archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Op de fiets delen printen terug
Dimanche matin Thomas van der Steen

1818BZ Dimanche matinEen seconde ben ik in verwarring, eentje maar. O ja, we zijn in Yvetot-Bocage in Normandië, ik ben al weer bij zinnen. Op de tast loop ik door de slaapkamer naar de trap. Gisteren lieten we ons verleiden om onderweg het grootste gotische bouwwerk van Frankrijk te bezoeken. Hij stelde niet teleur, de kathedraal van Amiens. Net zo min als het gigantische gedenkteken voor de tijdens de Eerste Wereldoorlog gevallen Canadese soldaten in Vimy. De zaterdag was dan geen zwarte, maar werd door die uitstapjes toch nog donkergrijs. Veel later dan voorzien kwamen wij aan op ons vakantieadres.  

Maar nu is het zondagochtend, heel vroeg. In ons dorp is geen bakker, ik moet verderop, naar Valognes. Op mijn eigen fiets, in Frankrijk!
De ochtendkou jeukt in mijn neus. Chemin de Manoir is niet veel breder dan een auto. Aan weerszijden staan manshoge heggen. Door de groene corridor zoef ik naar de T-kruising, linksaf La Planche Gargatte op, vreemde naam voor een straat. Een egeltje waggelt naar de kant en wurmt zich gehaast in het struikgewas. Oh, een geel bord met zwarte letters zegt route barrée, ach, ik gok het erop. Een doorkijkje in de heg gunt me een blik op een groepje glazig kijkende koeien. Mijn vader leerde mij dat deze stevige, crèmekleurige vleeskoeien Charolais heten. Inmiddels rijd ik op Chemin du Tôt en in de verte zie ik rood-witte plastic obstakels liggen. Maar ze zijn of door balorige pubers, of door een dwarse boer aan de kant geschoven, ik glip erlangs.
Meteen hierna volgt een gemeen, venijnig klimmetje. Puffend, hijgend, in mijn 2e versnelling bereik ik de top. Hierboven staan typisch Franse zandkleurige plattelandshuizen, de onderkant van de houten deuren zijn aangevreten door de tijd.

De weg glooit weer naar beneden, links een maïsveld, rechts een akker met hooirollen - zonder plastic! Gezoem van verkeer zwelt aan, kennelijk nader ik Route Nationale 13. Een fietsbruggetje leidt mij over de weg tussen Caen en Cherbourg. Het fijne grind op het erf van boer Delpuech, zijn naam staat op het hek, knispert onder mijn banden. De boerderijhond komt wild aanrennen maar laat het bij dreigend geblaf. Dan bereik ik het gladde asfalt van rue des Peupliers. Linksaf rue St Didace en meteen rechtsaf de D902 naar centre ville. Die daalt heerlijk, ik ga voluit. Net als de profs in de Tour de France wip ik over de verkeersdrempels. Het laatste stuk gaat weer heuvelop maar uitbollend bereik ik lycée Henri Cornat, ertegenover is de bakker.

Mondkapje op en naar binnen. Anaïs  begroet mij niet met bonjour maar met 'bbôônnzzzjourrreueuh', ik schrik ervan. Ik bestel een croissant aux amandes, croissant beurre en een baguette, betaal en loop weer naar buiten. Terwijl ik het brood in mijn rugtas stop, doorspekken twee dames hun roddels met 'mais non, dis donc, ben alors, mon Dieu, pffffff, quand même, vraiment?'  

Zelfde weg terug, nu zigzag ik in volle vaart tussen de chicanes van de route barrée door. Heggenmusjes zwermen kwetterend van links naar rechts. De zon klimt net boven de heg en mijn schaduw wordt op het asfalt geprojecteerd. De vlaggenstok boven mijn hoofd is de baguette. Henk Westbroek had gelijk, alles kan een mens gelukkig maken.

-------
Het plaatje is van Henk Klaren


© 2021 Thomas van der Steen meer Thomas van der Steen - meer "Op de fiets" -
Bezigheden > Op de fiets
Dimanche matin Thomas van der Steen
1818BZ Dimanche matinEen seconde ben ik in verwarring, eentje maar. O ja, we zijn in Yvetot-Bocage in Normandië, ik ben al weer bij zinnen. Op de tast loop ik door de slaapkamer naar de trap. Gisteren lieten we ons verleiden om onderweg het grootste gotische bouwwerk van Frankrijk te bezoeken. Hij stelde niet teleur, de kathedraal van Amiens. Net zo min als het gigantische gedenkteken voor de tijdens de Eerste Wereldoorlog gevallen Canadese soldaten in Vimy. De zaterdag was dan geen zwarte, maar werd door die uitstapjes toch nog donkergrijs. Veel later dan voorzien kwamen wij aan op ons vakantieadres.  

Maar nu is het zondagochtend, heel vroeg. In ons dorp is geen bakker, ik moet verderop, naar Valognes. Op mijn eigen fiets, in Frankrijk!
De ochtendkou jeukt in mijn neus. Chemin de Manoir is niet veel breder dan een auto. Aan weerszijden staan manshoge heggen. Door de groene corridor zoef ik naar de T-kruising, linksaf La Planche Gargatte op, vreemde naam voor een straat. Een egeltje waggelt naar de kant en wurmt zich gehaast in het struikgewas. Oh, een geel bord met zwarte letters zegt route barrée, ach, ik gok het erop. Een doorkijkje in de heg gunt me een blik op een groepje glazig kijkende koeien. Mijn vader leerde mij dat deze stevige, crèmekleurige vleeskoeien Charolais heten. Inmiddels rijd ik op Chemin du Tôt en in de verte zie ik rood-witte plastic obstakels liggen. Maar ze zijn of door balorige pubers, of door een dwarse boer aan de kant geschoven, ik glip erlangs.
Meteen hierna volgt een gemeen, venijnig klimmetje. Puffend, hijgend, in mijn 2e versnelling bereik ik de top. Hierboven staan typisch Franse zandkleurige plattelandshuizen, de onderkant van de houten deuren zijn aangevreten door de tijd.

De weg glooit weer naar beneden, links een maïsveld, rechts een akker met hooirollen - zonder plastic! Gezoem van verkeer zwelt aan, kennelijk nader ik Route Nationale 13. Een fietsbruggetje leidt mij over de weg tussen Caen en Cherbourg. Het fijne grind op het erf van boer Delpuech, zijn naam staat op het hek, knispert onder mijn banden. De boerderijhond komt wild aanrennen maar laat het bij dreigend geblaf. Dan bereik ik het gladde asfalt van rue des Peupliers. Linksaf rue St Didace en meteen rechtsaf de D902 naar centre ville. Die daalt heerlijk, ik ga voluit. Net als de profs in de Tour de France wip ik over de verkeersdrempels. Het laatste stuk gaat weer heuvelop maar uitbollend bereik ik lycée Henri Cornat, ertegenover is de bakker.

Mondkapje op en naar binnen. Anaïs  begroet mij niet met bonjour maar met 'bbôônnzzzjourrreueuh', ik schrik ervan. Ik bestel een croissant aux amandes, croissant beurre en een baguette, betaal en loop weer naar buiten. Terwijl ik het brood in mijn rugtas stop, doorspekken twee dames hun roddels met 'mais non, dis donc, ben alors, mon Dieu, pffffff, quand même, vraiment?'  

Zelfde weg terug, nu zigzag ik in volle vaart tussen de chicanes van de route barrée door. Heggenmusjes zwermen kwetterend van links naar rechts. De zon klimt net boven de heg en mijn schaduw wordt op het asfalt geprojecteerd. De vlaggenstok boven mijn hoofd is de baguette. Henk Westbroek had gelijk, alles kan een mens gelukkig maken.

-------
Het plaatje is van Henk Klaren
© 2021 Thomas van der Steen
powered by CJ2