archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Religieuze restanten Carlo van Praag

0503BS baard
De secularisatie is tot stilstand gekomen, religie komt weer helemaal terug, spiritualiteit is wat de klok slaat. Zo hoor ik menigmaal. Waarom denkt men dat? Waarschijnlijk om verschillende redenen!

Zo laten veel mensen zich aanpraten dat allerhande verschijnselen niet lineair maar cyclisch ontwikkelen. Alles wat geweest is, doemt weer op. De sixties zijn weer helemaal terug, lezen wij dan. Meestal gaat het over mode of muziek maar veel mensen denken dat ideologieën aan dezelfde regel gehoorzamen. Zo bestaat, tot in sociaal-wetenschappelijke kringen toe, het idee dat de individualisering haar langste tijd heeft gehad en dat de mensen weer naar elkaar toe kruipen, de lokale gemeenschap omhelzen en de buurt koesteren, ja, niet weinigen zouden zelfs bereid zijn in woongroepen te gaan leven. Nee dus! Secularisatie is, net als andere aspecten van modernisering, een proces dat gewoon doorgaat. Ik heb het over onze contreien, over een overzienbare termijn en over wat zich redelijkerwijs laat verwachten! Ik ben geen profeet!

Er is nog een andere reden om te menen dat religie weer opbloeit. De godsdienst was tot diep in de jaren zestig een sterke maatschappelijke kracht, juist in het nu nogal afvallige Nederland. In 1966 geloofden de mensen nog in het bestaan van God, in het hiernamaals (83%), in de hemel (94%) en – merk het verschil op - de hel (69%), alsook in de bijbel als het woord van God (77%). Adam en Eva werden nog aangezien voor historische figuren (73%). De mensen waren in grote meerderheid lid van een kerk (in 1958 voor drie kwart) waar zij ook trouw naartoe gingen, vaker dan in de meeste andere Europese landen. Dat is nu allang niet meer zo. In de loop van de tijd zijn al deze cijfers tot de helft of minder teruggezakt, het geloof in de hel zelfs tot een kwart. Momenteel beschouwt zich nog ongeveer 35% van de bevolking als kerkelijk, hoewel dit percentage erg van de vraagstelling afhangt.
Zo’n sterk instituut als de toenmalige godsdienst, verdwijnt echter niet zomaar omdat de geloofswaarheden het begeven. Wij hebben er politieke partijen en maatschappelijke organisaties aan overgehouden, veel mensen hebben erin geïnvesteerd en zij zien hun aandelen niet graag kelderen. Elke kleine koerswinst brengt nieuwe hoop. Er zijn weer twee christelijke partijen in de regeringscoalitie. Zelfs de komst van de moslims wordt gezien als een impuls voor de religieuze heropleving van Nederland. Wat zij kunnen, kunnen wij ook! Wij hebben ook normen en waarden van goddelijke oorsprong! Kortom de wens dat de religie terugkeert, is hier de vader van de gedachte!

En er zijn dezulken die zich vastklampen aan het idee dat het sterk geseculariseerde Europa een eilandje is in een wereld van springlevende godsdienstigheid. Dat is trouwens geen misvatting, het is waar! Er zijn mondiaal meer mensen verbonden met een godsdienst dan ooit tevoren. Dat is verklaarbaar. Religie gedijt nu eenmaal het best in een akker van onmacht, angst, armoede en ziekte en de derde wereld staat voor al deze misère garant. En aangezien de bevolkingstoename daar groot is, komen er veel nieuwe gelovigen bij, veel meer dan er hier door de secularisatie verdwijnen. De voormalige tweede wereld (die term hoor je niet vaak meer) geeft eveneens een opleving van de religie te zien, hetgeen begrijpelijk is na tientallen jaren van onderdrukkend en antireligieus communisme. Zeer verheugend allemaal, want de gebedenstroom waar het Opperwezen zo aan hecht, droogt op die manier niet op. De Verenigde Staten, waar weliswaar enige secularisatie optreedt, vormen desondanks ook nog een waar bastion van religieuze ijver, hetgeen zich minder makkelijk laat begrijpen, want zo slecht gaat het daar niet. Het kerklidmaatschap schijnt daar echter een soort sociale conventie te vertegenwoordigen, die moreel niet dieper steekt dan hier het lidmaatschap van de ANWB. Maar toch, nog aan het einde van de jaren negentig geloofde 82% van de Amerikanen in het bestaan van God, tegenover grofweg de helft van de West-Europeanen. 57% vond religie ‘zeer belangrijk’ tegenover 10% van de West-Europeanen (SCP 17, 21). Europa kan dus inderdaad worden voorgesteld als een eiland bespoeld door een religieuze zee, beschermd door dijken die nu al bressen vertonen.
Trendextrapolatie door het SCP wijst echter helemaal niet in de richting van een dergelijke religieuze dijkdoorbraak. In tegendeel: het instituut verwacht dat in Nederland in 2020 nog slechts 28% van de bevolking zich tot een godsdienst zal rekenen, in plaats van de huidige 38%. En van die 28% zal bijna een derde moslim zijn. Daarzonder zou de secularisatie dus nog sneller verlopen.

Veel sterker staan degenen die beweren dat de religie niet verdwijnt, maar slechts een andere vorm krijgt. Religie als een rond kerken en doctrines georganiseerd fenomeen maakt plaats voor een diffuus geloof in het bovennatuurlijke. Het is opmerkelijk dat in 2002 niet minder dan 31% van de buitenkerkelijken in religieuze wonderen geloofde en dat dit percentage zich sinds het begin van de jaren negentig in stijgende lijn bevindt. Van deze buitenkerkelijken gelooft 37% in een leven na de dood en een kwart in de hemel. Nog altijd 19% van hen gelooft dat bidden zinvol is. Maar kerken, geloofsdienaren, missen en koorzang zijn voor dat geloof niet meer nodig. Niet het geloof als zodanig is verdwenen, maar de neiging er wat aan te doen, ervoor de deur uit te gaan. De schrik is er dan ook duidelijk uit, getuige het sterk getaande geloof in de hel. Die is trouwens volgens Herman Vuijsje in 1999 door paus Johannes Paulus II afgeschaft, evenals, jammer genoeg, de hemel.

En dan hebben we het nog niet gehad over andere vormen van spiritualiteit, die vroeger met de term bijgeloof werden afgedaan, zoals het geloof in amuletten, waarzegging, gebedsgenezing, astrologie, telepathie en reïncarnatie. Voor elk van deze richtingen is ongeveer een kwart van de Nederlandse bevolking te porren en daarbij steken wij, God dank, nog gunstig af bij andere Europeanen die van al deze apekool nog sterker zijn gecharmeerd. Dit bijgeloof is het sterkst ontwikkeld bij de ‘ietsisten’ die niet zozeer in een God geloven die alles bestiert, als wel in een niet nader te definiëren hogere macht. De atheïsten en de agnosten zijn, God zij nogmaals gedankt, het best gewapend tegen genoemde vormen van bijgeloof en de ouderwetse gelovigen zijn ook wat minder vatbaar, hoewel zeker niet immuun.

Naar hun bereik zijn ietsisme en bijgeloof misschien inderdaad te beschouwen als een vervanging van de godsdienst, maar wij moeten ons wel afvragen of deze kwantitatieve substitutie ook in kwalitatieve zin opgaat. Is een vaag gevoel dat er meer tussen hemel en aarde is dan de mens kan vatten, een strikt individueel gevoel dat geen enkele morele lading heeft en dat niets van ons vraagt, hetzelfde als godsdienst? Ook al zou de complete bevolking af en toe door een dergelijk gevoelen worden bekropen, zijn wij dan minder geseculariseerd?

Dat ietsisme zoveel voorkomt, vind ik niet zo gek. Het bestaan blijft tenslotte een mysterie. Wij weten hoe de aarde is ontstaan en hoe het leven er is geëvolueerd, en er zijn sterke speculaties over wat eraan voorafging, maar niet waarom er überhaupt een heelal bestaat. Wij weten wel hoe wij hier zijn gekomen, maar niet waarom wij er zijn. Verder blijft de dood een moeilijk te verteren brok. Je raakt onwillekeurig aan het mijmeren en voor je het weet, hoor je er ook bij: bij de ietsisten. Zelfs de fanatieke atheïst Richard Dawkins kan niet bewijzen dat God niet bestaat, hoewel hij een manmoedige poging doet om althans de onwaarschijnlijkheid daarvan aan te tonen. Maar al dat bijgeloof is triest. Het zoveelste bewijs dat de havo niet helpt!

Ik werd bij het schrijven van dit artikel geïnspireerd door: Herman Vuijsje, ‘Tot hier heeft de Heer ons geholpen’ (Contact, 2007). De cijfers zijn ontleend aan SCP: ‘Godsdienstige veranderingen in Nederland’, 2006. Beginnende atheïsten beveel ik aan: Richard Dawkins, ‘The God delusion’ (Bantam Press, 2006).
 
**********************************************
‘Springveren, het beste uit de leunstoel,’ is te koop.
Luister op die site naar ‘De mannenpil,’ een van de bijdragen,
voorgelezen door Maeve van der Steen.
Of ga naar de boekhandel, ISBN 978 90 5972 195 1 .


© 2007 Carlo van Praag meer Carlo van Praag - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
Religieuze restanten Carlo van Praag
0503BS baard
De secularisatie is tot stilstand gekomen, religie komt weer helemaal terug, spiritualiteit is wat de klok slaat. Zo hoor ik menigmaal. Waarom denkt men dat? Waarschijnlijk om verschillende redenen!

Zo laten veel mensen zich aanpraten dat allerhande verschijnselen niet lineair maar cyclisch ontwikkelen. Alles wat geweest is, doemt weer op. De sixties zijn weer helemaal terug, lezen wij dan. Meestal gaat het over mode of muziek maar veel mensen denken dat ideologieën aan dezelfde regel gehoorzamen. Zo bestaat, tot in sociaal-wetenschappelijke kringen toe, het idee dat de individualisering haar langste tijd heeft gehad en dat de mensen weer naar elkaar toe kruipen, de lokale gemeenschap omhelzen en de buurt koesteren, ja, niet weinigen zouden zelfs bereid zijn in woongroepen te gaan leven. Nee dus! Secularisatie is, net als andere aspecten van modernisering, een proces dat gewoon doorgaat. Ik heb het over onze contreien, over een overzienbare termijn en over wat zich redelijkerwijs laat verwachten! Ik ben geen profeet!

Er is nog een andere reden om te menen dat religie weer opbloeit. De godsdienst was tot diep in de jaren zestig een sterke maatschappelijke kracht, juist in het nu nogal afvallige Nederland. In 1966 geloofden de mensen nog in het bestaan van God, in het hiernamaals (83%), in de hemel (94%) en – merk het verschil op - de hel (69%), alsook in de bijbel als het woord van God (77%). Adam en Eva werden nog aangezien voor historische figuren (73%). De mensen waren in grote meerderheid lid van een kerk (in 1958 voor drie kwart) waar zij ook trouw naartoe gingen, vaker dan in de meeste andere Europese landen. Dat is nu allang niet meer zo. In de loop van de tijd zijn al deze cijfers tot de helft of minder teruggezakt, het geloof in de hel zelfs tot een kwart. Momenteel beschouwt zich nog ongeveer 35% van de bevolking als kerkelijk, hoewel dit percentage erg van de vraagstelling afhangt.
Zo’n sterk instituut als de toenmalige godsdienst, verdwijnt echter niet zomaar omdat de geloofswaarheden het begeven. Wij hebben er politieke partijen en maatschappelijke organisaties aan overgehouden, veel mensen hebben erin geïnvesteerd en zij zien hun aandelen niet graag kelderen. Elke kleine koerswinst brengt nieuwe hoop. Er zijn weer twee christelijke partijen in de regeringscoalitie. Zelfs de komst van de moslims wordt gezien als een impuls voor de religieuze heropleving van Nederland. Wat zij kunnen, kunnen wij ook! Wij hebben ook normen en waarden van goddelijke oorsprong! Kortom de wens dat de religie terugkeert, is hier de vader van de gedachte!

En er zijn dezulken die zich vastklampen aan het idee dat het sterk geseculariseerde Europa een eilandje is in een wereld van springlevende godsdienstigheid. Dat is trouwens geen misvatting, het is waar! Er zijn mondiaal meer mensen verbonden met een godsdienst dan ooit tevoren. Dat is verklaarbaar. Religie gedijt nu eenmaal het best in een akker van onmacht, angst, armoede en ziekte en de derde wereld staat voor al deze misère garant. En aangezien de bevolkingstoename daar groot is, komen er veel nieuwe gelovigen bij, veel meer dan er hier door de secularisatie verdwijnen. De voormalige tweede wereld (die term hoor je niet vaak meer) geeft eveneens een opleving van de religie te zien, hetgeen begrijpelijk is na tientallen jaren van onderdrukkend en antireligieus communisme. Zeer verheugend allemaal, want de gebedenstroom waar het Opperwezen zo aan hecht, droogt op die manier niet op. De Verenigde Staten, waar weliswaar enige secularisatie optreedt, vormen desondanks ook nog een waar bastion van religieuze ijver, hetgeen zich minder makkelijk laat begrijpen, want zo slecht gaat het daar niet. Het kerklidmaatschap schijnt daar echter een soort sociale conventie te vertegenwoordigen, die moreel niet dieper steekt dan hier het lidmaatschap van de ANWB. Maar toch, nog aan het einde van de jaren negentig geloofde 82% van de Amerikanen in het bestaan van God, tegenover grofweg de helft van de West-Europeanen. 57% vond religie ‘zeer belangrijk’ tegenover 10% van de West-Europeanen (SCP 17, 21). Europa kan dus inderdaad worden voorgesteld als een eiland bespoeld door een religieuze zee, beschermd door dijken die nu al bressen vertonen.
Trendextrapolatie door het SCP wijst echter helemaal niet in de richting van een dergelijke religieuze dijkdoorbraak. In tegendeel: het instituut verwacht dat in Nederland in 2020 nog slechts 28% van de bevolking zich tot een godsdienst zal rekenen, in plaats van de huidige 38%. En van die 28% zal bijna een derde moslim zijn. Daarzonder zou de secularisatie dus nog sneller verlopen.

Veel sterker staan degenen die beweren dat de religie niet verdwijnt, maar slechts een andere vorm krijgt. Religie als een rond kerken en doctrines georganiseerd fenomeen maakt plaats voor een diffuus geloof in het bovennatuurlijke. Het is opmerkelijk dat in 2002 niet minder dan 31% van de buitenkerkelijken in religieuze wonderen geloofde en dat dit percentage zich sinds het begin van de jaren negentig in stijgende lijn bevindt. Van deze buitenkerkelijken gelooft 37% in een leven na de dood en een kwart in de hemel. Nog altijd 19% van hen gelooft dat bidden zinvol is. Maar kerken, geloofsdienaren, missen en koorzang zijn voor dat geloof niet meer nodig. Niet het geloof als zodanig is verdwenen, maar de neiging er wat aan te doen, ervoor de deur uit te gaan. De schrik is er dan ook duidelijk uit, getuige het sterk getaande geloof in de hel. Die is trouwens volgens Herman Vuijsje in 1999 door paus Johannes Paulus II afgeschaft, evenals, jammer genoeg, de hemel.

En dan hebben we het nog niet gehad over andere vormen van spiritualiteit, die vroeger met de term bijgeloof werden afgedaan, zoals het geloof in amuletten, waarzegging, gebedsgenezing, astrologie, telepathie en reïncarnatie. Voor elk van deze richtingen is ongeveer een kwart van de Nederlandse bevolking te porren en daarbij steken wij, God dank, nog gunstig af bij andere Europeanen die van al deze apekool nog sterker zijn gecharmeerd. Dit bijgeloof is het sterkst ontwikkeld bij de ‘ietsisten’ die niet zozeer in een God geloven die alles bestiert, als wel in een niet nader te definiëren hogere macht. De atheïsten en de agnosten zijn, God zij nogmaals gedankt, het best gewapend tegen genoemde vormen van bijgeloof en de ouderwetse gelovigen zijn ook wat minder vatbaar, hoewel zeker niet immuun.

Naar hun bereik zijn ietsisme en bijgeloof misschien inderdaad te beschouwen als een vervanging van de godsdienst, maar wij moeten ons wel afvragen of deze kwantitatieve substitutie ook in kwalitatieve zin opgaat. Is een vaag gevoel dat er meer tussen hemel en aarde is dan de mens kan vatten, een strikt individueel gevoel dat geen enkele morele lading heeft en dat niets van ons vraagt, hetzelfde als godsdienst? Ook al zou de complete bevolking af en toe door een dergelijk gevoelen worden bekropen, zijn wij dan minder geseculariseerd?

Dat ietsisme zoveel voorkomt, vind ik niet zo gek. Het bestaan blijft tenslotte een mysterie. Wij weten hoe de aarde is ontstaan en hoe het leven er is geëvolueerd, en er zijn sterke speculaties over wat eraan voorafging, maar niet waarom er überhaupt een heelal bestaat. Wij weten wel hoe wij hier zijn gekomen, maar niet waarom wij er zijn. Verder blijft de dood een moeilijk te verteren brok. Je raakt onwillekeurig aan het mijmeren en voor je het weet, hoor je er ook bij: bij de ietsisten. Zelfs de fanatieke atheïst Richard Dawkins kan niet bewijzen dat God niet bestaat, hoewel hij een manmoedige poging doet om althans de onwaarschijnlijkheid daarvan aan te tonen. Maar al dat bijgeloof is triest. Het zoveelste bewijs dat de havo niet helpt!

Ik werd bij het schrijven van dit artikel geïnspireerd door: Herman Vuijsje, ‘Tot hier heeft de Heer ons geholpen’ (Contact, 2007). De cijfers zijn ontleend aan SCP: ‘Godsdienstige veranderingen in Nederland’, 2006. Beginnende atheïsten beveel ik aan: Richard Dawkins, ‘The God delusion’ (Bantam Press, 2006).
 
**********************************************
‘Springveren, het beste uit de leunstoel,’ is te koop.
Luister op die site naar ‘De mannenpil,’ een van de bijdragen,
voorgelezen door Maeve van der Steen.
Of ga naar de boekhandel, ISBN 978 90 5972 195 1 .
© 2007 Carlo van Praag
powered by CJ2