archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Van de redactie delen printen terug
De 'ver-google-ing' van de bewijsvoering Willem Minderhout

0000BS Minderhout
Strafrecht, daar weet ik vrijwel niets van. Ik weet wel dat het een heel moeilijk vak is want, zo lees ik op de website van de strafrechtgeleerde prof. mr. Hans de Doelder: 'Het belang van de deskundige neemt hand over hand toe in het strafrecht. Voor het strafrecht betekent dit dat de rechter steeds meer afhankelijk wordt, althans gebruik maakt, van bewijsmateriaal waarvan hij de inhoud niet of nauwelijks kan controleren.' Dat is natuurlijk een zorgwekkende ontwikkeling. 'Zaak dus voor u als verdediging om alert te zijn en op de juiste wijze het beschikbare bewijs te bespreken en tegen het licht te houden,' zo maant hij zijn studenten.

Een goede leraar geeft altijd een aanschouwelijk voorbeeld van de door hem of haar aangesneden problematiek. Professor De Doelder is wat dat betreft zeer zeker een goede leraar te noemen. Hij is zo goed dat hij hier zelfs onbewust toe in staat is. Hij toont namelijk in een mooi praktijkvoorbeeld een groot gevaar aan dat ik de ‘ver-google-ing’ van de bewijsvoering zal noemen. Een belangrijk en groeiend probleem.

Wat is dat dan wel, die ver-google-ing van de bewijsvoering? Ach, dat weet u zelf wel. Als u een bepaalde bewering wilt staven typt u ook gewoon wat sleutelwoorden in in het zoekschermpje van google en pats daar staan minstens duizend ‘hits’ klaar voor gebruik! Hoe anders was dat vroeger! Toen moesten geleerden, journalisten en andere stukjesschrijvers zich moeizaam door stapels boeken en artikelen werken om ze te ‘ficheren’: kerngedachten en mooie citaten op een fiche overschrijven, voorzien van bronvermelding. Als je dan eindelijk aan schrijven toe was, was het nog maar de vraag of je het juiste citaat in die berg fiches wist terug te vinden. Google heeft die tijdrovende arbeid zo goed als overbodig gemaakt. Leve de vooruitgang! Hier past echter een nadrukkelijk ‘caveat’.

Om dit caveat te onderbouwen keren wij terug naar De Doelder. Deze hooggeleerde kreeg de eervolle opdracht om de tweede Winterlezing te verzorgen. Dat is een lezing van de juridische faculteit van de Erasmus universiteit waarin op een actuele ontwikkeling wordt ingegaan.  'Wat is er momenteel actueler dan strafrecht en terrorisme?' moet De Doelder gedacht hebben. Hij besloot zijn lezing op te bouwen rond de rol van de rechter bij de effectuering van de nieuwe antiterrorismewetgeving. Het is een mooie lezing geworden. Een warm en goed onderbouwd pleidooi voor behoud van een koel hoofd en – daardoor - van de rechtsstaat. Hij zet kritische kanttekeningen bij de verwachtingen en wensen die vooral de politiek heeft ten aanzien van de mogelijkheden om door middel van het strafrecht terrorisme te voorkomen en de kritiek die politici regelmatig uiten op rechterlijke uitspraken.

En dan gaat De Doelder in de fout, want dat laatste wil hij natuurlijk met een smeuïge uitspraak illustreren. En wie doet er over dit soort onderwerpen smeuïgere uitspraken dan de welbespraakte Fortuynist Joost Eerdmans? Professor Hans gaat dus google-en en vindt inderdaad een prachtuitspraak. 'Politiek Den Haag wil nog wel eens reageren op rechterlijke terrorisme-uitspraken. Een goed voorbeeld is het Tweede Kamerlid J. Eerdmans van de LPF, die zich in augustus 2004 als volgt uitliet, terwijl hij vrijspraken wegens gebrek aan bewijs bekritiseerde: “Alsof zo’n Officier van Justitie achterlijk is”. Eerdmans heeft liever dat er af en toe iemand uit het criminele circuit een tijdje onschuldig de gevangenis in moet, dan dat talloze daders vrij rond blijven lopen. Hij noemt de vrijspraken: “geneuzel in de rechtszaal”.
 
Nu zou Eerdmans dergelijke uitspraken in een vlaag van profileringsdrang gedaan kúnnen hebben, maar hij heeft ze niet gedaan. De uitspraken komen namelijk uit een column van Paul Bordewijk. Nu is Paul Bordewijk een uiterst serieuze auteur die volgens mij nog met fiches werkt. Hij beschikt wel over een subtiel gevoel voor humor, dus je moet altijd even nagaan of er geen sprake is van ironie als je hem wilt citeren. Een citaat van een ander kun je echter met een gerust hart uit een stuk van Paul jatten. Dat moet De Doelder ook gedacht hebben. Die algemene regel gaat echter één keer per jaar niet op ...

Eén keer per jaar laat Paul Bordewijk namelijk alle remmen los. Voor het blad B&G schrijft hij dan zijn voorspellingen voor het komende jaar, waarin hij bepaalde ontwikkelingen tot in het absurde doortrekt. Zoals: 'Minister Vermeend eist van werklozen, dat zij ten minste zes uur per dag internetten. De Centra voor Werk en Inkomen zullen hiertoe speciale software installeren op hun computers, zodat het aantal uren kan worden nagegaan dat werklozen on line zijn.' En waar kwamen die Eerdmans-citaten vandaan? Juist!

Toevallig werd Eerdmans op de hoogte gebracht van de Winterlezing en de aan hem toegeschreven citaten. Eerdmans wist – met behulp van google? - achter de door De Doelder gebruikte bron te komen en deed zijn beklag bij Bordewijk. Bordewijk heeft vervolgens de geciteerde pseudo-citaten in de column op zijn website vervangen met de mededeling: 'De tekst voor augustus wijkt af van het origineel. Op verzoek van J. Eerdmans heb ik de fictieve citaten verwijderd, nadat Prof. H. de Doelder in de tweede Winterlezing voor de Juridische Faculteit van de EUR op 6 februari 2006 deze pseudo-citaten gebruikt heeft alsof ze daadwerkelijk door Eerdmans waren uitgesproken. Voor de slechte verstaander: ook de niet geschrapte citaten zijn fictief, en de voorspelde gebeurtenissen hebben niet plaats gevonden. Politiek en humor, het blijft een lastige combinatie.'

Het bizarre is nu dat Paul Bordewijk op verzoek van Joost Eerdmans onmiddellijk zijn satire gekuist heeft, terwijl De Doelder’s uiterst serieuze Winterlezing nog geruime tijd ongecorrigeerd op het web heeft gestaan. Als in de tussentijd een andere google-ende wetenschapper of journalist De Doelder’s pseudo-Eerdmans-citaten heeft verzameld voor hergebruik dan kan deze situatie zich tot in het oneindige herhalen. Stel dat dat gebeurd is en het citaat zou zich als een virus verspreiden over het web, dan zit er nog maar één ding op voor Eerdmans. Joost zou in dat geval vrijwel gedwongen zijn om die uitspraken maar een keer echt doen. Om van het gezeur af te zijn.

Bronnen:
Prof. dr. Hans de Doelder - ‘Rechter en terrorisme’, Winterlezing, 6 februari 2006 www.eur.nl/perskamer/persberichten/samenvattingen/2006/februari/winterlezingfrg
Prof. dr. Hans de Doelder – ‘Bewijs’ – www.frg.eur.nl/facb/orp/VSO/Strafrecht_3.php
Paul Bordewijk – ‘2005: een opwindend jaar’, B&G - 02-01-2005 www.paulbordewijk.nl/artikelen/250
Alle ‘toekomstvoorspellingen’ van Paul Bordewijk http://www.paulbordewijk.nl/onderwerp/30
 
 
************************************************************
Wilt u een bericht ontvangen als het nieuwe nummer van De Leunstoel uit is?
Stuur een reactie (zie knop rechtsonder) en vermeld als onderwerp Nieuwsbrief



© 2006 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "Van de redactie" -
Beschouwingen > Van de redactie
De 'ver-google-ing' van de bewijsvoering Willem Minderhout
0000BS Minderhout
Strafrecht, daar weet ik vrijwel niets van. Ik weet wel dat het een heel moeilijk vak is want, zo lees ik op de website van de strafrechtgeleerde prof. mr. Hans de Doelder: 'Het belang van de deskundige neemt hand over hand toe in het strafrecht. Voor het strafrecht betekent dit dat de rechter steeds meer afhankelijk wordt, althans gebruik maakt, van bewijsmateriaal waarvan hij de inhoud niet of nauwelijks kan controleren.' Dat is natuurlijk een zorgwekkende ontwikkeling. 'Zaak dus voor u als verdediging om alert te zijn en op de juiste wijze het beschikbare bewijs te bespreken en tegen het licht te houden,' zo maant hij zijn studenten.

Een goede leraar geeft altijd een aanschouwelijk voorbeeld van de door hem of haar aangesneden problematiek. Professor De Doelder is wat dat betreft zeer zeker een goede leraar te noemen. Hij is zo goed dat hij hier zelfs onbewust toe in staat is. Hij toont namelijk in een mooi praktijkvoorbeeld een groot gevaar aan dat ik de ‘ver-google-ing’ van de bewijsvoering zal noemen. Een belangrijk en groeiend probleem.

Wat is dat dan wel, die ver-google-ing van de bewijsvoering? Ach, dat weet u zelf wel. Als u een bepaalde bewering wilt staven typt u ook gewoon wat sleutelwoorden in in het zoekschermpje van google en pats daar staan minstens duizend ‘hits’ klaar voor gebruik! Hoe anders was dat vroeger! Toen moesten geleerden, journalisten en andere stukjesschrijvers zich moeizaam door stapels boeken en artikelen werken om ze te ‘ficheren’: kerngedachten en mooie citaten op een fiche overschrijven, voorzien van bronvermelding. Als je dan eindelijk aan schrijven toe was, was het nog maar de vraag of je het juiste citaat in die berg fiches wist terug te vinden. Google heeft die tijdrovende arbeid zo goed als overbodig gemaakt. Leve de vooruitgang! Hier past echter een nadrukkelijk ‘caveat’.

Om dit caveat te onderbouwen keren wij terug naar De Doelder. Deze hooggeleerde kreeg de eervolle opdracht om de tweede Winterlezing te verzorgen. Dat is een lezing van de juridische faculteit van de Erasmus universiteit waarin op een actuele ontwikkeling wordt ingegaan.  'Wat is er momenteel actueler dan strafrecht en terrorisme?' moet De Doelder gedacht hebben. Hij besloot zijn lezing op te bouwen rond de rol van de rechter bij de effectuering van de nieuwe antiterrorismewetgeving. Het is een mooie lezing geworden. Een warm en goed onderbouwd pleidooi voor behoud van een koel hoofd en – daardoor - van de rechtsstaat. Hij zet kritische kanttekeningen bij de verwachtingen en wensen die vooral de politiek heeft ten aanzien van de mogelijkheden om door middel van het strafrecht terrorisme te voorkomen en de kritiek die politici regelmatig uiten op rechterlijke uitspraken.

En dan gaat De Doelder in de fout, want dat laatste wil hij natuurlijk met een smeuïge uitspraak illustreren. En wie doet er over dit soort onderwerpen smeuïgere uitspraken dan de welbespraakte Fortuynist Joost Eerdmans? Professor Hans gaat dus google-en en vindt inderdaad een prachtuitspraak. 'Politiek Den Haag wil nog wel eens reageren op rechterlijke terrorisme-uitspraken. Een goed voorbeeld is het Tweede Kamerlid J. Eerdmans van de LPF, die zich in augustus 2004 als volgt uitliet, terwijl hij vrijspraken wegens gebrek aan bewijs bekritiseerde: “Alsof zo’n Officier van Justitie achterlijk is”. Eerdmans heeft liever dat er af en toe iemand uit het criminele circuit een tijdje onschuldig de gevangenis in moet, dan dat talloze daders vrij rond blijven lopen. Hij noemt de vrijspraken: “geneuzel in de rechtszaal”.
 
Nu zou Eerdmans dergelijke uitspraken in een vlaag van profileringsdrang gedaan kúnnen hebben, maar hij heeft ze niet gedaan. De uitspraken komen namelijk uit een column van Paul Bordewijk. Nu is Paul Bordewijk een uiterst serieuze auteur die volgens mij nog met fiches werkt. Hij beschikt wel over een subtiel gevoel voor humor, dus je moet altijd even nagaan of er geen sprake is van ironie als je hem wilt citeren. Een citaat van een ander kun je echter met een gerust hart uit een stuk van Paul jatten. Dat moet De Doelder ook gedacht hebben. Die algemene regel gaat echter één keer per jaar niet op ...

Eén keer per jaar laat Paul Bordewijk namelijk alle remmen los. Voor het blad B&G schrijft hij dan zijn voorspellingen voor het komende jaar, waarin hij bepaalde ontwikkelingen tot in het absurde doortrekt. Zoals: 'Minister Vermeend eist van werklozen, dat zij ten minste zes uur per dag internetten. De Centra voor Werk en Inkomen zullen hiertoe speciale software installeren op hun computers, zodat het aantal uren kan worden nagegaan dat werklozen on line zijn.' En waar kwamen die Eerdmans-citaten vandaan? Juist!

Toevallig werd Eerdmans op de hoogte gebracht van de Winterlezing en de aan hem toegeschreven citaten. Eerdmans wist – met behulp van google? - achter de door De Doelder gebruikte bron te komen en deed zijn beklag bij Bordewijk. Bordewijk heeft vervolgens de geciteerde pseudo-citaten in de column op zijn website vervangen met de mededeling: 'De tekst voor augustus wijkt af van het origineel. Op verzoek van J. Eerdmans heb ik de fictieve citaten verwijderd, nadat Prof. H. de Doelder in de tweede Winterlezing voor de Juridische Faculteit van de EUR op 6 februari 2006 deze pseudo-citaten gebruikt heeft alsof ze daadwerkelijk door Eerdmans waren uitgesproken. Voor de slechte verstaander: ook de niet geschrapte citaten zijn fictief, en de voorspelde gebeurtenissen hebben niet plaats gevonden. Politiek en humor, het blijft een lastige combinatie.'

Het bizarre is nu dat Paul Bordewijk op verzoek van Joost Eerdmans onmiddellijk zijn satire gekuist heeft, terwijl De Doelder’s uiterst serieuze Winterlezing nog geruime tijd ongecorrigeerd op het web heeft gestaan. Als in de tussentijd een andere google-ende wetenschapper of journalist De Doelder’s pseudo-Eerdmans-citaten heeft verzameld voor hergebruik dan kan deze situatie zich tot in het oneindige herhalen. Stel dat dat gebeurd is en het citaat zou zich als een virus verspreiden over het web, dan zit er nog maar één ding op voor Eerdmans. Joost zou in dat geval vrijwel gedwongen zijn om die uitspraken maar een keer echt doen. Om van het gezeur af te zijn.

Bronnen:
Prof. dr. Hans de Doelder - ‘Rechter en terrorisme’, Winterlezing, 6 februari 2006 www.eur.nl/perskamer/persberichten/samenvattingen/2006/februari/winterlezingfrg
Prof. dr. Hans de Doelder – ‘Bewijs’ – www.frg.eur.nl/facb/orp/VSO/Strafrecht_3.php
Paul Bordewijk – ‘2005: een opwindend jaar’, B&G - 02-01-2005 www.paulbordewijk.nl/artikelen/250
Alle ‘toekomstvoorspellingen’ van Paul Bordewijk http://www.paulbordewijk.nl/onderwerp/30
 
 
************************************************************
Wilt u een bericht ontvangen als het nieuwe nummer van De Leunstoel uit is?
Stuur een reactie (zie knop rechtsonder) en vermeld als onderwerp Nieuwsbrief

© 2006 Willem Minderhout
powered by CJ2