archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Dialogue intérieur over het Spuiforum Willem Minderhout

1107BS Theater

‘Ja, dat is ‘m!’

‘Waar bent u nu weer mee bezig, drs. Minderhout?’ ‘Seamus Heaney …, ik bedoel het Spuiforum, Willem.’ ‘U bent me weer even kwijt. Wat heeft die onlangs overleden dichter met het Spuiforum te maken?’  ‘Tsja … Alles … Adri Duivesteijn.’ ‘???’

‘Lees maar. Ik wist de titel niet meer, maar dat gedicht heet dus ‘Markings’.’

‘Dit stukje? ‘We marked the pitch: four jackets for four goalposts,/That was all.
(…) There was fleetness, furtherance, untiredness / In time that was extra, unforeseen and free.’ Mooi hoor, maar ik kan het nog steeds niet helemaal volgen.’

‘Ik zal het proberen uit te leggen. Ik heb een tijdje voor Adri Duivesteijn gewerkt toen hij lid was van de Tweede Kamer. Een niet onbelangrijk en verreweg het leukste onderdeel van mijn taak was schrijven. Enerzijds mocht ik me daar helemaal in uitleven en anderzijds moest er uiteindelijk precies dat uitkomen wat Adri in zijn hoofd had. Een van die artikelen moest over publiek opdrachtgeverschap gaan. De titel ‘Vitruvius waer bestu bleven’ is duidelijk weer zo’n rare associatie van mij, maar Adri kwam met dat gedicht van Heaney aandraven als een van de dragende gedachten.’   

‘Dragende gedachte? Waarvoor?’ ‘Opdrachtgeverschap voor gebouwen met een publieke functie. Als je dat goed doet zijn die gebouwen als de ‘jassen’ van Heany. Ze maken van een woest weiland een speelveld en zorgen ervoor dat er allerlei ontwikkelingen ‘als vanzelf’ hun kop opsteken. Ik moest daar onlangs weer aan denken toen ik in het Nationaal Archief een student bezocht. Adri vergeleek die gebouwen van Koninklijke Bibliotheek en Nationaal Archief met een rol mooie gordijnstof die ergens in een hoek was gepletterd. Ik geloof dat hij die beeldspraak van Carel Weber had.’

‘Ik begrijp die beeldspraak niet.’ ‘Google maar eens naar afbeeldingen van nationale archieven en bibliotheken. Wat zie je dan? Imposante gebouwen die een stempel op de stad drukken. Waar stoppen we die gebouwen in Nederland? In een tochtige hoek tussen een station en een ministerie. Dat KB/NA-complex is een vroeg schoolvoorbeeld van hoe het niet moet.’ ‘Daar heeft u een punt, die gebouwen zijn inderdaad onvindbaar en onzichtbaar als je niet precies weet waar ze zich bevinden. Lelijk wil ik ze niet noemen, maar een verpletterende indruk maken ze nu ook weer niet.’

‘Weet je wat het is? Het is een symptoom van het ‘weg met de overheid’-denken dat Nederland vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw in zijn greep heeft. Vergelijk dat eens met de Gouden Eeuw! Het Amsterdamse stadhuis op de Dam was een verzinnebeelding van de trots van de Amsterdammers op hun stad. Lodewijk Napoleon maakte er zijn koninklijk paleis van, en de Oranjes hebben dat maar zo gelaten, maar dat doet verder niet ter zake. Niet de Stopera is het hartje van Amsterdam, maar de Dam waar dat oude stadhuis nog steeds een blikvanger is. Een ‘ikoon’ noemen ze dat tegenwoordig. Tegenwoordig wordt ieder publiek gebouw bekeken met een blik van ‘mot dat allemaal van mijn centen?’ Dat was al zo toen Adri het plan voor een nieuw stadhuis voor het centrum van Den Haag er doorheen laveerde. Hij heeft het er nog over in dit mooie interview met Max van Weezel: ‘We hebben voor een openbaar gebouw gekozen. Er had op die plek nu ook een bank kunnen staan.’ Ik ben niet zo iemand die bij alles waar ik het niet mee eens ben 'dat komt door het neoliberalisme' begint te gillen, maar ik vind het een symptoom van deze hyperindividuele en egocentrische tijd dat we publieke gebouwen niet meer zien als iets waar we met zijn allen trots op kunnen zijn. Over protserige kantoren van bedrijven in de private sector valt niemand, terwijl die strikt gesproken toch ook 'van onze centen' zijn gebouwd.' 

‘Ah. En u ziet daar een vergelijking met het Spuiforum?’ ‘Ja. Een zelfverzekerde grote stad heeft goede culturele voorzieningen nodig. En voor goede culturele voorzieningen heb je zalen nodig.’ ‘Maar de gemeente heeft de afgelopen periode nu juist allerlei culturele voorzieningen om zeep geholpen! Koorenhuis en Culturalis werden opgeheven, Zeebelt en De Regentes werden gesloten … En dan wel zo’n nieuw gebouw neerzetten? Ik kan er geen touw aan vastknopen.’  ‘Daar heb je een punt, Willem. Op zich moet je die zaken los van elkaar zien, maar daar heb ik ook moeite mee. Het cultuurbeleid van dit college lijkt op vele gedachten te hinken.’

‘En zoveel centen voor zo’n gebouw in deze tijd van crisis?’ ‘Van dat argument word ik kriegel. Wat deed Den Haag in de crisis van de jaren dertig? Investeren in het Zuiderpark. Vast geen investering met een hoge ‘return’ in centen, maar van onschatbare waarde voor de stad. Als iedereen in deze tijd op zijn handen gaat zitten wordt het alleen maar erger, als ik Keynes tenminste goed begrepen heb. Als je vindt dat er in Den Haag zoiets moet komen als een Spuiforum dan is dit het juiste moment om te investeren omdat je nu scherp kunt aanbesteden. Alle bouwbedrijven schreeuwen om werk’ ‘En als het misgaat komt u zeker met het voorbeeld van het Sydney Opera House dat honderdmiljoen keer meer kostte dan begroot, maar dat die stad wel wereldwijd ‘op de kaart zette’?’ ‘Nu overdrijf je, Willem. Je begrijpt best wat ik bedoel.’

‘Ik begrijp het wel, maar ik heb toch nog wat twijfels. Zo’n Spuiforum op die plek is niet bepaald een ‘jas’ die verdere ontwikkelingen mogelijk maakt. Eerder een sluitstuk, want alles wordt volgebouwd. Het probleem van het niet functionerende Spuiplein wordt ‘opgelost’ door er een gebouw op te zetten. Die prachtige Nieuwe Kerk wordt er helemaal door weggedrukt. En zegt u nu eens eerlijk: vindt u het wel een mooi gebouw?’

‘Ook daar heb ik zo mijn twijfels Willem. Ik vind het onbegrijpelijk dat dat prachtige ontwerp van Zaha Hadid niet is verkozen boven deze ‘broodrooster met theemuts’ van Neutelings. Anderzijds zie ik dat de door Mecanoo ontworpen Bibliotheek van Birmingham alom bejubeld wordt. Ik zie nauwelijks verschil tussen dat gebouw en het broodrooster.'  

‘Bij twijfel niet doen, zeg ik altijd maar.’ ‘Dan zou er verdomd weinig meer gebeuren, Willem. Eigenlijk denk ik dat het van moed getuigt om die zure negativiteit te doorbreken en dat ding er neer te zetten. Over tien jaar is iedere Hagenaar er trots op. Hoop ik.’ ‘Om op die Vitruvius van Duivesteijn terug te komen moet er dan wel sprake zijn van – even zoeken hoor - …  Oh hier staat het: ‘utilitas (gebruikswaarde), venustas (belevingswaarde) en firmitas (toekomstwaarde)’.’ ‘Laten we hopen dat het gemeentebestuur daar goed op let, Willem.’ 'Het gemeentebestuur? Daar heeft u vast het volste vertrouwen in nu u als bijdrage aan de kwaliteitsverbetering niet eens op de kieslijst van die partij van u bent opgenomen?' 'Geen verse wonden openrijten, Willem. Geknakt, doch ongebroken vervolg ik mijn eenzame weg. Als de peilingen een enigszins realistisch beeld geven gebeurt er de komende vier jaar toch helemaal niks meer in Den Haag, dus dan mis ik ook niets.' 'Maar we blijven het toch wel volgen vanuit onze Leunstoel?' 'Uiteraard, Willem. Uiteraard.'

In de volgende aflevering van De Leunstoel zal Spuiforum-tegenstander Theo Monkhorst reageren.

*********************************************************
Adri Duivesteijn en Willem Minderhout, Vitruvius waer bestu bleven?, Ruimte in debat, juni 2005.
Meer:Spuiforum

**************************
De tekening is van Elène Klaren



© 2014 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
Dialogue intérieur over het Spuiforum Willem Minderhout
1107BS Theater

‘Ja, dat is ‘m!’

‘Waar bent u nu weer mee bezig, drs. Minderhout?’ ‘Seamus Heaney …, ik bedoel het Spuiforum, Willem.’ ‘U bent me weer even kwijt. Wat heeft die onlangs overleden dichter met het Spuiforum te maken?’  ‘Tsja … Alles … Adri Duivesteijn.’ ‘???’

‘Lees maar. Ik wist de titel niet meer, maar dat gedicht heet dus ‘Markings’.’

‘Dit stukje? ‘We marked the pitch: four jackets for four goalposts,/That was all.
(…) There was fleetness, furtherance, untiredness / In time that was extra, unforeseen and free.’ Mooi hoor, maar ik kan het nog steeds niet helemaal volgen.’

‘Ik zal het proberen uit te leggen. Ik heb een tijdje voor Adri Duivesteijn gewerkt toen hij lid was van de Tweede Kamer. Een niet onbelangrijk en verreweg het leukste onderdeel van mijn taak was schrijven. Enerzijds mocht ik me daar helemaal in uitleven en anderzijds moest er uiteindelijk precies dat uitkomen wat Adri in zijn hoofd had. Een van die artikelen moest over publiek opdrachtgeverschap gaan. De titel ‘Vitruvius waer bestu bleven’ is duidelijk weer zo’n rare associatie van mij, maar Adri kwam met dat gedicht van Heaney aandraven als een van de dragende gedachten.’   

‘Dragende gedachte? Waarvoor?’ ‘Opdrachtgeverschap voor gebouwen met een publieke functie. Als je dat goed doet zijn die gebouwen als de ‘jassen’ van Heany. Ze maken van een woest weiland een speelveld en zorgen ervoor dat er allerlei ontwikkelingen ‘als vanzelf’ hun kop opsteken. Ik moest daar onlangs weer aan denken toen ik in het Nationaal Archief een student bezocht. Adri vergeleek die gebouwen van Koninklijke Bibliotheek en Nationaal Archief met een rol mooie gordijnstof die ergens in een hoek was gepletterd. Ik geloof dat hij die beeldspraak van Carel Weber had.’

‘Ik begrijp die beeldspraak niet.’ ‘Google maar eens naar afbeeldingen van nationale archieven en bibliotheken. Wat zie je dan? Imposante gebouwen die een stempel op de stad drukken. Waar stoppen we die gebouwen in Nederland? In een tochtige hoek tussen een station en een ministerie. Dat KB/NA-complex is een vroeg schoolvoorbeeld van hoe het niet moet.’ ‘Daar heeft u een punt, die gebouwen zijn inderdaad onvindbaar en onzichtbaar als je niet precies weet waar ze zich bevinden. Lelijk wil ik ze niet noemen, maar een verpletterende indruk maken ze nu ook weer niet.’

‘Weet je wat het is? Het is een symptoom van het ‘weg met de overheid’-denken dat Nederland vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw in zijn greep heeft. Vergelijk dat eens met de Gouden Eeuw! Het Amsterdamse stadhuis op de Dam was een verzinnebeelding van de trots van de Amsterdammers op hun stad. Lodewijk Napoleon maakte er zijn koninklijk paleis van, en de Oranjes hebben dat maar zo gelaten, maar dat doet verder niet ter zake. Niet de Stopera is het hartje van Amsterdam, maar de Dam waar dat oude stadhuis nog steeds een blikvanger is. Een ‘ikoon’ noemen ze dat tegenwoordig. Tegenwoordig wordt ieder publiek gebouw bekeken met een blik van ‘mot dat allemaal van mijn centen?’ Dat was al zo toen Adri het plan voor een nieuw stadhuis voor het centrum van Den Haag er doorheen laveerde. Hij heeft het er nog over in dit mooie interview met Max van Weezel: ‘We hebben voor een openbaar gebouw gekozen. Er had op die plek nu ook een bank kunnen staan.’ Ik ben niet zo iemand die bij alles waar ik het niet mee eens ben 'dat komt door het neoliberalisme' begint te gillen, maar ik vind het een symptoom van deze hyperindividuele en egocentrische tijd dat we publieke gebouwen niet meer zien als iets waar we met zijn allen trots op kunnen zijn. Over protserige kantoren van bedrijven in de private sector valt niemand, terwijl die strikt gesproken toch ook 'van onze centen' zijn gebouwd.' 

‘Ah. En u ziet daar een vergelijking met het Spuiforum?’ ‘Ja. Een zelfverzekerde grote stad heeft goede culturele voorzieningen nodig. En voor goede culturele voorzieningen heb je zalen nodig.’ ‘Maar de gemeente heeft de afgelopen periode nu juist allerlei culturele voorzieningen om zeep geholpen! Koorenhuis en Culturalis werden opgeheven, Zeebelt en De Regentes werden gesloten … En dan wel zo’n nieuw gebouw neerzetten? Ik kan er geen touw aan vastknopen.’  ‘Daar heb je een punt, Willem. Op zich moet je die zaken los van elkaar zien, maar daar heb ik ook moeite mee. Het cultuurbeleid van dit college lijkt op vele gedachten te hinken.’

‘En zoveel centen voor zo’n gebouw in deze tijd van crisis?’ ‘Van dat argument word ik kriegel. Wat deed Den Haag in de crisis van de jaren dertig? Investeren in het Zuiderpark. Vast geen investering met een hoge ‘return’ in centen, maar van onschatbare waarde voor de stad. Als iedereen in deze tijd op zijn handen gaat zitten wordt het alleen maar erger, als ik Keynes tenminste goed begrepen heb. Als je vindt dat er in Den Haag zoiets moet komen als een Spuiforum dan is dit het juiste moment om te investeren omdat je nu scherp kunt aanbesteden. Alle bouwbedrijven schreeuwen om werk’ ‘En als het misgaat komt u zeker met het voorbeeld van het Sydney Opera House dat honderdmiljoen keer meer kostte dan begroot, maar dat die stad wel wereldwijd ‘op de kaart zette’?’ ‘Nu overdrijf je, Willem. Je begrijpt best wat ik bedoel.’

‘Ik begrijp het wel, maar ik heb toch nog wat twijfels. Zo’n Spuiforum op die plek is niet bepaald een ‘jas’ die verdere ontwikkelingen mogelijk maakt. Eerder een sluitstuk, want alles wordt volgebouwd. Het probleem van het niet functionerende Spuiplein wordt ‘opgelost’ door er een gebouw op te zetten. Die prachtige Nieuwe Kerk wordt er helemaal door weggedrukt. En zegt u nu eens eerlijk: vindt u het wel een mooi gebouw?’

‘Ook daar heb ik zo mijn twijfels Willem. Ik vind het onbegrijpelijk dat dat prachtige ontwerp van Zaha Hadid niet is verkozen boven deze ‘broodrooster met theemuts’ van Neutelings. Anderzijds zie ik dat de door Mecanoo ontworpen Bibliotheek van Birmingham alom bejubeld wordt. Ik zie nauwelijks verschil tussen dat gebouw en het broodrooster.'  

‘Bij twijfel niet doen, zeg ik altijd maar.’ ‘Dan zou er verdomd weinig meer gebeuren, Willem. Eigenlijk denk ik dat het van moed getuigt om die zure negativiteit te doorbreken en dat ding er neer te zetten. Over tien jaar is iedere Hagenaar er trots op. Hoop ik.’ ‘Om op die Vitruvius van Duivesteijn terug te komen moet er dan wel sprake zijn van – even zoeken hoor - …  Oh hier staat het: ‘utilitas (gebruikswaarde), venustas (belevingswaarde) en firmitas (toekomstwaarde)’.’ ‘Laten we hopen dat het gemeentebestuur daar goed op let, Willem.’ 'Het gemeentebestuur? Daar heeft u vast het volste vertrouwen in nu u als bijdrage aan de kwaliteitsverbetering niet eens op de kieslijst van die partij van u bent opgenomen?' 'Geen verse wonden openrijten, Willem. Geknakt, doch ongebroken vervolg ik mijn eenzame weg. Als de peilingen een enigszins realistisch beeld geven gebeurt er de komende vier jaar toch helemaal niks meer in Den Haag, dus dan mis ik ook niets.' 'Maar we blijven het toch wel volgen vanuit onze Leunstoel?' 'Uiteraard, Willem. Uiteraard.'

In de volgende aflevering van De Leunstoel zal Spuiforum-tegenstander Theo Monkhorst reageren.

*********************************************************
Adri Duivesteijn en Willem Minderhout, Vitruvius waer bestu bleven?, Ruimte in debat, juni 2005.
Meer:Spuiforum

**************************
De tekening is van Elène Klaren

© 2014 Willem Minderhout
powered by CJ2