archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Amsterdams ABC: de Meeuwenlaan Katharina Kouwenhoven

1506VG MeeuwenlaanWe blijven nog even in Amsterdam Noord, op de weg die zich slingert van het Pontplein naar de Waddenweg. Naar dat Pontplein vaart een pont vanaf de oostkant van het Centraal Station. De oostkant van het IJ wordt goed bediend met vervoersmogelijkheden (de pont naar het Pontplein, het Oostveer en dan binnenkort ook nog een brug), terwijl er aan de westkant veel meer mensen wonen en ook veel meer gebouwd wordt. Gemeentebeleid, dus ondoorgrondelijk.

De Meeuwenlaan wordt daadwerkelijk bezocht door meeuwen (en dat is bijvoorbeeld anders met de Adelaarsweg, de Ooievaarstraat en de Fazantenstraat), maar er zijn natuurlijk veel straten in Amsterdam die bezocht worden door meeuwen. Maar omdat de Meeuwenlaan bij het IJ ligt zijn er meeuwen zat. Ik mag ze graag zien, vooral die grote met die vervaarlijke snavels. De kinderen van meeuwen, of meeuwenkuikens, hebben stippels en lijken niet op hun ouders. Dat komt vaker voor bij vogels. Maar die meeuwenkuikens zijn binnen de kortste keren ook groter dan hun ouders. Dat is een raar gezicht.

De Meeuwenlaan ligt, grappigerwijs, tussen twee buurten, waarvan er één Vogelbuurt heet (aan de westkant) en één Vogeldorp (aan de oostkant). Het moet niet gekker worden. Beide wijkjes zijn ongeveer in dezelfde tijd gebouwd en volgens hetzelfde principe van de ‘tuinstad’, maar zijn totaal anders. Vogeldorp, tussen de Zamenhofstraat en de Johan van Hasseltweg, ligt in een gebied dat tot halverwege de 19e eeuw nog een plas was, de Nieuwendammerham.

Omdat het IJ regelmatig uitgebaggerd moest worden zat de gemeente met een baggeroverschot. Dat werd toen in die Nieuwendammerham gestort en zo veranderde deze in 1870 in een polder, waar industrieën gevestigd werden en later, in 1918, ook huizen gebouwd, het Vogeldorp. Het wijkje bevat dezelfde lage huisjes met een voor- en achtertuintje, poorten met poorthuisjes, een plantsoentje en een pleintje. Even er buiten bevond zich een badhuis, nu ingericht als museum. De winkels die er ooit waren zijn er allang niet meer. Alle pogingen om het Dorp af te breken zijn manmoedig het hoofd geboden en er hebben herhaaldelijk renovaties plaats gevonden. Opmerkelijk zijn de straatnamen in Vogeldorp: 1e t/m 6e Vogelstraat, korte Vogelstraat, brede Vogelstraat, Vogelplantsoen, Vogelplein.

De Vogelbuurt, tussen de Meeuwenlaan en de Adelaarsweg, is in drie fasen gebouwd, door verschillende architecten en daardoor zijn in de buurt allerlei verschillen ontstaan. De eerste bebouwing van de Vogelbuurt bestond uit villa’s voor de directeuren van de nabij gelegen bedrijven. Op de Meeuwenlaan no. 11 staat de bekendste villa, die bestemd was voor de directeur van DRAKA, een inmiddels verdwenen fabriek. De villa’s waren niet erg populair; de directeuren wensten niet in zo’n uithoek te wonen. Daarom ging de gemeente over op het bouwen van arbeiderswoningen en in de Vogelbuurt zijn straatjes met hele leuke huizen. En ze hebben echte vogelnamen, van Ooievaar tot Zwaluw.

Aan de Meeuwenlaan ligt ook de ingang van het Vliegenbos, een van de oudste bossen van Amsterdam, veelvuldig bezocht door de Kiekendief. Aan dit rommelige bos grenst een volkstuincomplex, dat ook nogal een rommelige indruk maakt en waar iemand woont in een Yurd. In de zomer is het echter een genoegen om er doorheen te wandelen. En vanaf het Pontplein kun je een aardig stukje langs het IJ lopen, langs de snerthuizen van Rem Koolhaas, de meest overschatte architect van Nederland, tot aan het oude industrieterrein, waar geen fabriek of werf meer te zien is, maar er zijn activiteiten genoeg.
Als ik dan toch in Noord zou moeten wonen, zou zo’n villa aan de Meeuwenlaan mij wel iets lijken.

-------
Het plaatje is van de schrijfster


© 2018 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Amsterdams ABC: de Meeuwenlaan Katharina Kouwenhoven
1506VG MeeuwenlaanWe blijven nog even in Amsterdam Noord, op de weg die zich slingert van het Pontplein naar de Waddenweg. Naar dat Pontplein vaart een pont vanaf de oostkant van het Centraal Station. De oostkant van het IJ wordt goed bediend met vervoersmogelijkheden (de pont naar het Pontplein, het Oostveer en dan binnenkort ook nog een brug), terwijl er aan de westkant veel meer mensen wonen en ook veel meer gebouwd wordt. Gemeentebeleid, dus ondoorgrondelijk.

De Meeuwenlaan wordt daadwerkelijk bezocht door meeuwen (en dat is bijvoorbeeld anders met de Adelaarsweg, de Ooievaarstraat en de Fazantenstraat), maar er zijn natuurlijk veel straten in Amsterdam die bezocht worden door meeuwen. Maar omdat de Meeuwenlaan bij het IJ ligt zijn er meeuwen zat. Ik mag ze graag zien, vooral die grote met die vervaarlijke snavels. De kinderen van meeuwen, of meeuwenkuikens, hebben stippels en lijken niet op hun ouders. Dat komt vaker voor bij vogels. Maar die meeuwenkuikens zijn binnen de kortste keren ook groter dan hun ouders. Dat is een raar gezicht.

De Meeuwenlaan ligt, grappigerwijs, tussen twee buurten, waarvan er één Vogelbuurt heet (aan de westkant) en één Vogeldorp (aan de oostkant). Het moet niet gekker worden. Beide wijkjes zijn ongeveer in dezelfde tijd gebouwd en volgens hetzelfde principe van de ‘tuinstad’, maar zijn totaal anders. Vogeldorp, tussen de Zamenhofstraat en de Johan van Hasseltweg, ligt in een gebied dat tot halverwege de 19e eeuw nog een plas was, de Nieuwendammerham.

Omdat het IJ regelmatig uitgebaggerd moest worden zat de gemeente met een baggeroverschot. Dat werd toen in die Nieuwendammerham gestort en zo veranderde deze in 1870 in een polder, waar industrieën gevestigd werden en later, in 1918, ook huizen gebouwd, het Vogeldorp. Het wijkje bevat dezelfde lage huisjes met een voor- en achtertuintje, poorten met poorthuisjes, een plantsoentje en een pleintje. Even er buiten bevond zich een badhuis, nu ingericht als museum. De winkels die er ooit waren zijn er allang niet meer. Alle pogingen om het Dorp af te breken zijn manmoedig het hoofd geboden en er hebben herhaaldelijk renovaties plaats gevonden. Opmerkelijk zijn de straatnamen in Vogeldorp: 1e t/m 6e Vogelstraat, korte Vogelstraat, brede Vogelstraat, Vogelplantsoen, Vogelplein.

De Vogelbuurt, tussen de Meeuwenlaan en de Adelaarsweg, is in drie fasen gebouwd, door verschillende architecten en daardoor zijn in de buurt allerlei verschillen ontstaan. De eerste bebouwing van de Vogelbuurt bestond uit villa’s voor de directeuren van de nabij gelegen bedrijven. Op de Meeuwenlaan no. 11 staat de bekendste villa, die bestemd was voor de directeur van DRAKA, een inmiddels verdwenen fabriek. De villa’s waren niet erg populair; de directeuren wensten niet in zo’n uithoek te wonen. Daarom ging de gemeente over op het bouwen van arbeiderswoningen en in de Vogelbuurt zijn straatjes met hele leuke huizen. En ze hebben echte vogelnamen, van Ooievaar tot Zwaluw.

Aan de Meeuwenlaan ligt ook de ingang van het Vliegenbos, een van de oudste bossen van Amsterdam, veelvuldig bezocht door de Kiekendief. Aan dit rommelige bos grenst een volkstuincomplex, dat ook nogal een rommelige indruk maakt en waar iemand woont in een Yurd. In de zomer is het echter een genoegen om er doorheen te wandelen. En vanaf het Pontplein kun je een aardig stukje langs het IJ lopen, langs de snerthuizen van Rem Koolhaas, de meest overschatte architect van Nederland, tot aan het oude industrieterrein, waar geen fabriek of werf meer te zien is, maar er zijn activiteiten genoeg.
Als ik dan toch in Noord zou moeten wonen, zou zo’n villa aan de Meeuwenlaan mij wel iets lijken.

-------
Het plaatje is van de schrijfster
© 2018 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2