archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Amsterdam werelddorp delen printen terug
Help, een buitenlander op de trap Sebastiaan Capel

0605BS I Amsterdam
In Amsterdam wonen meer dan 170 nationaliteiten, nog meer dan in New York, Londen of Parijs. En dat is iets om tevreden over te zijn, want de aanwezigheid van al die mensen van vreemde herkomst voegt iets toe aan de stad, ze maken dit dorp tot een werelddorp. Wat nou precies die twee Belizanen en elf Djibouti bijdragen is misschien niet direct meetbaar, maar het idee is duidelijk. Een belangrijk onderdeel van al deze internationale Amsterdammers zijn de ‘expats’: tijdelijke werknemers uit het buitenland. De duur van hun verblijf varieert van een paar maanden tot een paar jaar. De groei in het aantal expats komt door de globaliserende economie. Er is een druk verkeer van arbeidskrachten over de wereld ontstaan, vooral van diegenen die kennis en creativiteit in te brengen hebben; zij vormen de nieuwe economische voorhoede. Amsterdam afficheert zich graag als ‘magneet voor talent’, ook buitenlands talent. Daarom mag men verwachten dat Amsterdam de poorten wijd open zet voor deze expats.

Niks is echter minder waar: Amsterdam heeft een beleid waardoor het aantal beschikbare woningen voor expats beperkt is. Eigenaren die hun huis korter dan zes maanden willen verhuren, moeten een vergunning aanvragen en het aantal vergunningen is beperkt. Een belangrijke reden voor dit restrictieve beleid is dat de gemeente zegt de leefbaarheid van buurten te willen beschermen. Teveel kort-verblijvende buitenlanders in de buurt, dat woont niet prettig.
Die buitenlanders zorgen namelijk voor ontzettend veel overlast. Ze zeulen met hun koffers op alle tijden van de nacht. Ze groeten de buren niet. Ze maken geen onderdeel uit van de buurt. Ze zijn nooit thuis. Ze beheren het geveltuintje niet. Aldus mensen met ‘buitenlanders op de trap'.

Het lijkt erop dat de bestuurders van Amsterdam zich hebben laten intimideren door deze dorpse Amsterdammers. En dat terwijl het gedrag dat toegeschreven wordt aan expats net zo goed opgaat voor menig autochtone grotestadbewoner. Ook zij gaan hun eigen gang, kiezen hun eigen weg in de stad en zijn meer aan de stad als geheel gebonden dan aan de buurt waar ze toevallig wonen. Zien we hen ook liever niet in de stad?

Al die – al dan niet tijdelijke – import-Amsterdammers zorgen voor een internationale sfeer in de stad. Zo kende het winkelbestand al langer winkels voor specifiek Engelse dagelijkse boodschappen, maar inmiddels zijn er ook Poolse winkels en in het aangrenzende Amstelveen een Indiase supermarkt, voor al uw linzen, currypoeders en poppadoms. En de komst van internationale scholen biedt ook aan Nederlandse kinderen de gelegenheid een internationale opleiding te krijgen. Een betere voorbereiding op de ‘global economy’ is er niet!

Dit soort bijdragen kunnen Amsterdam en haar wereldburgers dus mislopen door zich zo ongastvrij op te stellen voor expats. Het ophalen van de brug over de slotgracht past een Middeleeuws dorp, niet een 21e eeuwse metropool. Op deze manier verliest Amsterdam binnenkort vast een paar nationaliteiten, terwijl veel beleidsmakers nu juist streven naar groei ervan.

Een lichtpuntje aan de expat-horizon zijn nieuwbouwcomplexen speciaal gebouwd voor deze tijdelijke Amsterdammers. Zo is aan de Zuidas een appartementencomplex verrezen: ‘New Amsterdam’. Deze nieuwbouw valt – als gevolg van enige ambtelijke lenigheid – buiten alle regels. Hier kunnen de expats gelukkig wel een plekje vinden. In het complex zijn, weliswaar voor flink wat geld, grootstedelijke appartementen te huur, gemeubileerd of ongemeubileerd. Een fitness-studio, zwembad en sauna horen er ook bij, evenals een wasserij-service en een huismeester. De belangstelling voor dit project van Vesteda – een grote verhuurder van woningen in de luxesector, die is voortgekomen uit het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds – geeft aan dat er behoefte is aan expat-woningen. Het restrictieve beleid van de gemeente werkt dus echt belemmerend.

Een project als dit, waarvan er hopelijk binnenkort meer zijn, vormt een goede toevoeging aan het woningbestand en zorgt ervoor dat expats een plekje kunnen vinden. Nog beter zou het zijn als ze in ‘gewone buurten’ kunnen wonen en zich mengen met de rest van alle Amsterdammers. De mensen met angst voor een expat op de trap verhinderen nu dat Amsterdam zich met trots een ‘werelddorp’ kan noemen.
 
**************************************************************
Uitgave van De Leunstoel wordt mede mogelijk gemaakt door donaties van:
Barbara Muller, Katharina Kouwenhoven, Michiel Hoorweg, Hans Meijer,
J.W. Meijer, Willem Sloots, Noor van den Brand, Peter Schröder, Ruurd Kunnen,
Carlo van Praag, Ruud van Ruijven, Frits Hoorweg en anderen.


© 2008 Sebastiaan Capel meer Sebastiaan Capel - meer "Amsterdam werelddorp" -
Beschouwingen > Amsterdam werelddorp
Help, een buitenlander op de trap Sebastiaan Capel
0605BS I Amsterdam
In Amsterdam wonen meer dan 170 nationaliteiten, nog meer dan in New York, Londen of Parijs. En dat is iets om tevreden over te zijn, want de aanwezigheid van al die mensen van vreemde herkomst voegt iets toe aan de stad, ze maken dit dorp tot een werelddorp. Wat nou precies die twee Belizanen en elf Djibouti bijdragen is misschien niet direct meetbaar, maar het idee is duidelijk. Een belangrijk onderdeel van al deze internationale Amsterdammers zijn de ‘expats’: tijdelijke werknemers uit het buitenland. De duur van hun verblijf varieert van een paar maanden tot een paar jaar. De groei in het aantal expats komt door de globaliserende economie. Er is een druk verkeer van arbeidskrachten over de wereld ontstaan, vooral van diegenen die kennis en creativiteit in te brengen hebben; zij vormen de nieuwe economische voorhoede. Amsterdam afficheert zich graag als ‘magneet voor talent’, ook buitenlands talent. Daarom mag men verwachten dat Amsterdam de poorten wijd open zet voor deze expats.

Niks is echter minder waar: Amsterdam heeft een beleid waardoor het aantal beschikbare woningen voor expats beperkt is. Eigenaren die hun huis korter dan zes maanden willen verhuren, moeten een vergunning aanvragen en het aantal vergunningen is beperkt. Een belangrijke reden voor dit restrictieve beleid is dat de gemeente zegt de leefbaarheid van buurten te willen beschermen. Teveel kort-verblijvende buitenlanders in de buurt, dat woont niet prettig.
Die buitenlanders zorgen namelijk voor ontzettend veel overlast. Ze zeulen met hun koffers op alle tijden van de nacht. Ze groeten de buren niet. Ze maken geen onderdeel uit van de buurt. Ze zijn nooit thuis. Ze beheren het geveltuintje niet. Aldus mensen met ‘buitenlanders op de trap'.

Het lijkt erop dat de bestuurders van Amsterdam zich hebben laten intimideren door deze dorpse Amsterdammers. En dat terwijl het gedrag dat toegeschreven wordt aan expats net zo goed opgaat voor menig autochtone grotestadbewoner. Ook zij gaan hun eigen gang, kiezen hun eigen weg in de stad en zijn meer aan de stad als geheel gebonden dan aan de buurt waar ze toevallig wonen. Zien we hen ook liever niet in de stad?

Al die – al dan niet tijdelijke – import-Amsterdammers zorgen voor een internationale sfeer in de stad. Zo kende het winkelbestand al langer winkels voor specifiek Engelse dagelijkse boodschappen, maar inmiddels zijn er ook Poolse winkels en in het aangrenzende Amstelveen een Indiase supermarkt, voor al uw linzen, currypoeders en poppadoms. En de komst van internationale scholen biedt ook aan Nederlandse kinderen de gelegenheid een internationale opleiding te krijgen. Een betere voorbereiding op de ‘global economy’ is er niet!

Dit soort bijdragen kunnen Amsterdam en haar wereldburgers dus mislopen door zich zo ongastvrij op te stellen voor expats. Het ophalen van de brug over de slotgracht past een Middeleeuws dorp, niet een 21e eeuwse metropool. Op deze manier verliest Amsterdam binnenkort vast een paar nationaliteiten, terwijl veel beleidsmakers nu juist streven naar groei ervan.

Een lichtpuntje aan de expat-horizon zijn nieuwbouwcomplexen speciaal gebouwd voor deze tijdelijke Amsterdammers. Zo is aan de Zuidas een appartementencomplex verrezen: ‘New Amsterdam’. Deze nieuwbouw valt – als gevolg van enige ambtelijke lenigheid – buiten alle regels. Hier kunnen de expats gelukkig wel een plekje vinden. In het complex zijn, weliswaar voor flink wat geld, grootstedelijke appartementen te huur, gemeubileerd of ongemeubileerd. Een fitness-studio, zwembad en sauna horen er ook bij, evenals een wasserij-service en een huismeester. De belangstelling voor dit project van Vesteda – een grote verhuurder van woningen in de luxesector, die is voortgekomen uit het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds – geeft aan dat er behoefte is aan expat-woningen. Het restrictieve beleid van de gemeente werkt dus echt belemmerend.

Een project als dit, waarvan er hopelijk binnenkort meer zijn, vormt een goede toevoeging aan het woningbestand en zorgt ervoor dat expats een plekje kunnen vinden. Nog beter zou het zijn als ze in ‘gewone buurten’ kunnen wonen en zich mengen met de rest van alle Amsterdammers. De mensen met angst voor een expat op de trap verhinderen nu dat Amsterdam zich met trots een ‘werelddorp’ kan noemen.
 
**************************************************************
Uitgave van De Leunstoel wordt mede mogelijk gemaakt door donaties van:
Barbara Muller, Katharina Kouwenhoven, Michiel Hoorweg, Hans Meijer,
J.W. Meijer, Willem Sloots, Noor van den Brand, Peter Schröder, Ruurd Kunnen,
Carlo van Praag, Ruud van Ruijven, Frits Hoorweg en anderen.
© 2008 Sebastiaan Capel
powered by CJ2