archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Zelfpijniging 2.0, bang voor de liefde Abdelrachid Khalil

1003BS Zelfpijniging
Haar reebruine ogen staren mij aan. Plots denk ik aan het feit dat ik elke dag haar naam schrijf in de beslagen glasplaten van mijn douchecel. Ik lach terwijl ik haar aankijk, geen idee wat ik moet zeggen. Ik wil zoveel zeggen, maar woorden schieten te kort. Ze lacht terug. Beiden hebben we geen enkel idee waarom wij deze lach op ons gezicht toveren. Ik wil mijn armen om haar heen slaan en haar lippen zoenen. Er is iets dat mij tegenhoudt en ik weet niet wat.

Haast masochistisch is de wijze waarop ik telkens weer op de verkeerde vrouwen val. Zelfpijniging 2.0. Elke keer denk ik dat ik eindelijk de ideale vrouw heb gevonden en blijkt de werkelijkheid anders. Haar ogen vertellen dat ze ook gek op mij is. Diezelfde ogen, prachtig bruin van kleur, vertellen dat ze ook de hele dag bij mij wil zijn. Haar mond spreekt het tegen. De woorden die uit haar mond komen staan haaks op de emoties die in haar ogen te lezen zijn. Ik wil haar vertellen wat ik voor haar voel en vertellen dat ik weet dat zij hetzelfde voor mij voelt. Iets in mij houdt dat tegen. Iets fluistert mij in dat ik het haar niet moet zeggen. Toch kan ik mijzelf niet geheel beheersen

Op een omslachtige manier breng ik ter sprake wat ik haar wil vertellen. Ik begin verhalen over de FBI, die lichaamstaal kan lezen als een open boek. Ze lacht. Weer die prachtige lach, die haar ogen meer en meer laten stralen. Uren kan ik naar haar staren. Ik observeer hoe haar voeten, gehuld in hippe sneakers, de straatstenen raken. Haar ogen kijken mijn kant op en ik voel dat de vlinders die langzaam door mijn buik vlogen hun snelheid aanpassen. Er wordt een tandje hoger gevlogen en het ondefinieerbare gevoel wordt sterker. Steeds geef ik mijn hersenen de kans dezelfde vraag te stellen. Wat is er zo bijzonder aan haar? Het is een vreemd gevoel. Een fijn doch beangstigend gevoel. Het is een emotionele toestand waar ik een haat-liefdeverhouding mee onderhoudt. Ik wil het uitschreeuwen en aan iedereen vertellen hoeveel ik van haar houd. Belerend spreek ik mijzelf toe met de woorden ‘gedraag je!’. Ik wil mijn armen om haar heen slaan en haar lippen zoenen. Er is iets dat mij tegenhoudt en ik weet niet wat

En tegelijkertijd ben ik bang dat zij die woorden zal uitspreken. Bang dat ik mijn leven niet met haar kan delen, ondanks de liefde die ik voor haar voel. Langzaam wordt het mij duidelijk. Ik weet waar mijn angsten vandaan komen. Mensen die denken verstand te hebben van de menselijke geest hebben er namen voor. Namen die ver van mij afstaan. Ik doe het met mijn zelfkennis. Kennis die ik door de jaren heen heb vergaard. Een mens is voorspelbaar. De bewegingen verraden wat de geest denkt. Ik voel dat ik bij haar wil zijn. Net als dat ik voel dat ik mijn leven met haar wil delen. Op hetzelfde moment voel ik dat ik het niet kan. Teder en liefdevol wordt de keel van de liefde dichtgeknepen door een gevoel van onmacht. Als een vader die zijn kinderen probeert te beschermen tegen de stemmen in zijn hoofd. Langzaam ebt het gevoel van liefde weg, maar het gevoel komt terug.

Wanneer ik denk dat het gevoel van liefde zijn laatste adem uitblaast, begint het gevoel aan een onverwachte terugkomst. Als Muhammad Ali in gevecht tegen Joe Frazier voel ik de vlinders hun weg slaan door mijn lichaam heen. Het gevoel van onmacht wordt langzaam uitgeschakeld. Ik weet dat ik haar wil en niemand anders. Ik wil haar horen zeggen dat ze die gevoelens ook voor mij koestert. Haar lichaam bevestigt het. Ik ken veel angsten. Meer dan een gemiddeld persoon. Elk geluid dat ik niet kan plaatsen is voor mij een inbreker of iemand die mij wil vermoorden. Ik kan geen reden verzinnen om mij te willen vermoorden, net als dat er geen reden zou zijn om bij mij in te breken. Het waardevolste bezit is mijn hart. Een hart dat al door haar gestolen is. Er zullen genoeg zieke geesten zijn die er andere gedachten op na houden. Zij zouden mijn dood kunnen rechtvaardigen en mijn eigendommen om kunnen ruilen in verdovende middelen. Ik zal ze geven waar zij naar verlangen. Uit angst mijn leven te verliezen of haar niet te kunnen zeggen wat ik voor haar voel. Alleen mijn leven wordt geregeerd door angsten.

De angst te verliezen of de angst haar voor mij te winnen. Geen kant is voor mij de goede kant. En uiteindelijk wil ik echt maar één ding. Het onhaalbare. Ik wil mijn armen om haar heen slaan en haar lippen zoenen. Er is iets wat mij tegenhoudt en ik weet niet wat.
 
*************************
De tekening is van Linda Hulshof
Meer informatie op: www.lindahulshof.nl


© 2012 Abdelrachid Khalil meer Abdelrachid Khalil - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Zelfpijniging 2.0, bang voor de liefde Abdelrachid Khalil
1003BS Zelfpijniging
Haar reebruine ogen staren mij aan. Plots denk ik aan het feit dat ik elke dag haar naam schrijf in de beslagen glasplaten van mijn douchecel. Ik lach terwijl ik haar aankijk, geen idee wat ik moet zeggen. Ik wil zoveel zeggen, maar woorden schieten te kort. Ze lacht terug. Beiden hebben we geen enkel idee waarom wij deze lach op ons gezicht toveren. Ik wil mijn armen om haar heen slaan en haar lippen zoenen. Er is iets dat mij tegenhoudt en ik weet niet wat.

Haast masochistisch is de wijze waarop ik telkens weer op de verkeerde vrouwen val. Zelfpijniging 2.0. Elke keer denk ik dat ik eindelijk de ideale vrouw heb gevonden en blijkt de werkelijkheid anders. Haar ogen vertellen dat ze ook gek op mij is. Diezelfde ogen, prachtig bruin van kleur, vertellen dat ze ook de hele dag bij mij wil zijn. Haar mond spreekt het tegen. De woorden die uit haar mond komen staan haaks op de emoties die in haar ogen te lezen zijn. Ik wil haar vertellen wat ik voor haar voel en vertellen dat ik weet dat zij hetzelfde voor mij voelt. Iets in mij houdt dat tegen. Iets fluistert mij in dat ik het haar niet moet zeggen. Toch kan ik mijzelf niet geheel beheersen

Op een omslachtige manier breng ik ter sprake wat ik haar wil vertellen. Ik begin verhalen over de FBI, die lichaamstaal kan lezen als een open boek. Ze lacht. Weer die prachtige lach, die haar ogen meer en meer laten stralen. Uren kan ik naar haar staren. Ik observeer hoe haar voeten, gehuld in hippe sneakers, de straatstenen raken. Haar ogen kijken mijn kant op en ik voel dat de vlinders die langzaam door mijn buik vlogen hun snelheid aanpassen. Er wordt een tandje hoger gevlogen en het ondefinieerbare gevoel wordt sterker. Steeds geef ik mijn hersenen de kans dezelfde vraag te stellen. Wat is er zo bijzonder aan haar? Het is een vreemd gevoel. Een fijn doch beangstigend gevoel. Het is een emotionele toestand waar ik een haat-liefdeverhouding mee onderhoudt. Ik wil het uitschreeuwen en aan iedereen vertellen hoeveel ik van haar houd. Belerend spreek ik mijzelf toe met de woorden ‘gedraag je!’. Ik wil mijn armen om haar heen slaan en haar lippen zoenen. Er is iets dat mij tegenhoudt en ik weet niet wat

En tegelijkertijd ben ik bang dat zij die woorden zal uitspreken. Bang dat ik mijn leven niet met haar kan delen, ondanks de liefde die ik voor haar voel. Langzaam wordt het mij duidelijk. Ik weet waar mijn angsten vandaan komen. Mensen die denken verstand te hebben van de menselijke geest hebben er namen voor. Namen die ver van mij afstaan. Ik doe het met mijn zelfkennis. Kennis die ik door de jaren heen heb vergaard. Een mens is voorspelbaar. De bewegingen verraden wat de geest denkt. Ik voel dat ik bij haar wil zijn. Net als dat ik voel dat ik mijn leven met haar wil delen. Op hetzelfde moment voel ik dat ik het niet kan. Teder en liefdevol wordt de keel van de liefde dichtgeknepen door een gevoel van onmacht. Als een vader die zijn kinderen probeert te beschermen tegen de stemmen in zijn hoofd. Langzaam ebt het gevoel van liefde weg, maar het gevoel komt terug.

Wanneer ik denk dat het gevoel van liefde zijn laatste adem uitblaast, begint het gevoel aan een onverwachte terugkomst. Als Muhammad Ali in gevecht tegen Joe Frazier voel ik de vlinders hun weg slaan door mijn lichaam heen. Het gevoel van onmacht wordt langzaam uitgeschakeld. Ik weet dat ik haar wil en niemand anders. Ik wil haar horen zeggen dat ze die gevoelens ook voor mij koestert. Haar lichaam bevestigt het. Ik ken veel angsten. Meer dan een gemiddeld persoon. Elk geluid dat ik niet kan plaatsen is voor mij een inbreker of iemand die mij wil vermoorden. Ik kan geen reden verzinnen om mij te willen vermoorden, net als dat er geen reden zou zijn om bij mij in te breken. Het waardevolste bezit is mijn hart. Een hart dat al door haar gestolen is. Er zullen genoeg zieke geesten zijn die er andere gedachten op na houden. Zij zouden mijn dood kunnen rechtvaardigen en mijn eigendommen om kunnen ruilen in verdovende middelen. Ik zal ze geven waar zij naar verlangen. Uit angst mijn leven te verliezen of haar niet te kunnen zeggen wat ik voor haar voel. Alleen mijn leven wordt geregeerd door angsten.

De angst te verliezen of de angst haar voor mij te winnen. Geen kant is voor mij de goede kant. En uiteindelijk wil ik echt maar één ding. Het onhaalbare. Ik wil mijn armen om haar heen slaan en haar lippen zoenen. Er is iets wat mij tegenhoudt en ik weet niet wat.
 
*************************
De tekening is van Linda Hulshof
Meer informatie op: www.lindahulshof.nl
© 2012 Abdelrachid Khalil
powered by CJ2