archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden delen printen terug
Met muziek het leven door, deel 2 Peter Schröder

0508BS 38.1
Beeld en Geluid
Een afbeelding, een plaatje kan (soms) meer zeggen dan 1000 woorden, was het niet? En soms kan een stuk muziek ook een tijdruimtelijk veel omvattender beeldend en onbeschrijflijk universum oproepen. En dan hebben we het niet eens over liedjes met verstaanbare tekst, of zogenaamde programmamuziek waarin je geacht wordt Storm op zee of De Nieuwe Wereld te herkennen (Hoor je dat nou? Die bassen daar, dat is de donder, daar heb je hem weer! ). Of over andere muziek met voorbedachte associaties zoals filmmuziek, of over de mengvormen met toneel als Opera en Operette. Muziek met een verhaal? Muziek per post?

Muziek per post
Ter zake, muziek per post, muziek op prentbriefkaarten uit soberder tijden. Beeldende muzikale groeten. Doen we dat nog wel eens in onze tijden van overvloedige MP3tjes en Soundbites? In de jaren 50 kon je kaarten versturen waarop behalve een fraaie kleurenprent ook de groeven van een grammofoonplaatje met heuse muziek waren vastgelegd. Moet je horen! Een Cd-variant was (is) er in (sinds) de jaren 80.
Maar je kunt muziek natuurlijk ook oproepen met kaarten waarop alleen maar afbeeldingen staan. Lieve Anja, hierbij een kaart met Anouk omdat we samen zo genoten hebben van ’I don’t wanna hurt’, Liefs, Theo.(?) Of: Beste Gerrit ter herinnering aan die prachtige vertolking van de 4e symphonie van Brahms door het K.C.O. onder leiding van Janssons hier deze kaart met een aquarel van Brahms. Vast een uitnodiging voor de uitvoering van de 5e! Ans.(?)

Museale muziek
Rond 1900 waren er zeer veel kaarten in omloop met portretten van klassieke componisten: J.Brahms, R. Wagner, J.S.Bach, L.van Beethoven en ga zo maar even door, laten we zeggen de componisten van de Klassieke Canon. Soms werden ze verstuurd met hartelijke groeten, maar vaker belandden ze in een album van een liefhebber. Klassieke muziek, een bijzonder genre dat hoofdzakelijk in leven wordt gehouden door zwart op wit voor de eeuwigheid vastgelegde partijen. Een bijzonder genre met een museaal karakter: de dames en heren uitvoerenden worden geacht een getrouw klankbeeld tot stand te brengen van wat de vaak reeds lang geleden overleden componist destijds heeft opgeschreven. En graag zo precies, authentiek, correct mogelijk geïnterpreteerd – zeg maar zo letterlijk (naar beste weten, want de theorie ligt zwart op wit vast, maar de oorspronkelijke uitvoeringspraktijk is slecht hoorbaar) mogelijk.

Kopiisten
Denk aan de beeldende kunst: zouden wij het waarderen als Karel Appel zo natuurgetrouw mogelijk de Nachtwacht naschilderde? Als Lucebert een sonnet zou schrijven dat ongemerkt in een bloemlezing van P.C. Hooft zou kunnen worden opgenomen? Als de Haagse Comedie elk seizoen zo letterlijk mogelijk de oeruitvoering van L’Avare van Molière of de Kersentuin van Tsjechov ten tonele zou voeren?
Die Nachtwacht, dat heeft natuurlijk nooit echt gehoefd, want die kan je nog steeds als onbetwiste Top 1. van de vaderlandse schilderkunst tot je nemen in het RijMuAm. En Hooft was altijd wel ergens goed leesbaar in een bibliotheek te vinden. Maar voor de muziek en die podiumkunsten was er lang geen alternatief voor een meer of minder museale versie door goed opgeleide hedendaagse kopiisten.
Evenementenmuziek
Dat alternatief is er vandaag de dag natuurlijk wel: leg de klanken en bewegingen, beelden en geluiden eenmalig vast op moderne (geraffineerde, elektronische) dragers, vroeger media geheten, en klaar is Kees: één keer goed vastleggen en mits goed geconserveerd kan voortaan moeiteloos worden voorzien in de vraag naar klassieke muziek en klassieke podiumkunsten. (Het intrigerende feit valt te constateren dat de registratieoptie bij de klassieke muziek vooral heeft geleid tot een krankzinnig aantal verschillende, maar overwegend gelijkluidende, uitvoeringen van de werken uit de Top 100 van Bach, Beethoven, Brahms c.s.) De dames en heren uitvoerenden van klassieke werken kunnen gaan rentenieren - of zich laten omscholen. Ze kunnen zich werpen op de meer volkse, meer geïmproviseerde genres die zich steeds goed hebben weten te handhaven, ook te midden van de evenementen vol hedendaagse door elektronica machinaal geautomatiseerde Deejay geluiden en de door lasers ondersteunde Veejay vertoningen.

Wij zingen alleen voor u!
Terug naar muzikale prentbriefkaart groeten van rond de eeuwwisseling. Op kaart 1a is een muzikaal ensemble van 6 man te zien dat muziek ten gehoren brengt voor een vrouw die aandachtig toeluistert vanuit een raamopening,0508BS 38.2 waarin verder 5 bloempotten met geraniums zijn opgesteld. Een aubade? Een serenade? De muzikanten zijn goed gekleed en dragen hoeden van diverse types. Aan het spelen zijn: twee accordeonisten, een klarinettist, een fluitist en een bassist. De laatste bespeelt een gestreken snaarinstrument zonder de traditionele klankkast, we hopen dat zijn tonen voldoende hoorbaar zijn. De zesde muzikant zal de zanger zijn die net zijn hoed afneemt om zich tot de aangesproken dame te richten. De kaart werd door M. op 3 februari 1905 verzonden naar Mej. M. Wareman, p/a Dr. Halbertsma, St. Annalaan 85 te alhier. Blijkens het poststempel zal het Nijmegen geweest zijn.

Vrouwenparadijs Parijs
Kaart 1b, ook de eeuwwisseling. Maar dat is handig! Afgebeeld zijn bladmuziek en tekst van het lied Le Paradis de la Femme. E. Joullot schreef met Z. Duc de paroles en Emile Spencer de musique die door de aangeschrevenen zonder moeite kunnen worden gereproduceerd/geïnterpreteerd. Het lied bezingt de vele mogelijkheden van feestvieren in de Lichtstad en de kwaliteiten van de Parisiennes. Cocottes, bourgeoises, femmes du monde, blondines en brunettes, ze staan allemaal met open armen klaar om de bezoekers, van Groot Hertog tot Mandarijn, een vrolijke tijd te bezorgen. Heren, kom vooral zonder echtgenote, maar besef wel dat het vooral om een vrouwenparadijs gaat en de Parisiennes uiteindelijk de baas zijn en aan het langste eind zullen trekken. Leuk voor bruiloften en partijen.

Automatische muziek
Met de tijdmachine naar de jaren ‘50. We gaan op kaart 2a naar Leiden en treffen daar in de Leidse Hout een muzikaal duo bestaande uit een accordeonist en een slagwerker. Het duo heet heel toepasselijk The Accordidrums, dat staat ook op het vel van de bassdrum van de drummer. Zo te zien staan de musici aan het begin van hun carrière: de voorgeschreven uitnodigende glimlach zijn ze nog niet geheel meester. Zou het veel geworden zijn? Zou die accordeonist niet eens hebben gedacht: ik neem voortaan een ritmebox, dan heb ik Willem met al die trommels en kapsones niet meer nodig? De voortgaande automatisering, informatisering en globalisering hebben zoals bekend vele muzikale arbeidsplaatsen weggevaagd.


Robotiseren, die handel
Een extreem voorbeeld daarvan – van die geautomatiseerde podiummuziek – is te zien op kaart 2b. Wat hebben we hier nu weer? Achter op de kaart staat: ROBOTS – MUSIC,
Attraction sensationelle de l’Exposition itinérante de la F.N.C.P.G. Om maar met het laatste te beginnen: dat is de Fédération Nationale des Combattants et Prisonniers de Guerre.
Hoe dat? Wel, dit Robot-trio werd tijdens de Tweede Wereldoorlog ontworpen door ingenieur E.G. Diogmar tijdens zijn verblijf in een Duits gevangenenkamp. Vandaar.
De muzikanten zijn: Oscar, accordeonist, 1.90 m. lang, gewicht 175 kg., in staat tot het voortbrengen van 68 noten waarvan 24 bassen. Bovendien kan hij een sigaret roken.
De saxofonist heet Ernest, is ook 1.90 m. lang en weegt maar liefst 225 kg en verzorgt 48 noten verdeeld over 3 octaven. Daarenboven kan hij fluiten, opstaan en groeten.
Anatole is de slagwerker van 1.75 m. en 180 kg, die drie trommels en 3 bekkens beslaat. Ook kan hij spreken en zingen.

Een lang leven
De groep heeft het nodige opzien gebaard tijdens flink wat optredens. Er werden ook platen opgenomen met onder meer de nummers Les Robots, Boing boom tschak, Métal sur métal, Mini calculateur en Twist boogie twist robots. Kunt u zich er iets bij voorstellen?
We belanden met die Twist al in de jaren 60. Er is een veel later nagekomen bericht: in 2005 ging de groep samenwerken met het bekende Duitse (half gerobotiseerde) muziekgezelschap Krafwerk. Gerobotiseerde Widergutmachung? Er volgden een CD en ook ‘’live’’ (levend? hoe noem je dat, werkend? functionerend?) podiumoptredens. Wie weet zijn er MP3tjes te downloaden.

Kaarten uit ‘De Peter Schröder Collectie’, copyright 2008 Peter Schröder.

*******************************************************
Veel van de in deze rubriek vertoonde prentbriefkaarten
zijn geleverd door Antiquariaat Jac. Verloop. www.jacverloop.nl
Jaap Verloop beschikt over een zeer veelzijdig assortiment ansichtkaarten
en ander oud drukwerk.


© 2008 Peter Schröder meer Peter Schröder - meer "Beelden uit soberder tijden" -
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden
Met muziek het leven door, deel 2 Peter Schröder
0508BS 38.1
Beeld en Geluid
Een afbeelding, een plaatje kan (soms) meer zeggen dan 1000 woorden, was het niet? En soms kan een stuk muziek ook een tijdruimtelijk veel omvattender beeldend en onbeschrijflijk universum oproepen. En dan hebben we het niet eens over liedjes met verstaanbare tekst, of zogenaamde programmamuziek waarin je geacht wordt Storm op zee of De Nieuwe Wereld te herkennen (Hoor je dat nou? Die bassen daar, dat is de donder, daar heb je hem weer! ). Of over andere muziek met voorbedachte associaties zoals filmmuziek, of over de mengvormen met toneel als Opera en Operette. Muziek met een verhaal? Muziek per post?

Muziek per post
Ter zake, muziek per post, muziek op prentbriefkaarten uit soberder tijden. Beeldende muzikale groeten. Doen we dat nog wel eens in onze tijden van overvloedige MP3tjes en Soundbites? In de jaren 50 kon je kaarten versturen waarop behalve een fraaie kleurenprent ook de groeven van een grammofoonplaatje met heuse muziek waren vastgelegd. Moet je horen! Een Cd-variant was (is) er in (sinds) de jaren 80.
Maar je kunt muziek natuurlijk ook oproepen met kaarten waarop alleen maar afbeeldingen staan. Lieve Anja, hierbij een kaart met Anouk omdat we samen zo genoten hebben van ’I don’t wanna hurt’, Liefs, Theo.(?) Of: Beste Gerrit ter herinnering aan die prachtige vertolking van de 4e symphonie van Brahms door het K.C.O. onder leiding van Janssons hier deze kaart met een aquarel van Brahms. Vast een uitnodiging voor de uitvoering van de 5e! Ans.(?)

Museale muziek
Rond 1900 waren er zeer veel kaarten in omloop met portretten van klassieke componisten: J.Brahms, R. Wagner, J.S.Bach, L.van Beethoven en ga zo maar even door, laten we zeggen de componisten van de Klassieke Canon. Soms werden ze verstuurd met hartelijke groeten, maar vaker belandden ze in een album van een liefhebber. Klassieke muziek, een bijzonder genre dat hoofdzakelijk in leven wordt gehouden door zwart op wit voor de eeuwigheid vastgelegde partijen. Een bijzonder genre met een museaal karakter: de dames en heren uitvoerenden worden geacht een getrouw klankbeeld tot stand te brengen van wat de vaak reeds lang geleden overleden componist destijds heeft opgeschreven. En graag zo precies, authentiek, correct mogelijk geïnterpreteerd – zeg maar zo letterlijk (naar beste weten, want de theorie ligt zwart op wit vast, maar de oorspronkelijke uitvoeringspraktijk is slecht hoorbaar) mogelijk.

Kopiisten
Denk aan de beeldende kunst: zouden wij het waarderen als Karel Appel zo natuurgetrouw mogelijk de Nachtwacht naschilderde? Als Lucebert een sonnet zou schrijven dat ongemerkt in een bloemlezing van P.C. Hooft zou kunnen worden opgenomen? Als de Haagse Comedie elk seizoen zo letterlijk mogelijk de oeruitvoering van L’Avare van Molière of de Kersentuin van Tsjechov ten tonele zou voeren?
Die Nachtwacht, dat heeft natuurlijk nooit echt gehoefd, want die kan je nog steeds als onbetwiste Top 1. van de vaderlandse schilderkunst tot je nemen in het RijMuAm. En Hooft was altijd wel ergens goed leesbaar in een bibliotheek te vinden. Maar voor de muziek en die podiumkunsten was er lang geen alternatief voor een meer of minder museale versie door goed opgeleide hedendaagse kopiisten.
Evenementenmuziek
Dat alternatief is er vandaag de dag natuurlijk wel: leg de klanken en bewegingen, beelden en geluiden eenmalig vast op moderne (geraffineerde, elektronische) dragers, vroeger media geheten, en klaar is Kees: één keer goed vastleggen en mits goed geconserveerd kan voortaan moeiteloos worden voorzien in de vraag naar klassieke muziek en klassieke podiumkunsten. (Het intrigerende feit valt te constateren dat de registratieoptie bij de klassieke muziek vooral heeft geleid tot een krankzinnig aantal verschillende, maar overwegend gelijkluidende, uitvoeringen van de werken uit de Top 100 van Bach, Beethoven, Brahms c.s.) De dames en heren uitvoerenden van klassieke werken kunnen gaan rentenieren - of zich laten omscholen. Ze kunnen zich werpen op de meer volkse, meer geïmproviseerde genres die zich steeds goed hebben weten te handhaven, ook te midden van de evenementen vol hedendaagse door elektronica machinaal geautomatiseerde Deejay geluiden en de door lasers ondersteunde Veejay vertoningen.

Wij zingen alleen voor u!
Terug naar muzikale prentbriefkaart groeten van rond de eeuwwisseling. Op kaart 1a is een muzikaal ensemble van 6 man te zien dat muziek ten gehoren brengt voor een vrouw die aandachtig toeluistert vanuit een raamopening,0508BS 38.2 waarin verder 5 bloempotten met geraniums zijn opgesteld. Een aubade? Een serenade? De muzikanten zijn goed gekleed en dragen hoeden van diverse types. Aan het spelen zijn: twee accordeonisten, een klarinettist, een fluitist en een bassist. De laatste bespeelt een gestreken snaarinstrument zonder de traditionele klankkast, we hopen dat zijn tonen voldoende hoorbaar zijn. De zesde muzikant zal de zanger zijn die net zijn hoed afneemt om zich tot de aangesproken dame te richten. De kaart werd door M. op 3 februari 1905 verzonden naar Mej. M. Wareman, p/a Dr. Halbertsma, St. Annalaan 85 te alhier. Blijkens het poststempel zal het Nijmegen geweest zijn.

Vrouwenparadijs Parijs
Kaart 1b, ook de eeuwwisseling. Maar dat is handig! Afgebeeld zijn bladmuziek en tekst van het lied Le Paradis de la Femme. E. Joullot schreef met Z. Duc de paroles en Emile Spencer de musique die door de aangeschrevenen zonder moeite kunnen worden gereproduceerd/geïnterpreteerd. Het lied bezingt de vele mogelijkheden van feestvieren in de Lichtstad en de kwaliteiten van de Parisiennes. Cocottes, bourgeoises, femmes du monde, blondines en brunettes, ze staan allemaal met open armen klaar om de bezoekers, van Groot Hertog tot Mandarijn, een vrolijke tijd te bezorgen. Heren, kom vooral zonder echtgenote, maar besef wel dat het vooral om een vrouwenparadijs gaat en de Parisiennes uiteindelijk de baas zijn en aan het langste eind zullen trekken. Leuk voor bruiloften en partijen.

Automatische muziek
Met de tijdmachine naar de jaren ‘50. We gaan op kaart 2a naar Leiden en treffen daar in de Leidse Hout een muzikaal duo bestaande uit een accordeonist en een slagwerker. Het duo heet heel toepasselijk The Accordidrums, dat staat ook op het vel van de bassdrum van de drummer. Zo te zien staan de musici aan het begin van hun carrière: de voorgeschreven uitnodigende glimlach zijn ze nog niet geheel meester. Zou het veel geworden zijn? Zou die accordeonist niet eens hebben gedacht: ik neem voortaan een ritmebox, dan heb ik Willem met al die trommels en kapsones niet meer nodig? De voortgaande automatisering, informatisering en globalisering hebben zoals bekend vele muzikale arbeidsplaatsen weggevaagd.


Robotiseren, die handel
Een extreem voorbeeld daarvan – van die geautomatiseerde podiummuziek – is te zien op kaart 2b. Wat hebben we hier nu weer? Achter op de kaart staat: ROBOTS – MUSIC,
Attraction sensationelle de l’Exposition itinérante de la F.N.C.P.G. Om maar met het laatste te beginnen: dat is de Fédération Nationale des Combattants et Prisonniers de Guerre.
Hoe dat? Wel, dit Robot-trio werd tijdens de Tweede Wereldoorlog ontworpen door ingenieur E.G. Diogmar tijdens zijn verblijf in een Duits gevangenenkamp. Vandaar.
De muzikanten zijn: Oscar, accordeonist, 1.90 m. lang, gewicht 175 kg., in staat tot het voortbrengen van 68 noten waarvan 24 bassen. Bovendien kan hij een sigaret roken.
De saxofonist heet Ernest, is ook 1.90 m. lang en weegt maar liefst 225 kg en verzorgt 48 noten verdeeld over 3 octaven. Daarenboven kan hij fluiten, opstaan en groeten.
Anatole is de slagwerker van 1.75 m. en 180 kg, die drie trommels en 3 bekkens beslaat. Ook kan hij spreken en zingen.

Een lang leven
De groep heeft het nodige opzien gebaard tijdens flink wat optredens. Er werden ook platen opgenomen met onder meer de nummers Les Robots, Boing boom tschak, Métal sur métal, Mini calculateur en Twist boogie twist robots. Kunt u zich er iets bij voorstellen?
We belanden met die Twist al in de jaren 60. Er is een veel later nagekomen bericht: in 2005 ging de groep samenwerken met het bekende Duitse (half gerobotiseerde) muziekgezelschap Krafwerk. Gerobotiseerde Widergutmachung? Er volgden een CD en ook ‘’live’’ (levend? hoe noem je dat, werkend? functionerend?) podiumoptredens. Wie weet zijn er MP3tjes te downloaden.

Kaarten uit ‘De Peter Schröder Collectie’, copyright 2008 Peter Schröder.

*******************************************************
Veel van de in deze rubriek vertoonde prentbriefkaarten
zijn geleverd door Antiquariaat Jac. Verloop. www.jacverloop.nl
Jaap Verloop beschikt over een zeer veelzijdig assortiment ansichtkaarten
en ander oud drukwerk.
© 2008 Peter Schröder
powered by CJ2