archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Buitenlandse zaken delen printen terug
Europa voor Balkenende Felix Huijgen

0513 applausmachine
Toen de Europese Grondwet op 1 juni 2005 in een referendum aan het Nederlandse volk werd voorgelegd, had ik de stemgerechtigde leeftijd nog niet bereikt. Ik hoefde me dus niet het hoofd te breken over de voor- en nadelen van dit lijvige document. Ik weet nog altijd niet hoe ik gestemd zou hebben. Enerzijds is het grotesk dat het verdrag de naam ‘grondwet’ droeg; een grondwet is in de regel een kort document dat de inrichting en beginselen van een natiestaat uiteenzet. Het verdrag was juist een ellenlange gortdroge opsomming van regeltjes en uitzonderingen, soms tot op het kleinste detail vastgelegd, en soms juist in nietszeggende vaagheden verhuld. Voor het grootste gedeelte bestond het document uit reeds aangenomen verdragen, die kennelijk met elkaar in overeenstemming gebracht moesten worden in één band. Maar waarom dan de hovaardigheid om een bijeengeraapte regelstoofpot over intranationale samenwerking (want de EU zou ermee nog geen land worden, zoals de Verenigde Staten) een grondwet te noemen? Dit verklaart veel van de weerstand die de grondwet opriep bij de Fransen en Nederlanders, dankzij wie de grondwet uiteindelijk dood verklaard werd.

Anderzijds zou de grondwet wel iets doen aan het democratisch tekort waar de EU aan lijdt, door het Europees Parlement meer bevoegdheden te geven. De besluitvaardigheid zou verder vergemakkelijkt worden door afzonderlijke landen op veel terreinen hun vetorecht te ontnemen – een noodzakelijkheid na de aanzienlijke uitbreiding van de EU tot 27 leden. Deze en andere veranderingen worden alsnog doorgevoerd met het Verdrag van Lissabon, het in juni 2007 door bondskanselier Merkel afgedwongen compromisverdrag. Het is nu dus geen grondwet meer, en de tekst heeft enkele – vooral cosmetische – wijzigingen ondergaan om Frankrijk, Nederland en Groot-Brittannië tegemoet te komen.

Zo zijn er geen verwijzingen meer naar de Europese vlag of volkslied en heet de minister van Buitenlandse Zaken van de EU nu ‘buitenlandcoördinator’. De voorzitter van de Europese Raad, door veel media ‘President van Europa’ genoemd, wordt een aparte functie met een benoeming voor een termijn van tweeënhalf jaar (waar tot nu toe het voorzitterschap elk jaar op de premier van een ander land overgaat). Oud-premier Blair van Groot-Brittannië heeft zich inmiddels kandidaat gesteld om deze post te vervullen. Zijn kandidatuur wordt gesteund door president Sarkozy van Frankrijk, omdat hij de ‘meest Europese’ Brit zou zijn.

Een eventueel voorzitterschap van Blair moet koste wat kost voorkomen worden, en wel om drie redenen. Ten eerste zou Blair de functie door zijn internationale bekendheid een presidentieel allure geven, wat onwenselijk zou zijn voor de eerste bekleder van de functie. Hij zou allerlei uitspraken doen waar afzonderlijke landen het niet mee eens zijn en daarmee de legitimiteit van de Europese Unie ondergraven. Bovendien heeft Blair zich in zijn termijn als premier bepaald geen voorstander van verdere Europese integratie betoond; hij deed geen poging tot invoering van de euro en stribbelde bij de opstelling van de Europese Grondwet alleen maar tegen.

Maar belangrijker nog: hij is een verschrikkelijk politicus gebleken. Hij sleurde Groot-Brittannië een destructieve oorlog in Irak in op valse voorwendselen en is verantwoordelijk voor afschaffing van vele burgerlijke vrijheden. Ter illustratie: Groot-Brittannië heeft de hoogste bewakingscameradichtheid van de wereld, met één bewakingscamera voor elke veertien mensen. Sommige van die camera’s zijn zelfs voorzien van luidsprekers, waarmee ze argeloze voorbijgangers toeroepen: ‘geen propjes op straat gooien!’. Een serieuzer voorbeeld vormen de 300 gegevens die aanvragers van een Brits paspoort tegenwoordig over zichzelf moeten verstrekken en die vrijelijk door alle overheidsdiensten mogen worden ingezien. Dit alles onder het mom van het gevaar van het moslimterrorisme. Het ergst is misschien nog wel het Britse parlement, dat onder Blair in veel gevallen tot een applausmachine werd gereduceerd. Veel van de reusachtige hoeveelheid wetten die Blair voorstelde werden per decreet aangenomen.

Blair zou dus onacceptabel als kandidaat moeten zijn. Gelukkig zijn veel Europese landen het hiermee eens en maakt zijn kandidatuur vermoedelijk geen serieuze kans meer. Wie wel tot in de hoogste kringen genoemd wordt – verrassing! – is onze premier, Jan Peter Balkenende. Hij schijnt zich met indrukwekkend gemak door de Europese diplomatieke kringen te bewegen. Ik denk dat hij inderdaad zo’n gekke kandidaat nog niet zou zijn. Hij is een enthousiast Europeaan die zich wat voorzichtiger is gaan opstellen sinds die zogenaamde grondwet door het Nederlandse volk werd teruggefloten. Zo kan hij een brug vormen tussen enthousiaste EU-landen (zoals de nieuwe landen in Oost-Europa) en de wat meer eurosceptische landen zoals Groot-Brittannië en Frankrijk. Een prettig neveneffect zou zijn dat er hier te lande een wisseling van de wacht plaats zou vinden. We zouden hier best een daadkrachtiger premier kunnen gebruiken die zich een minder angstig leider toont.
 
*********************************************
De Leunstoel is gebouwd door Peppered.
Ga voor informatie over dat bureau naar www.peppered.nl


© 2008 Felix Huijgen meer Felix Huijgen - meer "Buitenlandse zaken" -
Beschouwingen > Buitenlandse zaken
Europa voor Balkenende Felix Huijgen
0513 applausmachine
Toen de Europese Grondwet op 1 juni 2005 in een referendum aan het Nederlandse volk werd voorgelegd, had ik de stemgerechtigde leeftijd nog niet bereikt. Ik hoefde me dus niet het hoofd te breken over de voor- en nadelen van dit lijvige document. Ik weet nog altijd niet hoe ik gestemd zou hebben. Enerzijds is het grotesk dat het verdrag de naam ‘grondwet’ droeg; een grondwet is in de regel een kort document dat de inrichting en beginselen van een natiestaat uiteenzet. Het verdrag was juist een ellenlange gortdroge opsomming van regeltjes en uitzonderingen, soms tot op het kleinste detail vastgelegd, en soms juist in nietszeggende vaagheden verhuld. Voor het grootste gedeelte bestond het document uit reeds aangenomen verdragen, die kennelijk met elkaar in overeenstemming gebracht moesten worden in één band. Maar waarom dan de hovaardigheid om een bijeengeraapte regelstoofpot over intranationale samenwerking (want de EU zou ermee nog geen land worden, zoals de Verenigde Staten) een grondwet te noemen? Dit verklaart veel van de weerstand die de grondwet opriep bij de Fransen en Nederlanders, dankzij wie de grondwet uiteindelijk dood verklaard werd.

Anderzijds zou de grondwet wel iets doen aan het democratisch tekort waar de EU aan lijdt, door het Europees Parlement meer bevoegdheden te geven. De besluitvaardigheid zou verder vergemakkelijkt worden door afzonderlijke landen op veel terreinen hun vetorecht te ontnemen – een noodzakelijkheid na de aanzienlijke uitbreiding van de EU tot 27 leden. Deze en andere veranderingen worden alsnog doorgevoerd met het Verdrag van Lissabon, het in juni 2007 door bondskanselier Merkel afgedwongen compromisverdrag. Het is nu dus geen grondwet meer, en de tekst heeft enkele – vooral cosmetische – wijzigingen ondergaan om Frankrijk, Nederland en Groot-Brittannië tegemoet te komen.

Zo zijn er geen verwijzingen meer naar de Europese vlag of volkslied en heet de minister van Buitenlandse Zaken van de EU nu ‘buitenlandcoördinator’. De voorzitter van de Europese Raad, door veel media ‘President van Europa’ genoemd, wordt een aparte functie met een benoeming voor een termijn van tweeënhalf jaar (waar tot nu toe het voorzitterschap elk jaar op de premier van een ander land overgaat). Oud-premier Blair van Groot-Brittannië heeft zich inmiddels kandidaat gesteld om deze post te vervullen. Zijn kandidatuur wordt gesteund door president Sarkozy van Frankrijk, omdat hij de ‘meest Europese’ Brit zou zijn.

Een eventueel voorzitterschap van Blair moet koste wat kost voorkomen worden, en wel om drie redenen. Ten eerste zou Blair de functie door zijn internationale bekendheid een presidentieel allure geven, wat onwenselijk zou zijn voor de eerste bekleder van de functie. Hij zou allerlei uitspraken doen waar afzonderlijke landen het niet mee eens zijn en daarmee de legitimiteit van de Europese Unie ondergraven. Bovendien heeft Blair zich in zijn termijn als premier bepaald geen voorstander van verdere Europese integratie betoond; hij deed geen poging tot invoering van de euro en stribbelde bij de opstelling van de Europese Grondwet alleen maar tegen.

Maar belangrijker nog: hij is een verschrikkelijk politicus gebleken. Hij sleurde Groot-Brittannië een destructieve oorlog in Irak in op valse voorwendselen en is verantwoordelijk voor afschaffing van vele burgerlijke vrijheden. Ter illustratie: Groot-Brittannië heeft de hoogste bewakingscameradichtheid van de wereld, met één bewakingscamera voor elke veertien mensen. Sommige van die camera’s zijn zelfs voorzien van luidsprekers, waarmee ze argeloze voorbijgangers toeroepen: ‘geen propjes op straat gooien!’. Een serieuzer voorbeeld vormen de 300 gegevens die aanvragers van een Brits paspoort tegenwoordig over zichzelf moeten verstrekken en die vrijelijk door alle overheidsdiensten mogen worden ingezien. Dit alles onder het mom van het gevaar van het moslimterrorisme. Het ergst is misschien nog wel het Britse parlement, dat onder Blair in veel gevallen tot een applausmachine werd gereduceerd. Veel van de reusachtige hoeveelheid wetten die Blair voorstelde werden per decreet aangenomen.

Blair zou dus onacceptabel als kandidaat moeten zijn. Gelukkig zijn veel Europese landen het hiermee eens en maakt zijn kandidatuur vermoedelijk geen serieuze kans meer. Wie wel tot in de hoogste kringen genoemd wordt – verrassing! – is onze premier, Jan Peter Balkenende. Hij schijnt zich met indrukwekkend gemak door de Europese diplomatieke kringen te bewegen. Ik denk dat hij inderdaad zo’n gekke kandidaat nog niet zou zijn. Hij is een enthousiast Europeaan die zich wat voorzichtiger is gaan opstellen sinds die zogenaamde grondwet door het Nederlandse volk werd teruggefloten. Zo kan hij een brug vormen tussen enthousiaste EU-landen (zoals de nieuwe landen in Oost-Europa) en de wat meer eurosceptische landen zoals Groot-Brittannië en Frankrijk. Een prettig neveneffect zou zijn dat er hier te lande een wisseling van de wacht plaats zou vinden. We zouden hier best een daadkrachtiger premier kunnen gebruiken die zich een minder angstig leider toont.
 
*********************************************
De Leunstoel is gebouwd door Peppered.
Ga voor informatie over dat bureau naar www.peppered.nl
© 2008 Felix Huijgen
powered by CJ2