archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Op de fiets delen printen terug
Onbekommerd, vlakbij Thomas van der Steen

1715BZ VlakbijVanaf 1 juni wordt veel weer normaal, althans, nieuw normaal. Voordat je het weet is het weer 'business as usual'. 'Mark my words!' Begin maart wapperde ook ik alle horrorscenario’s weg en op het hoogtepunt van de intelligente lockdown ging ik losser dan toegestaan. Nadat Grapperhaus op de persconferentie van 23 maart het halen van een frisse neus toestond, luisterde ik verder niet, op zijn hoogst nog Oost-Indisch.

De volgende dag al maakte ik een mooi fietsrondje langs de forten Blauwkapel en Aan de Klop, om langs de Vecht weer terug te keren. De route ging langs het huis van een collega in Utrecht. Omdat we elkaar al een tijdje niet hadden gezien, vanwege ons gesloten kantoor, besloot ik langs te fietsen om te zwaaien. ‘Helemaal hier, Thomas?’, vroeg hij verbaasd.

Nadat een bekende De Leunstoel had gelezen waarin mijn dochter en ik langs de lammetjes fietsten zei hij: ‘Leuk hoor, maar hé, Muiden en Diemen niet echt regio Hilversum, dat is niet de bedoeling.’Het kwartje viel, mijn collega Max in Utrecht vroeg niet bewonderend ‘helemaal hier’, maar berispend. Ik keek de letterlijke tekst van de maatregelen nog eens na en zag zwart op wit dat noodzakelijke lichaamsbeweging essentieel is, maar binnen je eigen regio beoefend moet worden. Een rondje om de kerk zogezegd.

Het virus rukte vanuit Brabant en Limburg op, noordwaarts. Er werden vergelijkingen gemaakt met de Spaanse Griep en in journaals en talkshows werd oorlogstaal gesproken. Tot dan toe onbekenden: Diederik Gommers, Jaap van Dissel, Marion Koopmans en Ernst Kuipers, werden profeten. Aan het einde van een lange avond tv, bomvol apocalyptische informatie, huiverde ik aan de bank genageld bij het programma Frontberichten. Iets na twaalven kwam mijn vrouw Belinda thuis. Zij is IC-verpleegkundige en na een zogenaamde Covid-dienst stonden de zweetdruppels nog op het voorhoofd. De afdrukken van mondkap en spatscherm tekenden haar gezicht.

Voor ik ging slapen checkte ik mijn mail. Jan Kees, vriend en schrijver, had me een gedicht gestuurd.

Het troostrijke bos
waar het licht in brede banen
door de bomen vloeit.
Onbekommerd en
onschuldig
vrij van voorbedachte rade
vliegt-zingt
ritselt-rent
sluit-opent
ademt-geurt
dan alles
om mij heen.
Het wonder van
voortdurende beweging
in oneindig
wisselende variaties
van komen en gaan,
vertrek en aankomst.
Het perpetuum mobile
van herscheppende kracht
waarin het leven
de dood baart, en
het einde steeds
weer een begin creëert.
Bloeien kleuren
van bestaan en zijn.


Morgen maar eens door dat bos fietsen, het is vlakbij.

-----
Het plaatje is van de schrijver
--------
Het gedicht is van Jan Kees van de Werk:
https://www.bol.com/nl/c/boeken-jan-kees-van-de-werk/57499/N/8299/



© 2020 Thomas van der Steen meer Thomas van der Steen - meer "Op de fiets" -
Bezigheden > Op de fiets
Onbekommerd, vlakbij Thomas van der Steen
1715BZ VlakbijVanaf 1 juni wordt veel weer normaal, althans, nieuw normaal. Voordat je het weet is het weer 'business as usual'. 'Mark my words!' Begin maart wapperde ook ik alle horrorscenario’s weg en op het hoogtepunt van de intelligente lockdown ging ik losser dan toegestaan. Nadat Grapperhaus op de persconferentie van 23 maart het halen van een frisse neus toestond, luisterde ik verder niet, op zijn hoogst nog Oost-Indisch.

De volgende dag al maakte ik een mooi fietsrondje langs de forten Blauwkapel en Aan de Klop, om langs de Vecht weer terug te keren. De route ging langs het huis van een collega in Utrecht. Omdat we elkaar al een tijdje niet hadden gezien, vanwege ons gesloten kantoor, besloot ik langs te fietsen om te zwaaien. ‘Helemaal hier, Thomas?’, vroeg hij verbaasd.

Nadat een bekende De Leunstoel had gelezen waarin mijn dochter en ik langs de lammetjes fietsten zei hij: ‘Leuk hoor, maar hé, Muiden en Diemen niet echt regio Hilversum, dat is niet de bedoeling.’Het kwartje viel, mijn collega Max in Utrecht vroeg niet bewonderend ‘helemaal hier’, maar berispend. Ik keek de letterlijke tekst van de maatregelen nog eens na en zag zwart op wit dat noodzakelijke lichaamsbeweging essentieel is, maar binnen je eigen regio beoefend moet worden. Een rondje om de kerk zogezegd.

Het virus rukte vanuit Brabant en Limburg op, noordwaarts. Er werden vergelijkingen gemaakt met de Spaanse Griep en in journaals en talkshows werd oorlogstaal gesproken. Tot dan toe onbekenden: Diederik Gommers, Jaap van Dissel, Marion Koopmans en Ernst Kuipers, werden profeten. Aan het einde van een lange avond tv, bomvol apocalyptische informatie, huiverde ik aan de bank genageld bij het programma Frontberichten. Iets na twaalven kwam mijn vrouw Belinda thuis. Zij is IC-verpleegkundige en na een zogenaamde Covid-dienst stonden de zweetdruppels nog op het voorhoofd. De afdrukken van mondkap en spatscherm tekenden haar gezicht.

Voor ik ging slapen checkte ik mijn mail. Jan Kees, vriend en schrijver, had me een gedicht gestuurd.

Het troostrijke bos
waar het licht in brede banen
door de bomen vloeit.
Onbekommerd en
onschuldig
vrij van voorbedachte rade
vliegt-zingt
ritselt-rent
sluit-opent
ademt-geurt
dan alles
om mij heen.
Het wonder van
voortdurende beweging
in oneindig
wisselende variaties
van komen en gaan,
vertrek en aankomst.
Het perpetuum mobile
van herscheppende kracht
waarin het leven
de dood baart, en
het einde steeds
weer een begin creëert.
Bloeien kleuren
van bestaan en zijn.


Morgen maar eens door dat bos fietsen, het is vlakbij.

-----
Het plaatje is van de schrijver
--------
Het gedicht is van Jan Kees van de Werk:
https://www.bol.com/nl/c/boeken-jan-kees-van-de-werk/57499/N/8299/

© 2020 Thomas van der Steen
powered by CJ2