archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Achter zonwerend glas delen printen terug
Een carrousel bediend door een DG Joop Quint

1108BZ Ministerie3Ze zaten onder een grote parasol. Karel had een sigaret opgestoken, Bastos zonder filter, en Henk zijn sigaar. Ze bestelden elk twee broodjes en een espresso. Geen bier. Het was een soort ongeschreven regel dat er tussen de middag niet werd gedronken. Dat was net als bij Leeuwenschot. Je werd er te snel moe en slaperig van.

Karel keek hem aan.
“Ik moet in de carrousel. Ik zit er natuurlijk al in, maar nu wordt het serieus”
Henk had er van gehoord. Hij had een vaag idee wat het was.
“Carrousel? Dat betekent dat jullie moeten rouleren?”
“Ja, ik zal het uitleggen. Al een tijdje geleden is men tot het inzicht gekomen dat de mensen aan de top van de ministeries, dat wil zeggen, directeur en hoger, breed inzetbaar moeten zijn. Dat is goed voor die mensen, maar het is ook goed voor de rijksoverheid, want zo komen er managers die van alle markten thuis zijn, die over de schuttingen kunnen kijken, want ze hebben aan de andere kant van die schutting gewerkt. Dus, je maakt geen carrière meer binnen een ministerie, je gaat als het ware schuin omhoog van het ene ministerie naar het andere. Het schijnt van de Engelse ‘civil service’ te komen. De toenmalige minister Dijkstal heeft zich er sterk voor gemaakt, het is aangenomen door de Kamer en nu is er bij Binnenlandse Zaken een directeur-generaal die dat allemaal regelt.”

“Dus als je bij ons zit, als directeur, bij het ministerie van Sport, Voeding en Cultuur, dan kan je directeur-generaal bij Buitenlandse Zaken worden?”
“Precies. Want Henk, bij een behoorlijke managementfunctie gaat het niet om de inhoud, maar om je ervaring als manager. Een goede manager hoort overal inzetbaar te zijn.”
“Ja, ik weet dat ze dat in het bedrijfsleven ook wel vonden, maar daar schijnen ze een beetje van terug te komen.”
“Nou, bij ons dus niet. Om het een beetje bot te zeggen, een topmanager bij de rijksoverheid hoeft geen kennis van zaken te hebben, hij hoeft niet te weten waar het over gaat, hij moet weten hoe je een directoraat of een directoraat-generaal bij de overheid runt. Of anders gezegd, kennis van het primaire proces is niet nodig.”

“Zo, dat is niet zo mooi. En wat betekent dat voor jou?”
“ Nou, ik zit dus in een kaartenbak, het zal wel een computersysteem zijn, daar zit jij trouwens ook in, en er wordt regelmatig in die kaartenbak gekeken. Vooral naar mensen die een jaar of vijf op een functie zitten. Dat is ongeveer het maximum, dan moeten ze ergens anders heen. En ik ben nu vier en een half jaar directeur Breedtesport, dus nu ben ik aan de beurt. Ik wist wel dat het zou gebeuren, maar het valt me toch rauw op mijn dak.”

“Wat valt je rauw op je dak?”
“Dat ik ben gevraagd om te solliciteren naar de functie van directeur ROMA bij Defensie.”
“Jezus, ROMA, dat zijn toch zigeuners. Hebben ze die bij Defensie.”
“Nee hoor, je weet toch dat ze alles afkorten. ROMA is roerend materieel.”
“Oh, gelukkig.”
“Nee, helemaal niet gelukkig. Het is afschuwelijk. Ik weet niets van Defensie. Ik ben niet eens in dienst geweest. En ik weet ook niets van materieel. Je zou denken dat ze daarvoor een ingenieur, of misschien een econoom nemen, maar ik heb biologie gestudeerd.”
Henk wilde wat helpen.
“Nou, dat is in ieder geval bèta.”
“Hou toch op, Henk, ik weet er echt geen bal van. Maar dat vinden ze dus niet erg. Misschien vinden ze het wel mooi, ik heb immers mijn managementervaring als directeur Breedtesport.”

“Maar het is toch de bedoeling dat je schuin omhoog gaat? Er is vast een directeur-generaal Materieel. Waarom word je dat niet?”
“Dat komt er ook nog bij. Ze vinden dat ik nog te weinig managementervaring heb. Ze vinden dat ik eerst nog ergens directeur moet zijn, voor ik in aanmerking kom voor een DG-functie. En daarom ben ik dus gevraagd om te solliciteren naar de functie van directeur ‘Roerend Materieel’. Dat wil dus zeggen dat ik moet solliciteren. Weet je trouwens wat het is ‘Roerend Materieel’?
“Nee.”
“Dat is al het materieel dat verplaatst kan worden. Dus boten, vliegtuigen, tanks, geweren, alles. De directeur Onroerend Materieel gaat over de kazernes, hangars, vliegvelden, kantoren en dergelijke.”

Henk wilde weer helpen. “Zo dat is niet niks, dat Roerend Materieel. Kan je er niet voor zorgen dat je het niet wordt? Je vergist je in de datum van je sollicitatiegesprek, of je zegt dat je pacifist bent en dat je daarom niet voor Defensie kunt werken.”
“Daar heb ik ook aan gedacht, maar je kan niet te vaak weigeren, of afgewezen worden. Dan kom je nooit verder. Ik denk dat je dan in een zwart kaartenbakje komt met mensen waar ze niks mee kunnen of willen. Ik denk dat ik ook wel weet wat er gebeurt als ik het niet doe. Dan wordt iemand anders van ons ministerie het. Die Hermans, de directeur Letteren, bij het directoraat-generaal Cultuur wordt het dan. Die zit ongeveer net zo lang als ik op zijn post.”
Henk kon het niet helpen: “Denk je dat hij net zo goed gekwalificeerd is als jij?”
“Ik ben natuurlijk meer geschikt als directeur Roerend Materieel, maar hij zou het vast ook wel kunnen. Hij is gepromoveerd in de vergelijkende taalwetenschappen.”

Karel keek treurig voor zich uit.
“En het kan allemaal zo eenvoudig, zo logisch. Als ik gewoon nog anderhalf jaar blijf zitten als directeur Breedtesport dan word ik DG Sport. Dan volg ik Joop op. Die gaat dan met VUT, of zoiets. Ik ben de logische keuze. Jij zit er dan nog niet zo lang, en Simon Draaisma is nog hard bezig om Seniorensport op poten te zetten, die kan daar niet weg. Er is niemand die het directoraat-generaal zo goed kent als ik. Ik wil het graag en ik kan het. Maar, ik word het dus niet.”

Ze liepen terug naar het ministerie. Ze zeiden niet veel. Henk was in gedachten. Waar zou hij zelf terecht komen? Waar zou hij over vijf jaar zijn? Hij had er nooit aan gedacht. Bij Buitenlandse Zaken? Sociale Zaken? Hij had geen idee. Was hij dan nog wel bij de rijksoverheid? Een geheel nieuwe gedachte. Hij werd er onrustig van. Hij had alleen maar gedacht: ik wil niet mijn hele leven bij Leeuwenschot blijven. Ik wil iets anders. En toen had hij de advertentie “directeur Topsport “ gezien. Dat was het. Verder had hij niet gedacht.

---------------------------------------
De tekening is van Elène Klaren
-------------------------------------------------------------------------------
‘Een carrousel ..... ’ is een fragment uit de roman ‘Het Ministerie’. De schrijver is op zoek naar een uitgever voor dat boek. Hebt u interesse of suggesties? Neem contact op via de reageerknop onderaan.


© 2014 Joop Quint meer Joop Quint - meer "Achter zonwerend glas" -
Bezigheden > Achter zonwerend glas
Een carrousel bediend door een DG Joop Quint
1108BZ Ministerie3Ze zaten onder een grote parasol. Karel had een sigaret opgestoken, Bastos zonder filter, en Henk zijn sigaar. Ze bestelden elk twee broodjes en een espresso. Geen bier. Het was een soort ongeschreven regel dat er tussen de middag niet werd gedronken. Dat was net als bij Leeuwenschot. Je werd er te snel moe en slaperig van.

Karel keek hem aan.
“Ik moet in de carrousel. Ik zit er natuurlijk al in, maar nu wordt het serieus”
Henk had er van gehoord. Hij had een vaag idee wat het was.
“Carrousel? Dat betekent dat jullie moeten rouleren?”
“Ja, ik zal het uitleggen. Al een tijdje geleden is men tot het inzicht gekomen dat de mensen aan de top van de ministeries, dat wil zeggen, directeur en hoger, breed inzetbaar moeten zijn. Dat is goed voor die mensen, maar het is ook goed voor de rijksoverheid, want zo komen er managers die van alle markten thuis zijn, die over de schuttingen kunnen kijken, want ze hebben aan de andere kant van die schutting gewerkt. Dus, je maakt geen carrière meer binnen een ministerie, je gaat als het ware schuin omhoog van het ene ministerie naar het andere. Het schijnt van de Engelse ‘civil service’ te komen. De toenmalige minister Dijkstal heeft zich er sterk voor gemaakt, het is aangenomen door de Kamer en nu is er bij Binnenlandse Zaken een directeur-generaal die dat allemaal regelt.”

“Dus als je bij ons zit, als directeur, bij het ministerie van Sport, Voeding en Cultuur, dan kan je directeur-generaal bij Buitenlandse Zaken worden?”
“Precies. Want Henk, bij een behoorlijke managementfunctie gaat het niet om de inhoud, maar om je ervaring als manager. Een goede manager hoort overal inzetbaar te zijn.”
“Ja, ik weet dat ze dat in het bedrijfsleven ook wel vonden, maar daar schijnen ze een beetje van terug te komen.”
“Nou, bij ons dus niet. Om het een beetje bot te zeggen, een topmanager bij de rijksoverheid hoeft geen kennis van zaken te hebben, hij hoeft niet te weten waar het over gaat, hij moet weten hoe je een directoraat of een directoraat-generaal bij de overheid runt. Of anders gezegd, kennis van het primaire proces is niet nodig.”

“Zo, dat is niet zo mooi. En wat betekent dat voor jou?”
“ Nou, ik zit dus in een kaartenbak, het zal wel een computersysteem zijn, daar zit jij trouwens ook in, en er wordt regelmatig in die kaartenbak gekeken. Vooral naar mensen die een jaar of vijf op een functie zitten. Dat is ongeveer het maximum, dan moeten ze ergens anders heen. En ik ben nu vier en een half jaar directeur Breedtesport, dus nu ben ik aan de beurt. Ik wist wel dat het zou gebeuren, maar het valt me toch rauw op mijn dak.”

“Wat valt je rauw op je dak?”
“Dat ik ben gevraagd om te solliciteren naar de functie van directeur ROMA bij Defensie.”
“Jezus, ROMA, dat zijn toch zigeuners. Hebben ze die bij Defensie.”
“Nee hoor, je weet toch dat ze alles afkorten. ROMA is roerend materieel.”
“Oh, gelukkig.”
“Nee, helemaal niet gelukkig. Het is afschuwelijk. Ik weet niets van Defensie. Ik ben niet eens in dienst geweest. En ik weet ook niets van materieel. Je zou denken dat ze daarvoor een ingenieur, of misschien een econoom nemen, maar ik heb biologie gestudeerd.”
Henk wilde wat helpen.
“Nou, dat is in ieder geval bèta.”
“Hou toch op, Henk, ik weet er echt geen bal van. Maar dat vinden ze dus niet erg. Misschien vinden ze het wel mooi, ik heb immers mijn managementervaring als directeur Breedtesport.”

“Maar het is toch de bedoeling dat je schuin omhoog gaat? Er is vast een directeur-generaal Materieel. Waarom word je dat niet?”
“Dat komt er ook nog bij. Ze vinden dat ik nog te weinig managementervaring heb. Ze vinden dat ik eerst nog ergens directeur moet zijn, voor ik in aanmerking kom voor een DG-functie. En daarom ben ik dus gevraagd om te solliciteren naar de functie van directeur ‘Roerend Materieel’. Dat wil dus zeggen dat ik moet solliciteren. Weet je trouwens wat het is ‘Roerend Materieel’?
“Nee.”
“Dat is al het materieel dat verplaatst kan worden. Dus boten, vliegtuigen, tanks, geweren, alles. De directeur Onroerend Materieel gaat over de kazernes, hangars, vliegvelden, kantoren en dergelijke.”

Henk wilde weer helpen. “Zo dat is niet niks, dat Roerend Materieel. Kan je er niet voor zorgen dat je het niet wordt? Je vergist je in de datum van je sollicitatiegesprek, of je zegt dat je pacifist bent en dat je daarom niet voor Defensie kunt werken.”
“Daar heb ik ook aan gedacht, maar je kan niet te vaak weigeren, of afgewezen worden. Dan kom je nooit verder. Ik denk dat je dan in een zwart kaartenbakje komt met mensen waar ze niks mee kunnen of willen. Ik denk dat ik ook wel weet wat er gebeurt als ik het niet doe. Dan wordt iemand anders van ons ministerie het. Die Hermans, de directeur Letteren, bij het directoraat-generaal Cultuur wordt het dan. Die zit ongeveer net zo lang als ik op zijn post.”
Henk kon het niet helpen: “Denk je dat hij net zo goed gekwalificeerd is als jij?”
“Ik ben natuurlijk meer geschikt als directeur Roerend Materieel, maar hij zou het vast ook wel kunnen. Hij is gepromoveerd in de vergelijkende taalwetenschappen.”

Karel keek treurig voor zich uit.
“En het kan allemaal zo eenvoudig, zo logisch. Als ik gewoon nog anderhalf jaar blijf zitten als directeur Breedtesport dan word ik DG Sport. Dan volg ik Joop op. Die gaat dan met VUT, of zoiets. Ik ben de logische keuze. Jij zit er dan nog niet zo lang, en Simon Draaisma is nog hard bezig om Seniorensport op poten te zetten, die kan daar niet weg. Er is niemand die het directoraat-generaal zo goed kent als ik. Ik wil het graag en ik kan het. Maar, ik word het dus niet.”

Ze liepen terug naar het ministerie. Ze zeiden niet veel. Henk was in gedachten. Waar zou hij zelf terecht komen? Waar zou hij over vijf jaar zijn? Hij had er nooit aan gedacht. Bij Buitenlandse Zaken? Sociale Zaken? Hij had geen idee. Was hij dan nog wel bij de rijksoverheid? Een geheel nieuwe gedachte. Hij werd er onrustig van. Hij had alleen maar gedacht: ik wil niet mijn hele leven bij Leeuwenschot blijven. Ik wil iets anders. En toen had hij de advertentie “directeur Topsport “ gezien. Dat was het. Verder had hij niet gedacht.

---------------------------------------
De tekening is van Elène Klaren
-------------------------------------------------------------------------------
‘Een carrousel ..... ’ is een fragment uit de roman ‘Het Ministerie’. De schrijver is op zoek naar een uitgever voor dat boek. Hebt u interesse of suggesties? Neem contact op via de reageerknop onderaan.
© 2014 Joop Quint
powered by CJ2