archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept delen printen terug
Op Lanzarote met Houellebecq Willem Minderhout

1306VG Lanzarote1‘Zullen we weggaan in de kerstvakantie?’ Best, maar waarheen. S. wilde een vriendin in Egypte opzoeken, de piramides bekijken en over de Nijl varen. Ik reageerde niet zo enthousiast. Ik ben niet meer zo fanatiek, maar een militaire dictatuur bezoeken, dat stuit me nog steeds enigszins tegen de borst. Bovendien schijnt dat land vol te zitten met gefrustreerde baardmannen, dus dat leek me minder gezellig om daar als Westerse toerist rond te lopen. ‘Wat dacht je dan van Lanzarote?’ Ik had nog nooit aan Lanzarote gedacht, maar waarom niet. Het zou er op zijn minst lekker warm moeten zijn.

‘Lanzarote’ deed me wel denken aan een bundel verhalen van Michel Houellebecq die ik jaren geleden ergens voor één of twee euro in een Franse supermarkt had gekocht. (De Franse uitgeverij Librio kan niet genoeg geprezen worden! De hele Franse literatuur voor een habbekrats naast de uien en het WC-papier!) Ik herinnerde me er niet veel van, behalve de vraag van de ik-figuur in het verhaal ‘Lanzarote’ aan het meisje van het reisbureau of ze geen reis had naar een Arabisch land waar geen moslims wonen. Dat deed me een beetje denken aan mijn twijfels over Egypte. Lanzarote moest het dan maar worden, met Houellebecq als reisgids.

‘Lanzarote’ bleek bij herlezing een soort voorstudie voor ‘La Possibilité d'une île’ te zijn. Is het de moeite waard? Misschien wel voor mensen die verder niets van hem willen lezen, want het vat de essentie van al zijn boeken wel aardig samen: het vermoeide decadente Westen gaat ten onder aan fanatieke gelovigen, maar kan wellicht door de wetenschap gered worden. Dit wordt geïllustreerd door een gefrustreerde Brusselse politieman die België uiteen ziet vallen, vermalen tussen het Vlaams Blok en de jihadisten (het boek stamt uit 2002, dertien jaar voordat ‘Molenbeek’ wereldnieuws werd); twee niet al te lesbische Duitse toeristes die de hoofdpersoon zonder veel plichtplegingen bij hun liefdesspel betrekken en de sekte van de ‘raëliens’ die in UFO’s geloven en – zeer Houellebecquiaans – er naar streven om door de aanhang te klonen het eeuwige leven te verkrijgen. Deze sekte, die echt bestaat, zou ooit op Lanzarote een ‘ambassade’ voor bezoekende UFO’s hebben willen stichten. Het pedofilieschandaal waar de tot de sekte toegetreden Brusselse politieman in terecht komt is een waargebeurde episode uit de geschiedenis van deze sekte.

Tot zover een korte samenvatting van het verhaal, maar is het ook een reisgids?

De toeristen
Volgens Houellebecq stelt het nachtleven niets voor, is er geen groen te bekennen en hebben de aardbevingen en vulkaanuitbarstingen de cultuurhistorie van het eiland uitgewist. Een eiland dat niets te bieden heeft trekt vooral Britten aan, want die hebben maar één wens: zoveel mogelijk andere Britten tegen te komen. De Britten waren inderdaad massaal aanwezig in ons vakantiestadje. In Playa Téguise troffen we een leuk appartementje aan in een complex met een prachtige tuin. Rond de twee zwembaden lag van zonsopgang tot zonsondergang een verzameling zeer ‘obese’ en bizar getatoeëerde Britten als een kolonie walrussen in de zon te bakken. We hadden enige discussie met de receptie of we nu met of zonder ontbijt hadden gereserveerd. Na wat geharrewar bleken we inderdaad van de ontbijtfaciliteiten te mogen genieten. Trof Houellebecq nog een heerlijk Spaans ontbijt aan waar hij zich de chorizo goed liet smaken, bij ons was slechts iets te verkrijgen wat omschreven werd als ‘full English breakfast’: smakeloze gebakken eieren, lauwe witte bonen in tomatensaus en worstjes die het midden hielden tussen opgewarmd karton en gebakken rat. Het smakeloze Engelse wattenbrood ontbrak uiteraard niet. Waarschijnlijk werd al deze ellende speciaal geïmporteerd om de walrussen te voeden.

Ook in het badplaatsje zelf hoefde je niets te missen. English, Irish en Scottish pubs, Sports Channel, karaoke bars en de ‘Lively Ladies Drag Bar’, beloofden een entertainment waar Blackpool zich niet voor zou hoeven schamen. Gelukkig vonden we ook een Spaans restaurantje. Lekker rustig, goed eten en een sympathieke bediening. We aten er de kleine in de schil gekookte Lanzarotiaanse aardappeltjes waar Houellebecq zo dol was.

Er waren ook veel autoverhuurbedrijven, maar die hadden geen van allen iets op voorraad. Gelukkig reed er een bus naar Téguise. Hier waren de hoofdpersoon en de Brusselse politieman de raëlianen tegen gekomen. Wij troffen er vrijwel niemand aan, laat staan raëlianen. Het stadje is alleen druk op zondag als er een markt gehouden wordt.

Gelukkig duurde onze autoloze periode niet al te lang. Het eiland lag aan onze voeten. Als je eenmaal de toeristenoorden verlaten had, bleek het een diamantje te zijn. We hebben veel meer gezien dan1306VG Lanzarote2 waar Houellebecq verslag van doet, maar ik beperk me maar even tot een tweede blik op zijn waarnemingen. Volgens hem zijn er maar twee bezienswaardigheden op Lanzarote: de ‘Jardin de cactus’  en de ‘Parque nacional de Timanfaya’. Voor cactussen – ‘het weerzinwekkende dieptepunt van de plantaardige levensvormen’ – heeft hij niet veel belangstelling. Het enige benoemenswaardige is dat hij hier de Brusselaar ontmoet die als versteend naar een fallusvormige cactus zit te staren, waar twee ronde cactussen als kloten naast stonden. Ik heb er naar gezocht, maar deze cactus was waarschijnlijk gecastreerd, want ik trof dit drietal niet aan. Wat we wel zagen was een prachtig ingerichte kom vol cactussen. Het is een creatie van Cesar Manrique, een kunstenaar die Houellebecq niet noemt, maar die er vrijwel eigenhandig voor heeft gezorgd dat er op Lanzarote een verbod is op reclameborden in de publieke ruimte, er niet hoger gebouwd mag worden dan vier etages en dat het landschap beschermd wordt. Mooie plekken heeft hij met respect voor de omgeving nog mooier gemaakt. De ‘Jardin de Cactus’ is daar één, maar niet eens het meest indrukwekkende, voorbeeld van.

Timanfaya, waar nog tot in de negentiende eeuw vulkanen actief waren, is een landschapspark waar je je op de maan waant. Ook Houellebecq was zeer gecharmeerd van dit landschap. Er groeit bijna niets. Bij de Mirador kun je eten kopen dat gegrild is door de hete lucht die uit de rotsen naar boven stroomt. Houellebecq at er een koteletje, wij een vulkaangegrilde kip.

De kamelen, of liever dromedarissen, hebben we alleen van een afstand gezien. Volgens Houellebecq bekleden deze beesten een zelfde minderwaardige rol in het dierenrijk als de cactussen in het plantenrijk en een gewaarschuwd mens telt voor twee. 

De weg naar Punta Papagayo was na meer dan tien jaar nog net zo onbegaanbaar als Houellebecq hem beschreef. Hij reed echter in een Four Wheel Drive en wij in een Fiatje. Net zomin als hij zijn we langs de toegangspost met slagboom in de ‘middle of nowhere’ gereden. Misschien hebben we heel wat gemist, maar wij zagen slechts een onafzienbare puinvlakte. In het nabijgelegen Playa Blanca moet wel heel veel zijn veranderd. Op deze plek, waar de hoofdpersoon de liefde bedreef met zijn Duitse vakantievriendinnen, troffen we een eindeloze zee van hotels, appartementen en vakantiehuisjes aan. Blijkbaar wordt het nog veel verder uitgebouwd, want er liggen al allerlei van verlichting voorziene, doodlopende straten, waarlangs nog meer appartementen kunnen verschijnen. We waren blij dat we uit die doolhof konden ontsnappen.

Famara, daarentegen, bleek heel leuk te zijn. Houellebecq noemt het een mislukte badplaats waar de middenstand reikhalzend naar clientèle uitkijkt. Het ligt aan de kant van het eiland waar enorme oceaangolven op de rotsen beuken. In de baai van Famara  ligt echter zand. Het is een echt surfdorp en de aard van de toeristen is er totaal anders dan in Costa Teguise, of Playa Blanca. Sportieve types, Fransen, Duitsers en Nederlanders. Engelsen ontbreken niet, maar ze zijn van een aanzienlijk magerder type. Als we hier ooit terugkeren, dan zoeken we hier of in El Golfo een verblijfplaats.

Geria is het Lanzarotiaanse wijngebied. Houellebecq was gefascineerd door de vreemde wijngaarden: stenen muurtjes die een hele of halve cirkel vormen waarbinnen wijnstokken in de zwarte lava-aarde geplant worden. Hij baalt er van dat zijn Brusselse vriend niet wil stoppen om er een foto van te maken. Die fout hebben we niet gemaakt en we hebben flink gewandeld door dit fascinerende cultuurlandschap. De droge witte wijn die hier vandaan komt is fantastisch.

Op de laatste dag zijn we nog een keer naar Teguise gegaan. Het was zondag. Het plaatsje stond vol marktkraampjes en je kon er nauwelijks lopen van de toeristen. Ook op deze dag zagen we geen raëliens rondlopen. Misschien is die UFO-ambassade er uiteindelijk toch niet gevestigd, of waren ze net even een intergalactische reis aan het maken. Wel denk ik dat het aanbod veranderd is. Houellebecq beschrijft kramen vol aardewerk en mandvlechtwerkjes, maar die heb ik niet gezien. Veel T-shirts en ‘Real English Food’. Gelukkig was er ook nog wel het een en ander dat we met goed fatsoen als cadeautje mee konden nemen.

Lanzarote is een mooie bestemming voor een weekje. Houellebecq was een aardige reisgenoot. Ik weet echter niet of ik er per se nog eens heen wil. Ik weet ook niet of ik ooit nog iets van Houellebecq wil lezen. Dat hangt wellicht van de vakantiebestemming af.

------------------------
De foto's zijn van de schrijver
------------------------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!

© 2016 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "De wereldliteratuur roept" -
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept
Op Lanzarote met Houellebecq Willem Minderhout
1306VG Lanzarote1‘Zullen we weggaan in de kerstvakantie?’ Best, maar waarheen. S. wilde een vriendin in Egypte opzoeken, de piramides bekijken en over de Nijl varen. Ik reageerde niet zo enthousiast. Ik ben niet meer zo fanatiek, maar een militaire dictatuur bezoeken, dat stuit me nog steeds enigszins tegen de borst. Bovendien schijnt dat land vol te zitten met gefrustreerde baardmannen, dus dat leek me minder gezellig om daar als Westerse toerist rond te lopen. ‘Wat dacht je dan van Lanzarote?’ Ik had nog nooit aan Lanzarote gedacht, maar waarom niet. Het zou er op zijn minst lekker warm moeten zijn.

‘Lanzarote’ deed me wel denken aan een bundel verhalen van Michel Houellebecq die ik jaren geleden ergens voor één of twee euro in een Franse supermarkt had gekocht. (De Franse uitgeverij Librio kan niet genoeg geprezen worden! De hele Franse literatuur voor een habbekrats naast de uien en het WC-papier!) Ik herinnerde me er niet veel van, behalve de vraag van de ik-figuur in het verhaal ‘Lanzarote’ aan het meisje van het reisbureau of ze geen reis had naar een Arabisch land waar geen moslims wonen. Dat deed me een beetje denken aan mijn twijfels over Egypte. Lanzarote moest het dan maar worden, met Houellebecq als reisgids.

‘Lanzarote’ bleek bij herlezing een soort voorstudie voor ‘La Possibilité d'une île’ te zijn. Is het de moeite waard? Misschien wel voor mensen die verder niets van hem willen lezen, want het vat de essentie van al zijn boeken wel aardig samen: het vermoeide decadente Westen gaat ten onder aan fanatieke gelovigen, maar kan wellicht door de wetenschap gered worden. Dit wordt geïllustreerd door een gefrustreerde Brusselse politieman die België uiteen ziet vallen, vermalen tussen het Vlaams Blok en de jihadisten (het boek stamt uit 2002, dertien jaar voordat ‘Molenbeek’ wereldnieuws werd); twee niet al te lesbische Duitse toeristes die de hoofdpersoon zonder veel plichtplegingen bij hun liefdesspel betrekken en de sekte van de ‘raëliens’ die in UFO’s geloven en – zeer Houellebecquiaans – er naar streven om door de aanhang te klonen het eeuwige leven te verkrijgen. Deze sekte, die echt bestaat, zou ooit op Lanzarote een ‘ambassade’ voor bezoekende UFO’s hebben willen stichten. Het pedofilieschandaal waar de tot de sekte toegetreden Brusselse politieman in terecht komt is een waargebeurde episode uit de geschiedenis van deze sekte.

Tot zover een korte samenvatting van het verhaal, maar is het ook een reisgids?

De toeristen
Volgens Houellebecq stelt het nachtleven niets voor, is er geen groen te bekennen en hebben de aardbevingen en vulkaanuitbarstingen de cultuurhistorie van het eiland uitgewist. Een eiland dat niets te bieden heeft trekt vooral Britten aan, want die hebben maar één wens: zoveel mogelijk andere Britten tegen te komen. De Britten waren inderdaad massaal aanwezig in ons vakantiestadje. In Playa Téguise troffen we een leuk appartementje aan in een complex met een prachtige tuin. Rond de twee zwembaden lag van zonsopgang tot zonsondergang een verzameling zeer ‘obese’ en bizar getatoeëerde Britten als een kolonie walrussen in de zon te bakken. We hadden enige discussie met de receptie of we nu met of zonder ontbijt hadden gereserveerd. Na wat geharrewar bleken we inderdaad van de ontbijtfaciliteiten te mogen genieten. Trof Houellebecq nog een heerlijk Spaans ontbijt aan waar hij zich de chorizo goed liet smaken, bij ons was slechts iets te verkrijgen wat omschreven werd als ‘full English breakfast’: smakeloze gebakken eieren, lauwe witte bonen in tomatensaus en worstjes die het midden hielden tussen opgewarmd karton en gebakken rat. Het smakeloze Engelse wattenbrood ontbrak uiteraard niet. Waarschijnlijk werd al deze ellende speciaal geïmporteerd om de walrussen te voeden.

Ook in het badplaatsje zelf hoefde je niets te missen. English, Irish en Scottish pubs, Sports Channel, karaoke bars en de ‘Lively Ladies Drag Bar’, beloofden een entertainment waar Blackpool zich niet voor zou hoeven schamen. Gelukkig vonden we ook een Spaans restaurantje. Lekker rustig, goed eten en een sympathieke bediening. We aten er de kleine in de schil gekookte Lanzarotiaanse aardappeltjes waar Houellebecq zo dol was.

Er waren ook veel autoverhuurbedrijven, maar die hadden geen van allen iets op voorraad. Gelukkig reed er een bus naar Téguise. Hier waren de hoofdpersoon en de Brusselse politieman de raëlianen tegen gekomen. Wij troffen er vrijwel niemand aan, laat staan raëlianen. Het stadje is alleen druk op zondag als er een markt gehouden wordt.

Gelukkig duurde onze autoloze periode niet al te lang. Het eiland lag aan onze voeten. Als je eenmaal de toeristenoorden verlaten had, bleek het een diamantje te zijn. We hebben veel meer gezien dan1306VG Lanzarote2 waar Houellebecq verslag van doet, maar ik beperk me maar even tot een tweede blik op zijn waarnemingen. Volgens hem zijn er maar twee bezienswaardigheden op Lanzarote: de ‘Jardin de cactus’  en de ‘Parque nacional de Timanfaya’. Voor cactussen – ‘het weerzinwekkende dieptepunt van de plantaardige levensvormen’ – heeft hij niet veel belangstelling. Het enige benoemenswaardige is dat hij hier de Brusselaar ontmoet die als versteend naar een fallusvormige cactus zit te staren, waar twee ronde cactussen als kloten naast stonden. Ik heb er naar gezocht, maar deze cactus was waarschijnlijk gecastreerd, want ik trof dit drietal niet aan. Wat we wel zagen was een prachtig ingerichte kom vol cactussen. Het is een creatie van Cesar Manrique, een kunstenaar die Houellebecq niet noemt, maar die er vrijwel eigenhandig voor heeft gezorgd dat er op Lanzarote een verbod is op reclameborden in de publieke ruimte, er niet hoger gebouwd mag worden dan vier etages en dat het landschap beschermd wordt. Mooie plekken heeft hij met respect voor de omgeving nog mooier gemaakt. De ‘Jardin de Cactus’ is daar één, maar niet eens het meest indrukwekkende, voorbeeld van.

Timanfaya, waar nog tot in de negentiende eeuw vulkanen actief waren, is een landschapspark waar je je op de maan waant. Ook Houellebecq was zeer gecharmeerd van dit landschap. Er groeit bijna niets. Bij de Mirador kun je eten kopen dat gegrild is door de hete lucht die uit de rotsen naar boven stroomt. Houellebecq at er een koteletje, wij een vulkaangegrilde kip.

De kamelen, of liever dromedarissen, hebben we alleen van een afstand gezien. Volgens Houellebecq bekleden deze beesten een zelfde minderwaardige rol in het dierenrijk als de cactussen in het plantenrijk en een gewaarschuwd mens telt voor twee. 

De weg naar Punta Papagayo was na meer dan tien jaar nog net zo onbegaanbaar als Houellebecq hem beschreef. Hij reed echter in een Four Wheel Drive en wij in een Fiatje. Net zomin als hij zijn we langs de toegangspost met slagboom in de ‘middle of nowhere’ gereden. Misschien hebben we heel wat gemist, maar wij zagen slechts een onafzienbare puinvlakte. In het nabijgelegen Playa Blanca moet wel heel veel zijn veranderd. Op deze plek, waar de hoofdpersoon de liefde bedreef met zijn Duitse vakantievriendinnen, troffen we een eindeloze zee van hotels, appartementen en vakantiehuisjes aan. Blijkbaar wordt het nog veel verder uitgebouwd, want er liggen al allerlei van verlichting voorziene, doodlopende straten, waarlangs nog meer appartementen kunnen verschijnen. We waren blij dat we uit die doolhof konden ontsnappen.

Famara, daarentegen, bleek heel leuk te zijn. Houellebecq noemt het een mislukte badplaats waar de middenstand reikhalzend naar clientèle uitkijkt. Het ligt aan de kant van het eiland waar enorme oceaangolven op de rotsen beuken. In de baai van Famara  ligt echter zand. Het is een echt surfdorp en de aard van de toeristen is er totaal anders dan in Costa Teguise, of Playa Blanca. Sportieve types, Fransen, Duitsers en Nederlanders. Engelsen ontbreken niet, maar ze zijn van een aanzienlijk magerder type. Als we hier ooit terugkeren, dan zoeken we hier of in El Golfo een verblijfplaats.

Geria is het Lanzarotiaanse wijngebied. Houellebecq was gefascineerd door de vreemde wijngaarden: stenen muurtjes die een hele of halve cirkel vormen waarbinnen wijnstokken in de zwarte lava-aarde geplant worden. Hij baalt er van dat zijn Brusselse vriend niet wil stoppen om er een foto van te maken. Die fout hebben we niet gemaakt en we hebben flink gewandeld door dit fascinerende cultuurlandschap. De droge witte wijn die hier vandaan komt is fantastisch.

Op de laatste dag zijn we nog een keer naar Teguise gegaan. Het was zondag. Het plaatsje stond vol marktkraampjes en je kon er nauwelijks lopen van de toeristen. Ook op deze dag zagen we geen raëliens rondlopen. Misschien is die UFO-ambassade er uiteindelijk toch niet gevestigd, of waren ze net even een intergalactische reis aan het maken. Wel denk ik dat het aanbod veranderd is. Houellebecq beschrijft kramen vol aardewerk en mandvlechtwerkjes, maar die heb ik niet gezien. Veel T-shirts en ‘Real English Food’. Gelukkig was er ook nog wel het een en ander dat we met goed fatsoen als cadeautje mee konden nemen.

Lanzarote is een mooie bestemming voor een weekje. Houellebecq was een aardige reisgenoot. Ik weet echter niet of ik er per se nog eens heen wil. Ik weet ook niet of ik ooit nog iets van Houellebecq wil lezen. Dat hangt wellicht van de vakantiebestemming af.

------------------------
De foto's zijn van de schrijver
------------------------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!
© 2016 Willem Minderhout
powered by CJ2