archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
De Hobbemakade; Amsterdams ABC Katharina Kouwenhoven

1011VG Hobbemakade1
Eindelijk zijn we bij de Hobbemakade beland en daarmee bij mijn eigen appartement; een vertrouwde omgeving. De Hobbemakade, vernoemd naar de 17e-eeuwse landschapsschilder Meindert Hobbema (1638 - 1709), ligt aan de Boerenwetering, aan de zuidwest kant. Aan de andere kant van de Boerenwetering bevindt zich de Ruysdaelkade en dat zorgt nog al eens voor verwarring.

De Boerenwetering was ooit aangelegd voor het afwateren van de veengebieden bij Amstelveen en liep van de Kalfjeslaan tot het Spui en de Nieuwe Zijds Kolk. Nu begint hij ergens in een bassin bij het RAI-gebouw en eindigt bij de Singelgracht, maar als je die oversteekt kun je via een sluisje de Lijnbaansgracht op en verder over andere grachten en wateren in het centrum. Roeiend heb ik dat menigmaal gedaan.
Tot het begin van de 20e eeuw lagen in het gebied van de Boerenwetering tuinderijen. Bij de oprukkende bebouwing vanuit de stad weken de tuinders uit naar de Sloterpolder, waar ze inmiddels ook verdreven zijn om plaats te maken voor Nieuw Sloten. Nu vind je nergens meer tuinderijen rondom Amsterdam.

Aan de Boerenwetering lag in de jaren twintig, ter hoogte van de Ruysdaalstraat (het verlengde van de Albert Cuypstraat), een buurtje met een slechte reputatie, het Duivelseiland, zoals het nu nog steeds heet. Na sloop van de meeste huizen verhuisde de daar gevestigde prostitutie naar de overkant van het water, naar de Ruysdaelkade, waar je de 'dames van lichte zeden' nog steeds aantreft achter de ramen. Dat geeft veel gezelligheid.
Het beroemdste gebouw aan de Hobbemakade, op de kop op nummer 1, is zonder twijfel het Rijksmuseum, gebouwd door de neogotische kerkenbouwer P.J.H. Cuypers en voltooid in 1885. Het Rijksmuseum heeft verdacht veel overeenkomsten met het Centraal Station van dezelfde architect, maar dat is natuurlijk niet verwonderlijk als je alles ontwerpt volgens hetzelfde concept. Het Rijksmuseum heeft in het midden een doorgang, waarmee het centrum verbonden werd met de nog te bouwen wijken in zuid. Daar zat een idee achter.

Het museum is al jaren in onbruik vanwege een renovatie en die heeft tot veel gestechel geleid over die onderdoorgang, die voor fietsers en voetgangers nog steeds de kortste route vormt van zuid naar het centrum en vice-versa. Het gebruik door fietsers van deze route is omstreden. De ingang van het gerenoveerde museum komt in die onderdoorgang en met fietsers die daar doorheen scheuren komen de bezoekers in gevaar. Hoe kun je het allemaal bedenken! Ooit waren er zelfs plannen om er een tram doorheen te laten rijden.
Alle fietsers zijn inmiddels gewend om om het museum heen te rijden,1011VG Hobbemakade2 toch schijnt de onderdoorgang bij de op handen zijnde heropening voor fietsers weer toegankelijk te zijn.

Het naastgelegen gebouw, op de hoek van de Hobbemastraat, is het Zuiderbad, in 1897 gebouwd voor Rijwielschool Velox, want fietsen moest je leren. In 1912 werd de school omgebouwd tot zwembad en dat is het nog steeds, nadat het in 1978 van een wisse dood werd gered. Bijna grenzend aan het bad bevindt zich de brandweerkazerne, in dezelfde stijl gebouwd. Verderop, op nummer 31, trof je het hoofdkantoor van de telefoondienst, dat is vervangen door een hotel met woningen aan de achterliggende Pieter de Hoochstraat. In het volgende blok bevond zich het Ignatiuscollege, dat is verkast en waarvan het gebouw nu deel uitmaakt van het Montessorilyceum.

Er bevinden zich ook woonhuizen op de kade. Tussen de Roelof Hartstraat en de Reijnier Vinkleskade een blok Amsterdamse School appartementen. De rooilijn van dit blok ligt verder naar achter dan de rest van de bebouwing en daardoor is er ruimte voor een plantsoentje en een ventweg. In het midden van dat plantsoentje staan een kastanjeboom en daar omheen vier esdoorns en daar woon ik tegenover. Omdat aan de achterkant hele diepe tuinen liggen, woon ik daar, op drie hoog, in het bos. Als de bomen in het blad zitten hoor ik geen verkeersgeluiden en zie ik geen overburen. Wat een luxe!

Dit blok huizen is van Van Epen, beslist niet de geniaalste van de Amsterdamse School architecten. Het expressionisme van de Amsterdamse School ontbreekt hier geheel, versiering is er nauwelijks en de leuke details in de huizen zijn weggerestaureerd. Het blok is vanuit het midden symmetrisch opgebouwd, zodat je buren in een heel ander huis kunnen wonen dan jijzelf, met een kleiner balkon of de keuken op een andere plek of een vierkante hal in plaats van een lange gang. Dat heeft wel iets, maar is soms aanleiding tot grote afgunst.

Toen ik op de middelbare school zat fietste ik vaak langs de Hobbemakade. Het blok had toen nog ladderramen en het houtwerk was geel geschilderd. In de herfst gebeurde er iets onvoorstelbaars. Dan kleurde de wingerd waar het hele blok mee bedekt was fel rood. Daarom had ik toen besloten dat ik daar wilde wonen. Dat het gelukt is, is een godswonder. Ook in dit huis zijn helaas geen overblijfselen van de oorspronkelijke ornamentjes en geen ladderramen, niet in de gevel en niet in de binnendeuren. Er is echter nog wel een boodschappenliftje en de wingerd is er ook nog steeds. Kom daar maar eens om. Ik ga er dus nooit meer weg.
 
*******************************
De foto's zijn gemaakt door de schrijfster.


© 2013 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
De Hobbemakade; Amsterdams ABC Katharina Kouwenhoven
1011VG Hobbemakade1
Eindelijk zijn we bij de Hobbemakade beland en daarmee bij mijn eigen appartement; een vertrouwde omgeving. De Hobbemakade, vernoemd naar de 17e-eeuwse landschapsschilder Meindert Hobbema (1638 - 1709), ligt aan de Boerenwetering, aan de zuidwest kant. Aan de andere kant van de Boerenwetering bevindt zich de Ruysdaelkade en dat zorgt nog al eens voor verwarring.

De Boerenwetering was ooit aangelegd voor het afwateren van de veengebieden bij Amstelveen en liep van de Kalfjeslaan tot het Spui en de Nieuwe Zijds Kolk. Nu begint hij ergens in een bassin bij het RAI-gebouw en eindigt bij de Singelgracht, maar als je die oversteekt kun je via een sluisje de Lijnbaansgracht op en verder over andere grachten en wateren in het centrum. Roeiend heb ik dat menigmaal gedaan.
Tot het begin van de 20e eeuw lagen in het gebied van de Boerenwetering tuinderijen. Bij de oprukkende bebouwing vanuit de stad weken de tuinders uit naar de Sloterpolder, waar ze inmiddels ook verdreven zijn om plaats te maken voor Nieuw Sloten. Nu vind je nergens meer tuinderijen rondom Amsterdam.

Aan de Boerenwetering lag in de jaren twintig, ter hoogte van de Ruysdaalstraat (het verlengde van de Albert Cuypstraat), een buurtje met een slechte reputatie, het Duivelseiland, zoals het nu nog steeds heet. Na sloop van de meeste huizen verhuisde de daar gevestigde prostitutie naar de overkant van het water, naar de Ruysdaelkade, waar je de 'dames van lichte zeden' nog steeds aantreft achter de ramen. Dat geeft veel gezelligheid.
Het beroemdste gebouw aan de Hobbemakade, op de kop op nummer 1, is zonder twijfel het Rijksmuseum, gebouwd door de neogotische kerkenbouwer P.J.H. Cuypers en voltooid in 1885. Het Rijksmuseum heeft verdacht veel overeenkomsten met het Centraal Station van dezelfde architect, maar dat is natuurlijk niet verwonderlijk als je alles ontwerpt volgens hetzelfde concept. Het Rijksmuseum heeft in het midden een doorgang, waarmee het centrum verbonden werd met de nog te bouwen wijken in zuid. Daar zat een idee achter.

Het museum is al jaren in onbruik vanwege een renovatie en die heeft tot veel gestechel geleid over die onderdoorgang, die voor fietsers en voetgangers nog steeds de kortste route vormt van zuid naar het centrum en vice-versa. Het gebruik door fietsers van deze route is omstreden. De ingang van het gerenoveerde museum komt in die onderdoorgang en met fietsers die daar doorheen scheuren komen de bezoekers in gevaar. Hoe kun je het allemaal bedenken! Ooit waren er zelfs plannen om er een tram doorheen te laten rijden.
Alle fietsers zijn inmiddels gewend om om het museum heen te rijden,1011VG Hobbemakade2 toch schijnt de onderdoorgang bij de op handen zijnde heropening voor fietsers weer toegankelijk te zijn.

Het naastgelegen gebouw, op de hoek van de Hobbemastraat, is het Zuiderbad, in 1897 gebouwd voor Rijwielschool Velox, want fietsen moest je leren. In 1912 werd de school omgebouwd tot zwembad en dat is het nog steeds, nadat het in 1978 van een wisse dood werd gered. Bijna grenzend aan het bad bevindt zich de brandweerkazerne, in dezelfde stijl gebouwd. Verderop, op nummer 31, trof je het hoofdkantoor van de telefoondienst, dat is vervangen door een hotel met woningen aan de achterliggende Pieter de Hoochstraat. In het volgende blok bevond zich het Ignatiuscollege, dat is verkast en waarvan het gebouw nu deel uitmaakt van het Montessorilyceum.

Er bevinden zich ook woonhuizen op de kade. Tussen de Roelof Hartstraat en de Reijnier Vinkleskade een blok Amsterdamse School appartementen. De rooilijn van dit blok ligt verder naar achter dan de rest van de bebouwing en daardoor is er ruimte voor een plantsoentje en een ventweg. In het midden van dat plantsoentje staan een kastanjeboom en daar omheen vier esdoorns en daar woon ik tegenover. Omdat aan de achterkant hele diepe tuinen liggen, woon ik daar, op drie hoog, in het bos. Als de bomen in het blad zitten hoor ik geen verkeersgeluiden en zie ik geen overburen. Wat een luxe!

Dit blok huizen is van Van Epen, beslist niet de geniaalste van de Amsterdamse School architecten. Het expressionisme van de Amsterdamse School ontbreekt hier geheel, versiering is er nauwelijks en de leuke details in de huizen zijn weggerestaureerd. Het blok is vanuit het midden symmetrisch opgebouwd, zodat je buren in een heel ander huis kunnen wonen dan jijzelf, met een kleiner balkon of de keuken op een andere plek of een vierkante hal in plaats van een lange gang. Dat heeft wel iets, maar is soms aanleiding tot grote afgunst.

Toen ik op de middelbare school zat fietste ik vaak langs de Hobbemakade. Het blok had toen nog ladderramen en het houtwerk was geel geschilderd. In de herfst gebeurde er iets onvoorstelbaars. Dan kleurde de wingerd waar het hele blok mee bedekt was fel rood. Daarom had ik toen besloten dat ik daar wilde wonen. Dat het gelukt is, is een godswonder. Ook in dit huis zijn helaas geen overblijfselen van de oorspronkelijke ornamentjes en geen ladderramen, niet in de gevel en niet in de binnendeuren. Er is echter nog wel een boodschappenliftje en de wingerd is er ook nog steeds. Kom daar maar eens om. Ik ga er dus nooit meer weg.
 
*******************************
De foto's zijn gemaakt door de schrijfster.
© 2013 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2