archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Last van vergrijzing Carlo van Praag

0001 BS Carlo
Wij worden allemaal elk jaar een jaar ouder, behalve degenen die onderweg afhaken. Het klopt: ik heb het laten narekenen. Op individueel niveau is er tegen de vergrijzing niets te doen (of je moet het woord vergrijzing erg letterlijk nemen). Op collectief niveau zijn er wel remedies, maar die bestaan eigenlijk slechts in theorie: verjonging van de bevolking door een radicale verhoging van het aantal geboorten (deze remedie wordt pas op de lange termijn werkzaam) of door een zo enorme en langdurige immigratie dat onze bevolking over een jaar of veertig verdubbeld zou zijn. Deze middelen zijn, om het zacht uit te drukken, inopportuun. We zullen dus moeten leven met en in een vergrijzende samenleving. Is dat een probleem? Ja, zegt het Centraal Planbureau (CPB): het is een probleem en er dient te worden ingegrepen. Nee, zegt de Raad van Economisch Adviseurs (REA), een onafhankelijk adviescollege van de Tweede Kamer: het is een schijnprobleem en we moeten ons vooral niet op stang laten jagen door de rekenaars van het CPB.

Sinds de tweede helft van de negentiende eeuw neemt de vruchtbaarheid vrijwel continu af. Ik heb het over vruchtbaarheid, niet in biologische, maar in demografische zin. De vruchtbaarheid staat voor het aantal kinderen dat een vrouw over haar levensspanne kan verwachten. In 1900 bedroeg dat gemiddeld ongeveer 4,5, thans 1,7. In deze continu dalende curve zit één grote bobbel: de vruchtbaarheidspiek van na de Tweede Wereldoorlog Het aantal geboorten nam scherp toe om pas in het midden van de jaren zestig weer naar een ‘normaal’ niveau terug te keren.

Met de geboortegolf was de kiem voor het vergrijzingsprobleem gelegd, maar dat was destijds nog niet duidelijk. Men kon immers niet voorzien dat de vruchtbaarheid in een volgend decennium weer net zo spectaculair zou gaan dalen als zij in een eerdere fase was gestegen. Bovendien hadden bevolking en overheid zo kort na de oorlog andere problemen aan hun hoofd.

De geboortegolf (de bobbel in de curve) rolt voort. De bobbelborelingen zijn nu, anno 2007, van middelbare leeftijd en zij zullen in de periode tussen 2010 en 2035 de leeftijd van 65 jaar overschrijden. In die periode treedt dus een snelle vergrijzing op. Vanzelfsprekend sterven er mensen onderweg en verliest de golf iets van zijn hoogte. Maar die afkalving gaat minder hard dan zich aanvankelijk liet voorzien, want de mensen leven steeds langer.

Het vergrijzingsprobleem is gelegen in het feit dat ouderen (waarom niet het betere woord ‘bejaarden’?) geld kosten. Zij betalen geen AOW-premie meer en genieten daarentegen een AOW-uitkering. Zij maken druk gebruik van medische voorzieningen die door het voortschrijden van de medische techniek vanzelf al steeds duurder worden. Als zij meer dan alleen een AOW-inkomen verdienen, betalen zij wel belasting, maar per saldo kosten zij de staat meer dan zij opbrengen; als groep tenminste! De bevolking van 15-64 jaar vormt in dit opzicht een spiegelbeeld. Deze groep krijgt geen AOW en maakt veel minder dan de bejaarden gebruik van medische zorg. Zij kost de staat juist minder dan zij opbrengt aan belastingen. Er is, via de staat, een inkomensoverdracht gaande van niet-bejaarden aan bejaarden. Dat heeft zijn rechtvaardiging. Bejaarden hebben hun leven lang gewerkt en gebouwd aan hun pensioen. Zij mogen, nu zij oud en zwak zijn, daarvan de vruchten plukken.

Daar zal niemand principieel bezwaar tegen hebben. Het venijn zit echter in de numerieke verhouding tussen de twee beschouwde leeftijdsgroepen. Het aantal bejaarden stijgt, de leeftijdsgroep daaronder neemt af. Nu zijn er op iedere bejaarde ruim vier 20-65-jarigen, in 2040 zijn er per bejaarde nog maar ruim twee 20-65-jarigen. De groep waarop de staat geld moet toeleggen wordt snel groter en de groep die de staat een netto profijt oplevert, wordt kleiner. Volgens het CPB komt de overheid daardoor in de rode cijfers. Het probleem wordt verergerd door recent vermogensverlies bij de pensioenfondsen en door de lage rente. De pensioenfondsen zullen in de toekomst hun premies verhogen en/of de pensioenuitkeringen limiteren. Dat betekent dat, ceteris paribus, de inkomens waarover de staat belasting kan heffen, dalen. Nog een oorzaak dus voor het verwachte deficiet!

Als we niets doen, zal het tekort op de begroting in 2040 3%-punt hoger liggen dan nu. Als we niet nu reeds maatregelen treffen, moeten de belastingbetalers van de toekomst dit tekort aanzuiveren. Zij betalen hogere belastingen en premies of zij moeten zich ingrijpende bezuinigingen op onderwijs, zorg etc. laten welgevallen, terwijl de belastingbetalers van nu worden gespaard. Het CPB noemt een aantal maatregelen die de lasten van de vergrijzing naar voren verschuiven en deze meteen ook eerlijk over de generaties verdelen. De twee meest effectieve daarvan zijn een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd van 65 naar 67 jaar en de afschaffing van premievrijstelling voor de meer welvarende bejaarden over het AOW-inkomen.

De Raad van Economisch Adviseurs (REA) is niet ingenomen met deze analyse en beschuldigt het CPB van zwartkijkerij. Vergrijzing is geen probleem, maar een zegening, zegt de REA. Hoera! Ik ben dus wel een oude zak, maar geen sta-in-de-weg! De argumentatie van de REA valt evenwel tegen. Vergrijzing is een zegening, omdat het verschijnsel voortkomt uit modernisering, emancipatie en keuzevrijheid, want die processen hebben geleid tot een vermindering van het kindertal. Wat een redenering! Als de oorzaak deugt, kan het gevolg blijkbaar niet problematisch zijn. Een paar pagina’s verder pas komt de REA met een werkelijk argument: het CPB rekent met een te lage rentevoet. Als deze voor de lange termijn op 4% in plaats van op 3% wordt bepaald, daalt het te verwachten begrotingstekort naar 0,9%. Nog steeds een tekort dus!

Verder is, volgens de REA, het CPB eenzijdig gericht op de overheidsfinanciën. Het CPB houdt geen rekening met de aanzienlijke en nog steeds stijgende vermogens van de burgers van het land. Dat de overheid moeite heeft om met haar geld uit te komen, betekent nog niet dat het land arm is. Er zijn meer bronnen dan alleen maar pensioen om de oude dag leefbaar te maken. Dat klopt, zou ik zeggen, maar dat feit weerspreekt niet de zienswijze van het CPB. In tegendeel het versterkt deze alleen maar. De burgers kunnen de kosten van de vergrijzing blijkbaar dragen en zij zijn de aangewezen partij om de overheid uit de rode cijfers te trekken. De vergrijzing is immers niet door de overheid veroorzaakt en het is dan ook geen optie om de overheid voor de financiering te laten opdraaien, zonder dat zij ons daarop kan aanspreken. Het gaat om een probleem van de samenleving. De oplossing in de vorm van een lastenverzwaring die nu al een aanvang neemt en die eerlijk over de generaties wordt verdeeld, in plaats van dat zij in haar volle omvang blijft liggen voor een volgende generatie van belastingbetalers, komt mij niet onredelijk voor.

De REA wil overigens, net als het CPB, de pensioenleeftijd naar 67 jaar verschuiven. Waarom zou dat nodig zijn, als de vergrijzing alleen maar een schijnprobleem is? Ik ben over het REA-rapportje trouwens helemaal niet enthousiast. Neem nou zo’n citaat:
‘Allereerst is het noodzakelijk dat het onderwijssysteem wordt opgeschut’. Inderdaad, net zo lang tot de adviseurs van de Tweede Kamer weer kunnen spellen! De tekst gaat verder: ‘Hierbij dient niet te worden gegrepen naar het vertrouwde instrument van centraal dirigisme vanuit Den Haag via het ontwerpen van de ene landelijke blauwdruk na de andere. In plaats daarvan moet worden gezocht naar middelen waarmee onderwijsinstellingen worden geprikkeld dynamisch, innovatief en vraaggericht te opereren’. En: ‘door behoud- en regelzucht, alsmede door gebrek aan durfkapitaal, verliest Nederland haar aantrekkingskracht op buitenlandse kennisproducenten en –werkers’. Hoe krijg je zulke laffe leuzen uit je pen? En het woord Nederland is niet vrouwelijk!
 
*****************************************
Floris Wiegerinck is ontwerper en tekenaar.
Ga voor informatie naar www.floriswiegerinck.nl


© 2007 Carlo van Praag meer Carlo van Praag - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
Last van vergrijzing Carlo van Praag
0001 BS Carlo
Wij worden allemaal elk jaar een jaar ouder, behalve degenen die onderweg afhaken. Het klopt: ik heb het laten narekenen. Op individueel niveau is er tegen de vergrijzing niets te doen (of je moet het woord vergrijzing erg letterlijk nemen). Op collectief niveau zijn er wel remedies, maar die bestaan eigenlijk slechts in theorie: verjonging van de bevolking door een radicale verhoging van het aantal geboorten (deze remedie wordt pas op de lange termijn werkzaam) of door een zo enorme en langdurige immigratie dat onze bevolking over een jaar of veertig verdubbeld zou zijn. Deze middelen zijn, om het zacht uit te drukken, inopportuun. We zullen dus moeten leven met en in een vergrijzende samenleving. Is dat een probleem? Ja, zegt het Centraal Planbureau (CPB): het is een probleem en er dient te worden ingegrepen. Nee, zegt de Raad van Economisch Adviseurs (REA), een onafhankelijk adviescollege van de Tweede Kamer: het is een schijnprobleem en we moeten ons vooral niet op stang laten jagen door de rekenaars van het CPB.

Sinds de tweede helft van de negentiende eeuw neemt de vruchtbaarheid vrijwel continu af. Ik heb het over vruchtbaarheid, niet in biologische, maar in demografische zin. De vruchtbaarheid staat voor het aantal kinderen dat een vrouw over haar levensspanne kan verwachten. In 1900 bedroeg dat gemiddeld ongeveer 4,5, thans 1,7. In deze continu dalende curve zit één grote bobbel: de vruchtbaarheidspiek van na de Tweede Wereldoorlog Het aantal geboorten nam scherp toe om pas in het midden van de jaren zestig weer naar een ‘normaal’ niveau terug te keren.

Met de geboortegolf was de kiem voor het vergrijzingsprobleem gelegd, maar dat was destijds nog niet duidelijk. Men kon immers niet voorzien dat de vruchtbaarheid in een volgend decennium weer net zo spectaculair zou gaan dalen als zij in een eerdere fase was gestegen. Bovendien hadden bevolking en overheid zo kort na de oorlog andere problemen aan hun hoofd.

De geboortegolf (de bobbel in de curve) rolt voort. De bobbelborelingen zijn nu, anno 2007, van middelbare leeftijd en zij zullen in de periode tussen 2010 en 2035 de leeftijd van 65 jaar overschrijden. In die periode treedt dus een snelle vergrijzing op. Vanzelfsprekend sterven er mensen onderweg en verliest de golf iets van zijn hoogte. Maar die afkalving gaat minder hard dan zich aanvankelijk liet voorzien, want de mensen leven steeds langer.

Het vergrijzingsprobleem is gelegen in het feit dat ouderen (waarom niet het betere woord ‘bejaarden’?) geld kosten. Zij betalen geen AOW-premie meer en genieten daarentegen een AOW-uitkering. Zij maken druk gebruik van medische voorzieningen die door het voortschrijden van de medische techniek vanzelf al steeds duurder worden. Als zij meer dan alleen een AOW-inkomen verdienen, betalen zij wel belasting, maar per saldo kosten zij de staat meer dan zij opbrengen; als groep tenminste! De bevolking van 15-64 jaar vormt in dit opzicht een spiegelbeeld. Deze groep krijgt geen AOW en maakt veel minder dan de bejaarden gebruik van medische zorg. Zij kost de staat juist minder dan zij opbrengt aan belastingen. Er is, via de staat, een inkomensoverdracht gaande van niet-bejaarden aan bejaarden. Dat heeft zijn rechtvaardiging. Bejaarden hebben hun leven lang gewerkt en gebouwd aan hun pensioen. Zij mogen, nu zij oud en zwak zijn, daarvan de vruchten plukken.

Daar zal niemand principieel bezwaar tegen hebben. Het venijn zit echter in de numerieke verhouding tussen de twee beschouwde leeftijdsgroepen. Het aantal bejaarden stijgt, de leeftijdsgroep daaronder neemt af. Nu zijn er op iedere bejaarde ruim vier 20-65-jarigen, in 2040 zijn er per bejaarde nog maar ruim twee 20-65-jarigen. De groep waarop de staat geld moet toeleggen wordt snel groter en de groep die de staat een netto profijt oplevert, wordt kleiner. Volgens het CPB komt de overheid daardoor in de rode cijfers. Het probleem wordt verergerd door recent vermogensverlies bij de pensioenfondsen en door de lage rente. De pensioenfondsen zullen in de toekomst hun premies verhogen en/of de pensioenuitkeringen limiteren. Dat betekent dat, ceteris paribus, de inkomens waarover de staat belasting kan heffen, dalen. Nog een oorzaak dus voor het verwachte deficiet!

Als we niets doen, zal het tekort op de begroting in 2040 3%-punt hoger liggen dan nu. Als we niet nu reeds maatregelen treffen, moeten de belastingbetalers van de toekomst dit tekort aanzuiveren. Zij betalen hogere belastingen en premies of zij moeten zich ingrijpende bezuinigingen op onderwijs, zorg etc. laten welgevallen, terwijl de belastingbetalers van nu worden gespaard. Het CPB noemt een aantal maatregelen die de lasten van de vergrijzing naar voren verschuiven en deze meteen ook eerlijk over de generaties verdelen. De twee meest effectieve daarvan zijn een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd van 65 naar 67 jaar en de afschaffing van premievrijstelling voor de meer welvarende bejaarden over het AOW-inkomen.

De Raad van Economisch Adviseurs (REA) is niet ingenomen met deze analyse en beschuldigt het CPB van zwartkijkerij. Vergrijzing is geen probleem, maar een zegening, zegt de REA. Hoera! Ik ben dus wel een oude zak, maar geen sta-in-de-weg! De argumentatie van de REA valt evenwel tegen. Vergrijzing is een zegening, omdat het verschijnsel voortkomt uit modernisering, emancipatie en keuzevrijheid, want die processen hebben geleid tot een vermindering van het kindertal. Wat een redenering! Als de oorzaak deugt, kan het gevolg blijkbaar niet problematisch zijn. Een paar pagina’s verder pas komt de REA met een werkelijk argument: het CPB rekent met een te lage rentevoet. Als deze voor de lange termijn op 4% in plaats van op 3% wordt bepaald, daalt het te verwachten begrotingstekort naar 0,9%. Nog steeds een tekort dus!

Verder is, volgens de REA, het CPB eenzijdig gericht op de overheidsfinanciën. Het CPB houdt geen rekening met de aanzienlijke en nog steeds stijgende vermogens van de burgers van het land. Dat de overheid moeite heeft om met haar geld uit te komen, betekent nog niet dat het land arm is. Er zijn meer bronnen dan alleen maar pensioen om de oude dag leefbaar te maken. Dat klopt, zou ik zeggen, maar dat feit weerspreekt niet de zienswijze van het CPB. In tegendeel het versterkt deze alleen maar. De burgers kunnen de kosten van de vergrijzing blijkbaar dragen en zij zijn de aangewezen partij om de overheid uit de rode cijfers te trekken. De vergrijzing is immers niet door de overheid veroorzaakt en het is dan ook geen optie om de overheid voor de financiering te laten opdraaien, zonder dat zij ons daarop kan aanspreken. Het gaat om een probleem van de samenleving. De oplossing in de vorm van een lastenverzwaring die nu al een aanvang neemt en die eerlijk over de generaties wordt verdeeld, in plaats van dat zij in haar volle omvang blijft liggen voor een volgende generatie van belastingbetalers, komt mij niet onredelijk voor.

De REA wil overigens, net als het CPB, de pensioenleeftijd naar 67 jaar verschuiven. Waarom zou dat nodig zijn, als de vergrijzing alleen maar een schijnprobleem is? Ik ben over het REA-rapportje trouwens helemaal niet enthousiast. Neem nou zo’n citaat:
‘Allereerst is het noodzakelijk dat het onderwijssysteem wordt opgeschut’. Inderdaad, net zo lang tot de adviseurs van de Tweede Kamer weer kunnen spellen! De tekst gaat verder: ‘Hierbij dient niet te worden gegrepen naar het vertrouwde instrument van centraal dirigisme vanuit Den Haag via het ontwerpen van de ene landelijke blauwdruk na de andere. In plaats daarvan moet worden gezocht naar middelen waarmee onderwijsinstellingen worden geprikkeld dynamisch, innovatief en vraaggericht te opereren’. En: ‘door behoud- en regelzucht, alsmede door gebrek aan durfkapitaal, verliest Nederland haar aantrekkingskracht op buitenlandse kennisproducenten en –werkers’. Hoe krijg je zulke laffe leuzen uit je pen? En het woord Nederland is niet vrouwelijk!
 
*****************************************
Floris Wiegerinck is ontwerper en tekenaar.
Ga voor informatie naar www.floriswiegerinck.nl
© 2007 Carlo van Praag
powered by CJ2