archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > In de polder delen printen terug
De allegorie van het onderwijs Lucia Hoogakker

1407BS Lucia HoogakkerPlato, begenadigd filosoof, was met de oprichting van de Akademia een van de voorvaders van het onderwijs. In zijn dialoog ‘Staat’ sprak hij over gelijkheid. De allegorie van de grot vormde in die dialoog een belangrijke, zo niet de belangrijkste passage. In de allegorie beschrijft Plato een grot die zo lang is dat er geen licht naar binnen kan glippen. In de grot bevinden zich mensen die vastgeketend zitten en geen kant uit kunnen. Het enige wat zij kunnen zien, zijn schaduwen op de muur. Achter hen brandt een groot vuur. Tussen het vuur en die mensen lopen mensen met allerlei voorwerpen. Voor de mensen die in de grot vastzitten zijn de schaduwen die zij zien de realiteit.

Wat als één van deze mensen zichzelf losmaakt en ontsnapt uit de grot? Hij zal niets kunnen zien. Zijn ogen moeten wennen aan het licht. Beetje bij beetje ziet hij de wereld. Kleuren in plaats van duisternis, beelden in plaats van schimmen en mensen in plaats van schaduwen. De waarheid berust niet langer op de beelden die hij kende uit de grot. Omdat kennis zich vermenigvuldigt als zij gedeeld wordt, zal hij terugkeren naar de andere gevangenen en vertellen dat de schaduwen niet de realiteit zijn. De achterblijvers zullen hem echter voor gek verklaren en hem niet geloven. De schaduwen op de muur zijn voor hen nog altijd de enige realiteit en waarheid.

De allegorie van de grot laat zien dat een mens alleen maar kennis opdoet van wat hem ter beschikking staat. De persoon die ontsnapte had de mogelijkheid om meer kennis op te doen dan de mensen die vast bleven zitten in de grot. Hij heeft hiermee zijn kennis kunnen vergroten. Een vergelijking kan worden gemaakt met het onderwijs. Wanneer iemand niet de mogelijkheid krijgt om zijn realiteit te vergroten, zal hij niet of minder snel tot ware kennis komen.

Iedereen verdient een kans om een kijkje te nemen in de realiteit. Net zoals iedereen recht heeft op het zien van alle kleuren in plaats van alleen maar schaduwen. De vraag is dan ook waarom niet iedereen een gelijke kans krijgt om te studeren. De kloof in het onderwijs moet verdwijnen.

Die kloof wordt onder andere veroorzaakt door een onderscheid dat wordt gemaakt op eigenschappen die er niet toe doen. Een voorbeeld hiervan is het opleidingsniveau van de ouders. Onderzoek toont aan dat kinderen van hogeropgeleide ouders meer doorstroommogelijkheden hebben. Kinderen van laagopgeleide ouders zien vaak alleen maar schaduwen en krijgen niet de kans om te ontsnappen en de realiteit te zien.

Het opleidingsniveau van de ouders is vaak niet de enige actor in de scheve verdeling van het onderwijs. De verwachtingen bij docenten zijn vaak anders. Zo hebben docenten vaker hoge verwachtingen van leerlingen met hoogopgeleide ouders, wat kan resulteren in onbewuste positieve stimulatie van deze kinderen. De verwachtingen van de ‘vastgeketende’ kinderen zijn lager, waardoor zij minder gestimuleerd worden.

De vergelijking met de vastgeketende mensen is snel gemaakt. De kinderen van de lageropgeleide ouders ervaren hetzelfde als de mensen die vast blijven zitten in de grot. Zij zijn zich niet bewust van de realiteit en dienen te accepteren dat de schaduwen hun realiteit zijn. Zolang zij alleen schaduwen kunnen zien, zal hun waarheid niet veranderen. Met andere woorden, de leerlingen hebben minder kennis en minder kansen tot hun beschikking. Dat is echter hun waarheid.

Iedereen moet gelijke kansen krijgen, de mogelijkheid krijgen om zelf te kiezen voor zijn opleidingsniveau. Ongeacht wie je ouders zijn, waar je vandaan komt of hoe goed je kunt leren. De kans moet er zijn. Het is echter ook aan jezelf om de kansen te benutten. De man die zich had losgemaakt en de grot verliet, pakte zijn kans. Door terug te gaan naar de anderen heeft hij deze kans ook geboden aan de achterblijvers.

Het onderwijs moet dus aan iedere student dezelfde kennis en dezelfde kansen geven. Verwachting, achtergrond of afkomst doet niet ter zake. Weg met die kloof!


© 2017 Lucia Hoogakker meer Lucia Hoogakker - meer "In de polder"
Beschouwingen > In de polder
De allegorie van het onderwijs Lucia Hoogakker
1407BS Lucia HoogakkerPlato, begenadigd filosoof, was met de oprichting van de Akademia een van de voorvaders van het onderwijs. In zijn dialoog ‘Staat’ sprak hij over gelijkheid. De allegorie van de grot vormde in die dialoog een belangrijke, zo niet de belangrijkste passage. In de allegorie beschrijft Plato een grot die zo lang is dat er geen licht naar binnen kan glippen. In de grot bevinden zich mensen die vastgeketend zitten en geen kant uit kunnen. Het enige wat zij kunnen zien, zijn schaduwen op de muur. Achter hen brandt een groot vuur. Tussen het vuur en die mensen lopen mensen met allerlei voorwerpen. Voor de mensen die in de grot vastzitten zijn de schaduwen die zij zien de realiteit.

Wat als één van deze mensen zichzelf losmaakt en ontsnapt uit de grot? Hij zal niets kunnen zien. Zijn ogen moeten wennen aan het licht. Beetje bij beetje ziet hij de wereld. Kleuren in plaats van duisternis, beelden in plaats van schimmen en mensen in plaats van schaduwen. De waarheid berust niet langer op de beelden die hij kende uit de grot. Omdat kennis zich vermenigvuldigt als zij gedeeld wordt, zal hij terugkeren naar de andere gevangenen en vertellen dat de schaduwen niet de realiteit zijn. De achterblijvers zullen hem echter voor gek verklaren en hem niet geloven. De schaduwen op de muur zijn voor hen nog altijd de enige realiteit en waarheid.

De allegorie van de grot laat zien dat een mens alleen maar kennis opdoet van wat hem ter beschikking staat. De persoon die ontsnapte had de mogelijkheid om meer kennis op te doen dan de mensen die vast bleven zitten in de grot. Hij heeft hiermee zijn kennis kunnen vergroten. Een vergelijking kan worden gemaakt met het onderwijs. Wanneer iemand niet de mogelijkheid krijgt om zijn realiteit te vergroten, zal hij niet of minder snel tot ware kennis komen.

Iedereen verdient een kans om een kijkje te nemen in de realiteit. Net zoals iedereen recht heeft op het zien van alle kleuren in plaats van alleen maar schaduwen. De vraag is dan ook waarom niet iedereen een gelijke kans krijgt om te studeren. De kloof in het onderwijs moet verdwijnen.

Die kloof wordt onder andere veroorzaakt door een onderscheid dat wordt gemaakt op eigenschappen die er niet toe doen. Een voorbeeld hiervan is het opleidingsniveau van de ouders. Onderzoek toont aan dat kinderen van hogeropgeleide ouders meer doorstroommogelijkheden hebben. Kinderen van laagopgeleide ouders zien vaak alleen maar schaduwen en krijgen niet de kans om te ontsnappen en de realiteit te zien.

Het opleidingsniveau van de ouders is vaak niet de enige actor in de scheve verdeling van het onderwijs. De verwachtingen bij docenten zijn vaak anders. Zo hebben docenten vaker hoge verwachtingen van leerlingen met hoogopgeleide ouders, wat kan resulteren in onbewuste positieve stimulatie van deze kinderen. De verwachtingen van de ‘vastgeketende’ kinderen zijn lager, waardoor zij minder gestimuleerd worden.

De vergelijking met de vastgeketende mensen is snel gemaakt. De kinderen van de lageropgeleide ouders ervaren hetzelfde als de mensen die vast blijven zitten in de grot. Zij zijn zich niet bewust van de realiteit en dienen te accepteren dat de schaduwen hun realiteit zijn. Zolang zij alleen schaduwen kunnen zien, zal hun waarheid niet veranderen. Met andere woorden, de leerlingen hebben minder kennis en minder kansen tot hun beschikking. Dat is echter hun waarheid.

Iedereen moet gelijke kansen krijgen, de mogelijkheid krijgen om zelf te kiezen voor zijn opleidingsniveau. Ongeacht wie je ouders zijn, waar je vandaan komt of hoe goed je kunt leren. De kans moet er zijn. Het is echter ook aan jezelf om de kansen te benutten. De man die zich had losgemaakt en de grot verliet, pakte zijn kans. Door terug te gaan naar de anderen heeft hij deze kans ook geboden aan de achterblijvers.

Het onderwijs moet dus aan iedere student dezelfde kennis en dezelfde kansen geven. Verwachting, achtergrond of afkomst doet niet ter zake. Weg met die kloof!
© 2017 Lucia Hoogakker
powered by CJ2