archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Het zijn maar woorden delen printen terug
Eufemismen en dysfemismen Frits Hoorweg

0515BS Woord
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Dysfemisme, o(-n), vergrovende omschrijving van iets onaangenaams (tgov.eufemisme): schijt voor lak (aan iets hebben). (Van Dale)

Een woord dat je niet vaak hoort, maar volgens mensen die het kunnen weten neemt het gebruik ervan toe. Volksvertegenwoordigers geven daarbij het slechte voorbeeld. Zij worden steeds ruwer in de mond. Laatst werden twee ministers in de Kamer voor leugenaars uitgemaakt. Er is een tijd geweest dat hetzelfde verwijt zou zijn verpakt. Bijvoorbeeld zo: ‘Nu gaat u toch een beetje met de waarheid op de loop,’ of  ‘Ik vermoed dat uw geheugen u even in de steek laat.’

Vroeger had men, leek het, plezier in het gebruik van eufemismen. Of was het politieke correctheid die ons juist in de weg zat? Tegenwoordig grijpt men bijna wellustig naar dysfemismen. Nu moet worden aangetekend dat een debat uitnodigt tot het spelen met beelden van de werkelijkheid. De één stelt de zaak mooier voor dan hij is en de ander zet daar een paniekverhaal tegenover.

Over eufemismen zijn boeken vol geschreven, onder andere door Marc de Coster: Woordenboek van Eufemismen en Politiek Taalgebruik (2001)*. Iets dergelijks is er niet over dysfemismen, hoewel als je het over het een hebt komt het andere bijna automatisch ook ter sprake.
Dysfemismen worden veelal opgediend met een beroep op de noodzaak ‘duidelijk’ te zijn. ‘Zeggen wat je denkt en doen wat je zegt,’ is het credo dat opgeld doet. Misschien kan dat credo op zich weer als een verzameling eufemismen worden gezien. Want wat men onder dat mom veelal doet is: ‘razen en tieren over dingen waar je weinig aan kunt veranderen.’

 
************************
Nieuwsgierig naar de uitgaven
van uitgeverij De Sneeuwstorm?
Verwen uzelf en vraag gratis
Het laatste Vlugschrift aan via:


© 2008 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Het zijn maar woorden" -
Beschouwingen > Het zijn maar woorden
Eufemismen en dysfemismen Frits Hoorweg
0515BS Woord
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Dysfemisme, o(-n), vergrovende omschrijving van iets onaangenaams (tgov.eufemisme): schijt voor lak (aan iets hebben). (Van Dale)

Een woord dat je niet vaak hoort, maar volgens mensen die het kunnen weten neemt het gebruik ervan toe. Volksvertegenwoordigers geven daarbij het slechte voorbeeld. Zij worden steeds ruwer in de mond. Laatst werden twee ministers in de Kamer voor leugenaars uitgemaakt. Er is een tijd geweest dat hetzelfde verwijt zou zijn verpakt. Bijvoorbeeld zo: ‘Nu gaat u toch een beetje met de waarheid op de loop,’ of  ‘Ik vermoed dat uw geheugen u even in de steek laat.’

Vroeger had men, leek het, plezier in het gebruik van eufemismen. Of was het politieke correctheid die ons juist in de weg zat? Tegenwoordig grijpt men bijna wellustig naar dysfemismen. Nu moet worden aangetekend dat een debat uitnodigt tot het spelen met beelden van de werkelijkheid. De één stelt de zaak mooier voor dan hij is en de ander zet daar een paniekverhaal tegenover.

Over eufemismen zijn boeken vol geschreven, onder andere door Marc de Coster: Woordenboek van Eufemismen en Politiek Taalgebruik (2001)*. Iets dergelijks is er niet over dysfemismen, hoewel als je het over het een hebt komt het andere bijna automatisch ook ter sprake.
Dysfemismen worden veelal opgediend met een beroep op de noodzaak ‘duidelijk’ te zijn. ‘Zeggen wat je denkt en doen wat je zegt,’ is het credo dat opgeld doet. Misschien kan dat credo op zich weer als een verzameling eufemismen worden gezien. Want wat men onder dat mom veelal doet is: ‘razen en tieren over dingen waar je weinig aan kunt veranderen.’

 
************************
Nieuwsgierig naar de uitgaven
van uitgeverij De Sneeuwstorm?
Verwen uzelf en vraag gratis
Het laatste Vlugschrift aan via:
© 2008 Frits Hoorweg
powered by CJ2