archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Buitenlandse zaken delen printen terug
Mensenrechten. Hoe goed zijn mensen? Peter Schröder

1012BS Mensenrechten
Het Goede in De Mens
Hoogleraar staatsrecht A.D.Belinfante hield zijn studenten destijds voor: mensenrechten gelden voor alle mensen op aarde; het zijn geen aardige-mensenrechten. Mensenrechten gelden gelijkelijk voor Eskimo’s en Pygmeeën, voor Chinezen en voor Russen. Natuurlijk. Maar evengoed zowel voor massamoordenaars, psychopaten als pedofielen. Gevaarlijke en rare mensen hebben evenveel recht op bijvoorbeeld een eerlijk proces, vrijheid van meningsuiting, bescherming van de persoonlijke levenssfeer als ‘ons soort mensen’.
 
Mensenrechten, natuurlijk, daarover zijn we het eens, die verwijzen naar laten we zeggen een internationale zo niet supranationale grondwet, die alle landen van alle mensen op de wereld dienen te respecteren. De supranationale 10 GEBODEN. Was het dat niet? Er zijn landen die soms wat te weinig respect voor Mensenrechten tonen, maar die worden dan door de andere landen bij de les gehouden. Zoiets?

Hoffelijk maar hard
Vladimir Poetin, president van de Russische federatie was hier onlangs op bezoek. Hij werd ontvangen door koningin Beatrix en verwelkomd door premier Rutte en minister van buitenlandse zaken Frans Timmermans. In de bevriende Russische Federatie worden mensenrechten laten we zeggen anders geïnterpreteerd dan in Nederland, maar Poetin was hier, in het Nederland/Rusland jaar (wie heeft dat verzonnen?) voor de Cultuur en voor de Handel. Onder druk van de oppositie konden Rutte en Timmermans er niet omheen de Russische president er op te wijzen dat hij zijn Russische homo’s, punkzangeressen en politieke dissidenten menselijker zou kunnen behandelen. Inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van Rusland. Het gesprek Poetin-Timmermans was dan ook vooraf aangekondigd als ‘Hoffelijk in de vorm en hard in de inhoud’. Toen Poetin als reactie op harde noten van Timmermans een lange neus trok, wees de laatste de President niet hoffelijk de deur (‘Mevrouw Ploumen, haal de heer Poetin zijn jas maar!’). Timmermans stond met lege handen, of fingeerde eigenlijk lege handen omdat hij bang was anders die aardgascontracten kwijt te raken. En omdat hij wist dat hij door het verlies van die aardgascontracten in grotere problemen zou komen dan door op te komen voor de vernederden en vertrapten in de bevriende, tragische bijna-schurkenstaat van Poetin.

Theorie en praktijk
In Nederland zijn we het eens over de geldigheid van de artikelen over de rechten van alle aardbewoners, zoals verwoord in de Universele verklaring van de rechten van de mens . Dat is een verklaring, aangenomen door de Algemene vergadering van de Verenigde Naties (A/RES/217, 10 december 1948), waarin de 'basisrechten' van de mens, ook wel 'grondrechten', zijn vastgelegd.
 
Toen de laatste wereldoorlog in 1945 was uitgevochten was het de (tot dan toe strijdende) partijen duidelijk geworden dat het tijd was voor een beschaafdere wereldorde. In die geest werden de Verenigde Naties gesticht als een weldenkend wereldbestuur, met die weldenkende Verklaring (in hoge mate het werk van de Amerikaanse presidentsweduwe Eleanor Roosevelt, zie plaatje, daarop laat ze ons de Verklaring zien) als eensgezind formeel uitgangspunt. Korte verklarende les: een Verklaring als deze is niet bindend (opportuniteit: als je al die van diversiteit en multiculturaliteit overvloeiende landen zou willen binden zou de eensgezindheid niet lukken). Wel was het de bedoeling dat de ondertekenaars de artikelen uit de Verklaring in hun (nationale) wetgeving een mooie plaats zouden geven.
 
Het begon er mee dat verschillende lidstaten toen al niet van harte instemden met de Verklaring, maar zich van stemming onthielden. Bijvoorbeeld de toenmalige Sovjetunie en de onder haar invloedsfeer/dictatuur vallende Oostbloklanden. En Zuid Afrika (vanwege de apartheid) en Saoedi- Arabië dat de Verklaring niet in overeenstemming kon brengen met de Islam. Dan hebben we het nog niet eens over China (niet Taiwan) de Reus die helemaal niet aan tafel zat.

Macht
 
In de eerste 50 naoorlogse jaren heeft de Verklaring (inclusief de nadere preciseringen als het Verdrag van Rome, een echt verdrag) op een bepaald niveau in de internationale verhoudingen en de nationale wetgeving een belangrijke rol gespeeld. Een mooie heilzame rol. Maar door de hooggehouden verheven status van de Verklaring werd vaak vergeten dat het document het werk was van de meer beschaafde landen van de wereld en kon rekenen op de instemming van de beschaafdere/rustiger/meegaander elites van de andere, minder beschaafde landen. En dat de beschaafdere, weldenkende landen niet toevallig de overwinnaars waren van de laatste wereldoorlog. Overwinnaars die zo nodig overreding konden aanvullen met voelbare sancties.
 
Kortom: verstandige principes, menslievende gedachten, evenwichtige ideologie, maar wel geschraagd door politieke, economische en militaire macht. Het kan niemand ontgaan zijn dat de demografische, economische politieke en militaire verhoudingen sinds de tweede helft van de vorige eeuw sterk zijn veranderd. De betekenis, het gezag, de invloed, de macht van de Verklaring is daarmee alleen maar verminderd. Als er in de Rogue states en de Failed states, maar ook al die andere steeds volkrijker, en economisch steeds minder succesvolle landen van de wereld al aan de Verklaring wordt gerefereerd is dat in termen van irrelevante neo-koloniale regels
 
Binnenlands gebruik
Mensenrechten zijn niet bedoeld als aardige-mensenrechten, maar wel bedacht door landen met overwegend redelijke mensen. En in die landen tot nu toe goed in de binnenlandse praktijk gebracht. Universele Verklaring; het pretendeert een natuurwet voor mensen. Zoals de Wet van Newton geldt voor wie dan ook, waar dan ook op de wereld, zo geldt voor wie dan ook, waar dan ook de Universele verklaring. Zolang een democratische meerderheid er in gelooft (en het voor het zeggen heeft).
 
En daar steekt dan weer een paradox de kop op. In hoeverre is een democratische rechtsorde bestand tegen stevig antidemocratische krachten? Hoe effectief kan die rechtsorde door de politie worden beschermd als vuurwapenbezit algemeen wordt? Wat betekent de vrijheid van meningsuiting als de scheldpartijen van haatzaaiende buitenlandse tv-zenders en sociale media de rechtsgang gaan beïnvloeden? Met andere woorden: als radicaal andere geloofsartikelen een rol gaan spelen? Andere geloofsopvattingen kunnen tussen staten tot akelige conflicten leiden, binnen staten gold eeuwenlang hetzelfde. Grote veranderingen in belangrijke geloofsopvattingen en daarmee samenhangende conflicten zijn de laatste tijden binnen de rijkere landen niet opgetreden.
 
Dat kan veranderen als grotere groepen immigranten zich niet identificeren met de zeden en gewoonten van gastlanden. Migratie is van alle tijden, maar grootschaliger gezelschapsmigratie (in gezinsverband, met familie en kennissen) gecombineerd met permanente mediabombardementen uit het thuisland is betrekkelijk nieuw. Het kan leiden tot ‘etnisch’ homogene culturele eilandjes waarin andere regels gelden dan daaromheen. Denk aan kampen van woonwagenbewoners, maar dan op grotere schaal.

Terzijde: Miami
In Back to Blood beschrijft Tom Wolfe met de hem eigen overdrijving de situatie in Multi-Culti Miami. De recent geïmmigreerde gemeenschappen van Cubanen, andere donkere eilandbewoners (als Haitianen, Samoanen), zwarte Amerikanen en Russen, leven daar op enige afstand van de minderheid van blanke Amerikanen, in eigen wijkstaatjes. Die gemeenschappen kijken allemaal met een scheef ook naar elkaar. Respect voor de eigen autonomie en identiteit. De mensen in die omstandigheden zijn niet gevoelig voor universele rechten, maar kennen vooral de rechten van de eigen groep. Uiteindelijk zou op die manier de toegang tot onderwijs en opleiding, de verdeling van baantjes en huizen, vervolging en berechting van boeven allemaal afhankelijk worden van zeden en gewoonten van de ‘bloedbroeders’. Wee de politieman die in de verkeerde wijk de etnisch verkeerde boef vangt, wee de etnisch verkeerde leraar die op school straf uitdeelt aan de etnisch verkeerde leerling, wee de journalist die de verkeerde zwendel aan het licht brengt: hij heeft ongelijk, is een leugenaar en wordt zelf gepakt/ontslagen/opgesloten. En in dat beeld zou dan het overkoepelende gezag uiteindelijk maar één regel kennen: in godsnaam niet het fragiele evenwicht tussen die etnische heterogeniteit in gevaar brengen - in godsnaam weer niet die rassenrellen en plunderingen. (De burgemeester in oorlogstijd) Waarbij de ironie wil dat alle betrokkenen hun zaken verdedigen met een beroep op een artikel uit de Heilige Graal van de Mensenrechten: Raciale discriminatie! Een angstwekkend toekomstbeeld.

Arabische mensenrechten
Bij ons in Nederland keren Moslimgemeenschappen zich steeds meer naar binnen en kijken naar al die akelige haatdragende zenders. In moeilijke zaken beroepen hun wereldlijke en geestelijke leiders zich niet op ‘ons’ mensenrechtenverdrag, maar op de, laten we zeggen minder gepolijste sharia. Sinds 1994 is er een Arabisch Handvest voor de Mensenrechten. Dat stelt God (dan wel de juiste) en de sharia boven de universele mensenrechten van de VN. Het handvest geeft een beperkt recht op vrijheid van meningsuiting en het verklaart de doodstraf alleen onwettig als die wordt opgelegd voor politieke misdrijven. (In Saoedi-Arabië bestaan geen politieke misdrijven).
 
Het lijkt naïef te denken dat het Islamitische gedachtegoed vanzelf menselijker wordt als onze weldenkende democratie maar zorgt voor mooi onderwijs en mooie banen.
 
*****************************************
De plaatjes komen uit de collectie van Peter Schröder


© 2013 Peter Schröder meer Peter Schröder - meer "Buitenlandse zaken" -
Beschouwingen > Buitenlandse zaken
Mensenrechten. Hoe goed zijn mensen? Peter Schröder
1012BS Mensenrechten
Het Goede in De Mens
Hoogleraar staatsrecht A.D.Belinfante hield zijn studenten destijds voor: mensenrechten gelden voor alle mensen op aarde; het zijn geen aardige-mensenrechten. Mensenrechten gelden gelijkelijk voor Eskimo’s en Pygmeeën, voor Chinezen en voor Russen. Natuurlijk. Maar evengoed zowel voor massamoordenaars, psychopaten als pedofielen. Gevaarlijke en rare mensen hebben evenveel recht op bijvoorbeeld een eerlijk proces, vrijheid van meningsuiting, bescherming van de persoonlijke levenssfeer als ‘ons soort mensen’.
 
Mensenrechten, natuurlijk, daarover zijn we het eens, die verwijzen naar laten we zeggen een internationale zo niet supranationale grondwet, die alle landen van alle mensen op de wereld dienen te respecteren. De supranationale 10 GEBODEN. Was het dat niet? Er zijn landen die soms wat te weinig respect voor Mensenrechten tonen, maar die worden dan door de andere landen bij de les gehouden. Zoiets?

Hoffelijk maar hard
Vladimir Poetin, president van de Russische federatie was hier onlangs op bezoek. Hij werd ontvangen door koningin Beatrix en verwelkomd door premier Rutte en minister van buitenlandse zaken Frans Timmermans. In de bevriende Russische Federatie worden mensenrechten laten we zeggen anders geïnterpreteerd dan in Nederland, maar Poetin was hier, in het Nederland/Rusland jaar (wie heeft dat verzonnen?) voor de Cultuur en voor de Handel. Onder druk van de oppositie konden Rutte en Timmermans er niet omheen de Russische president er op te wijzen dat hij zijn Russische homo’s, punkzangeressen en politieke dissidenten menselijker zou kunnen behandelen. Inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van Rusland. Het gesprek Poetin-Timmermans was dan ook vooraf aangekondigd als ‘Hoffelijk in de vorm en hard in de inhoud’. Toen Poetin als reactie op harde noten van Timmermans een lange neus trok, wees de laatste de President niet hoffelijk de deur (‘Mevrouw Ploumen, haal de heer Poetin zijn jas maar!’). Timmermans stond met lege handen, of fingeerde eigenlijk lege handen omdat hij bang was anders die aardgascontracten kwijt te raken. En omdat hij wist dat hij door het verlies van die aardgascontracten in grotere problemen zou komen dan door op te komen voor de vernederden en vertrapten in de bevriende, tragische bijna-schurkenstaat van Poetin.

Theorie en praktijk
In Nederland zijn we het eens over de geldigheid van de artikelen over de rechten van alle aardbewoners, zoals verwoord in de Universele verklaring van de rechten van de mens . Dat is een verklaring, aangenomen door de Algemene vergadering van de Verenigde Naties (A/RES/217, 10 december 1948), waarin de 'basisrechten' van de mens, ook wel 'grondrechten', zijn vastgelegd.
 
Toen de laatste wereldoorlog in 1945 was uitgevochten was het de (tot dan toe strijdende) partijen duidelijk geworden dat het tijd was voor een beschaafdere wereldorde. In die geest werden de Verenigde Naties gesticht als een weldenkend wereldbestuur, met die weldenkende Verklaring (in hoge mate het werk van de Amerikaanse presidentsweduwe Eleanor Roosevelt, zie plaatje, daarop laat ze ons de Verklaring zien) als eensgezind formeel uitgangspunt. Korte verklarende les: een Verklaring als deze is niet bindend (opportuniteit: als je al die van diversiteit en multiculturaliteit overvloeiende landen zou willen binden zou de eensgezindheid niet lukken). Wel was het de bedoeling dat de ondertekenaars de artikelen uit de Verklaring in hun (nationale) wetgeving een mooie plaats zouden geven.
 
Het begon er mee dat verschillende lidstaten toen al niet van harte instemden met de Verklaring, maar zich van stemming onthielden. Bijvoorbeeld de toenmalige Sovjetunie en de onder haar invloedsfeer/dictatuur vallende Oostbloklanden. En Zuid Afrika (vanwege de apartheid) en Saoedi- Arabië dat de Verklaring niet in overeenstemming kon brengen met de Islam. Dan hebben we het nog niet eens over China (niet Taiwan) de Reus die helemaal niet aan tafel zat.

Macht
 
In de eerste 50 naoorlogse jaren heeft de Verklaring (inclusief de nadere preciseringen als het Verdrag van Rome, een echt verdrag) op een bepaald niveau in de internationale verhoudingen en de nationale wetgeving een belangrijke rol gespeeld. Een mooie heilzame rol. Maar door de hooggehouden verheven status van de Verklaring werd vaak vergeten dat het document het werk was van de meer beschaafde landen van de wereld en kon rekenen op de instemming van de beschaafdere/rustiger/meegaander elites van de andere, minder beschaafde landen. En dat de beschaafdere, weldenkende landen niet toevallig de overwinnaars waren van de laatste wereldoorlog. Overwinnaars die zo nodig overreding konden aanvullen met voelbare sancties.
 
Kortom: verstandige principes, menslievende gedachten, evenwichtige ideologie, maar wel geschraagd door politieke, economische en militaire macht. Het kan niemand ontgaan zijn dat de demografische, economische politieke en militaire verhoudingen sinds de tweede helft van de vorige eeuw sterk zijn veranderd. De betekenis, het gezag, de invloed, de macht van de Verklaring is daarmee alleen maar verminderd. Als er in de Rogue states en de Failed states, maar ook al die andere steeds volkrijker, en economisch steeds minder succesvolle landen van de wereld al aan de Verklaring wordt gerefereerd is dat in termen van irrelevante neo-koloniale regels
 
Binnenlands gebruik
Mensenrechten zijn niet bedoeld als aardige-mensenrechten, maar wel bedacht door landen met overwegend redelijke mensen. En in die landen tot nu toe goed in de binnenlandse praktijk gebracht. Universele Verklaring; het pretendeert een natuurwet voor mensen. Zoals de Wet van Newton geldt voor wie dan ook, waar dan ook op de wereld, zo geldt voor wie dan ook, waar dan ook de Universele verklaring. Zolang een democratische meerderheid er in gelooft (en het voor het zeggen heeft).
 
En daar steekt dan weer een paradox de kop op. In hoeverre is een democratische rechtsorde bestand tegen stevig antidemocratische krachten? Hoe effectief kan die rechtsorde door de politie worden beschermd als vuurwapenbezit algemeen wordt? Wat betekent de vrijheid van meningsuiting als de scheldpartijen van haatzaaiende buitenlandse tv-zenders en sociale media de rechtsgang gaan beïnvloeden? Met andere woorden: als radicaal andere geloofsartikelen een rol gaan spelen? Andere geloofsopvattingen kunnen tussen staten tot akelige conflicten leiden, binnen staten gold eeuwenlang hetzelfde. Grote veranderingen in belangrijke geloofsopvattingen en daarmee samenhangende conflicten zijn de laatste tijden binnen de rijkere landen niet opgetreden.
 
Dat kan veranderen als grotere groepen immigranten zich niet identificeren met de zeden en gewoonten van gastlanden. Migratie is van alle tijden, maar grootschaliger gezelschapsmigratie (in gezinsverband, met familie en kennissen) gecombineerd met permanente mediabombardementen uit het thuisland is betrekkelijk nieuw. Het kan leiden tot ‘etnisch’ homogene culturele eilandjes waarin andere regels gelden dan daaromheen. Denk aan kampen van woonwagenbewoners, maar dan op grotere schaal.

Terzijde: Miami
In Back to Blood beschrijft Tom Wolfe met de hem eigen overdrijving de situatie in Multi-Culti Miami. De recent geïmmigreerde gemeenschappen van Cubanen, andere donkere eilandbewoners (als Haitianen, Samoanen), zwarte Amerikanen en Russen, leven daar op enige afstand van de minderheid van blanke Amerikanen, in eigen wijkstaatjes. Die gemeenschappen kijken allemaal met een scheef ook naar elkaar. Respect voor de eigen autonomie en identiteit. De mensen in die omstandigheden zijn niet gevoelig voor universele rechten, maar kennen vooral de rechten van de eigen groep. Uiteindelijk zou op die manier de toegang tot onderwijs en opleiding, de verdeling van baantjes en huizen, vervolging en berechting van boeven allemaal afhankelijk worden van zeden en gewoonten van de ‘bloedbroeders’. Wee de politieman die in de verkeerde wijk de etnisch verkeerde boef vangt, wee de etnisch verkeerde leraar die op school straf uitdeelt aan de etnisch verkeerde leerling, wee de journalist die de verkeerde zwendel aan het licht brengt: hij heeft ongelijk, is een leugenaar en wordt zelf gepakt/ontslagen/opgesloten. En in dat beeld zou dan het overkoepelende gezag uiteindelijk maar één regel kennen: in godsnaam niet het fragiele evenwicht tussen die etnische heterogeniteit in gevaar brengen - in godsnaam weer niet die rassenrellen en plunderingen. (De burgemeester in oorlogstijd) Waarbij de ironie wil dat alle betrokkenen hun zaken verdedigen met een beroep op een artikel uit de Heilige Graal van de Mensenrechten: Raciale discriminatie! Een angstwekkend toekomstbeeld.

Arabische mensenrechten
Bij ons in Nederland keren Moslimgemeenschappen zich steeds meer naar binnen en kijken naar al die akelige haatdragende zenders. In moeilijke zaken beroepen hun wereldlijke en geestelijke leiders zich niet op ‘ons’ mensenrechtenverdrag, maar op de, laten we zeggen minder gepolijste sharia. Sinds 1994 is er een Arabisch Handvest voor de Mensenrechten. Dat stelt God (dan wel de juiste) en de sharia boven de universele mensenrechten van de VN. Het handvest geeft een beperkt recht op vrijheid van meningsuiting en het verklaart de doodstraf alleen onwettig als die wordt opgelegd voor politieke misdrijven. (In Saoedi-Arabië bestaan geen politieke misdrijven).
 
Het lijkt naïef te denken dat het Islamitische gedachtegoed vanzelf menselijker wordt als onze weldenkende democratie maar zorgt voor mooi onderwijs en mooie banen.
 
*****************************************
De plaatjes komen uit de collectie van Peter Schröder
© 2013 Peter Schröder
powered by CJ2