archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Achter zonwerend glas delen printen terug
Uitkijken met dat inwerkprogramma Joop Quint

1106BZ MinisterieAan het eind van de gang vond hij iemand die niets zat te doen. Of niets? Ze zat te breien in de koffiehoek. Waarschijnlijk was er op elke verdieping zo’n koffiehoek. Vrolijke oranje zitkubussen en een paar halfhoge tafeltjes waar je aan kon staan. Het meisje, ze was behoorlijk jong, had blond piekhaar, een paars truitje en een spijkerbroek. Ze zat in een hoek iets lichtblauws te breien. Ik moet hier niets gek vinden, dacht Henk. Alles kan. Dit is een andere wereld, die ik nog moet leren kennen.

“Dag”, zei het meisje. “Jij bent hier zeker nieuw. Ik heb je nog niet eerder gezien. Ik ben Wanda. Ik werk bij Voeding.“
“Ja, dat klopt. Dit is mijn eerste dag. Ik ben Henk en ik zit bij Sport.“
”Ja, dat dacht ik wel. Dit is een verdieping van Sport. Je boft.”
“Hoe dat zo?”
“Nou, jullie hebben lekkere koffie. Ik kom hier altijd koffie drinken.”
“Maar het zijn toch allemaal dezelfde automaten met dezelfde koffie?”
“Ja, dat zou je denken. Maar bij ons, bij Voeding dus, doen ze er volgens mij van die alternatieve koffie in. Weet je wel met bonen die door de arme mensen in Afrika zelf geplukt worden. Een soort ontwikkelingshulp. Maar ik vind die koffie helemaal niet lekker, daarom kom ik hier.“

Henk wist niet wat hij moest zeggen. “Ik kan hier ook rustiger breien. Op mijn kamer, ik ben beleidsmedewerker zuidvruchten, komt iedereen binnenlopen. En ik moet een beetje opschieten. Mijn zusje gaat gauw bevallen. Het wordt een slobpakje voor haar zoontje. Ze weet al een tijdje dat het een jongentje wordt. Hij gaat Wesley heten.”

Henk vond toch dat hij wat moest zeggen. “Naar de voetballer?”
“Juist, jij hebt er verstand van.”
Ja, dacht Henk, ik ben niet voor niets de directeur Topsport. Maar dat zal ik maar niet zeggen. Het meisje ging rustig verder met breien en praten.
“En hoe bevalt het je op je eerste dag?”
“Nou, wel goed,”vond Henk. “Aardige mensen, ik heb een heel inwerkprogramma en een mooie kamer.”

“Met hoeveel mensen zit je op een kamer?”
“Ik heb een kamer voor mij alleen.”
“Dan ben je behoorlijk hoog. Maar je moet uitkijken met dat inwerkprogramma, hoor.”
“Hoe bedoel je?”
“Nou, het staat allemaal wel mooi op papier, maar in de praktijk stelt het vaak niets voor. Ik ook. Ik werk hier nu drie jaar als beleidsmedewerker zuidvruchten. Om in te werken moest ik van alles doen. Naar het jaarlijkse congres sinaasappels in Rotterdam. Naar een groothandel in Weert. Ik weet het allemaal nog precies, want het leek me hartstikke leuk en mijn zusje woont in Weert.”
“De moeder van Wesley?” vroeg Henk.
“Juist die. Maar er is allemaal niets van gekomen. Na een week zat ik een beleidsstuk te maken met daarin de prijsvergelijkingen van kiwi’s in de EU.”
“Oh”, zei Henk.
“Zeg dat wel. En weet je hoe dat kwam?“ Wanda verwachtte geen antwoord. “Er waren Kamervragen over de prijs van kiwi’s en niemand wist er iets van en niemand had er zin in. Dus dan krijgt de jongste medewerker dat. Zo gaat het inwerken hier.” Wanda keek hem een beetje uitdagend aan. Henk vond haar leuk. Ze leek hem niet het prototype van een ambtenaar.

“Wat heb je hiervoor gedaan?” Wanda vroeg het zonder op te kijken, ze zat druk te breien.  “Ik heb bij Leeuwenschot gewerkt.”
“Oh, God.”
“Waarom zeg je dat? Wat is daar mee?”
“Je kunt het natuurlijk ook niet helpen dat je daar hebt gewerkt. Ik heb ze meegemaakt. Ze moesten advies uitbrengen over de structuur van het directoraat-generaal Voeding. Twee jaar geleden kregen we een nieuwe DG. Ik had het al gehoord, een nieuwe DG betekent meestal een nieuwe structuur. Zo’n man (het is altijd een man) wil iets neerzetten, iedereen moet goed merken dat hij er is. Dus een nieuwe organisatiestructuur. Een nieuw plaatje met dezelfde poppetjes. Ik moet er voor de eerlijkheid bij zeggen dat er in dit geval ook nieuwe poppetjes waren. Vis was er bijgekomen.”

“Wat zeg je?“ “Vis. Je weet nog wel. Bij de kabinetsformatie was Visserij verdwenen. Ik weet niet meer waar het vissen, de industrie, of hoe je het wilt noemen, heen is gegaan, misschien wel naar Defensie, marine, boten, weet je wel, ze bedenken van alles, maar Vis ging natuurlijk naar ons. Naar Voeding. De vraag was hoe dat ingepast moest worden. Hoe moest de organisatiestructuur van het directoraat-generaal Voeding er uit gaan zien met daarin Vis geïntegreerd?”

“En?“ Henk was heel benieuwd.
“Een vriendin van mij werkt bij financiën, financiën van Voeding dus. Ik heb het contract gezien. 80 dagen. 80 dagen voor een nieuwe structuur van Voeding. En, je gelooft het niet, een tarief van 2500 euro per dag.” Henk geloofde het wel, het klopte.
“Ze hebben met iedereen gepraat. Een tussenrapport, een conceptrapport, een power point presentatie, een definitief rapport. En wat is er uitgekomen?“ Ze keek Henk vragend aan. Hij wist het niet. “Een directie Vis. Eerst hadden we drie directies: Vlees, Groenten en fruit, Overig en nu dus vier. Die vierde is Vis. Dat was het werk van Leeuwenschot. Maar jij hebt natuurlijk andere dingen gedaan.”

*****************************************
‘Uitkijken met dat inwerkprogramma’ is een fragment uit de roman ‘Het Ministerie’. De schrijver is op zoek naar een uitgever voor dat boek. Hebt u interesse of suggesties? Neem contact op via de reageerknop onderaan.

*********************************
Het plaatje is gemaakt door Henk Klaren



© 2014 Joop Quint meer Joop Quint - meer "Achter zonwerend glas" -
Bezigheden > Achter zonwerend glas
Uitkijken met dat inwerkprogramma Joop Quint
1106BZ MinisterieAan het eind van de gang vond hij iemand die niets zat te doen. Of niets? Ze zat te breien in de koffiehoek. Waarschijnlijk was er op elke verdieping zo’n koffiehoek. Vrolijke oranje zitkubussen en een paar halfhoge tafeltjes waar je aan kon staan. Het meisje, ze was behoorlijk jong, had blond piekhaar, een paars truitje en een spijkerbroek. Ze zat in een hoek iets lichtblauws te breien. Ik moet hier niets gek vinden, dacht Henk. Alles kan. Dit is een andere wereld, die ik nog moet leren kennen.

“Dag”, zei het meisje. “Jij bent hier zeker nieuw. Ik heb je nog niet eerder gezien. Ik ben Wanda. Ik werk bij Voeding.“
“Ja, dat klopt. Dit is mijn eerste dag. Ik ben Henk en ik zit bij Sport.“
”Ja, dat dacht ik wel. Dit is een verdieping van Sport. Je boft.”
“Hoe dat zo?”
“Nou, jullie hebben lekkere koffie. Ik kom hier altijd koffie drinken.”
“Maar het zijn toch allemaal dezelfde automaten met dezelfde koffie?”
“Ja, dat zou je denken. Maar bij ons, bij Voeding dus, doen ze er volgens mij van die alternatieve koffie in. Weet je wel met bonen die door de arme mensen in Afrika zelf geplukt worden. Een soort ontwikkelingshulp. Maar ik vind die koffie helemaal niet lekker, daarom kom ik hier.“

Henk wist niet wat hij moest zeggen. “Ik kan hier ook rustiger breien. Op mijn kamer, ik ben beleidsmedewerker zuidvruchten, komt iedereen binnenlopen. En ik moet een beetje opschieten. Mijn zusje gaat gauw bevallen. Het wordt een slobpakje voor haar zoontje. Ze weet al een tijdje dat het een jongentje wordt. Hij gaat Wesley heten.”

Henk vond toch dat hij wat moest zeggen. “Naar de voetballer?”
“Juist, jij hebt er verstand van.”
Ja, dacht Henk, ik ben niet voor niets de directeur Topsport. Maar dat zal ik maar niet zeggen. Het meisje ging rustig verder met breien en praten.
“En hoe bevalt het je op je eerste dag?”
“Nou, wel goed,”vond Henk. “Aardige mensen, ik heb een heel inwerkprogramma en een mooie kamer.”

“Met hoeveel mensen zit je op een kamer?”
“Ik heb een kamer voor mij alleen.”
“Dan ben je behoorlijk hoog. Maar je moet uitkijken met dat inwerkprogramma, hoor.”
“Hoe bedoel je?”
“Nou, het staat allemaal wel mooi op papier, maar in de praktijk stelt het vaak niets voor. Ik ook. Ik werk hier nu drie jaar als beleidsmedewerker zuidvruchten. Om in te werken moest ik van alles doen. Naar het jaarlijkse congres sinaasappels in Rotterdam. Naar een groothandel in Weert. Ik weet het allemaal nog precies, want het leek me hartstikke leuk en mijn zusje woont in Weert.”
“De moeder van Wesley?” vroeg Henk.
“Juist die. Maar er is allemaal niets van gekomen. Na een week zat ik een beleidsstuk te maken met daarin de prijsvergelijkingen van kiwi’s in de EU.”
“Oh”, zei Henk.
“Zeg dat wel. En weet je hoe dat kwam?“ Wanda verwachtte geen antwoord. “Er waren Kamervragen over de prijs van kiwi’s en niemand wist er iets van en niemand had er zin in. Dus dan krijgt de jongste medewerker dat. Zo gaat het inwerken hier.” Wanda keek hem een beetje uitdagend aan. Henk vond haar leuk. Ze leek hem niet het prototype van een ambtenaar.

“Wat heb je hiervoor gedaan?” Wanda vroeg het zonder op te kijken, ze zat druk te breien.  “Ik heb bij Leeuwenschot gewerkt.”
“Oh, God.”
“Waarom zeg je dat? Wat is daar mee?”
“Je kunt het natuurlijk ook niet helpen dat je daar hebt gewerkt. Ik heb ze meegemaakt. Ze moesten advies uitbrengen over de structuur van het directoraat-generaal Voeding. Twee jaar geleden kregen we een nieuwe DG. Ik had het al gehoord, een nieuwe DG betekent meestal een nieuwe structuur. Zo’n man (het is altijd een man) wil iets neerzetten, iedereen moet goed merken dat hij er is. Dus een nieuwe organisatiestructuur. Een nieuw plaatje met dezelfde poppetjes. Ik moet er voor de eerlijkheid bij zeggen dat er in dit geval ook nieuwe poppetjes waren. Vis was er bijgekomen.”

“Wat zeg je?“ “Vis. Je weet nog wel. Bij de kabinetsformatie was Visserij verdwenen. Ik weet niet meer waar het vissen, de industrie, of hoe je het wilt noemen, heen is gegaan, misschien wel naar Defensie, marine, boten, weet je wel, ze bedenken van alles, maar Vis ging natuurlijk naar ons. Naar Voeding. De vraag was hoe dat ingepast moest worden. Hoe moest de organisatiestructuur van het directoraat-generaal Voeding er uit gaan zien met daarin Vis geïntegreerd?”

“En?“ Henk was heel benieuwd.
“Een vriendin van mij werkt bij financiën, financiën van Voeding dus. Ik heb het contract gezien. 80 dagen. 80 dagen voor een nieuwe structuur van Voeding. En, je gelooft het niet, een tarief van 2500 euro per dag.” Henk geloofde het wel, het klopte.
“Ze hebben met iedereen gepraat. Een tussenrapport, een conceptrapport, een power point presentatie, een definitief rapport. En wat is er uitgekomen?“ Ze keek Henk vragend aan. Hij wist het niet. “Een directie Vis. Eerst hadden we drie directies: Vlees, Groenten en fruit, Overig en nu dus vier. Die vierde is Vis. Dat was het werk van Leeuwenschot. Maar jij hebt natuurlijk andere dingen gedaan.”

*****************************************
‘Uitkijken met dat inwerkprogramma’ is een fragment uit de roman ‘Het Ministerie’. De schrijver is op zoek naar een uitgever voor dat boek. Hebt u interesse of suggesties? Neem contact op via de reageerknop onderaan.

*********************************
Het plaatje is gemaakt door Henk Klaren

© 2014 Joop Quint
powered by CJ2