archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Ontmoetingen delen printen terug
Zo waarlijk helpe mij; een bekentenis Abdelrachid Khalil

1005BZ God
Laatst wilde iemand van mij weten hoe ik kon geloven. ‘Het is toch raar dat jij denkt dat er een God of Allah bestaat, zonder dat jij die kan zien, aanraken of zeker weet dat Hij er is.’ Dat waren zijn woorden waarmee hij mij ervan wilde overtuigen dat God niet bestaat. Ik zuchtte diep en keek hem aan. Lang en doordringend bleef ik hem aan kijken, enkel voor het bijeffect.

‘Weet je wat het is, vriend. Laatst wilde ik niet meer. Ik kon het even allemaal niet meer aan. Ik wilde geen vriendinnetje meer en zeker niet trouwen. Ik wilde eigenlijk niet eens meer uit mijn bed komen. Werken? Daar had ik écht geen behoefte meer aan. Ik vond alles kut en dat ik alles kut vond, dat vond ik nog het kutst. Snap je? Nou, dat was op een donderdag. Op vrijdag lag ik dus lamlendig in mijn bed. Ik had mijn gordijnen nog dicht. Ik overdacht mijn leven. Ik heb mijn school niet af kunnen maken door tal van problemen. Ik ben bedonderd, belazerd en besodemieterd en ik heb bedonderd, belazerd en besodemieterd. Ik haatte mijn leven en alles erom heen. Ik staarde naar de Facebook-pagina van een kennis. Het duurde niet lang en ik had een naar mijn bescheiden mening grappig berichtje geformuleerd over haar foto’s en dat verstuurde ik. Ze stuurde een berichtje terug en er ontstond een gesprek. Het was een beetje heen en weer gegooi van berichtjes en zie daar; we hebben nu al een maand een relatie. Ik zie haar als een gift van God en hoop dat ze medio 2013 mijn vrouw gaat worden.’. Dat zei ik tegen de jongen.

Hij lachte zijn tanden bloot. Een gebulder klonk door de kale ruimte heen. ‘What the fuck?’: schreeuwde hij, ‘dat is toch geen reden om in God te geloven. Misschien had je gewoon geluk. En…’ Ik onderbrak hem abrupt. Ik zag mijn kans schoon. ‘Hoe weet je dat het geluk is? Heb je geluk wel eens aangeraakt, gezien of hoe weet je dat geluk bestaat. Ik geloof als moslim dus niet in geluk. Ik denk dat alles van te voren geschreven staat. Dat elke stap die ik in dit leven zet al voor mij is uitgestippeld. Dat het voorbestemd is, makteb heet dat in het Arabisch. En dat klinkt misschien dom, maar voor mij voelt het fijn. Je hoeft van mij niet te geloven. Het is niet aan mij jou te overtuigen van mijn geloof. Ik geef enkel antwoord op je vragen.’

Hij lachte wederom. Ik vond zijn lach irritant en wilde eigenlijk weglopen. Alleen zou het weglopen uit een discussie aangeven dat ik de discussie niet aankan. En daarmee zou ik de discussie verliezen. Het laatste wat ik wilde was de discussie verliezen. Ik hoopte dat hij nu een goed argument zou aandragen. Hij claimde één der intelligentste der aarde te zijn en ik zat er klaar voor. Mijn vader had mij ooit geadviseerd nooit te discussiëren over godsdienst of politiek. Wel grappig, want de enige (goede) gesprekken die ik de laatste tijd met mijn vader voer gaan over politiek en godsdienst. Deze keer sloeg ik het advies van mijn vader in de wind. Ik voelde een reactie aan komen. Ik zat vol spanning en wilde ieder woord tot mij nemen. Ik moet hem knock-out slaan met mijn woorden, dacht ik.

Het was jammer dat de jongen mij niet vroeg in welke God ik dan dacht te geloven. Geloof ik dat hemel en aarde geschapen zijn door een opperwezen? Ergens in 2004 moest ik voor mijn eindexamen een stuk lezen. Het was een stuk van psychiater Herman M. van Praag. In dat stuk stelde van Praag dat geloven iets is wat iedereen kan. De grootste atheïst kan gelovig worden. Dit doordat het een stimulering van bepaalde gebieden in de hersenen betreft. Wie die gebieden dan ook stimuleert zou kunnen geloven. In hetzelfde stuk verklaart hij ook dat er wel een God nodig is. Een God die vaak door opvoeding wordt meegegeven. Ik heb geen God meegekregen in mijn opvoeding. Mijn ouders hebben mij altijd vrij gelaten in wat ikzelf wilde geloven.

Uiteindelijk heb ik de kant van mijn vader gekozen. Niet altijd even overtuigd. Mijn vader is van huis uit moslim en ik ben hem daarin gevolgd. Alleen dan niet in de God die mijn gesprekspartner bedoelde. Niet de God die hemel en aarde heeft geschapen. En als hij graag wil bewijzen dat die God niet bestaat, dan geef ik hem daar vrij baan in. Probleemloos. Alleen de betekenis die God in mijn leven heeft is de God die van Praag probeert te omschrijven. Het is een God die er altijd is. Een leids- of vertrouwensman in mijn leven door wie ik de juiste beslissingen neem en op het rechte pad blijf. Zeker wist ik dat de volgende zin zou wijzen op wat ik net beschreef. De jongeman wilde mij ervan overtuigen dat God niet bestaat. En dat wilde hij doen door te vertellen dat er wetenschappelijk bewezen is dat de aarde niet door God is geschapen.

‘Er is wetenschappelijk bewezen dat….’ De rest van wat hij zei ging langs mij heen. Eigenlijk heb ik nergens een grotere hekel aan dan mensen die een verhaal beginnen met dat iets wetenschappelijk is bewezen. Bijna nooit kunnen ze de rest van de informatie geven. Door wie is het wetenschappelijk bewezen? Mag ik het onderzoek inzien? Wat is er precies onderzocht? Met wetenschappelijke onderzoeken veeg ik spreekwoordelijk mijn kont af en de mensen die met andermans onderzoeken pochen zijn een nagel aan mijn doodskist. Ik wist niet zeker of hij al was uitgesproken, maar ik vond dat het mijn beurt was.

‘Luister!!’: riep ik ‘Een wetenschappelijk onderzoek dat God niet bestaat? Dat er dingen in de Koran staan die onbewijsbaar zijn of onwaar? Zei je dat? Ik weet zeker dat God bestaat. Ik heb het gevoel dat ik nooit alleen ben. Er is altijd een luisterend oor. Immer kan ik mijn ei kwijt, bij iemand die alleen maar luistert. Als ik pijn, verdriet of blijdschap voel dan deel ik dat met Hem. Altijd voel ik dat het vertrouwd is. Dat is voor mij mijn geloof. En ja, ik ben inderdaad niet altijd een even goede moslim geweest. Dat kan ik niet ontkennen, verre van dat zelfs. Ik heb gezondigd als een malle! Alleen mijn geloof is oprecht! Ik respecteer jou als gekke agnost of atheïst. Mag ik vragen van jou dat jij mij respecteert als malle moslim? Dan kunnen wij als vrienden deze kamer verlaten. We schudden elkaar de hand, jij drinkt je biertje en ik mijn Fanta (want ik mag van mijn vriendin geen cola meer drinken) en we respecteren elkaar. Deal?’
 
*************************
De tekening is van Linda Hulshof
Meer informatie op: www.lindahulshof.nl


© 2012 Abdelrachid Khalil meer Abdelrachid Khalil - meer "Ontmoetingen" -
Bezigheden > Ontmoetingen
Zo waarlijk helpe mij; een bekentenis Abdelrachid Khalil
1005BZ God
Laatst wilde iemand van mij weten hoe ik kon geloven. ‘Het is toch raar dat jij denkt dat er een God of Allah bestaat, zonder dat jij die kan zien, aanraken of zeker weet dat Hij er is.’ Dat waren zijn woorden waarmee hij mij ervan wilde overtuigen dat God niet bestaat. Ik zuchtte diep en keek hem aan. Lang en doordringend bleef ik hem aan kijken, enkel voor het bijeffect.

‘Weet je wat het is, vriend. Laatst wilde ik niet meer. Ik kon het even allemaal niet meer aan. Ik wilde geen vriendinnetje meer en zeker niet trouwen. Ik wilde eigenlijk niet eens meer uit mijn bed komen. Werken? Daar had ik écht geen behoefte meer aan. Ik vond alles kut en dat ik alles kut vond, dat vond ik nog het kutst. Snap je? Nou, dat was op een donderdag. Op vrijdag lag ik dus lamlendig in mijn bed. Ik had mijn gordijnen nog dicht. Ik overdacht mijn leven. Ik heb mijn school niet af kunnen maken door tal van problemen. Ik ben bedonderd, belazerd en besodemieterd en ik heb bedonderd, belazerd en besodemieterd. Ik haatte mijn leven en alles erom heen. Ik staarde naar de Facebook-pagina van een kennis. Het duurde niet lang en ik had een naar mijn bescheiden mening grappig berichtje geformuleerd over haar foto’s en dat verstuurde ik. Ze stuurde een berichtje terug en er ontstond een gesprek. Het was een beetje heen en weer gegooi van berichtjes en zie daar; we hebben nu al een maand een relatie. Ik zie haar als een gift van God en hoop dat ze medio 2013 mijn vrouw gaat worden.’. Dat zei ik tegen de jongen.

Hij lachte zijn tanden bloot. Een gebulder klonk door de kale ruimte heen. ‘What the fuck?’: schreeuwde hij, ‘dat is toch geen reden om in God te geloven. Misschien had je gewoon geluk. En…’ Ik onderbrak hem abrupt. Ik zag mijn kans schoon. ‘Hoe weet je dat het geluk is? Heb je geluk wel eens aangeraakt, gezien of hoe weet je dat geluk bestaat. Ik geloof als moslim dus niet in geluk. Ik denk dat alles van te voren geschreven staat. Dat elke stap die ik in dit leven zet al voor mij is uitgestippeld. Dat het voorbestemd is, makteb heet dat in het Arabisch. En dat klinkt misschien dom, maar voor mij voelt het fijn. Je hoeft van mij niet te geloven. Het is niet aan mij jou te overtuigen van mijn geloof. Ik geef enkel antwoord op je vragen.’

Hij lachte wederom. Ik vond zijn lach irritant en wilde eigenlijk weglopen. Alleen zou het weglopen uit een discussie aangeven dat ik de discussie niet aankan. En daarmee zou ik de discussie verliezen. Het laatste wat ik wilde was de discussie verliezen. Ik hoopte dat hij nu een goed argument zou aandragen. Hij claimde één der intelligentste der aarde te zijn en ik zat er klaar voor. Mijn vader had mij ooit geadviseerd nooit te discussiëren over godsdienst of politiek. Wel grappig, want de enige (goede) gesprekken die ik de laatste tijd met mijn vader voer gaan over politiek en godsdienst. Deze keer sloeg ik het advies van mijn vader in de wind. Ik voelde een reactie aan komen. Ik zat vol spanning en wilde ieder woord tot mij nemen. Ik moet hem knock-out slaan met mijn woorden, dacht ik.

Het was jammer dat de jongen mij niet vroeg in welke God ik dan dacht te geloven. Geloof ik dat hemel en aarde geschapen zijn door een opperwezen? Ergens in 2004 moest ik voor mijn eindexamen een stuk lezen. Het was een stuk van psychiater Herman M. van Praag. In dat stuk stelde van Praag dat geloven iets is wat iedereen kan. De grootste atheïst kan gelovig worden. Dit doordat het een stimulering van bepaalde gebieden in de hersenen betreft. Wie die gebieden dan ook stimuleert zou kunnen geloven. In hetzelfde stuk verklaart hij ook dat er wel een God nodig is. Een God die vaak door opvoeding wordt meegegeven. Ik heb geen God meegekregen in mijn opvoeding. Mijn ouders hebben mij altijd vrij gelaten in wat ikzelf wilde geloven.

Uiteindelijk heb ik de kant van mijn vader gekozen. Niet altijd even overtuigd. Mijn vader is van huis uit moslim en ik ben hem daarin gevolgd. Alleen dan niet in de God die mijn gesprekspartner bedoelde. Niet de God die hemel en aarde heeft geschapen. En als hij graag wil bewijzen dat die God niet bestaat, dan geef ik hem daar vrij baan in. Probleemloos. Alleen de betekenis die God in mijn leven heeft is de God die van Praag probeert te omschrijven. Het is een God die er altijd is. Een leids- of vertrouwensman in mijn leven door wie ik de juiste beslissingen neem en op het rechte pad blijf. Zeker wist ik dat de volgende zin zou wijzen op wat ik net beschreef. De jongeman wilde mij ervan overtuigen dat God niet bestaat. En dat wilde hij doen door te vertellen dat er wetenschappelijk bewezen is dat de aarde niet door God is geschapen.

‘Er is wetenschappelijk bewezen dat….’ De rest van wat hij zei ging langs mij heen. Eigenlijk heb ik nergens een grotere hekel aan dan mensen die een verhaal beginnen met dat iets wetenschappelijk is bewezen. Bijna nooit kunnen ze de rest van de informatie geven. Door wie is het wetenschappelijk bewezen? Mag ik het onderzoek inzien? Wat is er precies onderzocht? Met wetenschappelijke onderzoeken veeg ik spreekwoordelijk mijn kont af en de mensen die met andermans onderzoeken pochen zijn een nagel aan mijn doodskist. Ik wist niet zeker of hij al was uitgesproken, maar ik vond dat het mijn beurt was.

‘Luister!!’: riep ik ‘Een wetenschappelijk onderzoek dat God niet bestaat? Dat er dingen in de Koran staan die onbewijsbaar zijn of onwaar? Zei je dat? Ik weet zeker dat God bestaat. Ik heb het gevoel dat ik nooit alleen ben. Er is altijd een luisterend oor. Immer kan ik mijn ei kwijt, bij iemand die alleen maar luistert. Als ik pijn, verdriet of blijdschap voel dan deel ik dat met Hem. Altijd voel ik dat het vertrouwd is. Dat is voor mij mijn geloof. En ja, ik ben inderdaad niet altijd een even goede moslim geweest. Dat kan ik niet ontkennen, verre van dat zelfs. Ik heb gezondigd als een malle! Alleen mijn geloof is oprecht! Ik respecteer jou als gekke agnost of atheïst. Mag ik vragen van jou dat jij mij respecteert als malle moslim? Dan kunnen wij als vrienden deze kamer verlaten. We schudden elkaar de hand, jij drinkt je biertje en ik mijn Fanta (want ik mag van mijn vriendin geen cola meer drinken) en we respecteren elkaar. Deal?’
 
*************************
De tekening is van Linda Hulshof
Meer informatie op: www.lindahulshof.nl
© 2012 Abdelrachid Khalil
powered by CJ2