archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > De verbazing delen printen terug
Stront aan de knikker? De dienstdoende redacteuren

0717BS TipsOp 1 april j.l. werden de zogenaamde melkquota afgeschaft. Dat was het sluitstuk van een Europese beleidswijziging die al jaren geleden in gang werd gezet. Bij de mensen die het milieu een warm hart toedragen (en wie doet dat niet?) veroorzaakte dat vooruitzicht onrust, vooral ook omdat de vraag naar melk (met name in Aziatische landen) enorm groeit.

Melkveehouders komen daardoor in de verleiding hun bedrijven te laten groeien tot een omvang die schadelijk is voor het milieu (mestoverschot) en die het landschap geweld aan doet (megastallen en minder koeien in de wei). Onze regering en de gedoogpartners hebben enorm geworsteld met de vraag wat te doen om dat te voorkomen. Net voor 1 april zijn ze het eens geworden. Het resultaat is een AMVB die nog wel door de molen moet, maar die nu dus op voldoende steun kan rekenen.
(FH)
--------------------------------------

Het gaat om paal en perk stellen aan de toekomstige uitbreiding van melkproductie op boerenbedrijven. Die uitbreiding wordt goeddeels aan grond ‘gebonden’. Dit houdt in: dat het aantal koeien verband houdt met het aantal hectares grond dat een boer gebruikt om voer te laten groeien en zijn (dierlijke) mest over te verspreiden. De hoofdlijnen ervan zijn nu uitgewerkt en dat betekent eindelijk duidelijkheid voor de ongeveer 17.000 melkveehouders in ons land.

Het draait allemaal om de productie en afzet van de koeienmest. Extensieve bedrijven hebben relatief veel grond en weinig rundvee. Voor die bedrijven is er niet veel aan de hand, die krijgen ruimte om te groeien (in melkproductie). Die worden ook niet verplicht om mest te verwerken. Voor bedrijven die tot een soort ‘middengroep’ behoren ligt dat anders: ze mogen wel uitbreiden maar dan onder de voorwaarde dat ze deels (nieuwe) grond moeten verwerven (kopen, pachten, huren) en deels een flink deel van hun mest moeten verwerken. Dat is nu vastgelegd in getallen en percentages.        
Voor de groep intensieve bedrijven (zeg maar, weinig grond en relatief veel rundvee) wordt het nóg moeilijker om te groeien; dat kan alleen als ze over aanzienlijk meer grond kunnen beschikken.
Dijksma wil zo ‘industrialisering van de melkveehouderij voorkomen’ en daar lijkt veel steun voor, ook onder melkveehouders. Je moet rekenen: ze wonen meestal ook op hun bedrijf!(JL)
--------------------------------------- 

Mooi, maar sta mij toe toch nog even door te zeuren. Jij hebt het over het ‘verwerken van mest’. Wat moet ik daaronder verstaan? Als je zelf niet voldoende land hebt om het over uit te strooien, hoe raak je het dan kwijt?(FH)
----------------------------------------

Ja, goed punt. Er is (nog?) geen industrieel proces dat daarbij voldoende kan helpen. Overtollige mest moet ergens over land worden verspreid. Het meest voor de hand liggend is dat een veeboer een afspraak maakt met een naburige veehouder (die nog wel mest kan gebruiken) of met een akkerbouwer die behoefte heeft aan natuurlijke mest. (J.L)
------------------------------------

En dan moet er een contract zijn waarmee hij dat bij de controleurs van het ministerie kan aantonen? (FH)
-----------------------

Ja, uiteraard anders is er geen controle mogelijk. (JL)
-------------------------------------

Dan nog iets: zijn er overgangsmaatregelen? Boeren die de afgelopen jaren driftig hebben geïnvesteerd in megastallen, vooruitlopend op dat vervallen van die melkquota, die moeten nu maar zien hoe ze hier weer mee in het reine komen.(FH)
--------------------------------------

Nou, reken maar dat ze dit wel hebben zien aankomen. Bovendien blijven er manieren bestaan om dat mestoverschot elders kwijt te raken. Ja, het heeft een prijs, dat is waar. Maar ja, als een meerderheid (ook van de boeren zelf, is mijn inschatting!) die industrialisering van de veehouderij wil voorkomen is ‘vrijheid blijheid’ geen hanteerbare beleidslijn. (JL)

************************
(De dienstdoende redacteuren waren deze keer: Jack Luiten en Frits Hoorweg. Voor de goede orde: Jack is persvoorlichter bij LTO Nederland.)


© 2015 De dienstdoende redacteuren meer De dienstdoende redacteuren - meer "De verbazing" -
Beschouwingen > De verbazing
Stront aan de knikker? De dienstdoende redacteuren
0717BS TipsOp 1 april j.l. werden de zogenaamde melkquota afgeschaft. Dat was het sluitstuk van een Europese beleidswijziging die al jaren geleden in gang werd gezet. Bij de mensen die het milieu een warm hart toedragen (en wie doet dat niet?) veroorzaakte dat vooruitzicht onrust, vooral ook omdat de vraag naar melk (met name in Aziatische landen) enorm groeit.

Melkveehouders komen daardoor in de verleiding hun bedrijven te laten groeien tot een omvang die schadelijk is voor het milieu (mestoverschot) en die het landschap geweld aan doet (megastallen en minder koeien in de wei). Onze regering en de gedoogpartners hebben enorm geworsteld met de vraag wat te doen om dat te voorkomen. Net voor 1 april zijn ze het eens geworden. Het resultaat is een AMVB die nog wel door de molen moet, maar die nu dus op voldoende steun kan rekenen.
(FH)
--------------------------------------

Het gaat om paal en perk stellen aan de toekomstige uitbreiding van melkproductie op boerenbedrijven. Die uitbreiding wordt goeddeels aan grond ‘gebonden’. Dit houdt in: dat het aantal koeien verband houdt met het aantal hectares grond dat een boer gebruikt om voer te laten groeien en zijn (dierlijke) mest over te verspreiden. De hoofdlijnen ervan zijn nu uitgewerkt en dat betekent eindelijk duidelijkheid voor de ongeveer 17.000 melkveehouders in ons land.

Het draait allemaal om de productie en afzet van de koeienmest. Extensieve bedrijven hebben relatief veel grond en weinig rundvee. Voor die bedrijven is er niet veel aan de hand, die krijgen ruimte om te groeien (in melkproductie). Die worden ook niet verplicht om mest te verwerken. Voor bedrijven die tot een soort ‘middengroep’ behoren ligt dat anders: ze mogen wel uitbreiden maar dan onder de voorwaarde dat ze deels (nieuwe) grond moeten verwerven (kopen, pachten, huren) en deels een flink deel van hun mest moeten verwerken. Dat is nu vastgelegd in getallen en percentages.        
Voor de groep intensieve bedrijven (zeg maar, weinig grond en relatief veel rundvee) wordt het nóg moeilijker om te groeien; dat kan alleen als ze over aanzienlijk meer grond kunnen beschikken.
Dijksma wil zo ‘industrialisering van de melkveehouderij voorkomen’ en daar lijkt veel steun voor, ook onder melkveehouders. Je moet rekenen: ze wonen meestal ook op hun bedrijf!(JL)
--------------------------------------- 

Mooi, maar sta mij toe toch nog even door te zeuren. Jij hebt het over het ‘verwerken van mest’. Wat moet ik daaronder verstaan? Als je zelf niet voldoende land hebt om het over uit te strooien, hoe raak je het dan kwijt?(FH)
----------------------------------------

Ja, goed punt. Er is (nog?) geen industrieel proces dat daarbij voldoende kan helpen. Overtollige mest moet ergens over land worden verspreid. Het meest voor de hand liggend is dat een veeboer een afspraak maakt met een naburige veehouder (die nog wel mest kan gebruiken) of met een akkerbouwer die behoefte heeft aan natuurlijke mest. (J.L)
------------------------------------

En dan moet er een contract zijn waarmee hij dat bij de controleurs van het ministerie kan aantonen? (FH)
-----------------------

Ja, uiteraard anders is er geen controle mogelijk. (JL)
-------------------------------------

Dan nog iets: zijn er overgangsmaatregelen? Boeren die de afgelopen jaren driftig hebben geïnvesteerd in megastallen, vooruitlopend op dat vervallen van die melkquota, die moeten nu maar zien hoe ze hier weer mee in het reine komen.(FH)
--------------------------------------

Nou, reken maar dat ze dit wel hebben zien aankomen. Bovendien blijven er manieren bestaan om dat mestoverschot elders kwijt te raken. Ja, het heeft een prijs, dat is waar. Maar ja, als een meerderheid (ook van de boeren zelf, is mijn inschatting!) die industrialisering van de veehouderij wil voorkomen is ‘vrijheid blijheid’ geen hanteerbare beleidslijn. (JL)

************************
(De dienstdoende redacteuren waren deze keer: Jack Luiten en Frits Hoorweg. Voor de goede orde: Jack is persvoorlichter bij LTO Nederland.)
© 2015 De dienstdoende redacteuren
powered by CJ2