archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Op de camping delen printen terug
Voetbal en stacaravans op Texel Joop Quint

0318BZ Camping
Een stacaravan kan in principe overal staan. De broertjes de Boer, Frank en Ronald, staan in Bakkum bij Castricum. Daar staan veel Amsterdammers. Maar je kunt natuurlijk ook op de Veluwe of in Zeeland staan. Voor ons is Texel niet toevallig. Ik heb er gewoond. Een jaar of vier, in het midden van de jaren vijftig. Mijn eerste vriendinnetje woont er nog steeds. Haar vader was de chauffeur van de bus, waar ik een enkele keer mee naar de boot ging. Ik zat op de HBS in Den Helder en ging elke dag eerst een kilometer of vier met de fiets naar Oudeschild en dan drie kwartier met de boot naar Den Helder. Als mijn fiets kapot was ging ik met de bus.

Ik kan iedereen aanraden om in een dorp op te groeien. Op Texel was het Den Burg, de hoofdplaats. Maar voordat ik naar Texel kwam, woonde ik, tot mijn twaalfde jaar, in Nunspeet op de Veluwe. Ik denk dat je in een dorp leert om met iedereen om te gaan.
Er zijn geen “kakkers” en “dijkers”, zoals het vroeger in de stad wel heette. In ieder geval word je eenvoudigweg niet getolereerd, als je je zo gedraagt. Je doet gewoon, zoals iedereen doet.

Toch was ik, in ieder geval een jaar, niet gewoon. Toen ik zestien was voetbalde ik in het eerste van SV Texel, vierde klas KNVB. Ik kan je verzekeren dat je dan niet gewoon bent.
Je bent een soort held. Iedereen weet dat jij in het beste elftal van Texel speelt. Het gaat ook niet over. Tientallen jaren later weten jongens nog steeds dat jij met hun vaders in het eerste hebt gevoetbald. Achteraf heb ik toen – op voetbalgebied – mijn hoogtepunt bereikt. Aan het eind van dat jaar verhuisden mijn ouders. Ik heb daarna nog dertig jaar gevoetbald, maar ik heb nooit meer mijn Texel-niveau gehaald.

Daardoor staat onze stacaravan op Texel. Doordat ik Texel ken. Maar mensen op Texel kennen mij ook. Soms niet direct, maar sommigen weten dat ik er heb gewoond, of ze weten dat ik met hun vader heb gevoetbald. Dat geeft een aparte band met Den Hoorn, het dorpje vlakbij onze camping. Ik lees hun maandelijkse blad “De Hoornder”. Zo weet ik hoe het gaat met de muziekvereniging DEK (“Door Eigen Kracht”) en met de voetballers van “Zwaluwen Den Hoorn” (ZDH). Sinds ruim een jaar heb ik een vaste column in “De Hoornder”. Die column heet: “Van de buren”. Tenslotte zijn wij de buren van de Hoornders.

Om op de hoogte blijven van wat er op de rest van Texel gebeurt, ben ik geabonneerd op de Texelse Courant. (Een van de mooiste verjaardagscadeaus die ik ooit van Bernadette heb gekregen.) Die verschijnt twee keer in de week. Wat er ook verder in de wereld gebeurt, de Texelse Courant gaat alleen over Texel. Er is nog een andere band met Texel. Ik ging in Utrecht studeren en het bleek dat mijn studentenvereniging een zogenaamd werkkamp op Texel had. Dat werkkamp is er nu, meer dan veertig jaar later, nog steeds. Ik ben een jaar barkeeper en drie jaar badmeester geweest. Dierbare herinneringen.

Maar we zijn er nog niet. Het begint hoop ik duidelijk te worden dat wij niet zo maar met een stacaravan op een camping staan. Tot mijn eigen verbazing, ben ik een paar jaar voorzitter geweest van de club van mensen met een stacaravan. Dat zijn er ca. 200. Bernadette en ik hebben veel gekampeerd. Vooral in Frankrijk, in Les Landes, ten zuiden van Bordeaux. Daar vond ik het eigenlijk altijd wel genoeg als ik iedereen vriendelijk groette en verder geen contact met ze had. Een enkele verdergaande ontmoeting bestond er meestal uit dat ik een –goede Nederlandse – sigaar ruilde voor een glaasje cognac en daarbij een praatje maakte.

Maar ik werd dus voorzitter van de caravanclub. De contributie was toen 4 euro. Nu is het al 10 euro. Het eerste dat ik heb gedaan is een gezamenlijke barbecue organiseren. Toen ik een tijdje voorzitter was brak de hel los. De exploitant van de camping, meneer M., stuurde ons een brief dat we allemaal weg moesten. Alles weg. Wij weg, caravans weg, alles weg. Dat was tegen het eind van het jaar. De heer M. had ons kort tevoren nog een Kerstkaart gestuurd. Een van onze leden, een man van achter in de tachtig, omschreef hem als de antichrist.

We hebben actie gevoerd. Advocaat ingehuurd, algemene ledenvergadering met circa 200 aanwezigen, ook uit Duitsland, meer dan 20 ingezonden brieven in de Texelse Courant, gesprekken met de burgemeester en vele andere Texelaars. Hoewel we juridisch weinig poten hadden om op te staan, hebben we gewonnen. Ongeveer drie maanden later heeft de heer M. zijn beslissing teruggedraaid. Maar niet zomaar. Nu moeten al onze schuttingen, houten terrassen en de meeste schuurtjes weg.

Ik was het inmiddels minder leuk gaan vinden om voorzitter te zijn. Niet vanwege het actie-voeren, daar had ik veel plezier in. Maar ik was mijn medebestuursleden bijna lastiger gaan vinden dan de heer M. Ik kreeg wel eens te horen dat ze vonden dat ik te solistisch opereerde.
Dat was misschien wel zo. Ik kreeg op een gegeven moment door dat ik de actie meer leidde als een projectmanager dan als de voorzitter van een collegiaal bestuur. Een jaar geleden heb ik afscheid genomen van het bestuur. Nu probeer ik op mijn eigen manier, samen met een aantal anderen, het verwijderen van de schuurtjes, schuttingen en terrassen tegen te houden. De jaarlijkse barbecue organiseer ik nog steeds.

Het gevolg van zo’n tijdje voorzitter zijn is dat iedereen ons kent. Mensen kwamen en komen langs met vragen, problemen of gewoon voor de gezelligheid. Een caravan heeft eigenlijk geen voordeur, die staat bijna altijd open en wij zitten buiten. Een caravan heeft in ieder geval geen bel. Je kunt moeilijk doen alsof je er niet bent. Wij hebben dierbare nieuwe vrienden gekregen op de camping. Daar vertel ik een volgende keer over.
 
 
****************************************************
Literair cabaretprogramma bij u thuis? Zie www.theovandenoever.nl .



© 2006 Joop Quint meer Joop Quint - meer "Op de camping" -
Bezigheden > Op de camping
Voetbal en stacaravans op Texel Joop Quint
0318BZ Camping
Een stacaravan kan in principe overal staan. De broertjes de Boer, Frank en Ronald, staan in Bakkum bij Castricum. Daar staan veel Amsterdammers. Maar je kunt natuurlijk ook op de Veluwe of in Zeeland staan. Voor ons is Texel niet toevallig. Ik heb er gewoond. Een jaar of vier, in het midden van de jaren vijftig. Mijn eerste vriendinnetje woont er nog steeds. Haar vader was de chauffeur van de bus, waar ik een enkele keer mee naar de boot ging. Ik zat op de HBS in Den Helder en ging elke dag eerst een kilometer of vier met de fiets naar Oudeschild en dan drie kwartier met de boot naar Den Helder. Als mijn fiets kapot was ging ik met de bus.

Ik kan iedereen aanraden om in een dorp op te groeien. Op Texel was het Den Burg, de hoofdplaats. Maar voordat ik naar Texel kwam, woonde ik, tot mijn twaalfde jaar, in Nunspeet op de Veluwe. Ik denk dat je in een dorp leert om met iedereen om te gaan.
Er zijn geen “kakkers” en “dijkers”, zoals het vroeger in de stad wel heette. In ieder geval word je eenvoudigweg niet getolereerd, als je je zo gedraagt. Je doet gewoon, zoals iedereen doet.

Toch was ik, in ieder geval een jaar, niet gewoon. Toen ik zestien was voetbalde ik in het eerste van SV Texel, vierde klas KNVB. Ik kan je verzekeren dat je dan niet gewoon bent.
Je bent een soort held. Iedereen weet dat jij in het beste elftal van Texel speelt. Het gaat ook niet over. Tientallen jaren later weten jongens nog steeds dat jij met hun vaders in het eerste hebt gevoetbald. Achteraf heb ik toen – op voetbalgebied – mijn hoogtepunt bereikt. Aan het eind van dat jaar verhuisden mijn ouders. Ik heb daarna nog dertig jaar gevoetbald, maar ik heb nooit meer mijn Texel-niveau gehaald.

Daardoor staat onze stacaravan op Texel. Doordat ik Texel ken. Maar mensen op Texel kennen mij ook. Soms niet direct, maar sommigen weten dat ik er heb gewoond, of ze weten dat ik met hun vader heb gevoetbald. Dat geeft een aparte band met Den Hoorn, het dorpje vlakbij onze camping. Ik lees hun maandelijkse blad “De Hoornder”. Zo weet ik hoe het gaat met de muziekvereniging DEK (“Door Eigen Kracht”) en met de voetballers van “Zwaluwen Den Hoorn” (ZDH). Sinds ruim een jaar heb ik een vaste column in “De Hoornder”. Die column heet: “Van de buren”. Tenslotte zijn wij de buren van de Hoornders.

Om op de hoogte blijven van wat er op de rest van Texel gebeurt, ben ik geabonneerd op de Texelse Courant. (Een van de mooiste verjaardagscadeaus die ik ooit van Bernadette heb gekregen.) Die verschijnt twee keer in de week. Wat er ook verder in de wereld gebeurt, de Texelse Courant gaat alleen over Texel. Er is nog een andere band met Texel. Ik ging in Utrecht studeren en het bleek dat mijn studentenvereniging een zogenaamd werkkamp op Texel had. Dat werkkamp is er nu, meer dan veertig jaar later, nog steeds. Ik ben een jaar barkeeper en drie jaar badmeester geweest. Dierbare herinneringen.

Maar we zijn er nog niet. Het begint hoop ik duidelijk te worden dat wij niet zo maar met een stacaravan op een camping staan. Tot mijn eigen verbazing, ben ik een paar jaar voorzitter geweest van de club van mensen met een stacaravan. Dat zijn er ca. 200. Bernadette en ik hebben veel gekampeerd. Vooral in Frankrijk, in Les Landes, ten zuiden van Bordeaux. Daar vond ik het eigenlijk altijd wel genoeg als ik iedereen vriendelijk groette en verder geen contact met ze had. Een enkele verdergaande ontmoeting bestond er meestal uit dat ik een –goede Nederlandse – sigaar ruilde voor een glaasje cognac en daarbij een praatje maakte.

Maar ik werd dus voorzitter van de caravanclub. De contributie was toen 4 euro. Nu is het al 10 euro. Het eerste dat ik heb gedaan is een gezamenlijke barbecue organiseren. Toen ik een tijdje voorzitter was brak de hel los. De exploitant van de camping, meneer M., stuurde ons een brief dat we allemaal weg moesten. Alles weg. Wij weg, caravans weg, alles weg. Dat was tegen het eind van het jaar. De heer M. had ons kort tevoren nog een Kerstkaart gestuurd. Een van onze leden, een man van achter in de tachtig, omschreef hem als de antichrist.

We hebben actie gevoerd. Advocaat ingehuurd, algemene ledenvergadering met circa 200 aanwezigen, ook uit Duitsland, meer dan 20 ingezonden brieven in de Texelse Courant, gesprekken met de burgemeester en vele andere Texelaars. Hoewel we juridisch weinig poten hadden om op te staan, hebben we gewonnen. Ongeveer drie maanden later heeft de heer M. zijn beslissing teruggedraaid. Maar niet zomaar. Nu moeten al onze schuttingen, houten terrassen en de meeste schuurtjes weg.

Ik was het inmiddels minder leuk gaan vinden om voorzitter te zijn. Niet vanwege het actie-voeren, daar had ik veel plezier in. Maar ik was mijn medebestuursleden bijna lastiger gaan vinden dan de heer M. Ik kreeg wel eens te horen dat ze vonden dat ik te solistisch opereerde.
Dat was misschien wel zo. Ik kreeg op een gegeven moment door dat ik de actie meer leidde als een projectmanager dan als de voorzitter van een collegiaal bestuur. Een jaar geleden heb ik afscheid genomen van het bestuur. Nu probeer ik op mijn eigen manier, samen met een aantal anderen, het verwijderen van de schuurtjes, schuttingen en terrassen tegen te houden. De jaarlijkse barbecue organiseer ik nog steeds.

Het gevolg van zo’n tijdje voorzitter zijn is dat iedereen ons kent. Mensen kwamen en komen langs met vragen, problemen of gewoon voor de gezelligheid. Een caravan heeft eigenlijk geen voordeur, die staat bijna altijd open en wij zitten buiten. Een caravan heeft in ieder geval geen bel. Je kunt moeilijk doen alsof je er niet bent. Wij hebben dierbare nieuwe vrienden gekregen op de camping. Daar vertel ik een volgende keer over.
 
 
****************************************************
Literair cabaretprogramma bij u thuis? Zie www.theovandenoever.nl .

© 2006 Joop Quint
powered by CJ2