archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Op de camping delen printen terug
15 Tassen Vol! Joop Quint

0402BZ Camping
Groot nieuws! Nee, Theo heeft geen nieuwe vriendin. De camping staat op de voorpagina van de Texelse Courant. Die verschijnt al meer dan 100 jaar op elke dinsdag en vrijdag. En je komt niet zomaar op de voorpagina. De Texelse Courant heeft al eens een prijs gewonnen
voor de beste lokale krant. Omdat ze consequent volhouden dat, wat er ook in de wereld gebeurt, het nieuws alleen over Texel gaat. En er gebeurt heel veel op Texel. Vrouw valt met invalidenwagen. Wie bakt de lekkerste cake? Gaat de intocht van Sinterklaas wel door?

Maar nu dus de camping. De kop is “Met schutting verdwijnt ook kampeerder van Loodsmansduin”, met daarbij een grote foto van een man die bezig is zijn schutting en zijn houten terras af te breken. Op de achtergrond zie je een paar stacaravans. In het artikel zijn twee van onze collega’s aan het woord die zeggen er helemaal genoeg van te hebben, dat ze hier dertig jaar hebben gestaan, dat ze nu weggaan omdat ze dingen moeten afbreken die ze indertijd met toestemming hebben opgebouwd en dat de exploitant kennelijk helemaal niet begrijpt hoe hij met gasten moet omgaan. In het artikel staat ook nog dat de redactie met deze mensen in contact is gebracht door iemand die nadrukkelijk niet genoemd wil worden.

Verder is er op de voorpagina nog een stuk waarin Minne Goënga (spreek uit Go-en- ga), de baas van de Spar en de slagerij in Den Hoorn (ons dorp) uitlegt dat het aantal overnachtingen op de camping sterk achteruit gaat, dat hij en de andere leden van de ca. tien man tellende ondernemersvereniging, daar echt last van hebben en dat ze met de exploitant willen praten. “Jullie gasten, zijn ook onze gasten.”

Zoals ik de vorige keer al schreef gaat de camping dicht en moet de caravan worden afgesloten voor het eind van het seizoen. En deze serie afleveringen van “Op de camping”
dus ook. Daarvoor moet ik nog iets recht zetten. De indruk kan zijn ontstaan dat het hier alleen maar om drank, lekker eten, mooie vrouwen en voetbal op de tv gaat. Allemaal voor senioren uiteraard. Wij zijn hier echter vooral voor de natuur. En voor de cultuur. Zo zijn Bernadette en ik onlangs naar een try-out in ons dorp geweest. In een prachtig zaaltje, met balkon, in totaal ca. 100 plaatsen. Sjaak Bral trad op. Velen weten dat het hier om de top van de Haagse cultuur gaat. Hij had een lovende recensie in de Volkskrant en treedt tot het voorjaar op in Diligentia.

Maar goed. Bernadette en ik zijn deze week twee dagen naar Texel geweest om de caravan voor het seizoen af te sluiten. Voordat ik daar verder over vertel moet ik Bernard uitleggen. Bernard is net zo oud als ik en hij heeft, samen met Annie zijn vrouw, al meer dan dertig jaar een caravan op ons terrein. Ze wonen in Purmerend. Bernard spreekt een ongehoorde combinatie van Amsterdams en West-Fries. Hij is aannemer, timmerman, klusjesman. Op onze camping zijn er natuurlijk veel mensen die echt handig zijn. Schuttinkje maken, schuurtje bouwen, dat soort dingen. Maar er zijn er ook, zoals ik, die niets of weinig met hun handen kunnen. Als je bij je caravan iets gebouwd, of opgeknapt wil hebben, dan vraag je Bernard.

Vakwerk. Je ziet het zo. “Bernard was here.” Hij heeft een stuk of veertig schuurtjes op de camping gebouwd. En behoorlijk wat schuttingen en terrassen. Ik weet niet hoe Bernard er over denkt, maar ik beschouw hem en mij als een gelukkige combinatie. We zijn allebei ongeveer even kwaad over wat er op en met de camping gebeurt. En samen bedenken we allerlei plannetjes over wat we daar aan kunnen doen en hoe we de exploitant kunnen pakken. Bernard is daarin meestal wat directer dan ik. “We moeten een Joegoslaaf huren.”

Bernard weet alles van de camping. Hij heeft ook een goed archief. Ik kan wel bedenken dat er te weinig wordt geïnvesteerd, maar Bernard weet precies hoe oud elk washok is. Bernard schrijft kwaaie brieven aan de exploitant. Maar hij vraagt aan mij: “Wil je er een mooie brief van maken?” Want hij vergeet wel eens een woord, of hij draaft wel eens door. Dus ik ben de secretaris van Bernard, en hij is onze klusjesman. Het soort ruileconomie dat je veel tegen komt op een camping. Zo heeft een aantal van ons een klein stukje gras. Maar we hebben een buurman met een maaier. Dus gebruiken we allemaal zijn maaier en hij drinkt een borrel bij ons.

Ik had Bernard gevraagd om ons stukje schutting (ca. 5 meter bij 1.80) weg te halen. Dat had hij knap gedaan. De rozen, de kamperfoelie en de klimop die tegen de schutting aan waren gegroeid, had hij netjes overeind gehouden. Bernadette heeft alles mooi opgebonden en geleid, zodat we al weer een aardige heg hebben.

We hebben bij de sociale werkplaats “De Bolder” in Den Burg de oude kussens van onze buurvrouw opgehaald. Zij heeft nieuwe laten maken. Wij mochten de oude hebben. Het gaat om van die kussens van ca. twee meter lang die in een u-vorm op de houten banken in de caravan liggen. We waren stomverbaasd en blij. Ze passen precies. Het ziet er heel mooi uit. Ze zijn steenrood. Theo had het erover dat het nu een beetje op een hoerentent lijkt. Maar hij vond dat dat wel kon op een camping.
Verder hebben we de eerste dag niets gedaan, behalve in de zon zitten en een biertje met Martin en Theo drinken. We hadden, voor deze keer, de poesjes niet mee genomen. Ze zijn verschrikkelijk lief, maar ze hebben geen besef van tijd. We hebben ze het proberen uit te leggen, maar ze weten niet wanneer de boot gaat en wanneer wij met de boot mee willen.
Normaal houden we ze een paar uur van tevoren binnen, maar dat is onhandig als je de hele tijd met spullen de caravan in en uit loopt. Dus geen poesjes.

De volgende dag hebben we, vooral Bernadette, achter elkaar doorgewerkt. Je moet aan van alles denken. Het wordt ’s winters binnen altijd een beetje vochtig. Dus de dekbedden moeten in plastic zakken en er moeten bakjes met zout worden neergezet, om het vocht op te nemen.
De ijskast moet worden ontdooid. Alles dat zoet is moet weg, want de muizen komen overal bij. Het zijn kleine veldmuisjes en er is altijd wel een gaatje in de vloer of langs een leiding waardoor ze naar binnen komen. En alle vuile kleren en bederfelijke spullen moeten mee naar huis. We hadden 15 tassen vol.

De dag eindigde op karakteristieke wijze. We waren om een uur of vijf op een vrijdagmiddag thuis in Amsterdam. Dan moeten die tassen nog de trap op, drie hoog. Ik zei tegen Bernadette dat we ons daarmee niet hoefden te haasten. We konden ze rustig nog even beneden in de gang laten staan. Niemand zou er last van hebben. Patrizia, de goedlachse en broodmagere choreografe, die onder ons woont, vindt alles goed. En dan zijn er nog Peter en Fred, die hebben elk hun kantoor in ons pand, maar die zijn natuurlijk voor het weekend gesloten.
’s Avonds om halftwaalf ging de telefoon. Ik nam op. Ik hoorde het meteen. Het was Fred
en hij was dronken. Dat is niets bijzonder, want Fred is meestal dronken. Hij vertelde dat hij er door Stien uit was gegooid. (Stien is de hele lieve vriendin die in onze buurtkroeg achter de bar staat. Ze krijgt wel eens genoeg van Fred.) En nu was hij naar zijn kantoor gegaan en hij stond op het punt om iets ergs te gaan doen en daar wilde hij me een brief over schrijven.
Hij zag een doos met flessen wijn in de gang en wilde een fles meenemen. Ik zou hem morgen terug krijgen. Dat herhaalde hij wel drie keer. Ik heb gezegd dat het goed was en dat hij daar geen brief over hoefde te schrijven. De volgende ochtend lag er toch een brief. Daarin schrijft hij (nauwelijks leesbaar): “Het is meer dan schandalig dat ik zonder permissie een fles wijn meeneem. Maar je krijgt hem morgen terug. Vriendelijke groet, ook aan je vrouw.”
 
*********************************************************
Uitgave van De Leunstoel wordt mede mogelijk gemaakt door donaties van:
Katharina Kouwenhoven, Hans Meijer, Ruurd Kunnen, Beer Meijer, Carlo
van Praag, J.Bakker, Evelien Polter en Frits Hoorweg.


© 2006 Joop Quint meer Joop Quint - meer "Op de camping" -
Bezigheden > Op de camping
15 Tassen Vol! Joop Quint
0402BZ Camping
Groot nieuws! Nee, Theo heeft geen nieuwe vriendin. De camping staat op de voorpagina van de Texelse Courant. Die verschijnt al meer dan 100 jaar op elke dinsdag en vrijdag. En je komt niet zomaar op de voorpagina. De Texelse Courant heeft al eens een prijs gewonnen
voor de beste lokale krant. Omdat ze consequent volhouden dat, wat er ook in de wereld gebeurt, het nieuws alleen over Texel gaat. En er gebeurt heel veel op Texel. Vrouw valt met invalidenwagen. Wie bakt de lekkerste cake? Gaat de intocht van Sinterklaas wel door?

Maar nu dus de camping. De kop is “Met schutting verdwijnt ook kampeerder van Loodsmansduin”, met daarbij een grote foto van een man die bezig is zijn schutting en zijn houten terras af te breken. Op de achtergrond zie je een paar stacaravans. In het artikel zijn twee van onze collega’s aan het woord die zeggen er helemaal genoeg van te hebben, dat ze hier dertig jaar hebben gestaan, dat ze nu weggaan omdat ze dingen moeten afbreken die ze indertijd met toestemming hebben opgebouwd en dat de exploitant kennelijk helemaal niet begrijpt hoe hij met gasten moet omgaan. In het artikel staat ook nog dat de redactie met deze mensen in contact is gebracht door iemand die nadrukkelijk niet genoemd wil worden.

Verder is er op de voorpagina nog een stuk waarin Minne Goënga (spreek uit Go-en- ga), de baas van de Spar en de slagerij in Den Hoorn (ons dorp) uitlegt dat het aantal overnachtingen op de camping sterk achteruit gaat, dat hij en de andere leden van de ca. tien man tellende ondernemersvereniging, daar echt last van hebben en dat ze met de exploitant willen praten. “Jullie gasten, zijn ook onze gasten.”

Zoals ik de vorige keer al schreef gaat de camping dicht en moet de caravan worden afgesloten voor het eind van het seizoen. En deze serie afleveringen van “Op de camping”
dus ook. Daarvoor moet ik nog iets recht zetten. De indruk kan zijn ontstaan dat het hier alleen maar om drank, lekker eten, mooie vrouwen en voetbal op de tv gaat. Allemaal voor senioren uiteraard. Wij zijn hier echter vooral voor de natuur. En voor de cultuur. Zo zijn Bernadette en ik onlangs naar een try-out in ons dorp geweest. In een prachtig zaaltje, met balkon, in totaal ca. 100 plaatsen. Sjaak Bral trad op. Velen weten dat het hier om de top van de Haagse cultuur gaat. Hij had een lovende recensie in de Volkskrant en treedt tot het voorjaar op in Diligentia.

Maar goed. Bernadette en ik zijn deze week twee dagen naar Texel geweest om de caravan voor het seizoen af te sluiten. Voordat ik daar verder over vertel moet ik Bernard uitleggen. Bernard is net zo oud als ik en hij heeft, samen met Annie zijn vrouw, al meer dan dertig jaar een caravan op ons terrein. Ze wonen in Purmerend. Bernard spreekt een ongehoorde combinatie van Amsterdams en West-Fries. Hij is aannemer, timmerman, klusjesman. Op onze camping zijn er natuurlijk veel mensen die echt handig zijn. Schuttinkje maken, schuurtje bouwen, dat soort dingen. Maar er zijn er ook, zoals ik, die niets of weinig met hun handen kunnen. Als je bij je caravan iets gebouwd, of opgeknapt wil hebben, dan vraag je Bernard.

Vakwerk. Je ziet het zo. “Bernard was here.” Hij heeft een stuk of veertig schuurtjes op de camping gebouwd. En behoorlijk wat schuttingen en terrassen. Ik weet niet hoe Bernard er over denkt, maar ik beschouw hem en mij als een gelukkige combinatie. We zijn allebei ongeveer even kwaad over wat er op en met de camping gebeurt. En samen bedenken we allerlei plannetjes over wat we daar aan kunnen doen en hoe we de exploitant kunnen pakken. Bernard is daarin meestal wat directer dan ik. “We moeten een Joegoslaaf huren.”

Bernard weet alles van de camping. Hij heeft ook een goed archief. Ik kan wel bedenken dat er te weinig wordt geïnvesteerd, maar Bernard weet precies hoe oud elk washok is. Bernard schrijft kwaaie brieven aan de exploitant. Maar hij vraagt aan mij: “Wil je er een mooie brief van maken?” Want hij vergeet wel eens een woord, of hij draaft wel eens door. Dus ik ben de secretaris van Bernard, en hij is onze klusjesman. Het soort ruileconomie dat je veel tegen komt op een camping. Zo heeft een aantal van ons een klein stukje gras. Maar we hebben een buurman met een maaier. Dus gebruiken we allemaal zijn maaier en hij drinkt een borrel bij ons.

Ik had Bernard gevraagd om ons stukje schutting (ca. 5 meter bij 1.80) weg te halen. Dat had hij knap gedaan. De rozen, de kamperfoelie en de klimop die tegen de schutting aan waren gegroeid, had hij netjes overeind gehouden. Bernadette heeft alles mooi opgebonden en geleid, zodat we al weer een aardige heg hebben.

We hebben bij de sociale werkplaats “De Bolder” in Den Burg de oude kussens van onze buurvrouw opgehaald. Zij heeft nieuwe laten maken. Wij mochten de oude hebben. Het gaat om van die kussens van ca. twee meter lang die in een u-vorm op de houten banken in de caravan liggen. We waren stomverbaasd en blij. Ze passen precies. Het ziet er heel mooi uit. Ze zijn steenrood. Theo had het erover dat het nu een beetje op een hoerentent lijkt. Maar hij vond dat dat wel kon op een camping.
Verder hebben we de eerste dag niets gedaan, behalve in de zon zitten en een biertje met Martin en Theo drinken. We hadden, voor deze keer, de poesjes niet mee genomen. Ze zijn verschrikkelijk lief, maar ze hebben geen besef van tijd. We hebben ze het proberen uit te leggen, maar ze weten niet wanneer de boot gaat en wanneer wij met de boot mee willen.
Normaal houden we ze een paar uur van tevoren binnen, maar dat is onhandig als je de hele tijd met spullen de caravan in en uit loopt. Dus geen poesjes.

De volgende dag hebben we, vooral Bernadette, achter elkaar doorgewerkt. Je moet aan van alles denken. Het wordt ’s winters binnen altijd een beetje vochtig. Dus de dekbedden moeten in plastic zakken en er moeten bakjes met zout worden neergezet, om het vocht op te nemen.
De ijskast moet worden ontdooid. Alles dat zoet is moet weg, want de muizen komen overal bij. Het zijn kleine veldmuisjes en er is altijd wel een gaatje in de vloer of langs een leiding waardoor ze naar binnen komen. En alle vuile kleren en bederfelijke spullen moeten mee naar huis. We hadden 15 tassen vol.

De dag eindigde op karakteristieke wijze. We waren om een uur of vijf op een vrijdagmiddag thuis in Amsterdam. Dan moeten die tassen nog de trap op, drie hoog. Ik zei tegen Bernadette dat we ons daarmee niet hoefden te haasten. We konden ze rustig nog even beneden in de gang laten staan. Niemand zou er last van hebben. Patrizia, de goedlachse en broodmagere choreografe, die onder ons woont, vindt alles goed. En dan zijn er nog Peter en Fred, die hebben elk hun kantoor in ons pand, maar die zijn natuurlijk voor het weekend gesloten.
’s Avonds om halftwaalf ging de telefoon. Ik nam op. Ik hoorde het meteen. Het was Fred
en hij was dronken. Dat is niets bijzonder, want Fred is meestal dronken. Hij vertelde dat hij er door Stien uit was gegooid. (Stien is de hele lieve vriendin die in onze buurtkroeg achter de bar staat. Ze krijgt wel eens genoeg van Fred.) En nu was hij naar zijn kantoor gegaan en hij stond op het punt om iets ergs te gaan doen en daar wilde hij me een brief over schrijven.
Hij zag een doos met flessen wijn in de gang en wilde een fles meenemen. Ik zou hem morgen terug krijgen. Dat herhaalde hij wel drie keer. Ik heb gezegd dat het goed was en dat hij daar geen brief over hoefde te schrijven. De volgende ochtend lag er toch een brief. Daarin schrijft hij (nauwelijks leesbaar): “Het is meer dan schandalig dat ik zonder permissie een fles wijn meeneem. Maar je krijgt hem morgen terug. Vriendelijke groet, ook aan je vrouw.”
 
*********************************************************
Uitgave van De Leunstoel wordt mede mogelijk gemaakt door donaties van:
Katharina Kouwenhoven, Hans Meijer, Ruurd Kunnen, Beer Meijer, Carlo
van Praag, J.Bakker, Evelien Polter en Frits Hoorweg.
© 2006 Joop Quint
powered by CJ2