archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Luister! delen printen terug
Misgelopen muziekcarrière Bram Schilperoord

1718VG Mis‘Toen de toestand nog normaal was’ ging ik regelmatig naar jazzconcerten. Meestal in het Bimhuis in Amsterdam maar ook wel in het Concertgebouw. Niet alleen het wereldbekende Koninklijk Concertgebouw Orkest is daarnaar genoemd, maar ook een achttien man sterke big band: ‘Jazz Orchestra of the Concertgebouw'. Wat een heerlijke jazz werd er elke keer weer gemaakt!

Wat een genoegen moest het zijn in zo’n orkest je partijtje mee te blazen. Altijd denk ik dan weer met enige spijt terug aan mijn eigen stukgelopen carrière in de muziek, voor zover je van carrière kan spreken. Mijn vader, als vrijetijds-klarinettist annex saxofonist in een harmonieorkest zag het als zijn opvoedkundige taak zijn zoontje de grondbeginselen bij te brengen.

Op zijn klarinet bracht ik met veel moeite schrille geluiden voort, waarop de hond van de buren steevast reageerde met luid geblaf. Niet bepaald in de wieg gelegd als muziekpedagoog tikte mijn vader met een stokje op de lessenaar de maat. Vaak moest ik opnieuw beginnen aan dezelfde oefening, maar veel meer dan lucht door een rietje blazen, waarop een valse pieptoon ontstond, zat er niet in. Ik had duidelijk niet het talent (en doorzettingsvermogen) om het tot de Nederlandse Benny Goodman te brengen. Wel kreeg ik een grondige hekel aan het instrument.

De saxofoon vond ik heel wat interessanter, maar om onnaspeurlijke redenen werd die altijd in een afgesloten kast opgeborgen en toonde mijn vader zich weinig toeschietelijk mij hierop mijn gang te laten gaan. Kwam nog bij dat dat ik de muziekkeuze van mijn vader niet deelde. Hij had een voorkeur voor een somber stuk van Edward Grieg, de Peer Gynt suite, de ouverture Dichter und Bouwer van Franz von Suppe en de walsen van Johann Strauss. Ik haatte ‘t.
Ik luisterde ‘s avonds in mijn bedje naar jazz op AFN, American Forces Network, gepresenteerd met de sonore stem van Willis Conover. De big bands van Jimmie en Tommie Dorsey. Ook hoorde ik daar voor de eerste keer Billie Holiday, Julie London en Billy Eckstine.

Die muziek wilde ik horen en niet die zwaarmoedige muziek van die oude ‘pruikenkoppen’. Niet veel later eindigde mijn carrière als rietblazer. Ik kocht een gitaar en nam zelfs les van een in de Zaanstreek beroemde gitarist, Kees Kuyt. Na een tijdje wisselde ik die gitaar om voor een elektrisch exemplaar, plus twee bakken van speakers. Maar ik heb het nooit tot een virtuoze, zeg maar vingervlugge, bespeler van het instrument kunnen brengen. Meer dan enkele voor de hand liggende akkoorden zaten er niet in.

Spijt natuurlijk en geen excuses want ‘Wie wil die kan’, luidt het spreekwoord immers. Maar muziek is mijn leven, met een voorkeur voor moderne jazz: ‘hard bebop’, alsook het mooie glissando van de blaasinstrumenten in big bands. Waar gelukkig de klarinet ontbreekt!

------------
Het plaatje is van Freek de VriesLentsch
Meer informatie op: www.instagram.com/_studioagape


© 2020 Bram Schilperoord meer Bram Schilperoord - meer "Luister!"
Vermaak en Genot > Luister!
Misgelopen muziekcarrière Bram Schilperoord
1718VG Mis‘Toen de toestand nog normaal was’ ging ik regelmatig naar jazzconcerten. Meestal in het Bimhuis in Amsterdam maar ook wel in het Concertgebouw. Niet alleen het wereldbekende Koninklijk Concertgebouw Orkest is daarnaar genoemd, maar ook een achttien man sterke big band: ‘Jazz Orchestra of the Concertgebouw'. Wat een heerlijke jazz werd er elke keer weer gemaakt!

Wat een genoegen moest het zijn in zo’n orkest je partijtje mee te blazen. Altijd denk ik dan weer met enige spijt terug aan mijn eigen stukgelopen carrière in de muziek, voor zover je van carrière kan spreken. Mijn vader, als vrijetijds-klarinettist annex saxofonist in een harmonieorkest zag het als zijn opvoedkundige taak zijn zoontje de grondbeginselen bij te brengen.

Op zijn klarinet bracht ik met veel moeite schrille geluiden voort, waarop de hond van de buren steevast reageerde met luid geblaf. Niet bepaald in de wieg gelegd als muziekpedagoog tikte mijn vader met een stokje op de lessenaar de maat. Vaak moest ik opnieuw beginnen aan dezelfde oefening, maar veel meer dan lucht door een rietje blazen, waarop een valse pieptoon ontstond, zat er niet in. Ik had duidelijk niet het talent (en doorzettingsvermogen) om het tot de Nederlandse Benny Goodman te brengen. Wel kreeg ik een grondige hekel aan het instrument.

De saxofoon vond ik heel wat interessanter, maar om onnaspeurlijke redenen werd die altijd in een afgesloten kast opgeborgen en toonde mijn vader zich weinig toeschietelijk mij hierop mijn gang te laten gaan. Kwam nog bij dat dat ik de muziekkeuze van mijn vader niet deelde. Hij had een voorkeur voor een somber stuk van Edward Grieg, de Peer Gynt suite, de ouverture Dichter und Bouwer van Franz von Suppe en de walsen van Johann Strauss. Ik haatte ‘t.
Ik luisterde ‘s avonds in mijn bedje naar jazz op AFN, American Forces Network, gepresenteerd met de sonore stem van Willis Conover. De big bands van Jimmie en Tommie Dorsey. Ook hoorde ik daar voor de eerste keer Billie Holiday, Julie London en Billy Eckstine.

Die muziek wilde ik horen en niet die zwaarmoedige muziek van die oude ‘pruikenkoppen’. Niet veel later eindigde mijn carrière als rietblazer. Ik kocht een gitaar en nam zelfs les van een in de Zaanstreek beroemde gitarist, Kees Kuyt. Na een tijdje wisselde ik die gitaar om voor een elektrisch exemplaar, plus twee bakken van speakers. Maar ik heb het nooit tot een virtuoze, zeg maar vingervlugge, bespeler van het instrument kunnen brengen. Meer dan enkele voor de hand liggende akkoorden zaten er niet in.

Spijt natuurlijk en geen excuses want ‘Wie wil die kan’, luidt het spreekwoord immers. Maar muziek is mijn leven, met een voorkeur voor moderne jazz: ‘hard bebop’, alsook het mooie glissando van de blaasinstrumenten in big bands. Waar gelukkig de klarinet ontbreekt!

------------
Het plaatje is van Freek de VriesLentsch
Meer informatie op: www.instagram.com/_studioagape
© 2020 Bram Schilperoord
powered by CJ2