel bijgebleven. Die klonk prachtig in het kleine kerkje. Texel was om een andere reden memorabel. Daar werd het woord ‘klootzak’ gebruikt in een van de toespraken. Na de dienst liepen we daar achter elkaar een paar honderd meter naar de begraafplaats.

In Haarlem was er na de dienst een uitgebreide ontvangst met koffie, drank en hapjes. In Utrecht was er een goed verzorgde borrel. In Berlijn was er Kaffee und Torten in een Wiener Konditorei, een soort Van der Valk. Daar stond tegenover dat er de avond tevoren een diner was in een sjiek restaurant op de Kurfürstendamm.

En mijn begrafenis? Daar ben ik nog niet helemaal uit. De muziek weet ik wel zo’n beetje en er moet zeker een borrel zijn. Maar verder? Ik weet het niet. Maar dat hoeft ook niet. Bernadette, mijn vrouw, zegt dat ik daar niet over ga. Ik kan wel van alles bedenken, maar zij regelt het.

--------
De tekening is van Elène Klaren


© 2016 Joop Quint meer Joop Quint - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Het aantal begrafenissen neemt toe Joop Quint
1314BS BegrafenisHet aantal begrafenissen dat ik bezoek neemt toe met mijn leeftijd. Ik ben nu 74 en ik heb zes begrafenissen achter de rug. Dat is in een periode van ongeveer acht maanden. Dus in het komende jaar kan ik er een stuk of acht verwachten. Tenzij mijn eigen begrafenis daarbij is, dan worden het er wat minder.

Het waren begrafenissen in Den Haag, Haarlem, Utrecht, Den Burg (Texel), Hoofddorp en Berlijn. De begrafenissen in Den Haag en Haarlem waren midden in de stad in mooie, oude kerken. Er waren veel mensen en de kleding was formeel; donkergrijs voor de heren. Dat was bij de andere begrafenissen ook zo, behalve die in Hoofddorp: een soort boerenzondags, en op Texel. Daar waren  de heren overwegend in een net geruit overhemd. Toen ik daar naar vroeg werd mij verteld: ‘We komen zoals we zijn.’

De bijeenkomst in Utrecht was in een zaaltje van een crematorium aan de rand van een nieuwbouwwijk. De treurigste omgeving was in Hoofddorp. Een vergezicht over kale velden grijze klei. Maar daar werd de dienst weer opgevrolijkt door het KLM-orkest en een uitstekende toespraak van een Jehovagetuige. De overledene was van beiden lid. De mooiste omgeving was in Berlijn. Een hele grote begraafplaats met veel bomen en planten aan de buitenkant van de stad. Maar dat was weer dicht bij de Wannsee.

Van de muziek is me, behalve het KLM-orkest, vooral de live piano-muziek van Chopin op Texel bijgebleven. Die klonk prachtig in het kleine kerkje. Texel was om een andere reden memorabel. Daar werd het woord ‘klootzak’ gebruikt in een van de toespraken. Na de dienst liepen we daar achter elkaar een paar honderd meter naar de begraafplaats.

In Haarlem was er na de dienst een uitgebreide ontvangst met koffie, drank en hapjes. In Utrecht was er een goed verzorgde borrel. In Berlijn was er Kaffee und Torten in een Wiener Konditorei, een soort Van der Valk. Daar stond tegenover dat er de avond tevoren een diner was in een sjiek restaurant op de Kurfürstendamm.

En mijn begrafenis? Daar ben ik nog niet helemaal uit. De muziek weet ik wel zo’n beetje en er moet zeker een borrel zijn. Maar verder? Ik weet het niet. Maar dat hoeft ook niet. Bernadette, mijn vrouw, zegt dat ik daar niet over ga. Ik kan wel van alles bedenken, maar zij regelt het.

--------
De tekening is van Elène Klaren
© 2016 Joop Quint
powered by CJ2