archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Een rustig mens delen printen terug
In memoriam Gábor Budavári (1) Frits Hoorweg

1206BS GaborOp 8 januari van dit jaar (2015) overleed Gábor Budavári, 90 jaar oud. De laatste anderhalf jaar van zijn leven was het geen feest, als gevolg van de vasculaire dementie die zich in 2013 aandiende en waarover hij zelf (met enige hulp) schreef in zijn laatste bijdrage. De aangekondigde vervolgpogingen bleven uit. Niet alleen omdat zijn geheugen zich niet meer productief liet gebruiken, maar ook doordat zijn ‘filosofische’ benadering van het leven te zeer werd ondergraven.

In de 14 stukjes die hij van april 2010 tot augustus 2013 voor De Leunstoel schreef toonde hij zich namelijk zeer bedreven in het analyseren van klein leed dat bij nadere beschouwing minder dramatisch is dan het aanvankelijk lijkt. Achteraf kun je er zelfs een beetje om lachen, al heb je daar wel de hulp van een filosoof bij nodig. Uit het weinige dat de verteller over zichzelf vermeldt is met enige moeite, en voldoende kennis van de recente Europese geschiedenis, een summiere levensbeschrijving te destilleren. Daar waar ik twijfelde heb ik mij laten helpen door zijn weduwe Nel, die er overigens maar voor een deel ‘bij is geweest’. Ze kenden elkaar sinds 1984 en trouwden in 2003.

Laten we beginnen bij de Hongaarse opstand van 1956, een majeur draaipunt in zijn leven, die ertoe leidde dat hij hier, 32 jaar oud, terechtkwam. Samen met zijn eerste vrouw vluchtte hij naar Oostenrijk en de tombola die vluchtelingenhulp noodzakelijkerwijs is zorgde er vervolgens voor dat hij ‘bij ons’ terechtkwam. Zijn eigen voorkeur ging aanvankelijk uit naar Zwitserland, maar een toevallige ontmoeting met de Nederlandse commissaris voor vluchtelingenhulp leidde ertoe dat het Nederland werd. Zijn eerste kennismaking met ons land vond plaats op een vakantiepark van de Bijenkorf in Vinkeveen. Hij kreeg vervolgens opmerkelijk snel een baan bij de fameuze firma Van der Heem in Voorburg (in die tijd stelde Nederland er nog een eer in om ruimte te maken voor vluchtelingen!). Daar kwam hij terecht in de ‘arbeidsanalyse’, het nauwkeurig doorlichten en analyseren van processen om de effectiviteit en de efficiency te vergroten.

Na verloop van tijd kreeg hij een leidinggevende functie en dan nadert het moment dat onze levenspaden elkaar voor het eerst kruisen. Het moet in 1968 zijn geweest. Ik ging trouwen met zijn secretaresse en het aanstaande bruidspaar werd op de koffie genood. Helaas heb ik nauwelijks herinneringen aan die avond. Met enige spanning heb ik in de laatste jaren nog wel uitgezien naar Gábors impressies, in de vorm van een van zijn ironische verhaaltjes, maar blijkbaar was hem ook niets bijzonders bijgebleven.

Even terug naar 1956. Een van die verhaaltjes is getiteld: ‘Een glansrol tijdens de Hongaarse opstand’. Bij lezing blijkt die glansrol natuurlijk een zeer betrekkelijke te zijn geweest (het is trouwens niet uitgesloten dat het woord glansrol uit de koker van de redactie kwam), een kenmerkende stijlfiguur voor hem. Terloops wordt in het verhaaltje ook vermeld dat hem bedrevenheid in de aanpak van crisissituaties werd toegedicht omdat hij oud-militair was. Uit de aanvullende informatie van Nel blijkt dat Gábor, na het gymnasium, naar de Militaire Academie in Budapest ging, om officier te worden. Dat was dus tijdens de Tweede Wereldoorlog, waarin de Hongaren aan de zijde van Nazi-Duitsland stonden. Voor zover bekend is hij niet bij gevechtshandelingen van enige betekenis betrokken geweest, maar ja, toen de Russen Hongarije onder de voet liepen hoorde hij niet bij de vrienden van de nieuwe machthebbers. Een vluchtpoging richting Oostenrijk mocht niet baten, want de Amerikanen stuurden hem en zijn collega’s terug naar de Russen.

Hierna volgde een periode van drie-en-een-half jaar in twee gevangenenkampen. In de ultrakorte samenvatting van deze periode die Nel mij gaf, heet het dat hij daar zo goed Russisch heeft geleerd dat hij er later zijn beroep van kon maken. Een toekomstgerichte levensvisie komt altijd van pas, al is het maar om bestaande narigheid te verbloemen. In een mailtje van Nel dat mij onder ogen kwam, geschreven toen Gábor zes weken op de gesloten afdeling zat, maakte ze melding van haar vrees dat zijn1214BS 2705 herinneringen aan die gevangenschap op zouden spelen. Hoe dramatisch was het daar?

‘Nou, het ergste was geloof ik de onzekerheid, want het kampregime viel wel mee. Omdat hij officier was hoefde hij geen handwerk te doen. In de Russische literatuur kom je nog wel eens beschrijvingen tegen van dat soort kampen en ik heb van Gábor de indruk gekregen dat die ook toen nog de werkelijkheid zeer goed benaderden. Hij had er zelfs een vriendin. We hebben het daar wel eens over gehad: officieel had hij geen kinderen. Zijn eerste huwelijk was kinderloos gebleven en toen wij trouwden hadden we die leeftijd wel gehad, maar hij maakte een voorbehoud voor wat betreft die relatie in het kamp. Schertsenderwijs heb ik weleens voorgesteld dat hij met Anita Witzier contact zou moeten opnemen. Misschien dat er op de Russische steppen kinderen en kleinkinderen van hem rondlopen, wie weet.’

Na zijn terugkeer in 1948 werd hij eerst tolk/vertaler voor de Russische directie van het mijnbedrijf in Pécs, een baantje dat hij waarschijnlijk te danken had aan een klasgenoot van het gymnasium die daar werkte. Toen het communistische regime steeds meer greep op het dagelijks leven kreeg moest hij terug naar de positie van (leerling-) draaier bij hetzelfde bedrijf. Hij had niet veel keus, zijn afkomst (vader was districtsarts en moeder onderwijzeres) en zijn verleden als militair zorgden ervoor dat veel deuren voor hem gesloten werden. In Pécs leerde hij zijn eerste vrouw kennen, zij trouwden in 1950.

Wordt vervolgd in het volgende nummer: Deel 2

-------------------------------------------
De foto is gemaakt door Cobi Klein.
Het plaatje is gemaakt door Eefje Ernst,
voor bij een verhaaltje over Gábors eerste ervaringen in ons land.


© 2015 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Een rustig mens" -
Beschouwingen > Een rustig mens
In memoriam Gábor Budavári (1) Frits Hoorweg
1206BS GaborOp 8 januari van dit jaar (2015) overleed Gábor Budavári, 90 jaar oud. De laatste anderhalf jaar van zijn leven was het geen feest, als gevolg van de vasculaire dementie die zich in 2013 aandiende en waarover hij zelf (met enige hulp) schreef in zijn laatste bijdrage. De aangekondigde vervolgpogingen bleven uit. Niet alleen omdat zijn geheugen zich niet meer productief liet gebruiken, maar ook doordat zijn ‘filosofische’ benadering van het leven te zeer werd ondergraven.

In de 14 stukjes die hij van april 2010 tot augustus 2013 voor De Leunstoel schreef toonde hij zich namelijk zeer bedreven in het analyseren van klein leed dat bij nadere beschouwing minder dramatisch is dan het aanvankelijk lijkt. Achteraf kun je er zelfs een beetje om lachen, al heb je daar wel de hulp van een filosoof bij nodig. Uit het weinige dat de verteller over zichzelf vermeldt is met enige moeite, en voldoende kennis van de recente Europese geschiedenis, een summiere levensbeschrijving te destilleren. Daar waar ik twijfelde heb ik mij laten helpen door zijn weduwe Nel, die er overigens maar voor een deel ‘bij is geweest’. Ze kenden elkaar sinds 1984 en trouwden in 2003.

Laten we beginnen bij de Hongaarse opstand van 1956, een majeur draaipunt in zijn leven, die ertoe leidde dat hij hier, 32 jaar oud, terechtkwam. Samen met zijn eerste vrouw vluchtte hij naar Oostenrijk en de tombola die vluchtelingenhulp noodzakelijkerwijs is zorgde er vervolgens voor dat hij ‘bij ons’ terechtkwam. Zijn eigen voorkeur ging aanvankelijk uit naar Zwitserland, maar een toevallige ontmoeting met de Nederlandse commissaris voor vluchtelingenhulp leidde ertoe dat het Nederland werd. Zijn eerste kennismaking met ons land vond plaats op een vakantiepark van de Bijenkorf in Vinkeveen. Hij kreeg vervolgens opmerkelijk snel een baan bij de fameuze firma Van der Heem in Voorburg (in die tijd stelde Nederland er nog een eer in om ruimte te maken voor vluchtelingen!). Daar kwam hij terecht in de ‘arbeidsanalyse’, het nauwkeurig doorlichten en analyseren van processen om de effectiviteit en de efficiency te vergroten.

Na verloop van tijd kreeg hij een leidinggevende functie en dan nadert het moment dat onze levenspaden elkaar voor het eerst kruisen. Het moet in 1968 zijn geweest. Ik ging trouwen met zijn secretaresse en het aanstaande bruidspaar werd op de koffie genood. Helaas heb ik nauwelijks herinneringen aan die avond. Met enige spanning heb ik in de laatste jaren nog wel uitgezien naar Gábors impressies, in de vorm van een van zijn ironische verhaaltjes, maar blijkbaar was hem ook niets bijzonders bijgebleven.

Even terug naar 1956. Een van die verhaaltjes is getiteld: ‘Een glansrol tijdens de Hongaarse opstand’. Bij lezing blijkt die glansrol natuurlijk een zeer betrekkelijke te zijn geweest (het is trouwens niet uitgesloten dat het woord glansrol uit de koker van de redactie kwam), een kenmerkende stijlfiguur voor hem. Terloops wordt in het verhaaltje ook vermeld dat hem bedrevenheid in de aanpak van crisissituaties werd toegedicht omdat hij oud-militair was. Uit de aanvullende informatie van Nel blijkt dat Gábor, na het gymnasium, naar de Militaire Academie in Budapest ging, om officier te worden. Dat was dus tijdens de Tweede Wereldoorlog, waarin de Hongaren aan de zijde van Nazi-Duitsland stonden. Voor zover bekend is hij niet bij gevechtshandelingen van enige betekenis betrokken geweest, maar ja, toen de Russen Hongarije onder de voet liepen hoorde hij niet bij de vrienden van de nieuwe machthebbers. Een vluchtpoging richting Oostenrijk mocht niet baten, want de Amerikanen stuurden hem en zijn collega’s terug naar de Russen.

Hierna volgde een periode van drie-en-een-half jaar in twee gevangenenkampen. In de ultrakorte samenvatting van deze periode die Nel mij gaf, heet het dat hij daar zo goed Russisch heeft geleerd dat hij er later zijn beroep van kon maken. Een toekomstgerichte levensvisie komt altijd van pas, al is het maar om bestaande narigheid te verbloemen. In een mailtje van Nel dat mij onder ogen kwam, geschreven toen Gábor zes weken op de gesloten afdeling zat, maakte ze melding van haar vrees dat zijn1214BS 2705 herinneringen aan die gevangenschap op zouden spelen. Hoe dramatisch was het daar?

‘Nou, het ergste was geloof ik de onzekerheid, want het kampregime viel wel mee. Omdat hij officier was hoefde hij geen handwerk te doen. In de Russische literatuur kom je nog wel eens beschrijvingen tegen van dat soort kampen en ik heb van Gábor de indruk gekregen dat die ook toen nog de werkelijkheid zeer goed benaderden. Hij had er zelfs een vriendin. We hebben het daar wel eens over gehad: officieel had hij geen kinderen. Zijn eerste huwelijk was kinderloos gebleven en toen wij trouwden hadden we die leeftijd wel gehad, maar hij maakte een voorbehoud voor wat betreft die relatie in het kamp. Schertsenderwijs heb ik weleens voorgesteld dat hij met Anita Witzier contact zou moeten opnemen. Misschien dat er op de Russische steppen kinderen en kleinkinderen van hem rondlopen, wie weet.’

Na zijn terugkeer in 1948 werd hij eerst tolk/vertaler voor de Russische directie van het mijnbedrijf in Pécs, een baantje dat hij waarschijnlijk te danken had aan een klasgenoot van het gymnasium die daar werkte. Toen het communistische regime steeds meer greep op het dagelijks leven kreeg moest hij terug naar de positie van (leerling-) draaier bij hetzelfde bedrijf. Hij had niet veel keus, zijn afkomst (vader was districtsarts en moeder onderwijzeres) en zijn verleden als militair zorgden ervoor dat veel deuren voor hem gesloten werden. In Pécs leerde hij zijn eerste vrouw kennen, zij trouwden in 1950.

Wordt vervolgd in het volgende nummer: Deel 2

-------------------------------------------
De foto is gemaakt door Cobi Klein.
Het plaatje is gemaakt door Eefje Ernst,
voor bij een verhaaltje over Gábors eerste ervaringen in ons land.
© 2015 Frits Hoorweg
powered by CJ2