archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Was er nog wat op de tv? delen printen terug
Op de vlucht voor wansmaak Katharina Kouwenhoven

1210VG EscapeOp BBC One kun je dagelijks kijken naar het programma 'Escape to the Country'.
Een niet onbemiddeld, of vrijgesteld, stel zoekt een huis op het platteland om de stad te ontvluchten en dit programma is hen daarbij behulpzaam. De woningzoekenden prefereren een bepaalde streek, zeg Dorset of Devon, en de programmamedewerkers gaan voor hen op zoek en proberen zoveel mogelijk te voldoen aan de vaak absurde eisen (een boerderij op de Dam met uitzicht op zee) van het zoekende stel en bieden drie mogelijkheden ter bezichtiging aan. Iemand van het programma begeleidt ze daarbij, terwijl hij of zij niet aflaat het huis te prijzen en te wijzen op de eigenschappen die het echtpaar zeker zal waarderen.

Praktisch alle huizen die in dit programma aan bod komen zijn ogenschijnlijk aantrekkelijk. Echte Engelse cottages, oude boerderijen, verbouwde stallen, kleine landhuizen, het kan niet op. Maar er mankeert ook altijd wel wat aan. Ze zitten aan een ander huis vast, hebben een onherstelbaar rieten dak, staan midden in een dorpsstraat, bevinden zich tegenover een pub en dergelijke (on)gemakken. Dan blijkt dat de stadsontvluchters toch geen afstand kunnen doen van de gemakken die de stad biedt. Niemand zoekt een afgelegen huis dat eenzaam op een heuvel staat, iedereen wil toch wel buren, winkels en cafévermaak in de buurt hebben.

Hoe leuk de aangeboden huizen aan de buitenkant ook zijn, het interieur is altijd even schrikken, dat wil zeggen voor mij. De woningzoekenden willen een huis met karakter en dat schijnt noodzakelijkerwijs te betekenen: veel hout. Er moet minstens één kamer zijn met een balk, de vloeren zijn van hout, de deuren, de ramen en als het tegenzit is er ook nog een houten lambrisering, altijd ongeverfd maar gelakt grenen en dat heeft zo'n naargeestige geelbruine kleur. In de keukens heb je het ook overal, zijn deuren en deurtjes geprofileerd en bevinden zich tegeltjes in onbestemde kleuren groen. De zitkamer heeft een haardplaats, in het ergste geval geheel bedekt met leisteen, en is gevuld met Chesterfield stoelen en banken of meubels in die stijl, maar aanzienlijk goedkoper. Verder zijn die huizen vaak heel vreemd ingedeeld, bijvoorbeeld met een lange smalle eetkamer, met aan één kant ramen voor het prachtige uitzicht (bijna altijd groene glooiende heuvels), maar zo smal dat er maar aan één kant stoelen aan de eettafel kunnen staan. Daarnaast zijn er nog een paar hokkerige ruimtes die optimistisch studeerkamer worden genoemd, of werkkamer voor de vrouw des huizes, die quilts (!) maakt.

De slaapkamers zijn het ergste. Die bevinden zich altijd boven en er is één ouderslaapkamer, de grootste. Soms kan daar net een tweepersoonsbed in. De toekomstige bewoners hechten er erg aan dat er zich een ingebouwde garderobekast bevindt in die slaapkamer, maar daar is zelden ruimte voor. Daarnaast zijn er meestal nog twee slaapkamertjes, waarin je een paar bedden kunt stapelen. Dan is er natuurlijk nog een badkamer die je vaak treft op een zeer onlogische plaats en die moderne gemakken mist.

Om zo'n huis bewoonbaar te maken zou er wat mij betreft heel wat gesloopt moeten worden. De woningzoekende stellen hoor je daar nooit over. Die zijn heel tevreden, althans ... zolang de begeleider van het programma zich in hun buurt bevindt. Al snel daarna blijkt echter hun misnoegen over het gebodene. Er deugt niets aan en als verwende kinderen uiten zij hun teleurstelling over wat ze toch zelf zeiden te zoeken.
Inmiddels heb ik zelf kennis gemaakt met heel wat van dit soort huizen, omdat ik elk jaar ergens in Groot-Brittannië wandel van B&B naar B&B. En daar zitten ook heel wat horrors tussen. Ik ben maar één keer in een huis geweest met een beetje moderne uitstraling, maar dat was dan ook pas in de jaren negentig gebouwd, met uitzicht op zee. Daar schijnen de stadsontvluchters ook nooit behoefte aan te hebben. De leukste huizen (op het eerste gezicht) blijken van binnen een claustrofobische atmosfeer te hebben die je naar de keel grijpt.

Ik ben dol op Groot-Brittannië en er altijd gelukkig, maar helaas, de Britten kunnen niet koken en hebben geen smaak. Voor een dag of tien valt daar wel mee te leven.

----------------------------------------------------
Het plaatje is van Katharina Kouwenhoven
---------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD’s en veel meer
bij bolcom via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel
--------------------------------------
Abonneert u op de Nieuwsbrief.
Ga naar: www.deleunstoel.nl/nieuwsbrief.php

© 2015 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Was er nog wat op de tv?" -
Vermaak en Genot > Was er nog wat op de tv?
Op de vlucht voor wansmaak Katharina Kouwenhoven
1210VG EscapeOp BBC One kun je dagelijks kijken naar het programma 'Escape to the Country'.
Een niet onbemiddeld, of vrijgesteld, stel zoekt een huis op het platteland om de stad te ontvluchten en dit programma is hen daarbij behulpzaam. De woningzoekenden prefereren een bepaalde streek, zeg Dorset of Devon, en de programmamedewerkers gaan voor hen op zoek en proberen zoveel mogelijk te voldoen aan de vaak absurde eisen (een boerderij op de Dam met uitzicht op zee) van het zoekende stel en bieden drie mogelijkheden ter bezichtiging aan. Iemand van het programma begeleidt ze daarbij, terwijl hij of zij niet aflaat het huis te prijzen en te wijzen op de eigenschappen die het echtpaar zeker zal waarderen.

Praktisch alle huizen die in dit programma aan bod komen zijn ogenschijnlijk aantrekkelijk. Echte Engelse cottages, oude boerderijen, verbouwde stallen, kleine landhuizen, het kan niet op. Maar er mankeert ook altijd wel wat aan. Ze zitten aan een ander huis vast, hebben een onherstelbaar rieten dak, staan midden in een dorpsstraat, bevinden zich tegenover een pub en dergelijke (on)gemakken. Dan blijkt dat de stadsontvluchters toch geen afstand kunnen doen van de gemakken die de stad biedt. Niemand zoekt een afgelegen huis dat eenzaam op een heuvel staat, iedereen wil toch wel buren, winkels en cafévermaak in de buurt hebben.

Hoe leuk de aangeboden huizen aan de buitenkant ook zijn, het interieur is altijd even schrikken, dat wil zeggen voor mij. De woningzoekenden willen een huis met karakter en dat schijnt noodzakelijkerwijs te betekenen: veel hout. Er moet minstens één kamer zijn met een balk, de vloeren zijn van hout, de deuren, de ramen en als het tegenzit is er ook nog een houten lambrisering, altijd ongeverfd maar gelakt grenen en dat heeft zo'n naargeestige geelbruine kleur. In de keukens heb je het ook overal, zijn deuren en deurtjes geprofileerd en bevinden zich tegeltjes in onbestemde kleuren groen. De zitkamer heeft een haardplaats, in het ergste geval geheel bedekt met leisteen, en is gevuld met Chesterfield stoelen en banken of meubels in die stijl, maar aanzienlijk goedkoper. Verder zijn die huizen vaak heel vreemd ingedeeld, bijvoorbeeld met een lange smalle eetkamer, met aan één kant ramen voor het prachtige uitzicht (bijna altijd groene glooiende heuvels), maar zo smal dat er maar aan één kant stoelen aan de eettafel kunnen staan. Daarnaast zijn er nog een paar hokkerige ruimtes die optimistisch studeerkamer worden genoemd, of werkkamer voor de vrouw des huizes, die quilts (!) maakt.

De slaapkamers zijn het ergste. Die bevinden zich altijd boven en er is één ouderslaapkamer, de grootste. Soms kan daar net een tweepersoonsbed in. De toekomstige bewoners hechten er erg aan dat er zich een ingebouwde garderobekast bevindt in die slaapkamer, maar daar is zelden ruimte voor. Daarnaast zijn er meestal nog twee slaapkamertjes, waarin je een paar bedden kunt stapelen. Dan is er natuurlijk nog een badkamer die je vaak treft op een zeer onlogische plaats en die moderne gemakken mist.

Om zo'n huis bewoonbaar te maken zou er wat mij betreft heel wat gesloopt moeten worden. De woningzoekende stellen hoor je daar nooit over. Die zijn heel tevreden, althans ... zolang de begeleider van het programma zich in hun buurt bevindt. Al snel daarna blijkt echter hun misnoegen over het gebodene. Er deugt niets aan en als verwende kinderen uiten zij hun teleurstelling over wat ze toch zelf zeiden te zoeken.
Inmiddels heb ik zelf kennis gemaakt met heel wat van dit soort huizen, omdat ik elk jaar ergens in Groot-Brittannië wandel van B&B naar B&B. En daar zitten ook heel wat horrors tussen. Ik ben maar één keer in een huis geweest met een beetje moderne uitstraling, maar dat was dan ook pas in de jaren negentig gebouwd, met uitzicht op zee. Daar schijnen de stadsontvluchters ook nooit behoefte aan te hebben. De leukste huizen (op het eerste gezicht) blijken van binnen een claustrofobische atmosfeer te hebben die je naar de keel grijpt.

Ik ben dol op Groot-Brittannië en er altijd gelukkig, maar helaas, de Britten kunnen niet koken en hebben geen smaak. Voor een dag of tien valt daar wel mee te leven.

----------------------------------------------------
Het plaatje is van Katharina Kouwenhoven
---------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD’s en veel meer
bij bolcom via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel
--------------------------------------
Abonneert u op de Nieuwsbrief.
Ga naar: www.deleunstoel.nl/nieuwsbrief.php
© 2015 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2