archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Ergernissen delen printen terug
Op de vlucht voor gezelligheid Frits Hoorweg

1206BZ GezelligheidLaten we het eens over dat oer-Hollandse woord gezellig hebben, duidend op bij elkaar zijn en dat fijner vinden dan in je eentje verkeren. Ik gruw ervan. Begrijp mij goed, soms is het gezelschap van anderen heel goed te verdragen, of sterker zelfs aangenaam. Wat mij betreft zou het woord daarom voor die gelegenheden moeten worden gereserveerd. Meestal doet echte gezelligheid zich voor als het toevallige bijproduct van iets anders. Je hebt samen hard gewerkt en drinkt daarna nog even wat, of de wandeling moet worden onderbroken om te lunchen, dan is het vaak gezellig. Zelfs na begrafenissen wordt het regelmatig gezellig. Dat klinkt dan wat ongemakkelijk en daarom zeggen we het niet hardop of het wordt besmuikt opgemerkt, met de toevoeging dat we toch ook eens een andere aanleiding moeten zoeken om bij elkaar te komen.

Bij een ‘kerstdiner’ in een verzorgingshuis zat ik aan tafel met vier negentigers en een vijftiger. De laatste was de schoondochter van een van de oude dames en ik de schoonzoon van een van de andere; en dan waren er dus nog twee, losse als het ware. De conversatie verliep soms wat stroef en moest vooral op gang worden gehouden door, zeg maar, de jongelui. Maar de oude dame rechts van mij deed ook erg haar best. Ze had twee standaardzinnen die ze met enige regelmaat, en in willekeurige volgorde herhaalde. De ene was: ‘Wat geweldig dat ze dit allemaal voor ons organiseren’ en de andere: ‘Ik vind het hier vreselijk’. Het afgelopen jaar is er veel gediscussieerd over de ouderenzorg, maar ik heb het probleem nog niet eerder zo bondig horen samenvatten.

Op de vlucht voor het misverstand van de geforceerde gezelligheid brachten wij de feestdagen door in ons ‘boshuisje’. Daar hadden we eigenlijk maar één zorg: houden we het wel warm genoeg? Als de temperatuur te ver onder nul duikt kan de waterleiding namelijk bevriezen en dan is Leiden in last. Alle andere ‘kwesties’ waren eigenlijk niet als zorg aan te merken. Is er nog genoeg wijn? Gaan we vanochtend of vanmiddag boodschappen doen? Mijn boek is uit, wat zal ik nu eens gaan lezen?
Een klein minpuntje was wel dat mijn vrouw naar de Top 2000 wilde luisteren. Daar heb ik mij bij neergelegd, misschien toch vanwege de behoefte aan een minimum van gezelligheid. Af en toe kwam er wel eens een aardig deuntje voorbij, maar voor een groot deel bestaat die Top 2000 toch uit muziek die mij al snel tegenstaat. Nog erger is dat het geheel aaneengesmeed wordt met een klef mengsel van ingebeelde nostalgie en baldadigheid.

Goed om te lezen dat ik niet de enige ben die zich daaraan stoort. Een recent uitgegeven bundel van Martin Bril (‘De zon schijnt’) bevat o.a. een stukje over ‘de vreselijke leegte van jeugdsentiment’ (p.72). In het kerstnummer van de Spectator las ik een navrant verhaaltje van Mark Steyn over de eeuwige tophit ‘White Christmas’, die overigens niet in de Top 2000 stond, geloof ik. Het nummer is een creatie van Irving Berlin en lijkt het resultaat van warme gevoelens voor een heerlijke periode in het jaar. Nou, vergeet het maar. Op de 1e Kerstdag van 1928 werd de driejarige Irving Jr. dood in zijn bedje aangetroffen, wiegendood. Nadat de (andere) kinderen het huis uit waren werd in huize Berlin geen kerstmis meer gevierd.

Het werd tijd voor de nietsontziende visie op de wereld van Willem Brakman. ‘Van de in hoger kringen verliefde’, gaat over Grote Klaas ‘de behaagziekste van alle leunstoelmensen’. Er is een muziekuitvoering waar beroerd wordt gespeeld, ‘.. het was een van die uitvoeringen waarvan de enige zin gelegen is in het herinneren aan het bestaan van een muziekstuk’. En veel meer van hetzelfde, geen idee waar het heen gaat. Doet er ook niet toe. Prachtig woord trouwens: ‘leunstoelmensen’. Zouden onze lezers er bezwaar tegen hebben op die manier te worden aangeduid?

In ‘The world in 2015’ (een publicatie van The Economist) las ik dat het nieuwste van het nieuwste ‘anticipatory computing’ of ‘predictive intelligence’ is. Je smartphone gaat je ongevraagd adviezen geven, op basis van gegevens die nu eenmaal toch in het apparaatje voorhanden zijn. Voorbeeld: je staat bij een bushalte in een vreemde stad en je telefoon geeft je spontaan de vertrektijden door van de bus naar je woonplaats. Ik ken mensen die daar heel vrolijk van worden, maar mij breekt het angstzweet uit. Het is jammer dat Willem Brakman dit niet meer in een boek kan verwerken.

----------------------------------------
De tekening is van Elène Klaren
---------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD’s en veel meer
bij bolcom via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel


© 2015 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Ergernissen" -
Bezigheden > Ergernissen
Op de vlucht voor gezelligheid Frits Hoorweg
1206BZ GezelligheidLaten we het eens over dat oer-Hollandse woord gezellig hebben, duidend op bij elkaar zijn en dat fijner vinden dan in je eentje verkeren. Ik gruw ervan. Begrijp mij goed, soms is het gezelschap van anderen heel goed te verdragen, of sterker zelfs aangenaam. Wat mij betreft zou het woord daarom voor die gelegenheden moeten worden gereserveerd. Meestal doet echte gezelligheid zich voor als het toevallige bijproduct van iets anders. Je hebt samen hard gewerkt en drinkt daarna nog even wat, of de wandeling moet worden onderbroken om te lunchen, dan is het vaak gezellig. Zelfs na begrafenissen wordt het regelmatig gezellig. Dat klinkt dan wat ongemakkelijk en daarom zeggen we het niet hardop of het wordt besmuikt opgemerkt, met de toevoeging dat we toch ook eens een andere aanleiding moeten zoeken om bij elkaar te komen.

Bij een ‘kerstdiner’ in een verzorgingshuis zat ik aan tafel met vier negentigers en een vijftiger. De laatste was de schoondochter van een van de oude dames en ik de schoonzoon van een van de andere; en dan waren er dus nog twee, losse als het ware. De conversatie verliep soms wat stroef en moest vooral op gang worden gehouden door, zeg maar, de jongelui. Maar de oude dame rechts van mij deed ook erg haar best. Ze had twee standaardzinnen die ze met enige regelmaat, en in willekeurige volgorde herhaalde. De ene was: ‘Wat geweldig dat ze dit allemaal voor ons organiseren’ en de andere: ‘Ik vind het hier vreselijk’. Het afgelopen jaar is er veel gediscussieerd over de ouderenzorg, maar ik heb het probleem nog niet eerder zo bondig horen samenvatten.

Op de vlucht voor het misverstand van de geforceerde gezelligheid brachten wij de feestdagen door in ons ‘boshuisje’. Daar hadden we eigenlijk maar één zorg: houden we het wel warm genoeg? Als de temperatuur te ver onder nul duikt kan de waterleiding namelijk bevriezen en dan is Leiden in last. Alle andere ‘kwesties’ waren eigenlijk niet als zorg aan te merken. Is er nog genoeg wijn? Gaan we vanochtend of vanmiddag boodschappen doen? Mijn boek is uit, wat zal ik nu eens gaan lezen?
Een klein minpuntje was wel dat mijn vrouw naar de Top 2000 wilde luisteren. Daar heb ik mij bij neergelegd, misschien toch vanwege de behoefte aan een minimum van gezelligheid. Af en toe kwam er wel eens een aardig deuntje voorbij, maar voor een groot deel bestaat die Top 2000 toch uit muziek die mij al snel tegenstaat. Nog erger is dat het geheel aaneengesmeed wordt met een klef mengsel van ingebeelde nostalgie en baldadigheid.

Goed om te lezen dat ik niet de enige ben die zich daaraan stoort. Een recent uitgegeven bundel van Martin Bril (‘De zon schijnt’) bevat o.a. een stukje over ‘de vreselijke leegte van jeugdsentiment’ (p.72). In het kerstnummer van de Spectator las ik een navrant verhaaltje van Mark Steyn over de eeuwige tophit ‘White Christmas’, die overigens niet in de Top 2000 stond, geloof ik. Het nummer is een creatie van Irving Berlin en lijkt het resultaat van warme gevoelens voor een heerlijke periode in het jaar. Nou, vergeet het maar. Op de 1e Kerstdag van 1928 werd de driejarige Irving Jr. dood in zijn bedje aangetroffen, wiegendood. Nadat de (andere) kinderen het huis uit waren werd in huize Berlin geen kerstmis meer gevierd.

Het werd tijd voor de nietsontziende visie op de wereld van Willem Brakman. ‘Van de in hoger kringen verliefde’, gaat over Grote Klaas ‘de behaagziekste van alle leunstoelmensen’. Er is een muziekuitvoering waar beroerd wordt gespeeld, ‘.. het was een van die uitvoeringen waarvan de enige zin gelegen is in het herinneren aan het bestaan van een muziekstuk’. En veel meer van hetzelfde, geen idee waar het heen gaat. Doet er ook niet toe. Prachtig woord trouwens: ‘leunstoelmensen’. Zouden onze lezers er bezwaar tegen hebben op die manier te worden aangeduid?

In ‘The world in 2015’ (een publicatie van The Economist) las ik dat het nieuwste van het nieuwste ‘anticipatory computing’ of ‘predictive intelligence’ is. Je smartphone gaat je ongevraagd adviezen geven, op basis van gegevens die nu eenmaal toch in het apparaatje voorhanden zijn. Voorbeeld: je staat bij een bushalte in een vreemde stad en je telefoon geeft je spontaan de vertrektijden door van de bus naar je woonplaats. Ik ken mensen die daar heel vrolijk van worden, maar mij breekt het angstzweet uit. Het is jammer dat Willem Brakman dit niet meer in een boek kan verwerken.

----------------------------------------
De tekening is van Elène Klaren
---------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD’s en veel meer
bij bolcom via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel
© 2015 Frits Hoorweg
powered by CJ2