archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Ontmoetingen delen printen terug
De verloren stad (2) Gábor Budavári

0905BZ Zwolle
Nu de reis met mijn tweede echtgenote, Nel, ter viering van haar verjaardag dit jaar. Meteen bij de voorbereiding van de reis ontdekte ik een probleem: ik was de naam en het adres vergeten van het hotel-restaurant waar wij een kamer huurden en meestal tussen de middag aten. Bij aankomst bleek het station van Zwolle onherkenbaar veranderd; gemoderniseerd en voorzien van een lift naar de stad toe.
 
In de lift stonden enkele agenten in bijzondere uniformen. Zij waren in een goede stemming en vroegen mij spontaan waar ik naar toe wilde. Naar Hotel Sandton. Dat kenden zij niet. ‘Het zou hier dicht bij het station moeten zijn,’ zei ik. Terwijl zij hun hoofden braken schoot mij te binnen, dat het hotel, althans een deel ervan vroeger een politiebureau was. Ook Nel, die veel beter Nederlands spreekt dan ik, bracht ook geen opheldering. Wij besloten onderweg naar het hotel, dat nog geen 200 meter van het station moest liggen, voorbijgangers aan te schieten. Het geheim bleef niet lang geheim. Sandton is de naam van de hotelketen waartoe het hotel met de naam ‘Pillows’ behoort. Onder deze laatste naam kende iedereen onze slaapplaats voor twee nachten.

Onze kamer bleek netjes gemeubileerd en gestoffeerd. De hoogte ervan getuigde van de vorige bestemming. De verlichting bij de bedden stond op zulke hoge poten dat bij het lezen in de nacht door de ene, de andere zeker zwaar gestoord werd in zijn slaap. De zware overgordijnen hinderden de ventilatie. ‘Maar twee nachten zullen wij toch doorstaan!’
Na het uitpakken vertrokken wij voor onze eerste wandeling. De richting naar het centrum kenden wij al van de borden bij het station. Van de aardige receptioniste kregen wij een kleine, opvouwbare kaart met aan de ene kant een plattegrond en aan de andere de beschrijving van de genummerde gebouwen. Een kopie van de plattegrond staat hiernaast, waartoe ik de toestemming van de eigenaar van het copyright kreeg. Na enkele tientallen meters bereikten wij de Stadsgracht.

Rondkijkende herkende ik niets. Twee gebouwen aan de H. Smeenge Kade zagen er een beetje zo uit alsof ik die van vroeger kende, maar zeker was ik niet. De hele Stadsgracht kwam mij onbekend voor. Naar rechts afslaande liepen wij op de Burg.V.Roijen Singel, tot wij bij een brug kwamen. Daar sloegen wij links af en liepen aan de andere kant van de Stadsgracht op een voetpad, totdat wij een bank zagen. Daar hielden wij een kleine pauze en bekenden wij elkaar dat wij in een totaal onbekende stad waren terechtgekomen. Zou het mogelijk zijn dat deze gracht na 1973 was aangelegd? Dan had men meerdere straten moeten ombouwen, honderden huizen afbreken etc. Het zou zo een gigantisch werk zijn geweest, dat wij dat hadden moeten weten, zij het alleen via de kranten of de TV!

Na het ontbijt op de volgende dag vertrokken wij naar de reeds bekende gracht, deze keer echter naar links een brug zoekende, die wij snel vonden. Vandaar naar het eerste museum, de ‘Fundatie’, was de afstand klein. Tot mijn geluk was men hier voorzien van rolstoelen en liften waardoor het museumbezoek voor een semi-invalide wezenlijk aangenamer wordt. De tentoongestelde werken waren voor een groot deel gewijd aan de heersers van Liechtenstein. Hoewel Nel, noch ik ooit in Liechtenstein zijn geweest en de portretten van de onbekende staatsgrootheden passend van kwaliteit waren, bevredigde ons het getoonde niet.

Wij besloten toch maar weer de ons van oudsher bekende stadsdelen te gaan zoeken. Wanneer wij die hadden gevonden zouden we daar lunchen en een lekker glas bier drinken. Ongeveer een half uur later hadden wij nog niets gevonden wat met onze herinneringen overeenstemde, hoewel wij reeds een grote kerk en een groot plein – twee noodzakelijke dragers van mijn herinneringen, maar niet deze (!) – achter onze rug gelaten.

Op de Grote Markt gingen wij het VVV-kantoor binnen en huurden een fietstaxi, daar wij onze krachten als onvoldoende beoordeelden voor het uiteindelijk vinden van de plaatsen van onze herinneringen. Onze bestuurder, die naast zijn spierkracht ook af en toe die van de hulpmotor gebruikte, toonde vele bezienswaardigheden op de twee eilanden die het centrum vormen.(En er zijn vele plekken, die het bezoeken waard zijn!) Hoewel onze chauffeur een uitstekende cicerone bleek te zijn vonden wij onze herinneringen toch niet terug in het uur van deze rondreis.
Uiteindelijk hebben wij berust in onze mislukking en gingen wij op een van de zeer vele terrassen van de Grote Markt zitten en lunchten onder het genot van een plaatselijk bier. Het weer had echter geen genade met ons. Een koele wind heeft ons gemak wreed verstoord. Nel, die al eigenlijk verkouden was, werd zo verkouden, dat het weken duurde voordat zij zich daarvan kon bevrijden.

Ik herinnerde mij, dat wij in de pauze van de cursus inderdaad op een groot plein zaten en aten, maar niet op deze! Wij zagen ook een grote kerk toen, nu meerdere gotische gebouwen, maar allemaal onbekend. De lessen waren in een zaal van een hotel-restaurant, waar wij nu ook binnen stapten om onze nood te verzachten, maar dit hotel was ook onbekend! Waar waren wij terecht gekomen? Wij waren teleurgesteld en wel in die mate, dat wij er niet eens aan dachten een plattegrond van de gehele stad te kopen bij de VVV, om te controleren of er misschien een ander stadsdeel bestaat waar onze herinneringen wel zouden worden bevredigd.

Zo bleef ons niets anders dan terug te gaan naar het hotel, daar onze spullen te pakken en terug te keren naar Den Haag. Tot op de dag van vandaag hebben wij een onbevredigd gevoel over ons bezoek aan Zwolle. Een tweede keer er naar toe gaan willen wij niet.

Zo vluchten wij nog steeds in het idee, dat een deel van de stad gewoon is verdwenen!

**********
De illustratie is geplaatst met toestemming van de heer Nico Vossenbeld van AnyWayProductions.


© 2011 Gábor Budavári meer Gábor Budavári - meer "Ontmoetingen"
Bezigheden > Ontmoetingen
De verloren stad (2) Gábor Budavári
0905BZ Zwolle
Nu de reis met mijn tweede echtgenote, Nel, ter viering van haar verjaardag dit jaar. Meteen bij de voorbereiding van de reis ontdekte ik een probleem: ik was de naam en het adres vergeten van het hotel-restaurant waar wij een kamer huurden en meestal tussen de middag aten. Bij aankomst bleek het station van Zwolle onherkenbaar veranderd; gemoderniseerd en voorzien van een lift naar de stad toe.
 
In de lift stonden enkele agenten in bijzondere uniformen. Zij waren in een goede stemming en vroegen mij spontaan waar ik naar toe wilde. Naar Hotel Sandton. Dat kenden zij niet. ‘Het zou hier dicht bij het station moeten zijn,’ zei ik. Terwijl zij hun hoofden braken schoot mij te binnen, dat het hotel, althans een deel ervan vroeger een politiebureau was. Ook Nel, die veel beter Nederlands spreekt dan ik, bracht ook geen opheldering. Wij besloten onderweg naar het hotel, dat nog geen 200 meter van het station moest liggen, voorbijgangers aan te schieten. Het geheim bleef niet lang geheim. Sandton is de naam van de hotelketen waartoe het hotel met de naam ‘Pillows’ behoort. Onder deze laatste naam kende iedereen onze slaapplaats voor twee nachten.

Onze kamer bleek netjes gemeubileerd en gestoffeerd. De hoogte ervan getuigde van de vorige bestemming. De verlichting bij de bedden stond op zulke hoge poten dat bij het lezen in de nacht door de ene, de andere zeker zwaar gestoord werd in zijn slaap. De zware overgordijnen hinderden de ventilatie. ‘Maar twee nachten zullen wij toch doorstaan!’
Na het uitpakken vertrokken wij voor onze eerste wandeling. De richting naar het centrum kenden wij al van de borden bij het station. Van de aardige receptioniste kregen wij een kleine, opvouwbare kaart met aan de ene kant een plattegrond en aan de andere de beschrijving van de genummerde gebouwen. Een kopie van de plattegrond staat hiernaast, waartoe ik de toestemming van de eigenaar van het copyright kreeg. Na enkele tientallen meters bereikten wij de Stadsgracht.

Rondkijkende herkende ik niets. Twee gebouwen aan de H. Smeenge Kade zagen er een beetje zo uit alsof ik die van vroeger kende, maar zeker was ik niet. De hele Stadsgracht kwam mij onbekend voor. Naar rechts afslaande liepen wij op de Burg.V.Roijen Singel, tot wij bij een brug kwamen. Daar sloegen wij links af en liepen aan de andere kant van de Stadsgracht op een voetpad, totdat wij een bank zagen. Daar hielden wij een kleine pauze en bekenden wij elkaar dat wij in een totaal onbekende stad waren terechtgekomen. Zou het mogelijk zijn dat deze gracht na 1973 was aangelegd? Dan had men meerdere straten moeten ombouwen, honderden huizen afbreken etc. Het zou zo een gigantisch werk zijn geweest, dat wij dat hadden moeten weten, zij het alleen via de kranten of de TV!

Na het ontbijt op de volgende dag vertrokken wij naar de reeds bekende gracht, deze keer echter naar links een brug zoekende, die wij snel vonden. Vandaar naar het eerste museum, de ‘Fundatie’, was de afstand klein. Tot mijn geluk was men hier voorzien van rolstoelen en liften waardoor het museumbezoek voor een semi-invalide wezenlijk aangenamer wordt. De tentoongestelde werken waren voor een groot deel gewijd aan de heersers van Liechtenstein. Hoewel Nel, noch ik ooit in Liechtenstein zijn geweest en de portretten van de onbekende staatsgrootheden passend van kwaliteit waren, bevredigde ons het getoonde niet.

Wij besloten toch maar weer de ons van oudsher bekende stadsdelen te gaan zoeken. Wanneer wij die hadden gevonden zouden we daar lunchen en een lekker glas bier drinken. Ongeveer een half uur later hadden wij nog niets gevonden wat met onze herinneringen overeenstemde, hoewel wij reeds een grote kerk en een groot plein – twee noodzakelijke dragers van mijn herinneringen, maar niet deze (!) – achter onze rug gelaten.

Op de Grote Markt gingen wij het VVV-kantoor binnen en huurden een fietstaxi, daar wij onze krachten als onvoldoende beoordeelden voor het uiteindelijk vinden van de plaatsen van onze herinneringen. Onze bestuurder, die naast zijn spierkracht ook af en toe die van de hulpmotor gebruikte, toonde vele bezienswaardigheden op de twee eilanden die het centrum vormen.(En er zijn vele plekken, die het bezoeken waard zijn!) Hoewel onze chauffeur een uitstekende cicerone bleek te zijn vonden wij onze herinneringen toch niet terug in het uur van deze rondreis.
Uiteindelijk hebben wij berust in onze mislukking en gingen wij op een van de zeer vele terrassen van de Grote Markt zitten en lunchten onder het genot van een plaatselijk bier. Het weer had echter geen genade met ons. Een koele wind heeft ons gemak wreed verstoord. Nel, die al eigenlijk verkouden was, werd zo verkouden, dat het weken duurde voordat zij zich daarvan kon bevrijden.

Ik herinnerde mij, dat wij in de pauze van de cursus inderdaad op een groot plein zaten en aten, maar niet op deze! Wij zagen ook een grote kerk toen, nu meerdere gotische gebouwen, maar allemaal onbekend. De lessen waren in een zaal van een hotel-restaurant, waar wij nu ook binnen stapten om onze nood te verzachten, maar dit hotel was ook onbekend! Waar waren wij terecht gekomen? Wij waren teleurgesteld en wel in die mate, dat wij er niet eens aan dachten een plattegrond van de gehele stad te kopen bij de VVV, om te controleren of er misschien een ander stadsdeel bestaat waar onze herinneringen wel zouden worden bevredigd.

Zo bleef ons niets anders dan terug te gaan naar het hotel, daar onze spullen te pakken en terug te keren naar Den Haag. Tot op de dag van vandaag hebben wij een onbevredigd gevoel over ons bezoek aan Zwolle. Een tweede keer er naar toe gaan willen wij niet.

Zo vluchten wij nog steeds in het idee, dat een deel van de stad gewoon is verdwenen!

**********
De illustratie is geplaatst met toestemming van de heer Nico Vossenbeld van AnyWayProductions.
© 2011 Gábor Budavári
powered by CJ2