archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Misdaadboeken delen printen terug
Een uitbundige Schot Theo Capel

0212 Misdaad
In een vraaggesprek zei Ian Rankin onlangs dat hij een tijd lang voor een tijdschrift stereo-apparatuur had besproken. Zeshonderd woorden mochten zijn stukjes zijn. Dat had hem geleerd om zaken beknopt te beschrijven. Hij gaf toe dat zijn politieromans geen dunne boekjes zijn, maar ze zijn precies zo lang als nodig is, voegde hij eraan toen. Bij lezing blijkt daar geen woord van waar. Fleshmarket Alley (Back Bay Books, € 12,95, van Ditmar Boekenimport) telt meer dan 500, weliswaar betrekkelijke korte, bladzijden en is zo een dik boek te noemen. Met gemak had het ingekort kunnen worden. Je kan ook zeggen dat het verhaal maar aanmoddert, maar dat is te negatief. Rankin laat zijn politieman Rebus graag van hot naar haar gaan en hij gebruikt zijn boek voor het etaleren van een linkse, populistische kijk. Misschien dat hij dat bedoelt als hij zegt dat er geen woord teveel in zijn boeken staat.

John Rebus is een soort Schotse inspecteur Morse met een voorkeur voor roken en drinken en een hekel aan superieuren en regels. Hij heeft een hulpje met de onuitspreekbare naam Siobhan ('Sjievon') Clarke, een jonge vrouw met een groot hart. Dat geldt eigenlijk ook voor Rebus, maar die loopt er minder mee te koop.
Rebus is tegen het eind van zijn loopbaan en is nu min of meer uitgeleend aan een van de politiedistricten van Edinburg. Zo krijgt hij met de moord op een asielzoeker te maken die in zo'n mistroostige flatwijk woont die ooit door planologen met een visie werd ontworpen, maar al snel in een achterbuurt veranderde.
Clarke is intussen bezig een tiener die van huis is weggelopen op te sporen. Langzaam, maar dan echt langzaam, komen die twee zaken bij elkaar in een complot over de uitbuiting van illegale immigranten.
Het is een schande hoe in Schotland met armoelijders uit verre, vreemde landen wordt omgesprongen. Ze worden zonder meer in een verwijderingscentrum opgesloten, dat vroeger gewoon een gevangenis was. Maar als je denkt dat Schotten iets tegen buitenlanders hebben, zou je eens in Nederland moeten kijken. Rankin weet de lezer te melden van het plan van de overheid bij ons om 26.000 mensen over de grens te zetten.

Het klinkt allemaal enigszins als de boeken van Sjöwall en Wahlöö, gecertificeerde communisten, die Zweden schilderden alsof Oost-Duitsland een paradijs was. En zover ik weet, is Rankin ook een grote fan van het schrijverspaar.
Gelukkig is de formule van een politieroman stevig genoeg om allerlei bijkomstigheden zoals linkse dan wel rechtse praat te kunnen weerstaan. Het gaat uiteindelijk toch om de hoofdpersonen. Als die de lezer aanspreken, leest de een graag over de rest heen en is de ander daardoor helemaal te spreken over de auteur.
John Rebus is wat dat betreft klassiek genoeg als type om de lezer voor zich te winnen. Alle rottigheid heeft hem cynisch gemaakt, maar het vertrouwen in de mens en in zijn eigen mogelijkheden om zaken recht te zetten heeft hij niet echt verloren. En anders is er altijd wel een café in de buurt om de narigheid van alledag even van je af te kunnen zetten.
Toen Rankin hem bedacht, was hij meer gericht op iemand die puzzels tot klaarheid weet te brengen. Rebus als achternaam vond hij in dat kader een aardige vondst. Colin Dexter die een soortgelijke morsige politieman bedacht, was wat dat betreft subtieler. Hij noemde zijn inspecteur Morse naar de man die kampioen kruiswoordpuzzels oplossen was - en in het dagelijkse leven president-directeur van een grote bank. Bij ons bedacht Baantjer een soortgelijk type, zij het dat die veel minder van de cognac nipt dan zijn Engelse collega's.
Mensen vinden het leuk om over een levenswijze, vermoeide oude politieman te lezen. Mensen vinden het eigenlijk altijd leuk om over een politieman te lezen. Wat dat betreft is er weinig veranderd, ondanks de vele uitstulpingen die het misdaadboek de afgelopen jaren liet zien.

Eind jaren vijftig had je de B-auteur Carter Brown die Al Wheeler verzon, een Amerikaanse politieman in een fictief Californisch stadje. 'I had the duke playing Mood Indigo for me on the hi-fi machine', zegt hij ergens in The Victim. Het is een boekje van niks, maar niet onvermakelijk. Wheeler loopt altijd luchtig geklede, voluptueuze dames tegen het lijf die hij graag uitnodigt om bij hem thuis op de bank naar de hi-fi te komen luisteren, naar Duke Ellington of naar andere muziek die je tegenwoordig lounge zou noemen.
Ian Rankin weet ook alles van hi-fi. In zijn boeken komt dat nauwelijks terug. Rebus luistert af en toe naar obscure popmuziek en daar blijft het bij. En drank heeft de plaats van dames ingenomen. Het heeft misschien ook met het weer ter plaatse te maken. Hoe vaak horen we niet dat er een depressie van Schotland op weg is naar ons? We slaan ons er meestal wel doorheen.


© 2005 Theo Capel meer Theo Capel - meer "Misdaadboeken"
Vermaak en Genot > Misdaadboeken
Een uitbundige Schot Theo Capel
0212 Misdaad
In een vraaggesprek zei Ian Rankin onlangs dat hij een tijd lang voor een tijdschrift stereo-apparatuur had besproken. Zeshonderd woorden mochten zijn stukjes zijn. Dat had hem geleerd om zaken beknopt te beschrijven. Hij gaf toe dat zijn politieromans geen dunne boekjes zijn, maar ze zijn precies zo lang als nodig is, voegde hij eraan toen. Bij lezing blijkt daar geen woord van waar. Fleshmarket Alley (Back Bay Books, € 12,95, van Ditmar Boekenimport) telt meer dan 500, weliswaar betrekkelijke korte, bladzijden en is zo een dik boek te noemen. Met gemak had het ingekort kunnen worden. Je kan ook zeggen dat het verhaal maar aanmoddert, maar dat is te negatief. Rankin laat zijn politieman Rebus graag van hot naar haar gaan en hij gebruikt zijn boek voor het etaleren van een linkse, populistische kijk. Misschien dat hij dat bedoelt als hij zegt dat er geen woord teveel in zijn boeken staat.

John Rebus is een soort Schotse inspecteur Morse met een voorkeur voor roken en drinken en een hekel aan superieuren en regels. Hij heeft een hulpje met de onuitspreekbare naam Siobhan ('Sjievon') Clarke, een jonge vrouw met een groot hart. Dat geldt eigenlijk ook voor Rebus, maar die loopt er minder mee te koop.
Rebus is tegen het eind van zijn loopbaan en is nu min of meer uitgeleend aan een van de politiedistricten van Edinburg. Zo krijgt hij met de moord op een asielzoeker te maken die in zo'n mistroostige flatwijk woont die ooit door planologen met een visie werd ontworpen, maar al snel in een achterbuurt veranderde.
Clarke is intussen bezig een tiener die van huis is weggelopen op te sporen. Langzaam, maar dan echt langzaam, komen die twee zaken bij elkaar in een complot over de uitbuiting van illegale immigranten.
Het is een schande hoe in Schotland met armoelijders uit verre, vreemde landen wordt omgesprongen. Ze worden zonder meer in een verwijderingscentrum opgesloten, dat vroeger gewoon een gevangenis was. Maar als je denkt dat Schotten iets tegen buitenlanders hebben, zou je eens in Nederland moeten kijken. Rankin weet de lezer te melden van het plan van de overheid bij ons om 26.000 mensen over de grens te zetten.

Het klinkt allemaal enigszins als de boeken van Sjöwall en Wahlöö, gecertificeerde communisten, die Zweden schilderden alsof Oost-Duitsland een paradijs was. En zover ik weet, is Rankin ook een grote fan van het schrijverspaar.
Gelukkig is de formule van een politieroman stevig genoeg om allerlei bijkomstigheden zoals linkse dan wel rechtse praat te kunnen weerstaan. Het gaat uiteindelijk toch om de hoofdpersonen. Als die de lezer aanspreken, leest de een graag over de rest heen en is de ander daardoor helemaal te spreken over de auteur.
John Rebus is wat dat betreft klassiek genoeg als type om de lezer voor zich te winnen. Alle rottigheid heeft hem cynisch gemaakt, maar het vertrouwen in de mens en in zijn eigen mogelijkheden om zaken recht te zetten heeft hij niet echt verloren. En anders is er altijd wel een café in de buurt om de narigheid van alledag even van je af te kunnen zetten.
Toen Rankin hem bedacht, was hij meer gericht op iemand die puzzels tot klaarheid weet te brengen. Rebus als achternaam vond hij in dat kader een aardige vondst. Colin Dexter die een soortgelijke morsige politieman bedacht, was wat dat betreft subtieler. Hij noemde zijn inspecteur Morse naar de man die kampioen kruiswoordpuzzels oplossen was - en in het dagelijkse leven president-directeur van een grote bank. Bij ons bedacht Baantjer een soortgelijk type, zij het dat die veel minder van de cognac nipt dan zijn Engelse collega's.
Mensen vinden het leuk om over een levenswijze, vermoeide oude politieman te lezen. Mensen vinden het eigenlijk altijd leuk om over een politieman te lezen. Wat dat betreft is er weinig veranderd, ondanks de vele uitstulpingen die het misdaadboek de afgelopen jaren liet zien.

Eind jaren vijftig had je de B-auteur Carter Brown die Al Wheeler verzon, een Amerikaanse politieman in een fictief Californisch stadje. 'I had the duke playing Mood Indigo for me on the hi-fi machine', zegt hij ergens in The Victim. Het is een boekje van niks, maar niet onvermakelijk. Wheeler loopt altijd luchtig geklede, voluptueuze dames tegen het lijf die hij graag uitnodigt om bij hem thuis op de bank naar de hi-fi te komen luisteren, naar Duke Ellington of naar andere muziek die je tegenwoordig lounge zou noemen.
Ian Rankin weet ook alles van hi-fi. In zijn boeken komt dat nauwelijks terug. Rebus luistert af en toe naar obscure popmuziek en daar blijft het bij. En drank heeft de plaats van dames ingenomen. Het heeft misschien ook met het weer ter plaatse te maken. Hoe vaak horen we niet dat er een depressie van Schotland op weg is naar ons? We slaan ons er meestal wel doorheen.
© 2005 Theo Capel
powered by CJ2