archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Dagboek Mensje van Keulen Katharina Kouwenhoven

0316VG Dagboek
Een week of drie geleden kreeg ik Alle Dagen Laat, het nieuwste boek van Mensje van Keulen, die verder geen introductie behoeft. Alle Dagen Laat is een dagboek waarin Mensje haar wederwaardigheden beschrijft gedurende het jaar 1976, inmiddels dus dertig jaar geleden. Dat is geen toeval want dat het nu is uitgegeven heeft te maken met het feit dat Mensje zestig is geworden. Uitgevers houden van dit soort getallenmystiek.

Dat dagboeken tot een 'literair genre' gerekend worden, heeft me altijd enigszins verbaasd. Wat is er literair aan om op te tekenen wat je meemaakt of overkomt? Het is tenslotte een letterlijke, hoewel subjectieve, beschrijving van gebeurtenissen en ervaringen, terwijl een literaire weergave van iets weliswaar de realiteit als uitgangspunt heeft,­ wat niet bestaat kan ook niet verzonnen worden, maar tevens die realiteit zodanig vervormt dat er iets ontstaat dat voldoet aan geheel eigen wetten en regels, literaire wetten en regels.

Het heeft natuurlijk te maken met het feit dat het om dagboeken gaat van schrijvers, mensen die normaal gesproken literatuur produceren. Maar waarom zou een schrijversdagboek een hoger literair gehalte hebben dan dat van iemand anders, aangenomen dat zo'n dagboek niet achteraf geheel herschreven wordt om het een literair en dus deels verzonnen karakter te geven. Bij de publicatie van schrijversdagboeken is natuurlijk altijd de vraag in hoeverre het authentieke dagboeken betreft, c.q. hoeveel er aan is verknutseld door de schrijver en zijn uitgever voordat tot publicatie werd overgegaan.
Literair of niet, tegenover het lezen van dagboeken sta ik altijd een beetje huiverig. Er zit toch immers eigenlijk altijd een slotje op een dagboek. Die schroom, dat ik iets lees dat eigenlijk niet voor mij bestemd is, kan ik moeilijk van mij afwerpen, al geeft de auteur door publicatie uitdrukkelijk toestemming om er kennis van te nemen. Maar dat is niet het enige dat me huiverig maakt. Dagboeken kunnen namelijk slaapverwekkend saai zijn, zoals bijvoorbeeld het dagboek Engelenplak van een van mijn favoriete schrijvers: A.F.Th. van der Heijden. De dagen komen, de een na de ander. Daar kwam het wel zo’n beetje op neer. Maar waarom zou je anderen van die constatering deelgenoot willen maken?

Verder brengt het aanvatten van een dagboek de nodige vrees met zich mee dat er intimiteiten onthuld zullen worden waar ik helemaal geen kennis van wil nemen. Sommige dingen moeten niet onthuld worden maar als een goed bewaard geheim gekoesterd. Volstrekte eerlijkheid is een streven dat in de communicatie, zeker in de communicatie met onbekenden, niet nagestreefd dient te worden. Ondanks deze aarzelingen ben ik in het dagboek van Mensje van Keulen meteen begonnen en ik heb het in één adem uitgelezen. Ik begon eraan uit pure nieuwsgierigheid hoe zij deze periode van haar leven beleefd had. Dat ik het achter elkaar heb uitgelezen is volledig haar verdienste.

De dagboekaantekeningen vormen een uitgebalanceerd mengsel van de onvermijdelijke trivialiteiten van het leven:­ boodschappen doen, koken, voor de katten zorgen, poetsen ­en de even onvermijdelijke zorgen, angsten, en onzekerheden. De scheuren die na tien jaar in een relatie komen, het daarbij behorende wantrouwen, de communicatieproblemen, de kinderwens, de eeuwige twijfel aan het eigen talent, de moeizame omgang met sommige vrienden, familie-aangelegenheden, het roken en drinken dat geen oplossing biedt. Voor leeftijdgenoten zijn deze dingen zeer herkenbaar; we hebben allemaal dezelfde of vergelijkbare ervaringen gehad toen we een jaar of dertig waren. Bovendien nodigt het natuurlijk uit om na te gaan wat jezelf deed in 1976. Mij staat dat jaartal in het geheugen gegrift, omdat ik in het begin van dat jaar ­ eindelijk ­ afstudeerde, waarmee mijn fröbeltijd eindigde om plaats te maken voor het echte leven, met alle gevolgen van dien.

Naast deze bijkomende aantrekkelijkheden is het echter ook de manier waarop het geschreven is, die mij aan het lezen hield. Ik krijg de indruk dat het een zeer authentiek dagboek is. Het is vast niet geschreven met het oog op latere publicatie, terwijl aan de andere kant aan de oorspronkelijke teksten, opgetekend in schriftjes, waarschijnlijk niet veel veranderd is. Zo is het gegaan en zo is het opgeschreven. Krachtig, to the point, en ondanks de soms zorgelijke toon,­ je bent nu eenmaal een zorgelijk type of je bent het niet,­ nooit larmoyant. Het dagboek van iemand die bij alles wat ze schrijft een bepaald niveau nastreeft of vanzelf heeft, zonder dat de spontaniteit wordt aangetast, en in die zin een echt schrijversdagboek.

Mensen schijnen steeds gelukkiger te worden naarmate ze ouder worden, al beseffen ze dat niet. Dertig jaar zijn is wat dat betreft een speciale periode. Je bent bezig geweest om allerlei voorwaarden te scheppen om gelukkig te zijn, maar het wil nog maar niet lukken. Niet alleen omdat er nog, of weer, van alles mis gaat, maar vooral omdat het nodige relativeringsvermogen ontbreekt. Daarvoor moet je nog heel wat ouder worden. Ook dat blijkt uit het dagboek van Mensje van Keulen. Getob over dingen die later van zelf goed komen of helemaal niet zo belangrijk blijken te zijn. We hebben het allemaal meegemaakt en kunnen er nu met een glimlach op terug zien. Maar daarom ook is het fascinerend om nog eens na te kunnen lezen hoe iemand dat aan den lijve heeft ervaren en heeft opgetekend, bijna van dag tot dag. Verre van saai, juist uiterst boeiend en gelukkig zonder details waarvan ik vind dat ze me bespaard hadden moeten blijven. Zo'n dagboek is een genot om te lezen.

De vraag of het literatuur is of niet is daarmee irrelevant geworden.
 
 
****************************************************
Literatuur en beeldende kunst onder één dak bij Buddenbrooks
aan het Noordeinde in Den Haag. Ga voor informatie naar:


© 2006 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Dagboek Mensje van Keulen Katharina Kouwenhoven
0316VG Dagboek
Een week of drie geleden kreeg ik Alle Dagen Laat, het nieuwste boek van Mensje van Keulen, die verder geen introductie behoeft. Alle Dagen Laat is een dagboek waarin Mensje haar wederwaardigheden beschrijft gedurende het jaar 1976, inmiddels dus dertig jaar geleden. Dat is geen toeval want dat het nu is uitgegeven heeft te maken met het feit dat Mensje zestig is geworden. Uitgevers houden van dit soort getallenmystiek.

Dat dagboeken tot een 'literair genre' gerekend worden, heeft me altijd enigszins verbaasd. Wat is er literair aan om op te tekenen wat je meemaakt of overkomt? Het is tenslotte een letterlijke, hoewel subjectieve, beschrijving van gebeurtenissen en ervaringen, terwijl een literaire weergave van iets weliswaar de realiteit als uitgangspunt heeft,­ wat niet bestaat kan ook niet verzonnen worden, maar tevens die realiteit zodanig vervormt dat er iets ontstaat dat voldoet aan geheel eigen wetten en regels, literaire wetten en regels.

Het heeft natuurlijk te maken met het feit dat het om dagboeken gaat van schrijvers, mensen die normaal gesproken literatuur produceren. Maar waarom zou een schrijversdagboek een hoger literair gehalte hebben dan dat van iemand anders, aangenomen dat zo'n dagboek niet achteraf geheel herschreven wordt om het een literair en dus deels verzonnen karakter te geven. Bij de publicatie van schrijversdagboeken is natuurlijk altijd de vraag in hoeverre het authentieke dagboeken betreft, c.q. hoeveel er aan is verknutseld door de schrijver en zijn uitgever voordat tot publicatie werd overgegaan.
Literair of niet, tegenover het lezen van dagboeken sta ik altijd een beetje huiverig. Er zit toch immers eigenlijk altijd een slotje op een dagboek. Die schroom, dat ik iets lees dat eigenlijk niet voor mij bestemd is, kan ik moeilijk van mij afwerpen, al geeft de auteur door publicatie uitdrukkelijk toestemming om er kennis van te nemen. Maar dat is niet het enige dat me huiverig maakt. Dagboeken kunnen namelijk slaapverwekkend saai zijn, zoals bijvoorbeeld het dagboek Engelenplak van een van mijn favoriete schrijvers: A.F.Th. van der Heijden. De dagen komen, de een na de ander. Daar kwam het wel zo’n beetje op neer. Maar waarom zou je anderen van die constatering deelgenoot willen maken?

Verder brengt het aanvatten van een dagboek de nodige vrees met zich mee dat er intimiteiten onthuld zullen worden waar ik helemaal geen kennis van wil nemen. Sommige dingen moeten niet onthuld worden maar als een goed bewaard geheim gekoesterd. Volstrekte eerlijkheid is een streven dat in de communicatie, zeker in de communicatie met onbekenden, niet nagestreefd dient te worden. Ondanks deze aarzelingen ben ik in het dagboek van Mensje van Keulen meteen begonnen en ik heb het in één adem uitgelezen. Ik begon eraan uit pure nieuwsgierigheid hoe zij deze periode van haar leven beleefd had. Dat ik het achter elkaar heb uitgelezen is volledig haar verdienste.

De dagboekaantekeningen vormen een uitgebalanceerd mengsel van de onvermijdelijke trivialiteiten van het leven:­ boodschappen doen, koken, voor de katten zorgen, poetsen ­en de even onvermijdelijke zorgen, angsten, en onzekerheden. De scheuren die na tien jaar in een relatie komen, het daarbij behorende wantrouwen, de communicatieproblemen, de kinderwens, de eeuwige twijfel aan het eigen talent, de moeizame omgang met sommige vrienden, familie-aangelegenheden, het roken en drinken dat geen oplossing biedt. Voor leeftijdgenoten zijn deze dingen zeer herkenbaar; we hebben allemaal dezelfde of vergelijkbare ervaringen gehad toen we een jaar of dertig waren. Bovendien nodigt het natuurlijk uit om na te gaan wat jezelf deed in 1976. Mij staat dat jaartal in het geheugen gegrift, omdat ik in het begin van dat jaar ­ eindelijk ­ afstudeerde, waarmee mijn fröbeltijd eindigde om plaats te maken voor het echte leven, met alle gevolgen van dien.

Naast deze bijkomende aantrekkelijkheden is het echter ook de manier waarop het geschreven is, die mij aan het lezen hield. Ik krijg de indruk dat het een zeer authentiek dagboek is. Het is vast niet geschreven met het oog op latere publicatie, terwijl aan de andere kant aan de oorspronkelijke teksten, opgetekend in schriftjes, waarschijnlijk niet veel veranderd is. Zo is het gegaan en zo is het opgeschreven. Krachtig, to the point, en ondanks de soms zorgelijke toon,­ je bent nu eenmaal een zorgelijk type of je bent het niet,­ nooit larmoyant. Het dagboek van iemand die bij alles wat ze schrijft een bepaald niveau nastreeft of vanzelf heeft, zonder dat de spontaniteit wordt aangetast, en in die zin een echt schrijversdagboek.

Mensen schijnen steeds gelukkiger te worden naarmate ze ouder worden, al beseffen ze dat niet. Dertig jaar zijn is wat dat betreft een speciale periode. Je bent bezig geweest om allerlei voorwaarden te scheppen om gelukkig te zijn, maar het wil nog maar niet lukken. Niet alleen omdat er nog, of weer, van alles mis gaat, maar vooral omdat het nodige relativeringsvermogen ontbreekt. Daarvoor moet je nog heel wat ouder worden. Ook dat blijkt uit het dagboek van Mensje van Keulen. Getob over dingen die later van zelf goed komen of helemaal niet zo belangrijk blijken te zijn. We hebben het allemaal meegemaakt en kunnen er nu met een glimlach op terug zien. Maar daarom ook is het fascinerend om nog eens na te kunnen lezen hoe iemand dat aan den lijve heeft ervaren en heeft opgetekend, bijna van dag tot dag. Verre van saai, juist uiterst boeiend en gelukkig zonder details waarvan ik vind dat ze me bespaard hadden moeten blijven. Zo'n dagboek is een genot om te lezen.

De vraag of het literatuur is of niet is daarmee irrelevant geworden.
 
 
****************************************************
Literatuur en beeldende kunst onder één dak bij Buddenbrooks
aan het Noordeinde in Den Haag. Ga voor informatie naar:
© 2006 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2