archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Luister! delen printen terug
Een bak herrie? Henk Klaren

0715VG Wolfmother
Heel vroeger had je de Soundmixshow op de televisie, de opvolger van de Playbackshow. In tegenstelling tot die laatste show moesten de deelnemers zelf zingen. Het was natuurlijk net zo iets als de talentenjachten die overal in het land werden gehouden in feesttenten enzo. Ik moet met enige gêne vertellen dat ik zelf ook eens aan zo’n talentenjacht heb deelgenomen. Met een vriend begeleidde ik twee meisjes, die Muss i Denn zongen en Goodbye Farewell. Dat laatste nummer heeft, naar ik meen, in die tijd het Eurovisie Songfestival gewonnen. Wij hebben niet gewonnen, maar kregen voor de moeite een pakje sigaretten. Dat ging zo in die tijd. Ik rookte niet.

Terug naar de Soundmixshow. Daar zagen we een keer een jongen die Dust in the Wind zong en dat deed hij eigenlijk heel goed. Belangrijker: we vonden het een prachtig nummer. Het is van Kansas, een hardrockgroep. Dát nummer wilden we wel hebben, maar om nou zo’n hele CD van een hardrockgroep te kopen…. En downloaden deed ik toen nog niet. Nu ook niet meer, maar dat is een ander verhaal. Dus toen heb ik een CD met meer hardrockballads gekocht. Later nog eens één, maar ik draai ze zelden. Toch zijn er hele mooie bij.

Mijn favoriet is Love Hurts van Nazareth. Heel intens, heel mooi. Het is al een oud nummer uit 1960, geschreven door Felice en Boudleaux Bryant. De eerste uitvoering is van de Everly Brothers. Er bestaan heel veel covers van, in de meest uiteenlopende stijlen. Gram Parsons en Emmylou Harris maakten er een country-nummer van, evenals Don McClean. Jim Capaldi deed het funky. Zelfs Pat Boone – weet u nog – deed het, maar dan in een jazzy swinguitvoering. Er zijn er nog veel meer: Roy Orbison, Rod Stewart, Cher, Sinéad O’Connor, noem maar op.

In veel hardrockballads kun je horen dat de zangers van zulke bands heel behoorlijk tot goed kunnen zingen. Neem bijvoorbeeld Robert Plant in zijn project Raising Sand met Allison Kraus. Ik ben naar dat concert geweest. Mooi hoor en draag het T-shirt nog regelmatig. Dat shirt levert me nog wel eens een gesprekje op straat op. Zo kwam ik eens een Amerikaanse mevrouw tegen. Ze liet haar hondje uit in de Haagse wijk Marlot, of all places. Het bleek een persoonlijke kennis van Allison Kraus te zijn. Nu ja.

Echte hardrock is toch niet mijn pakkie-an. Hoewel ik ooit eens wel bijna enthousiast ben geworden door het optreden van Frank Lammers in de Top 2000 a go-go. Hij hield een pleidooi voor AC/DC. Wat een energie! Vuisten omhoog met uitstekende wijsvingers en pinken. Sjonge. En inderdaad: A whole lotta Rosie hoor ik best graag.
En zo is er natuurlijk meer. Vaak alleen maar een bak herrie, maar soms ook leuke vitale rock ’n roll. Zo werd ik onlangs gewezen op The Parlor Mob, een vrij nieuwe Amerikaanse band. Ik heb alleen wat streams op internet beluisterd. Het klinkt lekker. En dat geldt zeker ook voor het Australische Wolfmother, de band van Andrew Stockdale. Ik heb het album Cosmic Egg geleend bij de bibliotheek. Leuk zoals de zanger en de sologitaar soms de melodie synchroon doen.
 
************************************
Pepijn Lampe is product & grafisch ontwerper.
Informatie op: www.pepdesign.be


© 2010 Henk Klaren meer Henk Klaren - meer "Luister!" -
Vermaak en Genot > Luister!
Een bak herrie? Henk Klaren
0715VG Wolfmother
Heel vroeger had je de Soundmixshow op de televisie, de opvolger van de Playbackshow. In tegenstelling tot die laatste show moesten de deelnemers zelf zingen. Het was natuurlijk net zo iets als de talentenjachten die overal in het land werden gehouden in feesttenten enzo. Ik moet met enige gêne vertellen dat ik zelf ook eens aan zo’n talentenjacht heb deelgenomen. Met een vriend begeleidde ik twee meisjes, die Muss i Denn zongen en Goodbye Farewell. Dat laatste nummer heeft, naar ik meen, in die tijd het Eurovisie Songfestival gewonnen. Wij hebben niet gewonnen, maar kregen voor de moeite een pakje sigaretten. Dat ging zo in die tijd. Ik rookte niet.

Terug naar de Soundmixshow. Daar zagen we een keer een jongen die Dust in the Wind zong en dat deed hij eigenlijk heel goed. Belangrijker: we vonden het een prachtig nummer. Het is van Kansas, een hardrockgroep. Dát nummer wilden we wel hebben, maar om nou zo’n hele CD van een hardrockgroep te kopen…. En downloaden deed ik toen nog niet. Nu ook niet meer, maar dat is een ander verhaal. Dus toen heb ik een CD met meer hardrockballads gekocht. Later nog eens één, maar ik draai ze zelden. Toch zijn er hele mooie bij.

Mijn favoriet is Love Hurts van Nazareth. Heel intens, heel mooi. Het is al een oud nummer uit 1960, geschreven door Felice en Boudleaux Bryant. De eerste uitvoering is van de Everly Brothers. Er bestaan heel veel covers van, in de meest uiteenlopende stijlen. Gram Parsons en Emmylou Harris maakten er een country-nummer van, evenals Don McClean. Jim Capaldi deed het funky. Zelfs Pat Boone – weet u nog – deed het, maar dan in een jazzy swinguitvoering. Er zijn er nog veel meer: Roy Orbison, Rod Stewart, Cher, Sinéad O’Connor, noem maar op.

In veel hardrockballads kun je horen dat de zangers van zulke bands heel behoorlijk tot goed kunnen zingen. Neem bijvoorbeeld Robert Plant in zijn project Raising Sand met Allison Kraus. Ik ben naar dat concert geweest. Mooi hoor en draag het T-shirt nog regelmatig. Dat shirt levert me nog wel eens een gesprekje op straat op. Zo kwam ik eens een Amerikaanse mevrouw tegen. Ze liet haar hondje uit in de Haagse wijk Marlot, of all places. Het bleek een persoonlijke kennis van Allison Kraus te zijn. Nu ja.

Echte hardrock is toch niet mijn pakkie-an. Hoewel ik ooit eens wel bijna enthousiast ben geworden door het optreden van Frank Lammers in de Top 2000 a go-go. Hij hield een pleidooi voor AC/DC. Wat een energie! Vuisten omhoog met uitstekende wijsvingers en pinken. Sjonge. En inderdaad: A whole lotta Rosie hoor ik best graag.
En zo is er natuurlijk meer. Vaak alleen maar een bak herrie, maar soms ook leuke vitale rock ’n roll. Zo werd ik onlangs gewezen op The Parlor Mob, een vrij nieuwe Amerikaanse band. Ik heb alleen wat streams op internet beluisterd. Het klinkt lekker. En dat geldt zeker ook voor het Australische Wolfmother, de band van Andrew Stockdale. Ik heb het album Cosmic Egg geleend bij de bibliotheek. Leuk zoals de zanger en de sologitaar soms de melodie synchroon doen.
 
************************************
Pepijn Lampe is product & grafisch ontwerper.
Informatie op: www.pepdesign.be
© 2010 Henk Klaren
powered by CJ2