archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Brief uit ... delen printen terug
Eerst een huis en dan een auto in Nieuw-Zeeland Ben Jacobsen

0210 Nieuw-Zeeland
“Emigreren: Niet doen!”, kopte de HP/DeTijd enige weken terug. Lekkere titel als je net je visum en vliegticket op zak hebt en een week later vertrekt naar Nieuw-Zeeland. Het artikel speelde handig in op het onderbuikgevoel dat Nederland Nederland niet meer is nu - om het in de woorden van Neerlands bekendste hoerenloper te zeggen – ‘K**marokkanen’ ons landje hebben overgenomen.
Het vertrek van mij en mijn vriendin, noch dat van onze kat heeft iets met de situatie in Nederland te maken. Je aan anderen ergeren kan overal. Ook hier. Ons motto is: je leeft maar een keer. Dan wil je soms wat anders. De uitnodiging aan mijn adres om in Auckland, op het Noordereiland een jaartje als visiting professor door te brengen, kwam voor ons beiden op het goede moment.

Nieuw-Zeeland schijnt mooi te zijn, maar de eerste weken merk je daar weinig van. Eerst moet je de basale levensvoorwaarden op orde krijgen. Een huis huren kostte een week. We wonen nu in een licht truttige Engelse cottage. Meestal zitten we in de tuin. De voortuin wel te verstaan, want dit Engelse Kiwipaleisje heeft ook een achtertuin. Als Amsterdammer is zoveel tuin even wennen. Het huis staat op een steenworp afstand van strand, zee en een National Park in de wijk Torbay, in het noordelijke gedeelte van Auckland, de North Shore genaamd. In de niet al te verre verte hoor je de golven op de kust slaan en dichterbij tsjirpen de krekels (als dat is wat krekels doen) er lustig op los. Volgens de Kiwi’s moeten we genieten van het aanhoudende mooie weer. Het schijnt uitzonderlijk te zijn.

Niet alleen het weer houdt ons buiten. Onze spullen zitten op de boot dus we kamperen in het nieuwe huis. We slapen op een luchtbed en hebben voor de korte termijn wat potten en pannen aangeschaft.
Van de veertig huizen die ik heb bekeken, was deze cottage veruit de mooiste. Het huisje is met een grote heg van weg en buren afgesloten. Alleen buurman Ben kan als hij op zijn veranda staat over de heg kijken. We maken af en toe een praatje. Zijn ietwat kortere vrouw Margaret hebben we nog nauwelijks gesproken. Dat we nu kamperen, ligt aan onszelf, want als het aan onze buren had gelegen was ons huis volledig ingericht met hun reservespullen. Niet alleen die van Ben en Margaret, maar ook Heather en Jim, de andere buren, boden hun overtollige huisraad aan. Waarom? Ik heb er maar één verklaring voor: Kiwi’s zijn aardige mensen.

A man needs wheels en hier in Auckland geldt dat evenzeer voor een vrouw. Wij geven weinig om auto’s. Een Peugeot 306 Cabrio herkennen we, maar verder... Het maakt de keuze er hier niet makkelijker op. Naast het aanbod van de vele autodealers, staan er auto’s te koop langs de kant van de weg, en dan is er nog het internet. De weinige gedachten gingen richting een Japanner, aangezien Europese auto’s hier relatief duur zijn. Maar Japanse auto’s winnen geen schoonheidsprijzen. We huurden tot nu toe een Nissan Pulsar en daar wil je niet dood in worden aangetroffen. Alleen al uit angst daarvoor zit je er met kloppend hart in. Ik vermoed dat daar de naam vandaan komt. De Japanse SUV’s (‘PC Hooft Tractoren’ in de volksmond, een ‘Sufferdje’ volgens mijn vriendin) gaan nog net.

Liz die de studentenadministratie regelt, raadde ons een ‘Car auction’ aan. Die kom je niet tegen in de reisgidsen, maar valt wel in de categorie ‘must do’. Ze toverde de website op het scherm en selecteerde een SUV die er goed en betaalbaar uitzag. Een Mitsubishi nogwat. Wij naar de auction. De Mitsubishi nogwat viel na een testrit af.
Gelukkig, stonden er meer auto’s in de grote veilinghal, waaronder een direct in het zicht geplaatste Mazda cabrio. Een soort imitatie Triumph of imitatie MG. Een ‘fun’ of ‘toy’ car. Groen met bruinleren bekleding en niet te vergeten een kek houten stuurtje. Dat moesten we proefrijden. Het reed weergaloos. Zonnige dag, kapje eraf, dat kennen we wel. Geschatte prijs volgens de veilingmeesters: vijf tot zesduizend kiwidollar. Zo’n drieduizend euro.

Geen geld voor zo’n kleinood, maar hoe voorkom je een zeperd? Gelukkig had Chas (spreek uit Tjes) de man van Liz aangeboden om ons te assisteren. Hij kwam langs en bekeek de auto. Geen geld bleek veel te veel geld. “Max vierduizend”, luidde zijn conclusie. Dan moest er iets aan de koppeling gebeuren, de lak een beetje bijgewerkt... Kwam je uit op 5000. Was een goeie prijs. Het eerste probleem opgelost.
Tweede probleem: hoe werkt zo’n veiling? Chas gaf ons tekst en uitleg. In theorie klonk het mooi. Eerst gaat de veilingmeester omlaag tot het uiterste minimum. Dan start de weg omhoog. Dat begint met tweehonderd per keer, dan honderd en eventueel vijftig per bod. Chas had geen goed woord over voor de beginnelingen die al bij het neergaan begonnen te bieden: ‘amateurs!’. Wachten dus. Er was een klein aanvullend addertje. Ook al ben je de hoogste bieder, je krijgt niet automatisch de auto. Dat gebeurt alleen als de bodemprijs van de verkoper wordt bereikt. Maar dat kondigt de veilingmeester uitgebreid aan: eerst met een groen lichtbord “Getting Close” en dan met een blauw lichtbord: “Now Selling”.

In een hoek van de hal met zo’n tachtig auto’s verzamelden zich ongeveer evenveel gegadigden op de oranje plastic stoeltjes. Het kon beginnen. Ik zou het bieden doen en onze afgesproken prijs was 3750. Bij de veiling is het cruciaal om een maximum prijs te hebben. In de emotie van het bieden schijn je anders te hoog te eindigen. Die 3750 hadden we na overleg besloten. Tegen Chas zei ik 3850. (de extra 100 was, ‘de auto is voor maar vijftig dollar meer aan onze neus voorbijgegaan en jij gaat dat nog een paar jaren horen’ – risicopremie).
Theorie is mooi, de praktijk is anders. Van het bieden, laat staan van de veilingmeester viel geen chocola te maken. Gaattie nu omhoog of omlaag? Biedt er iemand en zo ja wie? Als hij omhoog gaat is dat dan met 100 of 200? De eerste auto was verkocht voor ik er erg in had en dat kon voor 1000 dollar zijn maar evengoed voor 5000 dollar. Sterker, ik had geen idee of er iets verkocht was en zo ja aan wie. Ik begon me zorgen te maken want over zeventien auto’s zou daar de nu plotsklaps felbegeerde Mazda staan. Niet hoog genoeg bieden dat hoor je maar een paar jaar; het hele bieden niet begrijpen, dat hoor je de rest van je leven. En niet alleen ik. Om de spanning verder op te drijven: te snel bieden kon een amateur-status opleveren van gelijke duur.

Na tien auto’s kreeg ik door dat de veilingmeester toch echt iets riep dat in de verte leek op Engels, na vijftien auto’s dacht ik het te begrijpen. Laat ik kort zijn. We kregen het speeltje niet. Mijn hoogste bod van 3900 was niet genoeg. Ook de 4000 waar het cabriootje voor wegging bleek niet hoog genoeg, de bodemprijs van de verkoper werd niet gehaald. Maar mijn goede vriend Chas verzekerde mij dat ik beter dan een echte Kiwi had geboden met een rust en zelfverzekerdheid die indrukwekkend was. Mijn beste en nu levenslange vriend Chas voegde daar aan toe dat het een fout van de veilingmeester was dat hij mijn bod van 3850 had geïnterpreteerd als zijnde een bod van 3900. Kiwi’s zijn verdomd aardige mensen.

Gelukkig hadden we enige dagen later alsnog een auto. Via een dealer bemachtigden we een Nissan Terrano. Dezelfde dealer is hard op zoek naar een Mazda MX5 Limited Edition. De Nissan Terrano is, zoals de naam doet vermoeden een volstrekt milieuonvriendelijk dieselslurpend sufferdje. Echter, in tegenstelling tot Nederland kan je hier met goed fatsoen in zo’n ding rijden want het is welbekend dat de wegen - zo ze die naam hier al mogen hebben - in Auckland enorm bochtig en vooral steil zijn.

Hi Ben, Another beautiful day in paradise, Ay’, zo begint buurman Ben de laatste weken onze dagelijkse gesprekjes. Gelijk heeft hij. Terwijl het in Nederland echt heeft gesneeuwd en echt heeft gevroren - ook mooi - blijft het hier door zomeren met stralende blauwe luchten. Voeg daarbij dat als we naar huis rijden we door een prachtig heuvellandschap glijden in de blauwe Nissan Terrano met vergezichten over de al net zo blauwe zee met in die zee op de juiste plekken pittoreske eilanden, en u begrijpt dat wij de mening van buurman Ben delen.

(deze brief is kiwified als een origineel Nieuw-Zeelands product)


© 2005 Ben Jacobsen meer Ben Jacobsen - meer "Brief uit ..."
Beschouwingen > Brief uit ...
Eerst een huis en dan een auto in Nieuw-Zeeland Ben Jacobsen
0210 Nieuw-Zeeland
“Emigreren: Niet doen!”, kopte de HP/DeTijd enige weken terug. Lekkere titel als je net je visum en vliegticket op zak hebt en een week later vertrekt naar Nieuw-Zeeland. Het artikel speelde handig in op het onderbuikgevoel dat Nederland Nederland niet meer is nu - om het in de woorden van Neerlands bekendste hoerenloper te zeggen – ‘K**marokkanen’ ons landje hebben overgenomen.
Het vertrek van mij en mijn vriendin, noch dat van onze kat heeft iets met de situatie in Nederland te maken. Je aan anderen ergeren kan overal. Ook hier. Ons motto is: je leeft maar een keer. Dan wil je soms wat anders. De uitnodiging aan mijn adres om in Auckland, op het Noordereiland een jaartje als visiting professor door te brengen, kwam voor ons beiden op het goede moment.

Nieuw-Zeeland schijnt mooi te zijn, maar de eerste weken merk je daar weinig van. Eerst moet je de basale levensvoorwaarden op orde krijgen. Een huis huren kostte een week. We wonen nu in een licht truttige Engelse cottage. Meestal zitten we in de tuin. De voortuin wel te verstaan, want dit Engelse Kiwipaleisje heeft ook een achtertuin. Als Amsterdammer is zoveel tuin even wennen. Het huis staat op een steenworp afstand van strand, zee en een National Park in de wijk Torbay, in het noordelijke gedeelte van Auckland, de North Shore genaamd. In de niet al te verre verte hoor je de golven op de kust slaan en dichterbij tsjirpen de krekels (als dat is wat krekels doen) er lustig op los. Volgens de Kiwi’s moeten we genieten van het aanhoudende mooie weer. Het schijnt uitzonderlijk te zijn.

Niet alleen het weer houdt ons buiten. Onze spullen zitten op de boot dus we kamperen in het nieuwe huis. We slapen op een luchtbed en hebben voor de korte termijn wat potten en pannen aangeschaft.
Van de veertig huizen die ik heb bekeken, was deze cottage veruit de mooiste. Het huisje is met een grote heg van weg en buren afgesloten. Alleen buurman Ben kan als hij op zijn veranda staat over de heg kijken. We maken af en toe een praatje. Zijn ietwat kortere vrouw Margaret hebben we nog nauwelijks gesproken. Dat we nu kamperen, ligt aan onszelf, want als het aan onze buren had gelegen was ons huis volledig ingericht met hun reservespullen. Niet alleen die van Ben en Margaret, maar ook Heather en Jim, de andere buren, boden hun overtollige huisraad aan. Waarom? Ik heb er maar één verklaring voor: Kiwi’s zijn aardige mensen.

A man needs wheels en hier in Auckland geldt dat evenzeer voor een vrouw. Wij geven weinig om auto’s. Een Peugeot 306 Cabrio herkennen we, maar verder... Het maakt de keuze er hier niet makkelijker op. Naast het aanbod van de vele autodealers, staan er auto’s te koop langs de kant van de weg, en dan is er nog het internet. De weinige gedachten gingen richting een Japanner, aangezien Europese auto’s hier relatief duur zijn. Maar Japanse auto’s winnen geen schoonheidsprijzen. We huurden tot nu toe een Nissan Pulsar en daar wil je niet dood in worden aangetroffen. Alleen al uit angst daarvoor zit je er met kloppend hart in. Ik vermoed dat daar de naam vandaan komt. De Japanse SUV’s (‘PC Hooft Tractoren’ in de volksmond, een ‘Sufferdje’ volgens mijn vriendin) gaan nog net.

Liz die de studentenadministratie regelt, raadde ons een ‘Car auction’ aan. Die kom je niet tegen in de reisgidsen, maar valt wel in de categorie ‘must do’. Ze toverde de website op het scherm en selecteerde een SUV die er goed en betaalbaar uitzag. Een Mitsubishi nogwat. Wij naar de auction. De Mitsubishi nogwat viel na een testrit af.
Gelukkig, stonden er meer auto’s in de grote veilinghal, waaronder een direct in het zicht geplaatste Mazda cabrio. Een soort imitatie Triumph of imitatie MG. Een ‘fun’ of ‘toy’ car. Groen met bruinleren bekleding en niet te vergeten een kek houten stuurtje. Dat moesten we proefrijden. Het reed weergaloos. Zonnige dag, kapje eraf, dat kennen we wel. Geschatte prijs volgens de veilingmeesters: vijf tot zesduizend kiwidollar. Zo’n drieduizend euro.

Geen geld voor zo’n kleinood, maar hoe voorkom je een zeperd? Gelukkig had Chas (spreek uit Tjes) de man van Liz aangeboden om ons te assisteren. Hij kwam langs en bekeek de auto. Geen geld bleek veel te veel geld. “Max vierduizend”, luidde zijn conclusie. Dan moest er iets aan de koppeling gebeuren, de lak een beetje bijgewerkt... Kwam je uit op 5000. Was een goeie prijs. Het eerste probleem opgelost.
Tweede probleem: hoe werkt zo’n veiling? Chas gaf ons tekst en uitleg. In theorie klonk het mooi. Eerst gaat de veilingmeester omlaag tot het uiterste minimum. Dan start de weg omhoog. Dat begint met tweehonderd per keer, dan honderd en eventueel vijftig per bod. Chas had geen goed woord over voor de beginnelingen die al bij het neergaan begonnen te bieden: ‘amateurs!’. Wachten dus. Er was een klein aanvullend addertje. Ook al ben je de hoogste bieder, je krijgt niet automatisch de auto. Dat gebeurt alleen als de bodemprijs van de verkoper wordt bereikt. Maar dat kondigt de veilingmeester uitgebreid aan: eerst met een groen lichtbord “Getting Close” en dan met een blauw lichtbord: “Now Selling”.

In een hoek van de hal met zo’n tachtig auto’s verzamelden zich ongeveer evenveel gegadigden op de oranje plastic stoeltjes. Het kon beginnen. Ik zou het bieden doen en onze afgesproken prijs was 3750. Bij de veiling is het cruciaal om een maximum prijs te hebben. In de emotie van het bieden schijn je anders te hoog te eindigen. Die 3750 hadden we na overleg besloten. Tegen Chas zei ik 3850. (de extra 100 was, ‘de auto is voor maar vijftig dollar meer aan onze neus voorbijgegaan en jij gaat dat nog een paar jaren horen’ – risicopremie).
Theorie is mooi, de praktijk is anders. Van het bieden, laat staan van de veilingmeester viel geen chocola te maken. Gaattie nu omhoog of omlaag? Biedt er iemand en zo ja wie? Als hij omhoog gaat is dat dan met 100 of 200? De eerste auto was verkocht voor ik er erg in had en dat kon voor 1000 dollar zijn maar evengoed voor 5000 dollar. Sterker, ik had geen idee of er iets verkocht was en zo ja aan wie. Ik begon me zorgen te maken want over zeventien auto’s zou daar de nu plotsklaps felbegeerde Mazda staan. Niet hoog genoeg bieden dat hoor je maar een paar jaar; het hele bieden niet begrijpen, dat hoor je de rest van je leven. En niet alleen ik. Om de spanning verder op te drijven: te snel bieden kon een amateur-status opleveren van gelijke duur.

Na tien auto’s kreeg ik door dat de veilingmeester toch echt iets riep dat in de verte leek op Engels, na vijftien auto’s dacht ik het te begrijpen. Laat ik kort zijn. We kregen het speeltje niet. Mijn hoogste bod van 3900 was niet genoeg. Ook de 4000 waar het cabriootje voor wegging bleek niet hoog genoeg, de bodemprijs van de verkoper werd niet gehaald. Maar mijn goede vriend Chas verzekerde mij dat ik beter dan een echte Kiwi had geboden met een rust en zelfverzekerdheid die indrukwekkend was. Mijn beste en nu levenslange vriend Chas voegde daar aan toe dat het een fout van de veilingmeester was dat hij mijn bod van 3850 had geïnterpreteerd als zijnde een bod van 3900. Kiwi’s zijn verdomd aardige mensen.

Gelukkig hadden we enige dagen later alsnog een auto. Via een dealer bemachtigden we een Nissan Terrano. Dezelfde dealer is hard op zoek naar een Mazda MX5 Limited Edition. De Nissan Terrano is, zoals de naam doet vermoeden een volstrekt milieuonvriendelijk dieselslurpend sufferdje. Echter, in tegenstelling tot Nederland kan je hier met goed fatsoen in zo’n ding rijden want het is welbekend dat de wegen - zo ze die naam hier al mogen hebben - in Auckland enorm bochtig en vooral steil zijn.

Hi Ben, Another beautiful day in paradise, Ay’, zo begint buurman Ben de laatste weken onze dagelijkse gesprekjes. Gelijk heeft hij. Terwijl het in Nederland echt heeft gesneeuwd en echt heeft gevroren - ook mooi - blijft het hier door zomeren met stralende blauwe luchten. Voeg daarbij dat als we naar huis rijden we door een prachtig heuvellandschap glijden in de blauwe Nissan Terrano met vergezichten over de al net zo blauwe zee met in die zee op de juiste plekken pittoreske eilanden, en u begrijpt dat wij de mening van buurman Ben delen.

(deze brief is kiwified als een origineel Nieuw-Zeelands product)
© 2005 Ben Jacobsen
powered by CJ2