archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Brief uit ... delen printen terug
Je eigen feestje Rob Kieft

0615BS Feestje
Een wat versomberd meisje bij ons in de buurt kwam laatst wanhopig terug van haar hulpverlener. Die had haar te kennen gegeven dat iedereen zijn eigen feestje moet organiseren en zij dus ook, en dat zij er bovendien persoonlijk verantwoordelijk voor was dat er op dat feestje ook nog de nodige slingers werden opgehangen. Het arme kind heeft maanden nodig gehad om die gedachte te verwerken.

Franse plattelanders hebben daar geen moeite mee. In ‘onze’ streek is eigenlijk helemaal niets te beleven, de dorpen zijn overwegend grijs, veel winkels staan leeg en te huur, want hun handel is ten offer gevallen aan de ‘centres commercials’, waar grote supermarkten bijna alles in de aanbieding hebben wat een mens maar nodig heeft. Voor de dichtstbijzijnde stad zit je al gauw een half uur in de auto. Even naar de bioscoop is er dus niet bij. En een fatsoenlijk theater of een concertzaal zijn al helemaal niet aan de orde.
Je zou er bijna zwaar versomberen, als de Fransen niet zo bijdehand geweest waren hun eigen feestjes te organiseren. Wie op vrijdag de regionale krant inkijkt stuit al snel op een hele waslijst aan activiteiten.

In ons dorp is, laten we zeggen, een soort Oranjevereniging actief: de ‘assocation de loisirs et d’animations’. Die zorgt op nationale feestdagen voor lokaal vertier. Op 14 juli (nationale feestdag) organiseert de vereniging spelen voor jong (voetbal) en oud (jeu de boules), maar het feest is natuurlijk geconcentreerd rond een gezamenlijke maaltijd. In een speciaal daartoe opgezette feesttent staan dan lange tafels opgesteld, er is een bar waar bier en wijn worden gekoeld in een oude melkkoeltank. Tussen de gangen door kunnen de deelnemers een dansje wagen, daartoe geïnspireerd door de plaatselijke line dance groep. Rond 11 uur, als het hoofdgerecht net wel, maar meestal nog net niet is geserveerd, ontsteekt de brandweer het traditionele vuurwerk. En dat zijn niet zomaar een paar lichtkogeltjes, maar een vuurwerk waarvoor men zich te Scheveningen niet zou behoeven te schamen. Daarna zetten de feestgangers de maaltijd genoeglijk voort, tot ver in de kleine uurtjes. Wij verlieten de feestelijkheden meestal rond 1 uur ‘s nachts, maar dat was steeds nog voordat de kaas en het dessert waren doorgekomen.

Iets dergelijks speelt zich ook af op 11 november, als Frankrijk de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog (La Grande Guerre) herdenkt. Een klein blaaskapelletje marcheert dan manhaftig door het dorpje tot aan het monument voor de gevallenen, waar inderdaad het aantal gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog dat uit de Tweede veruit overtreft. De burgemeester houdt vervolgens een korte toespraak, waarna men zich naar de plaatselijke feestzaal spoedt voor een apéritief en vervolgens aan tafel gaat. Voor de lunch ditmaal.
Naast deze feestelijkheden organiseert de vereniging wandelingen in de omgeving, meestal naar een monument in de buurt. Want de belangstelling voor het historisch erfgoed is niet gering en doet in niets onder voor die in Duitsland, met zijn ‘Heimatvereine’. Wat een geruststellende gedachte is, of niet.
Natuurlijk is er dan nog een kerstborrel en een kerstman die kinderen en bejaarden een cadeautje brengt.

En zoals iedere zichzelf respecterende vereniging organiseert ook de onze een brocante. Eenmaal in de twee jaar, dat wel, want het aantal brocante’s in de omgeving is zo groot dat een jaarlijkse brocante te weinig handel op zou leveren. Er zijn nu eenmaal meer dorpen in de buurt dan er zondagen zijn in het brocante-seizoen, dat loopt van ongeveer Pasen tot half september.
Maar de ene brocante is de andere niet. In een heel enkel geval zou je kunnen spreken van wat wij hier groots een antiekmarkt zouden noemen. Maar meestal gaat het eigenlijk om een vide grenier (een opgeruimde zolder), iets wat wij hier met ‘garageverkoop’ aanduiden: alle rommel die al jaren het daglicht niet gezien heeft, ligt verstoft en smerig op een kleedje voor het huis. En toch komen er heel veel bezoekers op deze brocantes af. Tot ver buiten het betreffende dorp staan auto’s schots en scheef in de berm geparkeerd en de, meestal, geïmproviseerde horeca (opbrengst voor een vereniging in het dorp) loopt altijd als een trein.
Wat ligt daar dan zoal, op die kleedjes? Oude serviezen (mijn vrouw heeft inmiddels een aardige verzameling theepotten), keukengereedschap uit vervlogen tijden, echt gereedschap uit nog langer vervlogen tijden, speelgoed, ansichtkaarten, meubilair, oude fittingen, granaathulzen, een enkele keer een oude tractor en zo zou ik nog uren door kunnen gaan! Wie bezig is zijn oude Franse huisje op te knappen met authentiek materiaal kan bij wijze van spreken niet om die brocante's heen. Oude scharnieren voor je luiken, deurknoppen uit grootmoeders tijd: met een beetje geluk vind je daar precies wat je zoekt en meestal voor een schappelijke prijs. Het is dan ook geen wonder dat je bij het inrijden van weer zo’n brocantedorp vooral veel Nederlandse auto’s in de berm ziet staan.

Maar met de brocante's zijn de regionale feestelijkheden nog niet uitgeput.
Veel dorpen hebben zich iets bijzonders toegeëigend waaraan een feestelijke dag gewijd moet worden.
Bij ons in de buurt ligt zo’n dorp, omringd door kersenboomgaarden. Die kersen zijn niet in de eerste plaats voor de consumptie bedoeld, daar zijn ze misschien te klein voor, maar voor de vervaardiging van kirsch. In dat dorp staat dan ook een behoorlijk aantal distilleerderijen. En ook de kersenboeren zelf stoken vaak hun eigen kirsch of eau de vie. Meer dan genoeg aanbod.
Als de eerste kersen zijn geplukt is dat voldoende aanleiding om gedurende een heel weekend een kersenfeest te vieren met een echte kersenkoningin die op een praalwagen door het dorp gereden wordt, met het bestuur van de associatie van kersenkwekers in oude klederdracht, met een kersenbal en natuurlijk met veel lunch en diner. Op straat speelt zich intussen de gebruikelijke handel af zoals die we hier ook aantreffen op braderieën, met één verschil: in een mobiele distilleerketel, gestookt met grote houtblokken, wordt ter plekke de kirsch vervaardigd waar het allemaal om draait.
En als dan na een paar maanden de kirschproductie echt op gang gekomen is, dan wordt er weer een weekend uitgetrokken om daar een feestje omheen te bouwen.

Een dorp verderop heeft zich de andouillette toegeëigend als aanleiding voor feestelijkheden. De andouillette is een saucijsachtig worstje, waarvan de vulling bestaat uit orgaanvlees afkomstig uit de buikholte van koeien. Het worstje kent fanatieke liefhebbers, niets gaat voor hen boven een goede andouillette, maar ook rabiate tegenstanders (bekend Hollands commentaar: ‘gadverdamme, dat geven ze bij ons aan de hond’). Iets genuanceerder verwoord behoren wij tot de laatste categorie.
En zo zijn er de feestdagen rond St. Jan (omstreeks de zonnewende, 21 juni), waar het vooral gaat om het ontsteken van een groot vuur, veelal van enorm grote houten bouwwerken, soms in de vorm van een dier. Maandenlang hebben de dorpelingen daartoe oude pallets vertimmerd. Of een feestelijk weekend ter ere van de nieuwe appeloogst, of een broodfeest, of een internationaal folkloristisch festival, of een expositie van regionale kunstschilders, of twee weken lang het hele stadje in het teken van de middeleeuwen, of..... . En dat alles binnen een straal van pakweg dertig kilometer rond ons dorp.
Het moet wel erg gek lopen, als we daar depressief worden.
 
***************************************
Illustratie van LoolsArt
Meer over LoolsArt op www.loolsart.blogspot.com


© 2009 Rob Kieft meer Rob Kieft - meer "Brief uit ..."
Beschouwingen > Brief uit ...
Je eigen feestje Rob Kieft
0615BS Feestje
Een wat versomberd meisje bij ons in de buurt kwam laatst wanhopig terug van haar hulpverlener. Die had haar te kennen gegeven dat iedereen zijn eigen feestje moet organiseren en zij dus ook, en dat zij er bovendien persoonlijk verantwoordelijk voor was dat er op dat feestje ook nog de nodige slingers werden opgehangen. Het arme kind heeft maanden nodig gehad om die gedachte te verwerken.

Franse plattelanders hebben daar geen moeite mee. In ‘onze’ streek is eigenlijk helemaal niets te beleven, de dorpen zijn overwegend grijs, veel winkels staan leeg en te huur, want hun handel is ten offer gevallen aan de ‘centres commercials’, waar grote supermarkten bijna alles in de aanbieding hebben wat een mens maar nodig heeft. Voor de dichtstbijzijnde stad zit je al gauw een half uur in de auto. Even naar de bioscoop is er dus niet bij. En een fatsoenlijk theater of een concertzaal zijn al helemaal niet aan de orde.
Je zou er bijna zwaar versomberen, als de Fransen niet zo bijdehand geweest waren hun eigen feestjes te organiseren. Wie op vrijdag de regionale krant inkijkt stuit al snel op een hele waslijst aan activiteiten.

In ons dorp is, laten we zeggen, een soort Oranjevereniging actief: de ‘assocation de loisirs et d’animations’. Die zorgt op nationale feestdagen voor lokaal vertier. Op 14 juli (nationale feestdag) organiseert de vereniging spelen voor jong (voetbal) en oud (jeu de boules), maar het feest is natuurlijk geconcentreerd rond een gezamenlijke maaltijd. In een speciaal daartoe opgezette feesttent staan dan lange tafels opgesteld, er is een bar waar bier en wijn worden gekoeld in een oude melkkoeltank. Tussen de gangen door kunnen de deelnemers een dansje wagen, daartoe geïnspireerd door de plaatselijke line dance groep. Rond 11 uur, als het hoofdgerecht net wel, maar meestal nog net niet is geserveerd, ontsteekt de brandweer het traditionele vuurwerk. En dat zijn niet zomaar een paar lichtkogeltjes, maar een vuurwerk waarvoor men zich te Scheveningen niet zou behoeven te schamen. Daarna zetten de feestgangers de maaltijd genoeglijk voort, tot ver in de kleine uurtjes. Wij verlieten de feestelijkheden meestal rond 1 uur ‘s nachts, maar dat was steeds nog voordat de kaas en het dessert waren doorgekomen.

Iets dergelijks speelt zich ook af op 11 november, als Frankrijk de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog (La Grande Guerre) herdenkt. Een klein blaaskapelletje marcheert dan manhaftig door het dorpje tot aan het monument voor de gevallenen, waar inderdaad het aantal gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog dat uit de Tweede veruit overtreft. De burgemeester houdt vervolgens een korte toespraak, waarna men zich naar de plaatselijke feestzaal spoedt voor een apéritief en vervolgens aan tafel gaat. Voor de lunch ditmaal.
Naast deze feestelijkheden organiseert de vereniging wandelingen in de omgeving, meestal naar een monument in de buurt. Want de belangstelling voor het historisch erfgoed is niet gering en doet in niets onder voor die in Duitsland, met zijn ‘Heimatvereine’. Wat een geruststellende gedachte is, of niet.
Natuurlijk is er dan nog een kerstborrel en een kerstman die kinderen en bejaarden een cadeautje brengt.

En zoals iedere zichzelf respecterende vereniging organiseert ook de onze een brocante. Eenmaal in de twee jaar, dat wel, want het aantal brocante’s in de omgeving is zo groot dat een jaarlijkse brocante te weinig handel op zou leveren. Er zijn nu eenmaal meer dorpen in de buurt dan er zondagen zijn in het brocante-seizoen, dat loopt van ongeveer Pasen tot half september.
Maar de ene brocante is de andere niet. In een heel enkel geval zou je kunnen spreken van wat wij hier groots een antiekmarkt zouden noemen. Maar meestal gaat het eigenlijk om een vide grenier (een opgeruimde zolder), iets wat wij hier met ‘garageverkoop’ aanduiden: alle rommel die al jaren het daglicht niet gezien heeft, ligt verstoft en smerig op een kleedje voor het huis. En toch komen er heel veel bezoekers op deze brocantes af. Tot ver buiten het betreffende dorp staan auto’s schots en scheef in de berm geparkeerd en de, meestal, geïmproviseerde horeca (opbrengst voor een vereniging in het dorp) loopt altijd als een trein.
Wat ligt daar dan zoal, op die kleedjes? Oude serviezen (mijn vrouw heeft inmiddels een aardige verzameling theepotten), keukengereedschap uit vervlogen tijden, echt gereedschap uit nog langer vervlogen tijden, speelgoed, ansichtkaarten, meubilair, oude fittingen, granaathulzen, een enkele keer een oude tractor en zo zou ik nog uren door kunnen gaan! Wie bezig is zijn oude Franse huisje op te knappen met authentiek materiaal kan bij wijze van spreken niet om die brocante's heen. Oude scharnieren voor je luiken, deurknoppen uit grootmoeders tijd: met een beetje geluk vind je daar precies wat je zoekt en meestal voor een schappelijke prijs. Het is dan ook geen wonder dat je bij het inrijden van weer zo’n brocantedorp vooral veel Nederlandse auto’s in de berm ziet staan.

Maar met de brocante's zijn de regionale feestelijkheden nog niet uitgeput.
Veel dorpen hebben zich iets bijzonders toegeëigend waaraan een feestelijke dag gewijd moet worden.
Bij ons in de buurt ligt zo’n dorp, omringd door kersenboomgaarden. Die kersen zijn niet in de eerste plaats voor de consumptie bedoeld, daar zijn ze misschien te klein voor, maar voor de vervaardiging van kirsch. In dat dorp staat dan ook een behoorlijk aantal distilleerderijen. En ook de kersenboeren zelf stoken vaak hun eigen kirsch of eau de vie. Meer dan genoeg aanbod.
Als de eerste kersen zijn geplukt is dat voldoende aanleiding om gedurende een heel weekend een kersenfeest te vieren met een echte kersenkoningin die op een praalwagen door het dorp gereden wordt, met het bestuur van de associatie van kersenkwekers in oude klederdracht, met een kersenbal en natuurlijk met veel lunch en diner. Op straat speelt zich intussen de gebruikelijke handel af zoals die we hier ook aantreffen op braderieën, met één verschil: in een mobiele distilleerketel, gestookt met grote houtblokken, wordt ter plekke de kirsch vervaardigd waar het allemaal om draait.
En als dan na een paar maanden de kirschproductie echt op gang gekomen is, dan wordt er weer een weekend uitgetrokken om daar een feestje omheen te bouwen.

Een dorp verderop heeft zich de andouillette toegeëigend als aanleiding voor feestelijkheden. De andouillette is een saucijsachtig worstje, waarvan de vulling bestaat uit orgaanvlees afkomstig uit de buikholte van koeien. Het worstje kent fanatieke liefhebbers, niets gaat voor hen boven een goede andouillette, maar ook rabiate tegenstanders (bekend Hollands commentaar: ‘gadverdamme, dat geven ze bij ons aan de hond’). Iets genuanceerder verwoord behoren wij tot de laatste categorie.
En zo zijn er de feestdagen rond St. Jan (omstreeks de zonnewende, 21 juni), waar het vooral gaat om het ontsteken van een groot vuur, veelal van enorm grote houten bouwwerken, soms in de vorm van een dier. Maandenlang hebben de dorpelingen daartoe oude pallets vertimmerd. Of een feestelijk weekend ter ere van de nieuwe appeloogst, of een broodfeest, of een internationaal folkloristisch festival, of een expositie van regionale kunstschilders, of twee weken lang het hele stadje in het teken van de middeleeuwen, of..... . En dat alles binnen een straal van pakweg dertig kilometer rond ons dorp.
Het moet wel erg gek lopen, als we daar depressief worden.
 
***************************************
Illustratie van LoolsArt
Meer over LoolsArt op www.loolsart.blogspot.com
© 2009 Rob Kieft
powered by CJ2