archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden delen printen terug
Muziekles Peter Schröder

1413BS KnipselVandaag de tweede les van onze cursus muziekgeschiedenis. We zullen het niet hebben over muzikale klanken en klanksystemen, niet over metrum en ritme, maar over de instrumenten waarop die klanken en dat metrum en ritme tot stand moeten worden gebracht. We onderscheiden op grond van de uiteenlopende wijzen waarop het muzikale geluid door luchtbeweging ten gehore wordt gebracht 5 hoofdgroepen:

Aerofonen: blaasinstrumenten: trillende luchtzuil (fluit, trompet, enz.)
Chordofonen: snaarinstrumenten: trillen van snaren (viool, gitaar, piano, enz.)
Idiofonen slagwerk: trillen van klankrijk materiaal (xylofoon, slaguurwerk, enz.)
Membranofonen slagwerk: trillen van vel/membraan (trommels)
Elektrofonen: elektronisch/automatisch (synthesizers)

Mooie namen hoor! Ze brengen ons al meteen in een zangerige stemming. Zangerig? Vergeten we eigenlijk niet een wel heel belangrijk instrument: de menselijke stem (Vox Humana), door velen opgevat als het allermooiste muziekinstrument? Lucht muzikaal in beweging gebracht door trilling van menselijke stembanden. De trillingen uit vrouwelijke en mannelijke kelen, van lage bassen tot hoge sopranen, meer precies: zeer laag (Basso profundo) tot zeer hoog (Soprano lieggiero), met veel tussenvormen. Sopranen zijn doorgaans vrouwelijke diva’s (denk aan Elisabeth Schwarzkopf, een blondine!) en Gré Brouwenstein, bassen weer stevige mannen (Boris Christoff, Cesare Siepi - de diepste Don Giovanni - en Yvan Rebroff!).  

Ursprung und Bedeutung
Dit allemaal terzijde. Want we richten ons hier verder op de niet-menselijke, niet levende muziekinstrumenten. Historie, ontstaan en gebruik van een selectie uit de grote hoeveelheid bestaande en nog niet bestaande muziekinstrumenten worden hieronder belicht door een select gezelschap musicerende dames. Eerst weer de Aerofonen, blaasinstrumenten.
Op postkaart 1 beginnen we met De Fluit. ‘De fluit is misschien wel het oudste muziekinstrument. Men schrijft de uitvinding ervan toe aan Apollo of aan Pan. In zijn oervorm was de fluit niet meer dan een eenvoudig stuk riet met daarin gaten die door de vingers weer konden worden gesloten. Zoals alle instrumenten onderging de fluit vele veranderingen. De hier afgebeelde fluit is de antieke dubbelfluit, bestaande uit twee buizen, waarvan de ene een lage toon en de andere een hoge toon voortbrengt.’ Apollo of Pan, waarachtig niet de minsten! Het gaat om de Diaulos, een dubbele versie van de Aulos. Helder. Makkelijk deze fluitvorm: een muzikant kan twee instrumenten tegelijk bespelen (spaart personeel). In de moderne zin van het woord gaat het overigens bij de (di)aulos niet over een fluit, maar om een variant op een schalmeiachtig dubbelrietinstrument.  

Geiten
U heeft het al gehoord, mogelijk stond de Griekse God Pan aan de wieg van de fluit. Dat zou a fortiori moeten gelden voor de Panfluit. Op postkaart 2 een musicienne met dit model: ‘De Panfluit is afgeleid van de Fluit. Dit instrument is erg oud. Vandaag de dag is de Panfluit vooral bekend van de herders uit de bergen en we hebben allemaal wel eens geitenhoeders, soms zeer aangename, geluiden horen ontlokken aan de Panfluit terwijl ze hun geiten door onze straten leidden.’ Een fluit met hier wel 11 pijpen! Te bedienen door één fluitist! Nog maar eens: herders uit de bergen en we hebben allemaal wel eens geitenhoeders soms zeer aangename, geluiden horen ontlokken terwijl ze hun geiten door onze straten leidden.
Lijkt dat op landelijk Nederland anno 2017? Misschien moeten we voor een welluidend Panfluitconcert toch eerder met deze jongedame mee de bergen in. We kunnen het in Nederland anno 2017 ook via de media doen en komen dan terecht bij Los Indias Tabajaras uit Brazilië (denk aan Simon & Garfunkels El Condor Pasa) en Georghe Zamfir (leerling van Fănică Luca) uit Roemenië. En weet u wat nou zo leuk is? In Nederland kan iedereen wel ergens terecht voor een workshop Panfluit Spelen. Zowel Braziliaans als Roemeens! De complete redactie van De Leunstoel heeft zo leren panfluiten. Horen en Zien zijn harmonisch vergaan!

Dierenblaas
We moeten verder naar postkaart 3. Waarop een Breton het wonder van de Doedelzak bespeelt. Ik citeer de muzikant van dit prachtige instrument: ‘De Doedelzak is een erg oud instrument. De Romeinen spraken over utricularium (blaastoeter) en dat staat dan voor de leren zak die oorspronkelijk bestond uit een varkensblaas.' (‘In verschillende streken van Zuid- en Zuidoost-Europa gebruikt men volledig afgestroopte dierenhuiden, meestal van een jonge geit of jong schaap. Sommige natuurlijke openingen worden dan niet onbenut gelaten. In de hals bevestigt men de melodiepijp en de openingen van de voorpoten dienen voor de vulpijp en een bourdon.’) Niet voor vegetariërs. Een unieke combinatie van verscheidene Aerofonen. Ik citeer verder: ‘De doedelzak wordt beschouwd als, laten we zeggen een nationaal instrument in de Abruzzen, Bretagne en Schotland. In Bretagne wordt het instrument ‘Biniou’ genoemd’. Een mooie uitvinding: een leren zak waaruit steken: een aanblaaspijp en twee tot vier uitblaaspijpen. De zak volblazen en dan een speelpijp bespelen, terwijl andere pijpen een constante begeleidingstoon rondtoeteren. Een combinatie van meer dan één schalmei-achtige (dubbelriet!) toeter tegelijk. Mooi hoor! ‘Hark when the night is falling, Hear Hear, the Pipes are Calling! ... in Scotland the Brave’. En dan blazen op die blaas  gekleed in een echte Kilt. Net als Kuifje in ‘De Zwarte Rotsen’.

Cithariste
Weer terug naar de chordofonen, en wel naar het tokkelinstrument van de Cither/Zither op postkaart 4.
‘De Cither/Zither werd bespeeld bij de Ouden en in de Middeleeuwen. In de Oudheid noemde men soms elk snaarinstrument ... behalve de Lier’. ‘Degenen die zongen met begeleiding van de Cither werden Citharisten genoemd. In de Middeleeuwen veranderde de Cither van vorm, al naar gelang het tijdperk en de streek, maar ze werd regelmatig verward met het Psalterion in de vorm van een klein harpje.’ De dame hier heeft bij het spelen in haar coiffure een waaier verwerkt. Zou het de klank hebben beïnvloed? Onder ons gezegd lijkt haar spelhouding niet helemaal functioneel.
Ze is flink bezig geweest met een soort plectrum op de snaren en heeft op die manier een paar snaren uit hun verband getrokken. Zou ze nieuwe snaren kunnen opzetten? De term zither wordt tevens gebruikt om de instrumentengroep zitherachtigen aan te duiden. Tot deze instrumentengroep behoren onder andere de Japanse koto, de piano en het hakkebord.

Aha. Herinnert u zich enigszins de film The Third Man van Carol Reed met o.m. Orson Welles? Misschien nog eerder het deuntje The Third Man dat Anton Karas in de filmmuziek verzorgde. Het zorgde voor een tijdelijke Citherrage in ons land. Maar ook daar voor al waren er veel amateurspelers. Weet u hoe dat ging? Je schoof een papier dat aangaf welke akkoorden je moest aanslaan onder de snaren en spelen maar! Ik had een tante die op die manier heel mooi kerstliedjes kon spelen, van ‘Heilige …nacht’ prrring’, ‘Stille nacht’…’prrrring’ en zo verder. Een kind kan de was doen.
Zo is het wel weer genoeg voor deze les. Nog helemaal geen slagwerk gehoord! Evengoed toch flink wat opgestoken over de Wonderen der muziekinstrumenten door de eeuwen heen!

---------
De plaatjes komen uit de collectie van de schrijver


© 2017 Peter Schröder meer Peter Schröder - meer "Beelden uit soberder tijden" -
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden
Muziekles Peter Schröder
1413BS KnipselVandaag de tweede les van onze cursus muziekgeschiedenis. We zullen het niet hebben over muzikale klanken en klanksystemen, niet over metrum en ritme, maar over de instrumenten waarop die klanken en dat metrum en ritme tot stand moeten worden gebracht. We onderscheiden op grond van de uiteenlopende wijzen waarop het muzikale geluid door luchtbeweging ten gehore wordt gebracht 5 hoofdgroepen:

Aerofonen: blaasinstrumenten: trillende luchtzuil (fluit, trompet, enz.)
Chordofonen: snaarinstrumenten: trillen van snaren (viool, gitaar, piano, enz.)
Idiofonen slagwerk: trillen van klankrijk materiaal (xylofoon, slaguurwerk, enz.)
Membranofonen slagwerk: trillen van vel/membraan (trommels)
Elektrofonen: elektronisch/automatisch (synthesizers)

Mooie namen hoor! Ze brengen ons al meteen in een zangerige stemming. Zangerig? Vergeten we eigenlijk niet een wel heel belangrijk instrument: de menselijke stem (Vox Humana), door velen opgevat als het allermooiste muziekinstrument? Lucht muzikaal in beweging gebracht door trilling van menselijke stembanden. De trillingen uit vrouwelijke en mannelijke kelen, van lage bassen tot hoge sopranen, meer precies: zeer laag (Basso profundo) tot zeer hoog (Soprano lieggiero), met veel tussenvormen. Sopranen zijn doorgaans vrouwelijke diva’s (denk aan Elisabeth Schwarzkopf, een blondine!) en Gré Brouwenstein, bassen weer stevige mannen (Boris Christoff, Cesare Siepi - de diepste Don Giovanni - en Yvan Rebroff!).  

Ursprung und Bedeutung
Dit allemaal terzijde. Want we richten ons hier verder op de niet-menselijke, niet levende muziekinstrumenten. Historie, ontstaan en gebruik van een selectie uit de grote hoeveelheid bestaande en nog niet bestaande muziekinstrumenten worden hieronder belicht door een select gezelschap musicerende dames. Eerst weer de Aerofonen, blaasinstrumenten.
Op postkaart 1 beginnen we met De Fluit. ‘De fluit is misschien wel het oudste muziekinstrument. Men schrijft de uitvinding ervan toe aan Apollo of aan Pan. In zijn oervorm was de fluit niet meer dan een eenvoudig stuk riet met daarin gaten die door de vingers weer konden worden gesloten. Zoals alle instrumenten onderging de fluit vele veranderingen. De hier afgebeelde fluit is de antieke dubbelfluit, bestaande uit twee buizen, waarvan de ene een lage toon en de andere een hoge toon voortbrengt.’ Apollo of Pan, waarachtig niet de minsten! Het gaat om de Diaulos, een dubbele versie van de Aulos. Helder. Makkelijk deze fluitvorm: een muzikant kan twee instrumenten tegelijk bespelen (spaart personeel). In de moderne zin van het woord gaat het overigens bij de (di)aulos niet over een fluit, maar om een variant op een schalmeiachtig dubbelrietinstrument.  

Geiten
U heeft het al gehoord, mogelijk stond de Griekse God Pan aan de wieg van de fluit. Dat zou a fortiori moeten gelden voor de Panfluit. Op postkaart 2 een musicienne met dit model: ‘De Panfluit is afgeleid van de Fluit. Dit instrument is erg oud. Vandaag de dag is de Panfluit vooral bekend van de herders uit de bergen en we hebben allemaal wel eens geitenhoeders, soms zeer aangename, geluiden horen ontlokken aan de Panfluit terwijl ze hun geiten door onze straten leidden.’ Een fluit met hier wel 11 pijpen! Te bedienen door één fluitist! Nog maar eens: herders uit de bergen en we hebben allemaal wel eens geitenhoeders soms zeer aangename, geluiden horen ontlokken terwijl ze hun geiten door onze straten leidden.
Lijkt dat op landelijk Nederland anno 2017? Misschien moeten we voor een welluidend Panfluitconcert toch eerder met deze jongedame mee de bergen in. We kunnen het in Nederland anno 2017 ook via de media doen en komen dan terecht bij Los Indias Tabajaras uit Brazilië (denk aan Simon & Garfunkels El Condor Pasa) en Georghe Zamfir (leerling van Fănică Luca) uit Roemenië. En weet u wat nou zo leuk is? In Nederland kan iedereen wel ergens terecht voor een workshop Panfluit Spelen. Zowel Braziliaans als Roemeens! De complete redactie van De Leunstoel heeft zo leren panfluiten. Horen en Zien zijn harmonisch vergaan!

Dierenblaas
We moeten verder naar postkaart 3. Waarop een Breton het wonder van de Doedelzak bespeelt. Ik citeer de muzikant van dit prachtige instrument: ‘De Doedelzak is een erg oud instrument. De Romeinen spraken over utricularium (blaastoeter) en dat staat dan voor de leren zak die oorspronkelijk bestond uit een varkensblaas.' (‘In verschillende streken van Zuid- en Zuidoost-Europa gebruikt men volledig afgestroopte dierenhuiden, meestal van een jonge geit of jong schaap. Sommige natuurlijke openingen worden dan niet onbenut gelaten. In de hals bevestigt men de melodiepijp en de openingen van de voorpoten dienen voor de vulpijp en een bourdon.’) Niet voor vegetariërs. Een unieke combinatie van verscheidene Aerofonen. Ik citeer verder: ‘De doedelzak wordt beschouwd als, laten we zeggen een nationaal instrument in de Abruzzen, Bretagne en Schotland. In Bretagne wordt het instrument ‘Biniou’ genoemd’. Een mooie uitvinding: een leren zak waaruit steken: een aanblaaspijp en twee tot vier uitblaaspijpen. De zak volblazen en dan een speelpijp bespelen, terwijl andere pijpen een constante begeleidingstoon rondtoeteren. Een combinatie van meer dan één schalmei-achtige (dubbelriet!) toeter tegelijk. Mooi hoor! ‘Hark when the night is falling, Hear Hear, the Pipes are Calling! ... in Scotland the Brave’. En dan blazen op die blaas  gekleed in een echte Kilt. Net als Kuifje in ‘De Zwarte Rotsen’.

Cithariste
Weer terug naar de chordofonen, en wel naar het tokkelinstrument van de Cither/Zither op postkaart 4.
‘De Cither/Zither werd bespeeld bij de Ouden en in de Middeleeuwen. In de Oudheid noemde men soms elk snaarinstrument ... behalve de Lier’. ‘Degenen die zongen met begeleiding van de Cither werden Citharisten genoemd. In de Middeleeuwen veranderde de Cither van vorm, al naar gelang het tijdperk en de streek, maar ze werd regelmatig verward met het Psalterion in de vorm van een klein harpje.’ De dame hier heeft bij het spelen in haar coiffure een waaier verwerkt. Zou het de klank hebben beïnvloed? Onder ons gezegd lijkt haar spelhouding niet helemaal functioneel.
Ze is flink bezig geweest met een soort plectrum op de snaren en heeft op die manier een paar snaren uit hun verband getrokken. Zou ze nieuwe snaren kunnen opzetten? De term zither wordt tevens gebruikt om de instrumentengroep zitherachtigen aan te duiden. Tot deze instrumentengroep behoren onder andere de Japanse koto, de piano en het hakkebord.

Aha. Herinnert u zich enigszins de film The Third Man van Carol Reed met o.m. Orson Welles? Misschien nog eerder het deuntje The Third Man dat Anton Karas in de filmmuziek verzorgde. Het zorgde voor een tijdelijke Citherrage in ons land. Maar ook daar voor al waren er veel amateurspelers. Weet u hoe dat ging? Je schoof een papier dat aangaf welke akkoorden je moest aanslaan onder de snaren en spelen maar! Ik had een tante die op die manier heel mooi kerstliedjes kon spelen, van ‘Heilige …nacht’ prrring’, ‘Stille nacht’…’prrrring’ en zo verder. Een kind kan de was doen.
Zo is het wel weer genoeg voor deze les. Nog helemaal geen slagwerk gehoord! Evengoed toch flink wat opgestoken over de Wonderen der muziekinstrumenten door de eeuwen heen!

---------
De plaatjes komen uit de collectie van de schrijver
© 2017 Peter Schröder
powered by CJ2