archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Doodsbrieven Katharina Kouwenhoven

0801BS Doodsbrieven
Sinds een paar jaar lees ik regelmatig de rouwadvertenties in mijn krant. Het woord 'rouwadvertentie' vind ik een beetje een vreemd woord, want wat wordt hier eigenlijk 'geadverteerd'? Het woord 'familiebericht' is ook niet helemaal ‘to the point’, want hiertoe behoren ook de geboorteaankondigingen. Tenslotte gaat het feitelijk om overlijdensberichten en begrafenis- of crematieaankondigingen of, ouderwets: doodsbrieven.

Doodbrieven zijn al heel oud en bestaan sinds de uitvinding van de boekdrukkunst. Ze verschijnen in de krant met dank aan de Times, die ze aan het einde van de negentiende eeuw begon te publiceren. Van een eenvoudige aankondiging veranderden ze langzaam in een compleet 'in memoriam', een korte levensgeschiedenis van de gestorvene met al zijn memorabele hoogtepunten. En zo groeide er een categorie journalisten die gespecialiseerd was in het schrijven van ‘obituaries’ of 'in memoriams'.

Rouwadvertenties zijn echter niet meer dan aankondigingen, want er staat meer in dan de geboorte- en sterfdatum. In doodsbrieven kun je vrijwel altijd iets lezen over de familieverhoudingen van de ontslapene. Van sommigen wordt de aankondiging gedaan door een vriend en niet door de familie. Is er geen familie, of adverteert de familie niet (te duur) of in een andere krant? Er is dan toch iemand die wil dat de NRC-lezer op de hoogte gebracht wordt van het verscheiden van zijn of haar vriend(in). Waarom?

Een ander opmerkelijk fenomeen is, dat de 'warme' en de 'koude' kant van de aflijvige apart aankondigen. Van de dood van Johanna Maria (Truus) Koopman-de Groot wordt eerst kond gedaan door de familie Koopman (echtgenoot, kinderen en eventueel kleinkinderen, schoonouders en schoonbroers en -zusters, de hond van Truus) en in een tweede berichtgeving door de familie de Groot (ouders, broers en zusters, zwagers en schoonzusters, neven en nichten, achterneven en achternichten, indien van toepassing natuurlijk, van Truus). Wat steekt hier achter? Is er sprake van verwijdering tussen Truus en haar eigen familie; is het een uitvloeisel van een oud gebruik, dat in menig allochtone familie nog schijnt te bestaan, dat een vrouw als het ware introuwt in de familie van haar man en die als haar familie beschouwt? Een traditie is het vast niet, want er zijn ook families die broederlijk een advertentie delen. Misschien komt het alleen voor in bepaalde delen van Nederland. Daar moet ik nog eens op letten.

In sommige berichten zijn alle adverterende deelnemers duidelijk familie, want ze delen, direct of indirect een familienaam. Allemaal, behalve één. Er staat een iemand tussen met een totaal afwijkende naam. De huishoudster? De yogalerares? De geestelijk leidsvrouw? Of misschien een geadopteerd kind? Familieverhoudingen, maar hoe het precies zit wordt ons helaas niet onthuld.
Van de ontvallene wordt praktisch altijd vermeld met wie hij of zij gehuwd was of door wie hij of zij beweduwd was. Daar staan, opmerkelijk genoeg, vaak ook alle eerdere engagementen bij: Carola de Brouw, weduwe van Koos Konijn, voormalig weduwe van Josefus van Driel, eerder gehuwd met Ignaas de Hond, etc. etc. Verreweg de meeste mensen zijn braaf één keer getrouwd (geweest), maar sommige dames (het zijn altijd dames) hebben wel drie of vier mannen naar het graf gedragen (is dat niet verdacht?) of zijn een keer of vijf getrouwd geweest. Er is veel leed in de provincie.

Van de ondertekenaars van een familiebericht wordt doorgaans de woonplaats vermeld. Hieruit valt af te lezen dat sommige families zich over de hele wereld verspreid hebben (Seatle en Madison, USA; Kisangani, Congo;Taiping, Malakka; Kilkennys, Ierland), terwijl de leden van andere families nog geen twintig kilometer van elkaar vandaan zijn blijven wonen (Pijnacker, Berkel en Rodenrijs, Oude Leede, Bleiswijk, Bergschenhoek, Terbregge). Een interessant fenomeen, maar wat moeten we daarvan denken? Allemaal zo'n beetje wonen aan de rand van het groene hart heeft misschien iets te maken met het beroep van de nabestaanden (intensieve veehouderij?). Dat geldt misschien ook wel voor zo'n familie die over de hele wereld verspreid is. Dat zijn vast baggeraars.
Over beroepen gesproken, de doorsnee ontzielde man heeft op dat gebied geen spectaculair leven geleid. Maar er zijn uitzonderingen. Wat te denken van een oud-consulent voor riet, griend en biezen? Die had ik graag gekend. Of iemand die te boek gesteld wil worden als 'monumentalist' (?) of als 'vrijgevestigd intellectueel'? Daarvan ben ik blij dat ik ze nooit gekend heb. De aanstellers!

Doodsberichten worden niet alleen geplaatst door de treurende nabestaanden, maar ook door de werkgevers van de ontslapene. Van de teksten van werkgevers schieten de tranen je in de ogen: 'we hebben de heer X leren kennen als.....' betekent ongetwijfeld dat ze geen idee hebben wie de heer X was. Daarna volgt een rijtje clichés, dat overigens ook gebruikt wordt door werkgevers die de dode wel persoonlijk gekend hebben en waaruit we moeten afleiden dat alle Nederlandse werknemers een innemende persoonlijkheid hebben, een grote betrokkenheid tonen, blijk geven van scherpe inzichten, inspirerend zijn voor hun collega's en veel inzet aan de dag leggen. Ik heb wel andere collega's gekend. Hier geldt kennelijk het principe 'over de doden niets dan goeds', een uitgangspunt waar ik geen enkel begrip voor op kan brengen.

In rouwadvertenties wordt nogal eens opgemerkt dat iemand 'veel te vroeg' is heen gegaan. Alsof je ook 'precies op tijd' of 'veel te laat' kunt heengaan, toestanden waarvan nooit melding wordt gemaakt. Iemand gaat natuurlijk wanneer het zijn tijd is en voor de een is dat op zijn dertigste en voor de ander wanneer hij acht-en-negentig is. Voor beiden kan dat te vroeg, op tijd of te laat zijn, maar wie bepaalt dat? Het tijdstip van ons verscheiden hebben wij niet voor het uitkiezen. En daarom ook de bekende gemeenplaats: 'wij wisten dat het moment zou komen, maar toch nog onverwacht is.....'.
Het momento mori is altijd onverwacht.
Rouwadvertenties, doodsberichten, familieberichten, ze bevatten een schat aan informatie. Wat daarmee onthuld wordt is lang niet altijd duidelijk. Daarom blijf ik ze lezen.
 
*********************
Doe iets leuks met je geld:
Word donateur van De Leunstoel.


© 2010 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Doodsbrieven Katharina Kouwenhoven
0801BS Doodsbrieven
Sinds een paar jaar lees ik regelmatig de rouwadvertenties in mijn krant. Het woord 'rouwadvertentie' vind ik een beetje een vreemd woord, want wat wordt hier eigenlijk 'geadverteerd'? Het woord 'familiebericht' is ook niet helemaal ‘to the point’, want hiertoe behoren ook de geboorteaankondigingen. Tenslotte gaat het feitelijk om overlijdensberichten en begrafenis- of crematieaankondigingen of, ouderwets: doodsbrieven.

Doodbrieven zijn al heel oud en bestaan sinds de uitvinding van de boekdrukkunst. Ze verschijnen in de krant met dank aan de Times, die ze aan het einde van de negentiende eeuw begon te publiceren. Van een eenvoudige aankondiging veranderden ze langzaam in een compleet 'in memoriam', een korte levensgeschiedenis van de gestorvene met al zijn memorabele hoogtepunten. En zo groeide er een categorie journalisten die gespecialiseerd was in het schrijven van ‘obituaries’ of 'in memoriams'.

Rouwadvertenties zijn echter niet meer dan aankondigingen, want er staat meer in dan de geboorte- en sterfdatum. In doodsbrieven kun je vrijwel altijd iets lezen over de familieverhoudingen van de ontslapene. Van sommigen wordt de aankondiging gedaan door een vriend en niet door de familie. Is er geen familie, of adverteert de familie niet (te duur) of in een andere krant? Er is dan toch iemand die wil dat de NRC-lezer op de hoogte gebracht wordt van het verscheiden van zijn of haar vriend(in). Waarom?

Een ander opmerkelijk fenomeen is, dat de 'warme' en de 'koude' kant van de aflijvige apart aankondigen. Van de dood van Johanna Maria (Truus) Koopman-de Groot wordt eerst kond gedaan door de familie Koopman (echtgenoot, kinderen en eventueel kleinkinderen, schoonouders en schoonbroers en -zusters, de hond van Truus) en in een tweede berichtgeving door de familie de Groot (ouders, broers en zusters, zwagers en schoonzusters, neven en nichten, achterneven en achternichten, indien van toepassing natuurlijk, van Truus). Wat steekt hier achter? Is er sprake van verwijdering tussen Truus en haar eigen familie; is het een uitvloeisel van een oud gebruik, dat in menig allochtone familie nog schijnt te bestaan, dat een vrouw als het ware introuwt in de familie van haar man en die als haar familie beschouwt? Een traditie is het vast niet, want er zijn ook families die broederlijk een advertentie delen. Misschien komt het alleen voor in bepaalde delen van Nederland. Daar moet ik nog eens op letten.

In sommige berichten zijn alle adverterende deelnemers duidelijk familie, want ze delen, direct of indirect een familienaam. Allemaal, behalve één. Er staat een iemand tussen met een totaal afwijkende naam. De huishoudster? De yogalerares? De geestelijk leidsvrouw? Of misschien een geadopteerd kind? Familieverhoudingen, maar hoe het precies zit wordt ons helaas niet onthuld.
Van de ontvallene wordt praktisch altijd vermeld met wie hij of zij gehuwd was of door wie hij of zij beweduwd was. Daar staan, opmerkelijk genoeg, vaak ook alle eerdere engagementen bij: Carola de Brouw, weduwe van Koos Konijn, voormalig weduwe van Josefus van Driel, eerder gehuwd met Ignaas de Hond, etc. etc. Verreweg de meeste mensen zijn braaf één keer getrouwd (geweest), maar sommige dames (het zijn altijd dames) hebben wel drie of vier mannen naar het graf gedragen (is dat niet verdacht?) of zijn een keer of vijf getrouwd geweest. Er is veel leed in de provincie.

Van de ondertekenaars van een familiebericht wordt doorgaans de woonplaats vermeld. Hieruit valt af te lezen dat sommige families zich over de hele wereld verspreid hebben (Seatle en Madison, USA; Kisangani, Congo;Taiping, Malakka; Kilkennys, Ierland), terwijl de leden van andere families nog geen twintig kilometer van elkaar vandaan zijn blijven wonen (Pijnacker, Berkel en Rodenrijs, Oude Leede, Bleiswijk, Bergschenhoek, Terbregge). Een interessant fenomeen, maar wat moeten we daarvan denken? Allemaal zo'n beetje wonen aan de rand van het groene hart heeft misschien iets te maken met het beroep van de nabestaanden (intensieve veehouderij?). Dat geldt misschien ook wel voor zo'n familie die over de hele wereld verspreid is. Dat zijn vast baggeraars.
Over beroepen gesproken, de doorsnee ontzielde man heeft op dat gebied geen spectaculair leven geleid. Maar er zijn uitzonderingen. Wat te denken van een oud-consulent voor riet, griend en biezen? Die had ik graag gekend. Of iemand die te boek gesteld wil worden als 'monumentalist' (?) of als 'vrijgevestigd intellectueel'? Daarvan ben ik blij dat ik ze nooit gekend heb. De aanstellers!

Doodsberichten worden niet alleen geplaatst door de treurende nabestaanden, maar ook door de werkgevers van de ontslapene. Van de teksten van werkgevers schieten de tranen je in de ogen: 'we hebben de heer X leren kennen als.....' betekent ongetwijfeld dat ze geen idee hebben wie de heer X was. Daarna volgt een rijtje clichés, dat overigens ook gebruikt wordt door werkgevers die de dode wel persoonlijk gekend hebben en waaruit we moeten afleiden dat alle Nederlandse werknemers een innemende persoonlijkheid hebben, een grote betrokkenheid tonen, blijk geven van scherpe inzichten, inspirerend zijn voor hun collega's en veel inzet aan de dag leggen. Ik heb wel andere collega's gekend. Hier geldt kennelijk het principe 'over de doden niets dan goeds', een uitgangspunt waar ik geen enkel begrip voor op kan brengen.

In rouwadvertenties wordt nogal eens opgemerkt dat iemand 'veel te vroeg' is heen gegaan. Alsof je ook 'precies op tijd' of 'veel te laat' kunt heengaan, toestanden waarvan nooit melding wordt gemaakt. Iemand gaat natuurlijk wanneer het zijn tijd is en voor de een is dat op zijn dertigste en voor de ander wanneer hij acht-en-negentig is. Voor beiden kan dat te vroeg, op tijd of te laat zijn, maar wie bepaalt dat? Het tijdstip van ons verscheiden hebben wij niet voor het uitkiezen. En daarom ook de bekende gemeenplaats: 'wij wisten dat het moment zou komen, maar toch nog onverwacht is.....'.
Het momento mori is altijd onverwacht.
Rouwadvertenties, doodsberichten, familieberichten, ze bevatten een schat aan informatie. Wat daarmee onthuld wordt is lang niet altijd duidelijk. Daarom blijf ik ze lezen.
 
*********************
Doe iets leuks met je geld:
Word donateur van De Leunstoel.
© 2010 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2