archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Galerie delen printen terug
Dan zoeken wij de wielewaal Dik Kruithof

1910BZ Wielewaal1
Het Fries Museum heeft een tentoonstelling met Franse impressionisten uit het Rotterdamse Boijmans van Beuningenmuseum dat wegens renovatie jaren gesloten is. Conservator Marlies Stoter van het Fries Museum vond dit een mooie keuze voor de eerste tentoonstelling na de corona, die heel veel mensen weer aan het wandelen bracht in de natuur. Hetzelfde gebeurde in de tweede helft van de negentiende eeuw in de schilderkunst. Twee ontwikkelingen maakten het mogelijk voor schilders om naar buiten te trekken. De opkomst van het openbaar vervoer door de trein en de uitvinding van de verftube, waardoor iedere kleur direct beschikbaar was buiten het atelier.

Andere omstandigheden, buitenlicht en snelle verf, zorgen voor andere kunst. Het snelle veranderen van het licht in de buitenwereld, bij voorbeeld door een voorbij waaiend wolkje, de steeds andere kleuren daardoor, zorgden ervoor dat schilders weergaves maakten die iets van die veranderingen lieten zien. Uiteraard werden die doeken ook tentoongesteld en dat leidde ertoe dat in 1874 de kunstcriticus Louis Leroy over het schilderij van Monet met de titel ‘Impression: Soleil levant’ schreef: dat het stuitend was vanwege het schetsmatige karakter. Hij noemt de schilders die zo werken, en niet de tijd nemen om een schilderij precies af te maken dan ook laatdunkend ‘Impressionistes’,  niet wetend dat hij hiermee een naam gaf aan een nieuwe stroming die een nieuwe tijd inluidt: die van de moderne kunst.

Reizen

Het thema van de tentoonstelling is naast het buiten schilderen, dat begon in de Franse School van Barbizon maar snel op andere plaatsen in Europa navolging vond vooral de wisselwerking die er door dat reizen ontstond tussen de Franse en de Nederlandse kunstenaars. Corot en d’Aubigny komen naar Nederland en zijn onder de indruk van waterrijke steden als Dordrecht. Jacob Maris en David Artz zijn in 1867 met veel Franse kunstbroeders in de bossen bij Fontainebleau. Een belangrijk1910BZ Wielewaal2 ontmoetingspunt is Brussel, waar Fransen, Nederlanders en Belgen elkaar ontmoeten, samen schilderen en samen tentoonstellingen organiseren. De schrijvers komen er ook en op de tentoonstelling zijn ook passende gedichten te horen.
Er zijn echt mooie en met al het licht vaak vrolijke schilderijen te zien van grote Franse namen als Monet, Renoir,  Manet, Gauguin en Cézanne en van bijna alle Nederlandse landschapsschilders van met name de Haagse School. Er is maar één schilderij van een vrouw, Marie Bilders-van Bosse, overigens een heidelandschap dat bijna van de muur spat door de bijna witte lucht die als contrast gebruikt is. Vrouwen werden in die tijd niet geacht alleen te reizen en Marie van Bosse trouwde met de kunstschilder Johannes Bilders. Samen schilderden ze in de Achterhoek en bij Oosterbeek.

Er is veel te genieten, soms nog meer door de verhalen erbij te lezen. Zo wordt bij het schilderij van de Belgische schilder Rodolphe Wytsman verteld dat er heel veel vuil van het schilderij is verwijderd, waarschijnlijk omdat de eerdere eigenaar een zware roker was geweest. Er is een prachtige bloeiende boom tevoorschijn gekomen. Willem Bastiaan Tholen en Constant Gabriël reisden samen door de Kamperplassen. Tholen maakt een schilderij van zijn schilderende leermeester en Gabriël legt een eenzame visser vast die in zijn roeibootje staat en met de netten bezig is. Mauve en Roelofs zijn beide bezig met koeien die lijken te wachten op een komende paarsblauwe onweersbui. 'Misschien zijn ze wel met natte kleren naar huis gegaan'.

En mooie en prettige tentoonstelling, fraai ingericht met een passend kleurenpalet, soms komen schilderijen terug op de wandpanelen.

De titel van dit stukje heb ik gekozen met dank aan Gitte Brugman, die voor haar verhaal over deze tentoonstelling de kop gebruikte ‘Kom mee naar buiten allemaal’

----------

De illustraties zijn geleverd door de auteur



© 2022 Dik Kruithof meer Dik Kruithof - meer "Galerie" -
Bezigheden > Galerie
Dan zoeken wij de wielewaal Dik Kruithof
1910BZ Wielewaal1
Het Fries Museum heeft een tentoonstelling met Franse impressionisten uit het Rotterdamse Boijmans van Beuningenmuseum dat wegens renovatie jaren gesloten is. Conservator Marlies Stoter van het Fries Museum vond dit een mooie keuze voor de eerste tentoonstelling na de corona, die heel veel mensen weer aan het wandelen bracht in de natuur. Hetzelfde gebeurde in de tweede helft van de negentiende eeuw in de schilderkunst. Twee ontwikkelingen maakten het mogelijk voor schilders om naar buiten te trekken. De opkomst van het openbaar vervoer door de trein en de uitvinding van de verftube, waardoor iedere kleur direct beschikbaar was buiten het atelier.

Andere omstandigheden, buitenlicht en snelle verf, zorgen voor andere kunst. Het snelle veranderen van het licht in de buitenwereld, bij voorbeeld door een voorbij waaiend wolkje, de steeds andere kleuren daardoor, zorgden ervoor dat schilders weergaves maakten die iets van die veranderingen lieten zien. Uiteraard werden die doeken ook tentoongesteld en dat leidde ertoe dat in 1874 de kunstcriticus Louis Leroy over het schilderij van Monet met de titel ‘Impression: Soleil levant’ schreef: dat het stuitend was vanwege het schetsmatige karakter. Hij noemt de schilders die zo werken, en niet de tijd nemen om een schilderij precies af te maken dan ook laatdunkend ‘Impressionistes’,  niet wetend dat hij hiermee een naam gaf aan een nieuwe stroming die een nieuwe tijd inluidt: die van de moderne kunst.

Reizen

Het thema van de tentoonstelling is naast het buiten schilderen, dat begon in de Franse School van Barbizon maar snel op andere plaatsen in Europa navolging vond vooral de wisselwerking die er door dat reizen ontstond tussen de Franse en de Nederlandse kunstenaars. Corot en d’Aubigny komen naar Nederland en zijn onder de indruk van waterrijke steden als Dordrecht. Jacob Maris en David Artz zijn in 1867 met veel Franse kunstbroeders in de bossen bij Fontainebleau. Een belangrijk1910BZ Wielewaal2 ontmoetingspunt is Brussel, waar Fransen, Nederlanders en Belgen elkaar ontmoeten, samen schilderen en samen tentoonstellingen organiseren. De schrijvers komen er ook en op de tentoonstelling zijn ook passende gedichten te horen.
Er zijn echt mooie en met al het licht vaak vrolijke schilderijen te zien van grote Franse namen als Monet, Renoir,  Manet, Gauguin en Cézanne en van bijna alle Nederlandse landschapsschilders van met name de Haagse School. Er is maar één schilderij van een vrouw, Marie Bilders-van Bosse, overigens een heidelandschap dat bijna van de muur spat door de bijna witte lucht die als contrast gebruikt is. Vrouwen werden in die tijd niet geacht alleen te reizen en Marie van Bosse trouwde met de kunstschilder Johannes Bilders. Samen schilderden ze in de Achterhoek en bij Oosterbeek.

Er is veel te genieten, soms nog meer door de verhalen erbij te lezen. Zo wordt bij het schilderij van de Belgische schilder Rodolphe Wytsman verteld dat er heel veel vuil van het schilderij is verwijderd, waarschijnlijk omdat de eerdere eigenaar een zware roker was geweest. Er is een prachtige bloeiende boom tevoorschijn gekomen. Willem Bastiaan Tholen en Constant Gabriël reisden samen door de Kamperplassen. Tholen maakt een schilderij van zijn schilderende leermeester en Gabriël legt een eenzame visser vast die in zijn roeibootje staat en met de netten bezig is. Mauve en Roelofs zijn beide bezig met koeien die lijken te wachten op een komende paarsblauwe onweersbui. 'Misschien zijn ze wel met natte kleren naar huis gegaan'.

En mooie en prettige tentoonstelling, fraai ingericht met een passend kleurenpalet, soms komen schilderijen terug op de wandpanelen.

De titel van dit stukje heb ik gekozen met dank aan Gitte Brugman, die voor haar verhaal over deze tentoonstelling de kop gebruikte ‘Kom mee naar buiten allemaal’

----------

De illustraties zijn geleverd door de auteur

© 2022 Dik Kruithof
powered by CJ2