archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Oude tractoren in Berkel en Rodenrijs Willem Minderhout

1302VG Tractormuseum1Als nieuwbakken Statenlid heb ik onder andere ‘erfgoed’ in mijn portefeuille. Dit onderwerp is één van de beleidsterreinen waarop de provincie Zuid-Holland ‘netwerkend werkt’. Die aanpak komt er in de praktijk op neer dat er verschillende ‘erfgoedlijnen’ zijn gedefinieerd, waar provinciale ambtenaren in samenspraak met allerlei geïnteresseerde partijen plannen smeden om het cultureel erfgoed te onderhouden en de belevingswaarde te verbeteren.

De vraag is wat je daar als provinciaal politicus nog voor rol in kan spelen, behalve zorgen dat er genoeg budget is. Kun je nog zo eigenwijs zijn om ‘nee’ te zeggen tegen plannen die aan een ‘erfgoedtafel’ volledig zijn uitonderhandeld? En biedt dat overleg inderdaad meerwaarde voor, bijvoorbeeld, de erfgoedlijn landgoederen, of is het gewoon een manier om ‘de poet’ over diverse projecten te verdelen?

Op de door het Zuid-Hollandse ‘Erfgoedhuis’ georganiseerde ‘Erfgoeddag’, in een tot culturele broedplaats omgetoverde voormalige lijmfabriek in Delft, werd ik geconfronteerd met nog een ander probleem. Wat gebeurt er als je project niet binnen een erfgoedlijn past en je niet aan een erfgoedtafel plaats mag nemen? De vraag werd me gesteld door mevrouw Molenaar. Zij bleek de uitbaatster te zijn van een tractorenmuseum in Berkel en Rodenrijs. ‘Een erkend museum’, sprak ze met trots, maar wel een museum dat buiten alle erfgoedlijnen viel. Niet dat ze concreet iets van de provincie wilde, maar wat meer aandacht zou ze zeer op prijs stellen. Die oude tractoren vormden toch een belangrijk stuk agrarisch cultureel erfgoed en daar zouden de Zuid-Hollanders best wat meer belangstelling voor mogen hebben.

Nu ken ik Berkel en Rodenrijs slechts van er doorheen fietsen, of er langsrijden met de Erasmuslijn, dus een bezoek aan het tractorenmuseum leek me om meer dan één reden interessant. Het was even zoeken, maar dankzij de magie van Google-maps arriveerden we er uiteindelijk toch. Het museum bleek gesloten, maar de oude boer die zwaar leunend op zijn stok bij de deur stond wilde de zaak best voor ons openen. Hij bleek de heer des huizes te zijn en de motor achter de verzameling. Zijn vrouw zorgde voor de organisatie er omheen.

Hij draaide de deur van het slot en wij bevonden ons ineens in een zee van glimmend rode tractoren van het merk McCormick. Bij iedere tractor had boer Molenaar een verhaal en zo leerden wij dat veel tractoren zowel op benzine, als op diesel reden. De benzine was om op te starten, waarna de diesel het overnam. In Denemarken kregen de boeren echter subsidie op benzine, dus daar gebruikten ze geen diesel. Zijn collectie bleek uit alle windstreken, van de VS tot Denemarken en Polen, te zijn bijeengebracht. Ze waren allemaal piekfijn opgeknapt.

Nadat we enige tijd bewonderend naar al die tractoren gekeken hadden beklommen we de trap naar de zolder. Hier troffen we een bont rariteitenkabinet aan van oude radio’s tot ebonieten elektriciteitsschakelaars, waarvan ons niet direct duidelijk was wat de relatie tot landbouwhistorie was. Het was echter zodanig tentoongesteld dat het wel iets had van een conceptueel kunstwerk. Een uitgebreide collectie miniatuurtractoren deed ons weer beseffen waar we ons bevonden.

‘Dat was het dan’, dachten we. Dat was een vergissing. We hadden lang nog niet alles gezien. De ene schuur ging dicht, de andere schuur ging open. Weer blonk ons een zee van tractoren tegemoet. We zagen tractoren uit de jaren twintig met rupsbanden, kleine tractoren om het gras te maaien, gigantische tractoren uit de VS om de prairie mee te ploegen en alle tractoren die je je maar voor kunt stellen daar tussenin. In die zee van tractoren dreven ook nog een paar aardappelrooimachines en maaidorsers om het verhaal te completeren.

Toch bleek de collectie nog niet compleet. Toen ik veronderstelde dat Molenaar toch wel alle types die McCormick ooit op de markt heeft gebracht in zijn schuren had1302VG Tractormuseum2 staan, begonnen zijn ogen te blinken. Er was nog één type – ik ben helaas vergeten welk – die hij nog graag op de kop zou willen tikken.

Na schuur nummer vier was de vrouw des huizes gearriveerd. Ze kwam net van de markt waar ze biologisch bier, dat door haar zoon ergens in Yorkshire gebrouwen wordt, had verkocht. Zij rondde ons bezoek af met een bezoek aan haar huis. Bij de aanleg van de weg was de oorspronkelijke boerenwoning, doordat het veen begon te schuiven, ingestort, maar ze liet ons vol trots zien dat de veertiende-eeuwse balken en een zeventiende-eeuws tegeltableaus bewaard waren gebleven.

Volledig op de hoogte van alles wat met McCormick-tractoren te maken heeft – en voorzien van een lading biologisch bier uit Yorkshire – namen we uiteindelijk afscheid. Boer Molenaar wees ons er op dat we nog niet alles gezien hadden. Achter de schuur had hij nog een collectie koetsen, of zoiets. We moeten dus nog een keer terug.

Het biologische bier bleek overigens best te smaken. Volgens het bijgeleverde krantenknipsel wordt het ook geschonken in café De Mug in Middelburg. Daar komen we wat vaker dan in Berkel, dus de volgende keer dat we in die stad zijn nemen we er een pintje en brengen we een dronk uit op McCormicks tractoren in het algemeen en Molenaars Oude Tractorenmuseum in het bijzonder.

Erfgoedlijnen

Molenaars Oude Tractoren

Lijm & Cultuur

Little valley Brewery


----------------
De foto's zijn van de schrijver zelf
------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!


© 2015 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Oude tractoren in Berkel en Rodenrijs Willem Minderhout
1302VG Tractormuseum1Als nieuwbakken Statenlid heb ik onder andere ‘erfgoed’ in mijn portefeuille. Dit onderwerp is één van de beleidsterreinen waarop de provincie Zuid-Holland ‘netwerkend werkt’. Die aanpak komt er in de praktijk op neer dat er verschillende ‘erfgoedlijnen’ zijn gedefinieerd, waar provinciale ambtenaren in samenspraak met allerlei geïnteresseerde partijen plannen smeden om het cultureel erfgoed te onderhouden en de belevingswaarde te verbeteren.

De vraag is wat je daar als provinciaal politicus nog voor rol in kan spelen, behalve zorgen dat er genoeg budget is. Kun je nog zo eigenwijs zijn om ‘nee’ te zeggen tegen plannen die aan een ‘erfgoedtafel’ volledig zijn uitonderhandeld? En biedt dat overleg inderdaad meerwaarde voor, bijvoorbeeld, de erfgoedlijn landgoederen, of is het gewoon een manier om ‘de poet’ over diverse projecten te verdelen?

Op de door het Zuid-Hollandse ‘Erfgoedhuis’ georganiseerde ‘Erfgoeddag’, in een tot culturele broedplaats omgetoverde voormalige lijmfabriek in Delft, werd ik geconfronteerd met nog een ander probleem. Wat gebeurt er als je project niet binnen een erfgoedlijn past en je niet aan een erfgoedtafel plaats mag nemen? De vraag werd me gesteld door mevrouw Molenaar. Zij bleek de uitbaatster te zijn van een tractorenmuseum in Berkel en Rodenrijs. ‘Een erkend museum’, sprak ze met trots, maar wel een museum dat buiten alle erfgoedlijnen viel. Niet dat ze concreet iets van de provincie wilde, maar wat meer aandacht zou ze zeer op prijs stellen. Die oude tractoren vormden toch een belangrijk stuk agrarisch cultureel erfgoed en daar zouden de Zuid-Hollanders best wat meer belangstelling voor mogen hebben.

Nu ken ik Berkel en Rodenrijs slechts van er doorheen fietsen, of er langsrijden met de Erasmuslijn, dus een bezoek aan het tractorenmuseum leek me om meer dan één reden interessant. Het was even zoeken, maar dankzij de magie van Google-maps arriveerden we er uiteindelijk toch. Het museum bleek gesloten, maar de oude boer die zwaar leunend op zijn stok bij de deur stond wilde de zaak best voor ons openen. Hij bleek de heer des huizes te zijn en de motor achter de verzameling. Zijn vrouw zorgde voor de organisatie er omheen.

Hij draaide de deur van het slot en wij bevonden ons ineens in een zee van glimmend rode tractoren van het merk McCormick. Bij iedere tractor had boer Molenaar een verhaal en zo leerden wij dat veel tractoren zowel op benzine, als op diesel reden. De benzine was om op te starten, waarna de diesel het overnam. In Denemarken kregen de boeren echter subsidie op benzine, dus daar gebruikten ze geen diesel. Zijn collectie bleek uit alle windstreken, van de VS tot Denemarken en Polen, te zijn bijeengebracht. Ze waren allemaal piekfijn opgeknapt.

Nadat we enige tijd bewonderend naar al die tractoren gekeken hadden beklommen we de trap naar de zolder. Hier troffen we een bont rariteitenkabinet aan van oude radio’s tot ebonieten elektriciteitsschakelaars, waarvan ons niet direct duidelijk was wat de relatie tot landbouwhistorie was. Het was echter zodanig tentoongesteld dat het wel iets had van een conceptueel kunstwerk. Een uitgebreide collectie miniatuurtractoren deed ons weer beseffen waar we ons bevonden.

‘Dat was het dan’, dachten we. Dat was een vergissing. We hadden lang nog niet alles gezien. De ene schuur ging dicht, de andere schuur ging open. Weer blonk ons een zee van tractoren tegemoet. We zagen tractoren uit de jaren twintig met rupsbanden, kleine tractoren om het gras te maaien, gigantische tractoren uit de VS om de prairie mee te ploegen en alle tractoren die je je maar voor kunt stellen daar tussenin. In die zee van tractoren dreven ook nog een paar aardappelrooimachines en maaidorsers om het verhaal te completeren.

Toch bleek de collectie nog niet compleet. Toen ik veronderstelde dat Molenaar toch wel alle types die McCormick ooit op de markt heeft gebracht in zijn schuren had1302VG Tractormuseum2 staan, begonnen zijn ogen te blinken. Er was nog één type – ik ben helaas vergeten welk – die hij nog graag op de kop zou willen tikken.

Na schuur nummer vier was de vrouw des huizes gearriveerd. Ze kwam net van de markt waar ze biologisch bier, dat door haar zoon ergens in Yorkshire gebrouwen wordt, had verkocht. Zij rondde ons bezoek af met een bezoek aan haar huis. Bij de aanleg van de weg was de oorspronkelijke boerenwoning, doordat het veen begon te schuiven, ingestort, maar ze liet ons vol trots zien dat de veertiende-eeuwse balken en een zeventiende-eeuws tegeltableaus bewaard waren gebleven.

Volledig op de hoogte van alles wat met McCormick-tractoren te maken heeft – en voorzien van een lading biologisch bier uit Yorkshire – namen we uiteindelijk afscheid. Boer Molenaar wees ons er op dat we nog niet alles gezien hadden. Achter de schuur had hij nog een collectie koetsen, of zoiets. We moeten dus nog een keer terug.

Het biologische bier bleek overigens best te smaken. Volgens het bijgeleverde krantenknipsel wordt het ook geschonken in café De Mug in Middelburg. Daar komen we wat vaker dan in Berkel, dus de volgende keer dat we in die stad zijn nemen we er een pintje en brengen we een dronk uit op McCormicks tractoren in het algemeen en Molenaars Oude Tractorenmuseum in het bijzonder.

Erfgoedlijnen

Molenaars Oude Tractoren

Lijm & Cultuur

Little valley Brewery


----------------
De foto's zijn van de schrijver zelf
------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!
© 2015 Willem Minderhout
powered by CJ2