archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
En verder? Frits Hoorweg

1016BS Tipi
Onze oudste zoon informeerde of wij ‘die ouwe tent’ nog altijd hadden. Ja hoor, die lag nog steeds in de berging. Althans de restanten ervan, want hoe verdraagt tentdoek jarenlange eenzame opsluiting? Dat bleek mee te vallen. Een paar dagen later kregen we via het onvolprezen Internet een foto van ons oude tentje toegezonden, het voorjaarsweer op Terschelling trotserend.

Ach ja, die tent, dierbare herinneringen komen boven. Van vakanties in Yorkshire vooral, zo’n 30 jaar geleden; met dezelfde zoon, toen nog in een handzamer formaat. Samen met z’n jongere broertje bracht hij de nachten door in een piepklein tentje. Onze niet zoveel grotere tent (die nu dus uit de mottenballen is gehaald) had een kleine uitbouw aan de voorkant, waarin bij overvloedige regenval (in kleermakerszit) eten kon worden klaargemaakt. Ik ken mensen die hun neus ophalen voor dergelijk Spartaans gedoe en ik begrijp hun afkeer. Zelfs aan ontberingen houdt men echter nostalgische gevoelens over, en ja, wat stelden die ontberingen nu eigenlijk voor?

Het toeval wil dat ik een paar maanden eerder ook al aan die kampeervakanties in Yorkshire was herinnerd. Op een boekenmarkt vond ik, op zo’n tafel waar alles maar € 1,- kost, het boek ‘Ring of Bright Water’ van Gavin Maxwell. Daarin wordt verteld hoe de schrijver (een verwoed reiziger) uit een heel ver land een otter meeneemt naar zijn huis op een afgelegen plek in Schotland. De reis alleen al met dat eigengereide beest, in gewone lijnvluchten, was een absurd avontuur.
Tijdens een van die kampeervakanties was ik op de kinderafdeling van een boekwinkel het boekje ‘The Otter’s Tale’ tegengekomen. (Het kan ook zijn dat zoonlief mij daar zelf op wees, ik kan mij het niet meer herinneren.) Dat is een voor kinderen bewerkte versie van het genoemde boek. In gezamenlijk overleg kreeg vervolgens het stoutmoedige plan vorm dat ik de jongens ’s avonds voor het slapen gaan uit dat boek ging voorlezen. Zo geschiedde.

Stel u voor: een grasveldje op een pittoreske berghelling, de schemering valt. Hier en daar staan een paar kleine tenten. In een van die tentjes hebben, na enige aandrang van de ouders en pas na voltooiing van de nodige voorbereidingen (een bezoek aan het washok een paar honderd meter verderop), twee jongens zich in hun slaapzak geritst. Voor hun tentje strijkt vader neer. Deze begint hortend en stotend voor te lezen uit een boekje. Het schiet niet erg op doordat hij nogal wat Engelse woorden tegenkomt waar hij niet zo snel een Nederlands equivalent voor kan vinden. Daar komt nog bij dat de invallende duisternis zijn zicht begint te belemmeren. Gelukkig valt de jongste zoon snel in slaap en ook de andere kan het toch niet al te lang meer volhouden. De stiltes die vader laat vallen worden steeds langer. Hij valt uiteindelijk zelf in slaap en dan komt uit de tent van de jongens een beetje klagend de vraag: ‘en verder?’.

Het was een mooie tijd. Ik mag er graag aan terugdenken, maar voel niet de behoefte de herinnering te activeren door zelf weer in een tentje te gaan liggen. Maar ik heb vrienden die er geen genoeg van kunnen krijgen. Terwijl ik nog wat blader in ‘Ring of Bright Water’ doemt in mijn gedachten het beeld op van één van hen, een echte ‘golden oldie’.
 
**************************
De tekening is van Lucia Jonkhoff


© 2013 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
En verder? Frits Hoorweg
1016BS Tipi
Onze oudste zoon informeerde of wij ‘die ouwe tent’ nog altijd hadden. Ja hoor, die lag nog steeds in de berging. Althans de restanten ervan, want hoe verdraagt tentdoek jarenlange eenzame opsluiting? Dat bleek mee te vallen. Een paar dagen later kregen we via het onvolprezen Internet een foto van ons oude tentje toegezonden, het voorjaarsweer op Terschelling trotserend.

Ach ja, die tent, dierbare herinneringen komen boven. Van vakanties in Yorkshire vooral, zo’n 30 jaar geleden; met dezelfde zoon, toen nog in een handzamer formaat. Samen met z’n jongere broertje bracht hij de nachten door in een piepklein tentje. Onze niet zoveel grotere tent (die nu dus uit de mottenballen is gehaald) had een kleine uitbouw aan de voorkant, waarin bij overvloedige regenval (in kleermakerszit) eten kon worden klaargemaakt. Ik ken mensen die hun neus ophalen voor dergelijk Spartaans gedoe en ik begrijp hun afkeer. Zelfs aan ontberingen houdt men echter nostalgische gevoelens over, en ja, wat stelden die ontberingen nu eigenlijk voor?

Het toeval wil dat ik een paar maanden eerder ook al aan die kampeervakanties in Yorkshire was herinnerd. Op een boekenmarkt vond ik, op zo’n tafel waar alles maar € 1,- kost, het boek ‘Ring of Bright Water’ van Gavin Maxwell. Daarin wordt verteld hoe de schrijver (een verwoed reiziger) uit een heel ver land een otter meeneemt naar zijn huis op een afgelegen plek in Schotland. De reis alleen al met dat eigengereide beest, in gewone lijnvluchten, was een absurd avontuur.
Tijdens een van die kampeervakanties was ik op de kinderafdeling van een boekwinkel het boekje ‘The Otter’s Tale’ tegengekomen. (Het kan ook zijn dat zoonlief mij daar zelf op wees, ik kan mij het niet meer herinneren.) Dat is een voor kinderen bewerkte versie van het genoemde boek. In gezamenlijk overleg kreeg vervolgens het stoutmoedige plan vorm dat ik de jongens ’s avonds voor het slapen gaan uit dat boek ging voorlezen. Zo geschiedde.

Stel u voor: een grasveldje op een pittoreske berghelling, de schemering valt. Hier en daar staan een paar kleine tenten. In een van die tentjes hebben, na enige aandrang van de ouders en pas na voltooiing van de nodige voorbereidingen (een bezoek aan het washok een paar honderd meter verderop), twee jongens zich in hun slaapzak geritst. Voor hun tentje strijkt vader neer. Deze begint hortend en stotend voor te lezen uit een boekje. Het schiet niet erg op doordat hij nogal wat Engelse woorden tegenkomt waar hij niet zo snel een Nederlands equivalent voor kan vinden. Daar komt nog bij dat de invallende duisternis zijn zicht begint te belemmeren. Gelukkig valt de jongste zoon snel in slaap en ook de andere kan het toch niet al te lang meer volhouden. De stiltes die vader laat vallen worden steeds langer. Hij valt uiteindelijk zelf in slaap en dan komt uit de tent van de jongens een beetje klagend de vraag: ‘en verder?’.

Het was een mooie tijd. Ik mag er graag aan terugdenken, maar voel niet de behoefte de herinnering te activeren door zelf weer in een tentje te gaan liggen. Maar ik heb vrienden die er geen genoeg van kunnen krijgen. Terwijl ik nog wat blader in ‘Ring of Bright Water’ doemt in mijn gedachten het beeld op van één van hen, een echte ‘golden oldie’.
 
**************************
De tekening is van Lucia Jonkhoff
© 2013 Frits Hoorweg
powered by CJ2