archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Brief uit ... delen printen terug
O meu vizinho (Mijn buurman) Nienke Nieuwenhuizen

1807BS BuurmanDe bus van Ballurcus naar Vila Real de Santo Antonio (VRSA) vertrekt om zeven uur in de morgen vanuit ons dorp en je kan in de namiddag om 17.30 terug. Op zaterdag en zon- en feestdagen gaat hij niet en in de schoolvakanties gaat hij alleen op dinsdag en donderdag. Maar wij hebben, als één der weinigen, voordeel bij Corona. Dit in verband met de spreiding der leerlingen in de scholen. De bus gaat sinds de aanvang der scholen na de zomervakantie tweemaal per dag!

In de middag van 5 oktober wachtte ik, op het muurtje naast de rivier, op de bus van vier uur in de middag, want ik wilde boodschappen doen in Castro Marim. Ik zou dan anderhalf uur de tijd hebben. Mijn buurman, die aan de overkant van de weg een optrekje aan de rivier bewoont, kwam langs. ‘Ik moet zo werken in Monte Gordo, wil je meerijden naar Vila Real?’ Hij had me ook al eens meegevraagd op zijn zelfgebouwde elektrische quad. Hij rijdt daarmee in de ‘Montes’. De ‘Montes’ strekken zich uit vanaf de Alentejo tot aan Vila Real de Santo Antonio en Tavira. Het is een hobbelig, heuvelachtig terrein met geurende en kleurende begroeiing, hier en daar een verdwaald gehucht en prachtige uitzichten over de rivier, tot ver in Spanje. Hij is begin veertig, maar heeft nog steeds een beetje jonge honden gedrag. En hoe graag ik het eigenlijk wil ... mee op de quad, ik heb daar toch vanwege mijn leeftijd maar van afgezien. Ik wandel wel in de Montes!

De buurman en ik zouden nu gewoon over de weg met zijn al verschillende keren verstelde cabriolet naar de stad gaan. Dat leek me minder angstig en ik stemde toe. Onderweg bedacht ik me dat mijn eerdere besluit, niet meegaan op de quad, niet op waanideeën was gestoeld! Hij zette me af in het midden van Vila Real. Voor het geval dat ik hem verder nog nodig mocht hebben kreeg ik zijn telefoonnummer. De bus terug ging om zes uur, dus ik had ruimschoots de tijd. Ik deed mijn boodschappen en liep naar het bushokje. ‘Um para Guerreiros’, liet ik de juffrouw achter het loket weten. Ze begon te lachen. Het was ‘Diario da Republica', één van die vele nooit van tevoren verwachte feestdagen. Mijn telefoon had nog 7%, maar ik slaagde er toch in de buurman aan de telefoon te krijgen. Hij kwam onmiddellijk, maar moest zijn klus nog afmaken en stalde me bij zijn moeder in Vila Real. Gelukkig was zijn dochter daar ook.

Zij sprak perfect Engels en kon me bij mijn, na achtentwintig jaar, nog steeds abominabele Portugees ondersteunen. Bij een kopje thee en een koekje vertelde de moeder dat ze, als kind, in Minos de São Domingos had gewoond. Daar waren in die tijd nog mijnen. Ondanks dat haar vader de godganse dag in de mijnen werkte, was er niet genoeg te eten voor het hele gezin. Haar tante ging in Frankrijk werken en zij, met haar acht jaar, kon wel mee als jong hulpje in de huishouding bij een gezin in Parijs. Ik voelde de eenzaamheid van een kind van acht in een vreemd land in al mijn vezels en vroeg haar hoe ze dat had ervaren.
Ze had de eerste tijd wel heimwee gehad, zei ze. Maar ach, er was te eten en ‘Mevrouw’ was niet slecht. Uiteindelijk bleef ze het grootste deel van haar leven in Frankrijk. Ze trouwde daar met een Portugees. De kinderen gingen er naar school. Toen vader gepensioneerd was gingen ze terug naar Portugal. ‘O pai’ is inmiddels overleden.

De buurman spreekt Engels als Peter Sellers in de Pink Panter. Ook zijn Portugees is niet helemaal perfect. Maar hij is reuze slim en kan met zijn handen maken wat zijn ogen zien. Gelukkig woon ik dichtbij en profiteer daarvan mee. Gister heeft hij een nieuwe band om mijn fiets gelegd en de remmen nagekeken. Zijn dochter is het ‘licht’ van de familie. Ze studeert Design in Cambridge! Ze liet me enkele van haar werken zien. Ik ben geen kenner, maar kon wel zien dat dit fenomenaal was. Ze had dan ook een studiebeurs!

De buurman kwam me ophalen, hij heeft een drone en had een reclamefilmpje voor één van de hotels in Monte Gordo gemaakt. We reden terug naar ons dorp. Ik leef nog en ga misschien toch een keer mee op de quad.

------------
Het plaatje is van Alex Verduijn den Boer
Meer informatie: http://www.verduijndenboer.nl/


© 2021 Nienke Nieuwenhuizen meer Nienke Nieuwenhuizen - meer "Brief uit ..."
Beschouwingen > Brief uit ...
O meu vizinho (Mijn buurman) Nienke Nieuwenhuizen
1807BS BuurmanDe bus van Ballurcus naar Vila Real de Santo Antonio (VRSA) vertrekt om zeven uur in de morgen vanuit ons dorp en je kan in de namiddag om 17.30 terug. Op zaterdag en zon- en feestdagen gaat hij niet en in de schoolvakanties gaat hij alleen op dinsdag en donderdag. Maar wij hebben, als één der weinigen, voordeel bij Corona. Dit in verband met de spreiding der leerlingen in de scholen. De bus gaat sinds de aanvang der scholen na de zomervakantie tweemaal per dag!

In de middag van 5 oktober wachtte ik, op het muurtje naast de rivier, op de bus van vier uur in de middag, want ik wilde boodschappen doen in Castro Marim. Ik zou dan anderhalf uur de tijd hebben. Mijn buurman, die aan de overkant van de weg een optrekje aan de rivier bewoont, kwam langs. ‘Ik moet zo werken in Monte Gordo, wil je meerijden naar Vila Real?’ Hij had me ook al eens meegevraagd op zijn zelfgebouwde elektrische quad. Hij rijdt daarmee in de ‘Montes’. De ‘Montes’ strekken zich uit vanaf de Alentejo tot aan Vila Real de Santo Antonio en Tavira. Het is een hobbelig, heuvelachtig terrein met geurende en kleurende begroeiing, hier en daar een verdwaald gehucht en prachtige uitzichten over de rivier, tot ver in Spanje. Hij is begin veertig, maar heeft nog steeds een beetje jonge honden gedrag. En hoe graag ik het eigenlijk wil ... mee op de quad, ik heb daar toch vanwege mijn leeftijd maar van afgezien. Ik wandel wel in de Montes!

De buurman en ik zouden nu gewoon over de weg met zijn al verschillende keren verstelde cabriolet naar de stad gaan. Dat leek me minder angstig en ik stemde toe. Onderweg bedacht ik me dat mijn eerdere besluit, niet meegaan op de quad, niet op waanideeën was gestoeld! Hij zette me af in het midden van Vila Real. Voor het geval dat ik hem verder nog nodig mocht hebben kreeg ik zijn telefoonnummer. De bus terug ging om zes uur, dus ik had ruimschoots de tijd. Ik deed mijn boodschappen en liep naar het bushokje. ‘Um para Guerreiros’, liet ik de juffrouw achter het loket weten. Ze begon te lachen. Het was ‘Diario da Republica', één van die vele nooit van tevoren verwachte feestdagen. Mijn telefoon had nog 7%, maar ik slaagde er toch in de buurman aan de telefoon te krijgen. Hij kwam onmiddellijk, maar moest zijn klus nog afmaken en stalde me bij zijn moeder in Vila Real. Gelukkig was zijn dochter daar ook.

Zij sprak perfect Engels en kon me bij mijn, na achtentwintig jaar, nog steeds abominabele Portugees ondersteunen. Bij een kopje thee en een koekje vertelde de moeder dat ze, als kind, in Minos de São Domingos had gewoond. Daar waren in die tijd nog mijnen. Ondanks dat haar vader de godganse dag in de mijnen werkte, was er niet genoeg te eten voor het hele gezin. Haar tante ging in Frankrijk werken en zij, met haar acht jaar, kon wel mee als jong hulpje in de huishouding bij een gezin in Parijs. Ik voelde de eenzaamheid van een kind van acht in een vreemd land in al mijn vezels en vroeg haar hoe ze dat had ervaren.
Ze had de eerste tijd wel heimwee gehad, zei ze. Maar ach, er was te eten en ‘Mevrouw’ was niet slecht. Uiteindelijk bleef ze het grootste deel van haar leven in Frankrijk. Ze trouwde daar met een Portugees. De kinderen gingen er naar school. Toen vader gepensioneerd was gingen ze terug naar Portugal. ‘O pai’ is inmiddels overleden.

De buurman spreekt Engels als Peter Sellers in de Pink Panter. Ook zijn Portugees is niet helemaal perfect. Maar hij is reuze slim en kan met zijn handen maken wat zijn ogen zien. Gelukkig woon ik dichtbij en profiteer daarvan mee. Gister heeft hij een nieuwe band om mijn fiets gelegd en de remmen nagekeken. Zijn dochter is het ‘licht’ van de familie. Ze studeert Design in Cambridge! Ze liet me enkele van haar werken zien. Ik ben geen kenner, maar kon wel zien dat dit fenomenaal was. Ze had dan ook een studiebeurs!

De buurman kwam me ophalen, hij heeft een drone en had een reclamefilmpje voor één van de hotels in Monte Gordo gemaakt. We reden terug naar ons dorp. Ik leef nog en ga misschien toch een keer mee op de quad.

------------
Het plaatje is van Alex Verduijn den Boer
Meer informatie: http://www.verduijndenboer.nl/
© 2021 Nienke Nieuwenhuizen
powered by CJ2