archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Giacometti van twee kanten bekeken Katharina Kouwenhoven

0607VG Giacometti
Zaterdag 10 januari j.l. bevond ik mij weer enige tijd in de Kunsthal te Rotterdam, hoewel ik een bloedhekel heb aan dat gebouw. Om in het museumrestaurant te geraken, moet je het gebouw eerst verlaten, want het is niet mogelijk om er 'binnendoor' toegang te krijgen. Wie zoiets bedenkt - Rem Koolhaas dus - moet wel een mensenhater zijn. Dat blijkt ook uit het materiaal dat gekozen is voor de deuren van de toiletten. Ze zijn zo zwaar dat de meeste vrouwen de hulp nodig hebben van een stevig manspersoon om die deuren open te trekken. Als je het toilet weer wilt verlaten, moet je er met je volle gewicht tegenaan hangen om ze open te duwen. Dus altijd de mobiele telefoon mee het toilet in. Niettemin bevat het gebouw een aantal ruime tentoonstellingsruimtes, waar menig interessante tentoonstelling geprogrammeerd is.

Op dit moment (t/m 8 februari) is er een overzichtstentoonstelling van het werk van Alberto Giacometti (1901 - 1966), die iedereen kent van de graatmagere, langgerekte menselijke figuren. Dat werk blijkt echter te dateren van na de Tweede Wereldoorlog. Vóór die tijd heeft de Zwitser verschillende stijlen beproefd. Kubistisch werk werd gevolgd door werk dat geïnspireerd was door Afrikaanse beelden en daarna was Giacometti een tijd bekeerd tot het surrealisme.
De overzichtstentoonstelling bevat ook voorwerpen uit deze eerdere periodes, heel interessante voorwerpen zelfs. Maar ze missen dat wat zo kenmerkend voor het latere werk is, namelijk een eigen signatuur. Deze persoonlijke stijl is in de laatste twintig jaar van zijn leven niet meer veranderd. Ze wordt wel geduid als 'formalisme', een stijl waarin de vorm alles bepalend is. Wat afgebeeld wordt, de context en de inhoud zijn niet van belang; alleen het werk zelf is bepalend voor wat het werk is.
De strijd tussen 'vorm' en 'inhoud' wordt nog steeds gestreden, maar is betrekkelijk zinloos, want het een gaat nu eenmaal noodzakelijkerwijs gepaard met het ander. Ook van een volledig abstract schilderij kan niet worden beweerd dat het geen 'inhoud' heeft.

Van de figuren van Giacometti kan mijns inziens niet worden beweerd dat de vorm ervan het enige is dat bepalend voor ze is. Hun vorm is opmerkelijk, maar die is de uitkomst van een experiment. Het antwoord op de vraag of je iets maakt zoals je het ziet of zoals het is, of het gaat om de afbeelding of om wat afgebeeld wordt. De oplossing van Giacometti heeft iets van die van de Egyptenaren. Hoewel sommige van zijn beelden wel driedimensionaal zijn, is de meerderheid eigenlijk tweedimensionaal: ze hebben hoogte en breedte, maar praktisch geen diepte. Het meest opmerkelijke van deze tweedimensionale figuren is, dat het vlak waarin het lichaam is afgebeeld loodrecht staat op het vlak waarin het hoofd is afgebeeld. Het lichaam staat dus 'en face' en het hoofd 'en profile'. Op vergelijkbare wijze hebben de Egyptenaren hun menselijke figuren afgebeeld in hun schilderingen. Alleen werden door hen ook de voeten 'en profile' afgebeeld.

Je moet deze beelden dus van twee kanten bekijken, zowel recht van voren als van opzij. Er is echter nog iets anders dat opvalt aan deze beelden, namelijk dat het lijkt of ze geen draaipunten hebben. Het menselijk lichaam kan allerlei standen aannemen, onder andere door het hoofd te scharnieren op de schouders (omhoog, omlaag, opzij en alles er tussenin) of het bovenlijf op het onderlijf. De lichamen van Giacometti maken nooit gebruik van deze mogelijkheid, maar staan onbewegelijk strak in de twee gebruikte vlakken. Hoogstens wordt het lichaam een beetje gevouwen in zijn vlak (zitten, hurken). Realistische afbeeldingen van menselijke figuren zijn dit dus geenszins. Voor de wijze van afbeelden is een duidelijke keuze gemaakt, waar vrijwel niet van wordt afgeweken. De beeldhouwer is in dit opzicht niet erg rekkelijk. De overweging van de Egyptenaren, dat met deze houding het lichaam niet op de meest realistische manier, maar op de meest volledige wijze wordt afgebeeld, zal bij Giacometti waarschijnlijk geen rol hebben gespeeld.

Maar kennelijk is deze starre houding voor Giacometti de essentie van een menselijke figuur (en ook van de dieren die hij heeft gemaakt), al ziet geen mens er ooit zo uit.
Op de stijl van deze beelden wordt ook wel het stempel 'expressionisme' gedrukt. Ook dat lijkt me niet terecht, want daarvoor is de gekozen oplossing van Giacometti veel te rationeel en veel te standvastig. Het is beslist geen 'gerotzooi' waar zijn beelden het eindproduct van zijn; ze zijn heel weloverwogen tot stand gekomen.
Niet alleen hebben de figuren van Giacometti dezelfde houding, ze lijken ook uiterlijk sterk op elkaar. De mannelijke figuren lijken op zijn broer Diego, die jarenlang zijn assistent was en ook voor hem poseerde, en de vrouwelijke figuren lijken op zijn echtgenote Annette.

Naast al deze objecten uit verschillende periodes hangen er ook schilderijen en tekeningen. Die schilderijen bevatten doorgaans afbeeldingen van mensen die voor hem geposeerd hebben en dienst konden doen als voorstudie. Deze schilderijen maken duidelijk dat Giacometti geen schilder was, maar een tekenaar. Op de doeken zijn met een paar kleuren, soms met maar één, een achtergrond geschilderd, maar het model is met donkere verf in lijnen 'getekend' op de achtergrond. Dit gebeurt overigens niet alleen bij schilderijen van modellen, maar ook bij landschappen, waarin bijvoorbeeld huizen getekend zijn. Er hangen ook wat kleine schilderijtjes van appels. Die zijn weldegelijk geschilderd, maar op een zeer onbeholpen manier. Giacometti bleek alleen dingen op ware grootte op het doek te kunnen afbeelden.

Deze tentoonstelling leert weer eens hoe waardevol overzichtstentoonstellingen zijn om het werk van een kunstenaar op waarde te kunnen schatten. Je krijgt inzicht in de ontwikkelingen die iemand heeft doorgemaakt en er wordt, als het goed is, ook minder bekend werk gepresenteerd, dat een nieuw licht kan werpen op het bekende werk. Ondanks het feit dat Giacometti veel werk heeft gemaakt met dezelfde signatuur, kun je niet zeggen dat hij zichzelf herhaalde. Dat is eigenlijk nog het meest opmerkelijke. Elk beeld is, ondanks de vormvastheid, steeds weer een nieuw experiment met de verhouding tussen vorm en inhoud. Voor zo'n ervaring moet je de Kunsthal maar op de koop toe nemen. Tenslotte zijn er in Amsterdam helemaal geen ruimtes voor dergelijke presentaties.

P.S. Nadat ik dit stukje geschreven had, las ik dat er in Berlijn een tentoonstelling is ingericht met werk van Giacometti en Egyptische beelden. De overeenkomst blijkt geen toeval: Giacometti was een groot liefhebber van Egyptische kunst.
 
*******************************
Over advieswerk wordt gepubliceerd op:


© 2009 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Giacometti van twee kanten bekeken Katharina Kouwenhoven
0607VG Giacometti
Zaterdag 10 januari j.l. bevond ik mij weer enige tijd in de Kunsthal te Rotterdam, hoewel ik een bloedhekel heb aan dat gebouw. Om in het museumrestaurant te geraken, moet je het gebouw eerst verlaten, want het is niet mogelijk om er 'binnendoor' toegang te krijgen. Wie zoiets bedenkt - Rem Koolhaas dus - moet wel een mensenhater zijn. Dat blijkt ook uit het materiaal dat gekozen is voor de deuren van de toiletten. Ze zijn zo zwaar dat de meeste vrouwen de hulp nodig hebben van een stevig manspersoon om die deuren open te trekken. Als je het toilet weer wilt verlaten, moet je er met je volle gewicht tegenaan hangen om ze open te duwen. Dus altijd de mobiele telefoon mee het toilet in. Niettemin bevat het gebouw een aantal ruime tentoonstellingsruimtes, waar menig interessante tentoonstelling geprogrammeerd is.

Op dit moment (t/m 8 februari) is er een overzichtstentoonstelling van het werk van Alberto Giacometti (1901 - 1966), die iedereen kent van de graatmagere, langgerekte menselijke figuren. Dat werk blijkt echter te dateren van na de Tweede Wereldoorlog. Vóór die tijd heeft de Zwitser verschillende stijlen beproefd. Kubistisch werk werd gevolgd door werk dat geïnspireerd was door Afrikaanse beelden en daarna was Giacometti een tijd bekeerd tot het surrealisme.
De overzichtstentoonstelling bevat ook voorwerpen uit deze eerdere periodes, heel interessante voorwerpen zelfs. Maar ze missen dat wat zo kenmerkend voor het latere werk is, namelijk een eigen signatuur. Deze persoonlijke stijl is in de laatste twintig jaar van zijn leven niet meer veranderd. Ze wordt wel geduid als 'formalisme', een stijl waarin de vorm alles bepalend is. Wat afgebeeld wordt, de context en de inhoud zijn niet van belang; alleen het werk zelf is bepalend voor wat het werk is.
De strijd tussen 'vorm' en 'inhoud' wordt nog steeds gestreden, maar is betrekkelijk zinloos, want het een gaat nu eenmaal noodzakelijkerwijs gepaard met het ander. Ook van een volledig abstract schilderij kan niet worden beweerd dat het geen 'inhoud' heeft.

Van de figuren van Giacometti kan mijns inziens niet worden beweerd dat de vorm ervan het enige is dat bepalend voor ze is. Hun vorm is opmerkelijk, maar die is de uitkomst van een experiment. Het antwoord op de vraag of je iets maakt zoals je het ziet of zoals het is, of het gaat om de afbeelding of om wat afgebeeld wordt. De oplossing van Giacometti heeft iets van die van de Egyptenaren. Hoewel sommige van zijn beelden wel driedimensionaal zijn, is de meerderheid eigenlijk tweedimensionaal: ze hebben hoogte en breedte, maar praktisch geen diepte. Het meest opmerkelijke van deze tweedimensionale figuren is, dat het vlak waarin het lichaam is afgebeeld loodrecht staat op het vlak waarin het hoofd is afgebeeld. Het lichaam staat dus 'en face' en het hoofd 'en profile'. Op vergelijkbare wijze hebben de Egyptenaren hun menselijke figuren afgebeeld in hun schilderingen. Alleen werden door hen ook de voeten 'en profile' afgebeeld.

Je moet deze beelden dus van twee kanten bekijken, zowel recht van voren als van opzij. Er is echter nog iets anders dat opvalt aan deze beelden, namelijk dat het lijkt of ze geen draaipunten hebben. Het menselijk lichaam kan allerlei standen aannemen, onder andere door het hoofd te scharnieren op de schouders (omhoog, omlaag, opzij en alles er tussenin) of het bovenlijf op het onderlijf. De lichamen van Giacometti maken nooit gebruik van deze mogelijkheid, maar staan onbewegelijk strak in de twee gebruikte vlakken. Hoogstens wordt het lichaam een beetje gevouwen in zijn vlak (zitten, hurken). Realistische afbeeldingen van menselijke figuren zijn dit dus geenszins. Voor de wijze van afbeelden is een duidelijke keuze gemaakt, waar vrijwel niet van wordt afgeweken. De beeldhouwer is in dit opzicht niet erg rekkelijk. De overweging van de Egyptenaren, dat met deze houding het lichaam niet op de meest realistische manier, maar op de meest volledige wijze wordt afgebeeld, zal bij Giacometti waarschijnlijk geen rol hebben gespeeld.

Maar kennelijk is deze starre houding voor Giacometti de essentie van een menselijke figuur (en ook van de dieren die hij heeft gemaakt), al ziet geen mens er ooit zo uit.
Op de stijl van deze beelden wordt ook wel het stempel 'expressionisme' gedrukt. Ook dat lijkt me niet terecht, want daarvoor is de gekozen oplossing van Giacometti veel te rationeel en veel te standvastig. Het is beslist geen 'gerotzooi' waar zijn beelden het eindproduct van zijn; ze zijn heel weloverwogen tot stand gekomen.
Niet alleen hebben de figuren van Giacometti dezelfde houding, ze lijken ook uiterlijk sterk op elkaar. De mannelijke figuren lijken op zijn broer Diego, die jarenlang zijn assistent was en ook voor hem poseerde, en de vrouwelijke figuren lijken op zijn echtgenote Annette.

Naast al deze objecten uit verschillende periodes hangen er ook schilderijen en tekeningen. Die schilderijen bevatten doorgaans afbeeldingen van mensen die voor hem geposeerd hebben en dienst konden doen als voorstudie. Deze schilderijen maken duidelijk dat Giacometti geen schilder was, maar een tekenaar. Op de doeken zijn met een paar kleuren, soms met maar één, een achtergrond geschilderd, maar het model is met donkere verf in lijnen 'getekend' op de achtergrond. Dit gebeurt overigens niet alleen bij schilderijen van modellen, maar ook bij landschappen, waarin bijvoorbeeld huizen getekend zijn. Er hangen ook wat kleine schilderijtjes van appels. Die zijn weldegelijk geschilderd, maar op een zeer onbeholpen manier. Giacometti bleek alleen dingen op ware grootte op het doek te kunnen afbeelden.

Deze tentoonstelling leert weer eens hoe waardevol overzichtstentoonstellingen zijn om het werk van een kunstenaar op waarde te kunnen schatten. Je krijgt inzicht in de ontwikkelingen die iemand heeft doorgemaakt en er wordt, als het goed is, ook minder bekend werk gepresenteerd, dat een nieuw licht kan werpen op het bekende werk. Ondanks het feit dat Giacometti veel werk heeft gemaakt met dezelfde signatuur, kun je niet zeggen dat hij zichzelf herhaalde. Dat is eigenlijk nog het meest opmerkelijke. Elk beeld is, ondanks de vormvastheid, steeds weer een nieuw experiment met de verhouding tussen vorm en inhoud. Voor zo'n ervaring moet je de Kunsthal maar op de koop toe nemen. Tenslotte zijn er in Amsterdam helemaal geen ruimtes voor dergelijke presentaties.

P.S. Nadat ik dit stukje geschreven had, las ik dat er in Berlijn een tentoonstelling is ingericht met werk van Giacometti en Egyptische beelden. De overeenkomst blijkt geen toeval: Giacometti was een groot liefhebber van Egyptische kunst.
 
*******************************
Over advieswerk wordt gepubliceerd op:
© 2009 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2