archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Brief uit ... delen printen terug
Brief uit de universiteitsstad Cambridge Ingrid Relou

0110 Brief uit universiteitstad CambridgeHet Engelse Cambridge is een geweldig mooie stad waar het straatbeeld gedomineerd wordt door de universiteit. De fraaie, oude universiteitsgebouwen waar vele Nobelprijswinnaars gestudeerd hebben, geven Cambridge een hele speciale sfeer. Maar niet alleen het straatbeeld wordt gedomineerd door de universiteit … . Ik ben sinds een jaartje - na mijn promotie in Nederland - als biochemisch onderzoekster ‘lid’ van de Universiteit van Cambridge. Voor mij betekent werken bij een universiteit een laag inkomen maar ja, mijn passie ligt nou eenmaal in het onderzoek. Voor alle studenten hier betekent ‘lid zijn’ van de universiteit van Cambridge het begin van een veelbelovende carrière, want met die naam op je cv zit je gebakken.
Studeren in Cambridge is overigens anders dan werken als onderzoeker. Elke student hoort bij een ‘College’: een onafhankelijk instituut dat zorgt voor faciliteiten en begeleiding van de studenten. Elke student van een bepaalde studierichting gaat dus wel naar dezelfde colleges (lessen) en practica, maar krijgt in verschillende mate hulp achter de schermen. En die hulp begint bij de naam van het College. Kijk, ze kunnen natuurlijk niet iedereen toelaten tot de heilige grond van bijvoorbeeld Trinity College waar Isaac Newton en Prins Charles gelopen hebben, dus er is een streng aannamebeleid. Uiteraard helpt het als je een perfecte cijferlijst kan laten zien, maar het is net zo makkelijk als je uitblinkt in roeien (het zou namelijk verschrikkelijk zijn als Oxford elk jaar zou winnen) of als je familie rijk genoeg is om de bibliotheek wat aan te kunnen vullen. In praktijk maakt het eigenlijk niet zo veel uit hoe je cijferlijst eruit ziet, als je familie al generaties lang naar een bepaald College gaat. Het zou dan toch te gek zijn als dochterlief niet haar Louis Vuitton-tassen in zou mogen pakken en naar Cambridge kan vertrekken.
Het lijkt erg ouderwets dat geld en een goede familienaam je carrière flink kunnen helpen, maar hier is dat nog heel normaal. Al zou je zeggen dat de Colleges het geld niet echt nodig hebben gezien het feit dat de meeste veel grond in Cambridge en omstreken bezitten. Daarnaast is een van de Colleges na de koninklijke familie en de ‘Church of England’ zelfs nummer drie op de lijst van rijkste instituten in Engeland.

De studenten zijn over het algemeen dan verre van arm. Een goed voorbeeld is het jaarlijkse eindfeest (May Ball) in juni. Het plan is om daar zelf weer met een groep vrienden en collega’s naar toe te gaan, maar enkelen van ons vinden de toegangsprijs te hoog. Nu is 138 euro per persoon voor een feestavond georganiseerd door studenten ook niet niks, zeker als je de kosten van kleding er bij optelt. Het is namelijk niet de bedoeling dat je twee keer dezelfde jurk draagt en je kan ook niet in een simpel jurkje aan komen zetten. Je zou verwachten dat studenten er hetzelfde over denken, maar nee, er wordt gevochten om de kaartjes waardoor ze binnen 5 dagen allemaal uitverkocht zijn. Het is dé mooie gelegenheid om te netwerken of in elk geval om het netwerken te oefenen. Nu zie ik rondspringen op een luchtkasteel met je naaldhakken in de ene hand en een cocktail in de andere niet echt als netwerken, maar het is niet aan mij om commentaar te leveren aangezien ik nog veel te leren heb op dat gebied.
En omdat het soms lijkt alsof netwerken de meeste studiepunten oplevert in Cambridge en iedereen wel uit een ander deel van Engeland of uit het buitenland komt en op zoek is naar contacten, is het hier erg makkelijk om vrienden te maken. Zo’n eerste ontmoeting gaat altijd als volgt: “Hoi, bij welk College zit jij?” Daarna volgen eventueel vragen als ‘waar kom je vandaan?’ of ‘hoe heet je?’. Ik ben geen student en ben dus College-loos. Nu kan ik wel solliciteren naar een plek in een College, maar ik ben hier maar tijdelijk en de procedure duurt een jaar, dus het is voor mij niet de moeite. Ik heb dus de pijnlijke beslissing genomen om College-loos door het Cambridge-leven te gaan.
Die beslissing wordt soms geheel vrij vertaald naar; “Ah, lukte het niet om in een College te komen? Gossie, je mag wel een keer mee naar de kantine van mijn college hoor." Na even meewarig bekeken te zijn, gaat de betreffende student verder op zijn route want ja, bij een College-loze valt niet veel te netwerken. Ze zijn zo gewend aan het indelen van mensen op basis van aanzien van ‘hun’ College dat ze van slag zijn bij het ontmoeten van een mysterieuze College-loze. Ik ben toch net iets te nuchter om me hierdoor van mijn stuk te laten brengen en dus nam ik, ondanks mijn 'gebrek', die beroemde openingszin over. Soms viel dat echter niet zo goed en belandde ik in een discussie over waarom de universiteit waar de ander vandaan kwam, niet goed genoeg was en dat hij of zij ook best intelligent is. Tja, even vergeten dat degenen die geen lid zijn van de universiteit niet blij zijn met de mate waarin de universiteit het leven in Cambridge domineert. Ik heb de openingszin dus nu gewijzigd door te vragen hoe lang ze al in Cambridge zijn.

Vanaf het begin is me verteld: ‘Cambridge is klein, dus denk daaraan!’ Ik vond het een overdreven advies aangezien Cambridge best groot is. Twee weken later begreep ik de echte betekenis daarvan. Ik reageerde enigszins verveeld op een jongen in een supermarkt die mijn Nederlandse accent herkende en vervolgens 35 keer ‘Scheveningen’ probeerde uit te spreken, terwijl mijn pizza aan het ontdooien was. Nog geen twee weken later kom ik hem tegen op een borrel. Het lijkt soms misschien teveel ‘ons kent ons’ en een te kleine wereld, maar ook ik moet toegeven dat ik hier naar toe gekomen ben omdat het goed staat op mijn cv en vind het niet erg om de ‘juiste mensen’ te leren kennen. Daarbij is het ‘ons kent ons’ sfeertje ook erg gezellig en heb ik al enorm veel leuke mensen leren kennen wat mijn tijd in Cambridge tot nu toe erg geslaagd en interessant gemaakt heeft.

© 2004 Ingrid Relou meer Ingrid Relou - meer "Brief uit ..."
Beschouwingen > Brief uit ...
Brief uit de universiteitsstad Cambridge Ingrid Relou
0110 Brief uit universiteitstad CambridgeHet Engelse Cambridge is een geweldig mooie stad waar het straatbeeld gedomineerd wordt door de universiteit. De fraaie, oude universiteitsgebouwen waar vele Nobelprijswinnaars gestudeerd hebben, geven Cambridge een hele speciale sfeer. Maar niet alleen het straatbeeld wordt gedomineerd door de universiteit … . Ik ben sinds een jaartje - na mijn promotie in Nederland - als biochemisch onderzoekster ‘lid’ van de Universiteit van Cambridge. Voor mij betekent werken bij een universiteit een laag inkomen maar ja, mijn passie ligt nou eenmaal in het onderzoek. Voor alle studenten hier betekent ‘lid zijn’ van de universiteit van Cambridge het begin van een veelbelovende carrière, want met die naam op je cv zit je gebakken.
Studeren in Cambridge is overigens anders dan werken als onderzoeker. Elke student hoort bij een ‘College’: een onafhankelijk instituut dat zorgt voor faciliteiten en begeleiding van de studenten. Elke student van een bepaalde studierichting gaat dus wel naar dezelfde colleges (lessen) en practica, maar krijgt in verschillende mate hulp achter de schermen. En die hulp begint bij de naam van het College. Kijk, ze kunnen natuurlijk niet iedereen toelaten tot de heilige grond van bijvoorbeeld Trinity College waar Isaac Newton en Prins Charles gelopen hebben, dus er is een streng aannamebeleid. Uiteraard helpt het als je een perfecte cijferlijst kan laten zien, maar het is net zo makkelijk als je uitblinkt in roeien (het zou namelijk verschrikkelijk zijn als Oxford elk jaar zou winnen) of als je familie rijk genoeg is om de bibliotheek wat aan te kunnen vullen. In praktijk maakt het eigenlijk niet zo veel uit hoe je cijferlijst eruit ziet, als je familie al generaties lang naar een bepaald College gaat. Het zou dan toch te gek zijn als dochterlief niet haar Louis Vuitton-tassen in zou mogen pakken en naar Cambridge kan vertrekken.
Het lijkt erg ouderwets dat geld en een goede familienaam je carrière flink kunnen helpen, maar hier is dat nog heel normaal. Al zou je zeggen dat de Colleges het geld niet echt nodig hebben gezien het feit dat de meeste veel grond in Cambridge en omstreken bezitten. Daarnaast is een van de Colleges na de koninklijke familie en de ‘Church of England’ zelfs nummer drie op de lijst van rijkste instituten in Engeland.

De studenten zijn over het algemeen dan verre van arm. Een goed voorbeeld is het jaarlijkse eindfeest (May Ball) in juni. Het plan is om daar zelf weer met een groep vrienden en collega’s naar toe te gaan, maar enkelen van ons vinden de toegangsprijs te hoog. Nu is 138 euro per persoon voor een feestavond georganiseerd door studenten ook niet niks, zeker als je de kosten van kleding er bij optelt. Het is namelijk niet de bedoeling dat je twee keer dezelfde jurk draagt en je kan ook niet in een simpel jurkje aan komen zetten. Je zou verwachten dat studenten er hetzelfde over denken, maar nee, er wordt gevochten om de kaartjes waardoor ze binnen 5 dagen allemaal uitverkocht zijn. Het is dé mooie gelegenheid om te netwerken of in elk geval om het netwerken te oefenen. Nu zie ik rondspringen op een luchtkasteel met je naaldhakken in de ene hand en een cocktail in de andere niet echt als netwerken, maar het is niet aan mij om commentaar te leveren aangezien ik nog veel te leren heb op dat gebied.
En omdat het soms lijkt alsof netwerken de meeste studiepunten oplevert in Cambridge en iedereen wel uit een ander deel van Engeland of uit het buitenland komt en op zoek is naar contacten, is het hier erg makkelijk om vrienden te maken. Zo’n eerste ontmoeting gaat altijd als volgt: “Hoi, bij welk College zit jij?” Daarna volgen eventueel vragen als ‘waar kom je vandaan?’ of ‘hoe heet je?’. Ik ben geen student en ben dus College-loos. Nu kan ik wel solliciteren naar een plek in een College, maar ik ben hier maar tijdelijk en de procedure duurt een jaar, dus het is voor mij niet de moeite. Ik heb dus de pijnlijke beslissing genomen om College-loos door het Cambridge-leven te gaan.
Die beslissing wordt soms geheel vrij vertaald naar; “Ah, lukte het niet om in een College te komen? Gossie, je mag wel een keer mee naar de kantine van mijn college hoor." Na even meewarig bekeken te zijn, gaat de betreffende student verder op zijn route want ja, bij een College-loze valt niet veel te netwerken. Ze zijn zo gewend aan het indelen van mensen op basis van aanzien van ‘hun’ College dat ze van slag zijn bij het ontmoeten van een mysterieuze College-loze. Ik ben toch net iets te nuchter om me hierdoor van mijn stuk te laten brengen en dus nam ik, ondanks mijn 'gebrek', die beroemde openingszin over. Soms viel dat echter niet zo goed en belandde ik in een discussie over waarom de universiteit waar de ander vandaan kwam, niet goed genoeg was en dat hij of zij ook best intelligent is. Tja, even vergeten dat degenen die geen lid zijn van de universiteit niet blij zijn met de mate waarin de universiteit het leven in Cambridge domineert. Ik heb de openingszin dus nu gewijzigd door te vragen hoe lang ze al in Cambridge zijn.

Vanaf het begin is me verteld: ‘Cambridge is klein, dus denk daaraan!’ Ik vond het een overdreven advies aangezien Cambridge best groot is. Twee weken later begreep ik de echte betekenis daarvan. Ik reageerde enigszins verveeld op een jongen in een supermarkt die mijn Nederlandse accent herkende en vervolgens 35 keer ‘Scheveningen’ probeerde uit te spreken, terwijl mijn pizza aan het ontdooien was. Nog geen twee weken later kom ik hem tegen op een borrel. Het lijkt soms misschien teveel ‘ons kent ons’ en een te kleine wereld, maar ook ik moet toegeven dat ik hier naar toe gekomen ben omdat het goed staat op mijn cv en vind het niet erg om de ‘juiste mensen’ te leren kennen. Daarbij is het ‘ons kent ons’ sfeertje ook erg gezellig en heb ik al enorm veel leuke mensen leren kennen wat mijn tijd in Cambridge tot nu toe erg geslaagd en interessant gemaakt heeft.
© 2004 Ingrid Relou
powered by CJ2