archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Buitenlandse zaken delen printen terug
Kaartenhuis Europa Paul Bordewijk

1301BS EuropaDe Europese Unie leek de Griekse crisis overleefd te hebben. Maar nu stellen de Syrische asielzoekers Europa voor nog grotere problemen. Opnieuw krijgen we van Merkel en Hollande te horen dat die problemen alleen op te lossen zijn met een sterkere Europese Unie. Maar daar blijkt onder de Europeanen steeds minder draagvlak voor.

Op de keper beschouwd geldt dat ook voor Merkel en Hollande zelf. Net als hun voorgangers zetten zij keer op keer de andere Europese landen voor het blok. Het begon met de Duitse hereniging, waarbij Kohl zich niets gelegen liet liggen aan de bezwaren in de rest van Europa. Frankrijk werd afgekocht met de komst van de euro, waarbij Duitsland dan weer bedong dat er limieten gesteld werden aan het overheidstekort en de staatschuld van elk land, vanuit de eigen ervaring met hyperinflatie in de jaren twintig. De andere landen mochten bij het kruisje tekenen.

Maar al snel waren Frankrijk en Duitsland de eersten om de afgesproken normen te overschrijden. Ook nu weer wordt daarbij van Frankrijk meer geaccepteerd dan van kleinere landen. Toen Griekenland zijn schulden bij de Duitse banken niet meer kon herfinancieren, moesten de eurolanden ervoor opdraaien, in strijd met het Verdrag van Maastricht.

Ook van een gezamenlijk Europees buitenlands beleid willen Frankrijk en Duitsland in de praktijk niets weten, hoezeer ook het tegendeel beleden wordt. De behoefte om grote mogendheid te spelen is te groot, zeker bij Frankrijk met zijn force de frappe en zijn permanente zetel in de Veiligheidsraad. En dus onderhandelden Merkel en Hollande in Minsk, en niet de Europees coördinator voor het buitenlands beleid. Die speelt ook geen zichtbare rol in de Syrische slangenkuil, waar Assad, de gematigde oppositie, IS en nog een paar terreurgroepen, de Koerden, Iran, Turkije, Saoedi-Arabië, Amerika en Rusland elk hun eigen agenda hebben.

Duitsland was na de oorlog volledig kapot gebombardeerd, en keerde zich daardoor tegen het bombarderen van Irak en Libië. In beide gevallen kreeg men daar achteraf ook gelijk in, maar dat eigen gelijk werd gesteld boven het streven naar één Europees buitenlands beleid. Andere landen associëren bombardementen juist met de overwinning op Hitler-Duitsland, en zijn daarom veel minder terughoudend. Ondanks of misschien wel vanwege het bombardement op Rotterdam klonk het geluid van overvliegende bommenwerpers op weg naar Duitsland mijn ouders ’s nachts als muziek in de oren.

Duitsland ging ook zijn eigen gang met de Energiewende, zonder zich af te vragen hoe dat paste in een Europees energiebeleid, terwijl Frankrijk juist vasthoudt aan zijn kerncentrales. Elke ambitie voor een Europees energiebeleid ontbreekt, hoewel dat alleen al nodig zou zijn vanwege de afhankelijkheid van het Russische gas.

En nu heeft Angela Merkel Europa voor het blok gezet met haar oproep aan de Syrische vluchtelingen om toch vooral naar Duitsland te komen. Daarbij ging zij voorbij aan de Dublin-akkoorden, die inderdaad achterhaald waren door de grote aantallen vluchtelingen die naar Griekenland en Italië waren gekomen, maar de Duitse ‘alleingang’ hield juist het tegendeel in van de Europese aanpak die Merkel daarna is gaan bepleiten.

Wellicht speelde ook daarbij de herinnering aan de bombardementen in de Tweede Wereldoorlog een rol: beelden van de verwoestingen in Syrische steden roepen sterke associaties op met de ‘Trümmerfilms’ die in het na-oorlogse Berlijn spelen. Dit voorjaar stonden op allerlei plaatsen in Berlijn foto’s van zeventig jaar daarvoor opgesteld, ter herdenking van ‘Stunde Null’.

Eenmaal met een stroom vluchtelingen geconfronteerd eiste Duitsland dat andere landen een deel van de vluchtelingen over zouden nemen. De Europese Commissie liet zich dat geen tweemaal zeggen: weer een belangrijke taak erbij. Het is echter helemaal de vraag of vluchtelingen, die hun laatste geld besteed hebben aan de overtocht van Turkije en Griekenland en vervolgens met grote ontberingen naar Duitsland zijn getrokken, zich zullen laten verplaatsen naar landen waar hun kans om aan werk te komen nog veel kleiner is. En als men dat probeert zal het vreselijke toestanden opleveren en zullen velen van deportatie spreken.

Er is een onbeheersbare toestand aan het ontstaan, waarbij het kaartenhuis Europa in elkaar dondert. Daarbij zijn er twee oplossingsrichtingen. De ene is die van het sterkere Europa dat Merkel en Hollande bepleiten. In theorie is dat denkbaar. Dat moet dan echter ook een democratisch gelegitimeerd Europa zijn en daar is meer voor nodig dan extra bevoegdheden voor het Europese parlement. Dat vraagt om het fungeren van een Europese publieke opinie en daarvoor is een Europees nationaal gevoel nodig.

De verkiezingen voor het Europees parlement moeten dan eerste-orde verkiezingen worden, waarbij kiezers stemmen op basis van Europese issues. Verkiezingen voor de nationale parlementen worden dan tweede-orde verkiezingen, zoals nu die voor Provinciale Staten in Nederland, waarbij overal in Europa dezelfde tendensen waarneembaar zijn. Dat betekent echte Europese partijen en niet zoals nu VVD en D66 in één fractie. Het is dan niet meer denkbaar dat in Nederland de liberalen de grootste partij zijn, terwijl ze in Duitsland niet eens de kiesdrempel halen. Het betekent ook Europese media, wat door de taalverschillen nauwelijks mogelijk is.

De lidstaten moeten dan ook bereid zijn echt af te zien van hun eigen buitenlands en militair beleid. Maar dat zijn ze niet. Vraag Hollande of hij bereid is de Franse zetel in de Veiligheidsraad en zijn atoomwapens over te dragen aan Europa en hij zal niet begrijpen wat u bedoelt. Meer Europa betekent voor Merkel en zeker voor Hollande dat de andere landen gedegradeerd worden tot een Frans-Duits protectoraat, niet dat Frankrijk en Duitsland zelf ook de status van een regionaal bestuur krijgen.

Het vertrouwen in de democratie is in Europa niet erg groot. Voor zover het er nog is richt het zich op de nationale staten of soms op regionale parlementen (Schotland, België). Dat vertrouwen kan alleen op lange termijn overgaan op Europa, waarbij het risico bestaat dat het halverwege de transitie geheel verdwenen is. Voor een democratisch Europa zijn Europese staatsburgers nodig, maar die komen er pas als er een democratisch Europa is. Daarom gebruiken we ook nog steeds het QWERTY toetsenbord, terwijl andere indelingen ergonomisch veel beter zijn.

Alleen nationale staten kunnen bij de bevolking maatregelen afdwingen die nodig zijn om vluchtelingen onderdak te geven en dat levert al problemen genoeg op. Wanneer het Frankrijk niet lukt de situatie in Calais op te lossen, lukt het Europa zeker niet. Dagdromen over een groot Europees rijk kunnen we ons onder die omstandigheden niet veroorloven.

Het zijn de nationale staten die de vluchtelingencrisis moeten oplossen. Zij moeten beslissen hoe de opvang wordt geregeld en wie mag blijven en wie niet, dat laatste met toepassing van internationale verdragen. Dat zal ook inbreuken op de Schengen akkoorden met zich meebrengen. Angela Merkel moet daarbij op de blaren zitten.

-----------------------
De tekening is van Elène Klaren
------------------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!


© 2015 Paul Bordewijk meer Paul Bordewijk - meer "Buitenlandse zaken" -
Beschouwingen > Buitenlandse zaken
Kaartenhuis Europa Paul Bordewijk
1301BS EuropaDe Europese Unie leek de Griekse crisis overleefd te hebben. Maar nu stellen de Syrische asielzoekers Europa voor nog grotere problemen. Opnieuw krijgen we van Merkel en Hollande te horen dat die problemen alleen op te lossen zijn met een sterkere Europese Unie. Maar daar blijkt onder de Europeanen steeds minder draagvlak voor.

Op de keper beschouwd geldt dat ook voor Merkel en Hollande zelf. Net als hun voorgangers zetten zij keer op keer de andere Europese landen voor het blok. Het begon met de Duitse hereniging, waarbij Kohl zich niets gelegen liet liggen aan de bezwaren in de rest van Europa. Frankrijk werd afgekocht met de komst van de euro, waarbij Duitsland dan weer bedong dat er limieten gesteld werden aan het overheidstekort en de staatschuld van elk land, vanuit de eigen ervaring met hyperinflatie in de jaren twintig. De andere landen mochten bij het kruisje tekenen.

Maar al snel waren Frankrijk en Duitsland de eersten om de afgesproken normen te overschrijden. Ook nu weer wordt daarbij van Frankrijk meer geaccepteerd dan van kleinere landen. Toen Griekenland zijn schulden bij de Duitse banken niet meer kon herfinancieren, moesten de eurolanden ervoor opdraaien, in strijd met het Verdrag van Maastricht.

Ook van een gezamenlijk Europees buitenlands beleid willen Frankrijk en Duitsland in de praktijk niets weten, hoezeer ook het tegendeel beleden wordt. De behoefte om grote mogendheid te spelen is te groot, zeker bij Frankrijk met zijn force de frappe en zijn permanente zetel in de Veiligheidsraad. En dus onderhandelden Merkel en Hollande in Minsk, en niet de Europees coördinator voor het buitenlands beleid. Die speelt ook geen zichtbare rol in de Syrische slangenkuil, waar Assad, de gematigde oppositie, IS en nog een paar terreurgroepen, de Koerden, Iran, Turkije, Saoedi-Arabië, Amerika en Rusland elk hun eigen agenda hebben.

Duitsland was na de oorlog volledig kapot gebombardeerd, en keerde zich daardoor tegen het bombarderen van Irak en Libië. In beide gevallen kreeg men daar achteraf ook gelijk in, maar dat eigen gelijk werd gesteld boven het streven naar één Europees buitenlands beleid. Andere landen associëren bombardementen juist met de overwinning op Hitler-Duitsland, en zijn daarom veel minder terughoudend. Ondanks of misschien wel vanwege het bombardement op Rotterdam klonk het geluid van overvliegende bommenwerpers op weg naar Duitsland mijn ouders ’s nachts als muziek in de oren.

Duitsland ging ook zijn eigen gang met de Energiewende, zonder zich af te vragen hoe dat paste in een Europees energiebeleid, terwijl Frankrijk juist vasthoudt aan zijn kerncentrales. Elke ambitie voor een Europees energiebeleid ontbreekt, hoewel dat alleen al nodig zou zijn vanwege de afhankelijkheid van het Russische gas.

En nu heeft Angela Merkel Europa voor het blok gezet met haar oproep aan de Syrische vluchtelingen om toch vooral naar Duitsland te komen. Daarbij ging zij voorbij aan de Dublin-akkoorden, die inderdaad achterhaald waren door de grote aantallen vluchtelingen die naar Griekenland en Italië waren gekomen, maar de Duitse ‘alleingang’ hield juist het tegendeel in van de Europese aanpak die Merkel daarna is gaan bepleiten.

Wellicht speelde ook daarbij de herinnering aan de bombardementen in de Tweede Wereldoorlog een rol: beelden van de verwoestingen in Syrische steden roepen sterke associaties op met de ‘Trümmerfilms’ die in het na-oorlogse Berlijn spelen. Dit voorjaar stonden op allerlei plaatsen in Berlijn foto’s van zeventig jaar daarvoor opgesteld, ter herdenking van ‘Stunde Null’.

Eenmaal met een stroom vluchtelingen geconfronteerd eiste Duitsland dat andere landen een deel van de vluchtelingen over zouden nemen. De Europese Commissie liet zich dat geen tweemaal zeggen: weer een belangrijke taak erbij. Het is echter helemaal de vraag of vluchtelingen, die hun laatste geld besteed hebben aan de overtocht van Turkije en Griekenland en vervolgens met grote ontberingen naar Duitsland zijn getrokken, zich zullen laten verplaatsen naar landen waar hun kans om aan werk te komen nog veel kleiner is. En als men dat probeert zal het vreselijke toestanden opleveren en zullen velen van deportatie spreken.

Er is een onbeheersbare toestand aan het ontstaan, waarbij het kaartenhuis Europa in elkaar dondert. Daarbij zijn er twee oplossingsrichtingen. De ene is die van het sterkere Europa dat Merkel en Hollande bepleiten. In theorie is dat denkbaar. Dat moet dan echter ook een democratisch gelegitimeerd Europa zijn en daar is meer voor nodig dan extra bevoegdheden voor het Europese parlement. Dat vraagt om het fungeren van een Europese publieke opinie en daarvoor is een Europees nationaal gevoel nodig.

De verkiezingen voor het Europees parlement moeten dan eerste-orde verkiezingen worden, waarbij kiezers stemmen op basis van Europese issues. Verkiezingen voor de nationale parlementen worden dan tweede-orde verkiezingen, zoals nu die voor Provinciale Staten in Nederland, waarbij overal in Europa dezelfde tendensen waarneembaar zijn. Dat betekent echte Europese partijen en niet zoals nu VVD en D66 in één fractie. Het is dan niet meer denkbaar dat in Nederland de liberalen de grootste partij zijn, terwijl ze in Duitsland niet eens de kiesdrempel halen. Het betekent ook Europese media, wat door de taalverschillen nauwelijks mogelijk is.

De lidstaten moeten dan ook bereid zijn echt af te zien van hun eigen buitenlands en militair beleid. Maar dat zijn ze niet. Vraag Hollande of hij bereid is de Franse zetel in de Veiligheidsraad en zijn atoomwapens over te dragen aan Europa en hij zal niet begrijpen wat u bedoelt. Meer Europa betekent voor Merkel en zeker voor Hollande dat de andere landen gedegradeerd worden tot een Frans-Duits protectoraat, niet dat Frankrijk en Duitsland zelf ook de status van een regionaal bestuur krijgen.

Het vertrouwen in de democratie is in Europa niet erg groot. Voor zover het er nog is richt het zich op de nationale staten of soms op regionale parlementen (Schotland, België). Dat vertrouwen kan alleen op lange termijn overgaan op Europa, waarbij het risico bestaat dat het halverwege de transitie geheel verdwenen is. Voor een democratisch Europa zijn Europese staatsburgers nodig, maar die komen er pas als er een democratisch Europa is. Daarom gebruiken we ook nog steeds het QWERTY toetsenbord, terwijl andere indelingen ergonomisch veel beter zijn.

Alleen nationale staten kunnen bij de bevolking maatregelen afdwingen die nodig zijn om vluchtelingen onderdak te geven en dat levert al problemen genoeg op. Wanneer het Frankrijk niet lukt de situatie in Calais op te lossen, lukt het Europa zeker niet. Dagdromen over een groot Europees rijk kunnen we ons onder die omstandigheden niet veroorloven.

Het zijn de nationale staten die de vluchtelingencrisis moeten oplossen. Zij moeten beslissen hoe de opvang wordt geregeld en wie mag blijven en wie niet, dat laatste met toepassing van internationale verdragen. Dat zal ook inbreuken op de Schengen akkoorden met zich meebrengen. Angela Merkel moet daarbij op de blaren zitten.

-----------------------
De tekening is van Elène Klaren
------------------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!
© 2015 Paul Bordewijk
powered by CJ2